De boer en de groententeelt -if). De taak van den boer in de nieuwe samenleving M EN zal het er over eena.zyn, dat het in het afge- loopen tijdsbestek zoo goed als niet tot de taak der landbouwvereenigingen behoorde, het licht te doen vallen ovei' de plaats van den boer in de samenleving. Dit is geen wonder. Immers deze landbouwvereenigin gen waren zéér eenzijdig ingericht. In de eerste plaats waren het slechts vereenigingen van WERKGEVERS uit den landbouw en in de tweede plaats was het DOEL van deze vereenigingen in hoofdzaak na te gaan op wélke wijze het bedrijf het best rendeerde. In de NIEUWE SAMENLEVING, die zich onder lei ding van de in Europa opgekomen .nieuwe ideeën langzaam voltrekt, wordt een heel andere zijde van den landbouw naar voren gebracht. Het gaat nu niet meer in de eerste plaats om de materieele uitkomsten van den enkeling en om het bedrijf terwille van zich zelf, neen^ het leidend beginsel schuilt nu in de behartiging van het welzijn van het GEHEELE VOLK! HET LANDBOUWBEDRIJF IS DAARVAN DE DIENAAR GEWORDEN! Ie Jaargang No. 44 Vrijdag 6 November 1942 ■cmditand Het hoerendom, in de oude maatschappij zoozeer ver guisd, is in de NIEUWE samenleving het BEGRIP geworden, waarop een organisch ingerichte maat schappij rust. Men heeft daarin de bron erkend van héél het volks leven. Want de wortels van het volksdom toch reiken tot in het hoerendom, waar de levenssappen van een volk in eeuwige verjonging steeds weer uit voortko men. Deze opvattingen van den nieuwen tijd geven aan het hoerendom een geheel ander aspect, maar óók een geheel andere TAAK. Van LIJDEND voorwerp is het plotseling mede op het éérste plan geroepen om het geheele volk richting te geven. En naast de taak van den landbouw, om, in materia- listischen zin, te zorgen voor de voeding van het volk, heeft het hoerendom tot taak een gezonde LEVENS BASIS voor het volk te zijn en de raszuivere onder laag te vormen, waarop een volksche levensstijl zich kan ontplooien. Nu kan men vragen: IS ONS BOERENDOM ZICH REEDS VAN DEZE TAAK BEWUST: IS HET IN STAAT DEZE TAAK, DIE DE TIJD HEM STELT, TE VOLBRENGEN: HEEFT HET ZIJN ROEPING BEGREPEN? Door een deel van het hoerendom wél! Maar het gaat hier zooals met alle nieuwe zaken en zooals vooral met nieuwe IDEEëN, dat eerst ENKELE hoofden worden verlicht, die op hun beurt dnderen weer ver lichten. Langzaam is het begrijpen van dit boerendom, zéér langzaam reageert de omgeving (waarmee ik de andere levenskringen bedoel!) op het gewicht en de beteekenis van deze nieuwe constellatie. Daarom, moet het weer van die énkelen komen, die het eerst door de nieuwe denkbeelden worden gegrepen, om hier ONTWIKKE LEND en PROPAGEEREND op te treden. De evolutie van den boer van BEDRIJFSBOER tot VOLKS BOEK is een groote en grootsche verandering. Het is niet minder dan een geestelijke revolutie, welke een algemeene omwenteling in het denken veroorzaakt. R is dit jaar een tekort aan groenten geweest. De oorzaak daarvan ligt niet bij den tuinbouw, die in 1942 vergeleken by voorgaande jaren een niet onbe langrijke uitbreiding heeft ondergaan. Die oorzaak ligt evenmin bij onze tuinders en hun arbeiders, die ook in dit jaar oudergewoonte hun volle krachten voor d1© productie hebben ingezet. En de oorzaak ligt wel het allerminst in de dwaasheden, welke het gretige gerucht, de alles beter wetende, spraakmakende ge meente als de oorsprong van de groentenschaarschte meende en helaas nog steeds meent te moeten aanwijzen. Waar de fout dan wel schuilt? Oude tuinders met een rijpe ervarirfg hebben ons verzekerd, dat zij diep in de geschiedenis van den tuinbouw moeten teruggaan om een jaar aan te wijzen, waarin de weersomstandigheden zulk een funesten invloed op de oogsten van bepaalde, belangrijke tuinbóuwge - wassen hebben gehad als in 1942 het geval is geweest. De late en zeer strenge winter deed ons de voorteelt van groenten uit de kassen voor een groot deel missen; de oogst van die voorteelt beloopt in nor male omstandigheden tientallen millioenen kilogram men groenten, die op de markt komen in een periode, waarin het volk na de donkere wintermaanden groote behoefte heeft aan de versche jonge groenten. Op die vorst volgde een tijd van felle, aanhoudende droogte, die voor de ontwikkeling van de eerste groenten op den open grond gewoonweg fataal was. En ook verder in het jaar ging de natuur zich te buiten aan krasse grilligheden. Perioden van over- vloedigen regenval wisselden af met zonlooze weken of met tijden van droogte. Enfin, de boer weet er van mee te praten.,Nu is grilligheid in het weer juist het verschijnsel, waaraan de tuinder niet één, maar vele broertjes dood heeft, want die buitensporige wissel valligheden in het weer zijn oorzaak, dat zijn gewas sen het niet doen. Door het slechte weer is de oogst van de princesse- en snijboonen b.v. een paar zeer belangrijke zomerproducten van onzen tuinbouw, zoo goed als totaal mislukt. Alleen de pronkboonen hebben daarna nog een aardig beschot gegeven. Dit alles trof wel zeer ongelukkig, want tegenover dit verminderde aanbod van groenten stond een sterk vergroote vraag van den consument. De distri butie van de voornaamste levensmiddelen doet de menschen vragen naar groenten, die een welkome aanvulling van het menu vormen. Verder zijn de op vattingen over de beteekenis van groenten voor het behoud van de gezondheid in gunstigen zin aanmer kelijk gewijzigd. Mede door de propaganda van voe- dingdeskundigen weet thans vrijwel iedereen, dat groenten een ryke bron zijn van de voor de volksge zondheid zoo belangrijke vitaminen. Maar de zoozeer begeerde groenten zijn er gedurende tal van weken, -vooral in de groote steden, slechts mondjesmaat en voor het eerst sedert lange tijden hebben de stede lingen voor de groentenwinkels in de rij moeten staan. Het is daarom wel verklaarbaar, dat van Overheids wege de opvoering van de productie van groenten krachtig wordt gestimuleerd. Men wil in 1943 meer groenten hebben en doet hierbij ook 'een beroep op den boer. De teeltvoorschriften voor den tuinbouw, welke wij in een der vorige nummers van den Land stand hebben bekend gemaakt, laten practisch een onbelemmerde uitbreiding van de groententeelt in 1943 toe. Alle teeltvergunningen, welke in 1942 van kracht zijn, blijven ook in 1943 geldig en bovendien kunnen de verbouwers van groenten niéuwe teeltver gunningen aanvragen. In alle kassen en warenhuizen is het beoefenen van een voorteelt van groenten vóór het hoofdgewas (tomaten, druiven, boonen, enz.) verplichtend gesteld en zelfs heeft men in het belang van de groententeelt aan de bloemisterijbedrijven de verplichting opgelegd om minstens de helft van de oppervlakte van het bedrijf (kassen, warenhuizen, bakken en open grond) met groenten te betelen. Dit is buiten twijfel een krasse maatregel, die diep grijpt in het bedrijfsleven van onze bloemisterij, maar die tevens demonstreert, hoe noodig de verdere opvoe ring van de groentenproductie in het belang van onze volksgemeenschap geacht wordt. Er moet meer groente komen, want de rijen van huisvrouwen voor de groentenwinkels moeten verdwijnen. Uit de teelt voorschriften blijkt voorts, dat men we derom een beroep doet op de medewerking van den boer. Wederom want ook in 1942 bestond voor den boer de mogelijkheid om bepaalde tuinbouwgewassen in zijn bedrijf te telen. Daar is echter dit jaar niet het gebruik van gemaakt, dat aanvankelijk werd verwacht. Vooral in de kleinere bedrijven is dit jaar de teelt van daarvoor in aanmerking komende groentenge- wassen niet ter hand genomen op zoodanige schaal als men meende te mogen verwachten. Het kleine boerenbedrijf, waaronder wij in dit verband ook da kippenhouders verstaan, heeft door de agrarische omvorming, welke wij onder den invloed van de tijds omstandigheden plaats zien vinden, moeilijkheden te doorstaan. Er is vroeger dan ook herhaaldelijk aan gedrongen op het scheppen van mogelijkheden voor deze menschen om over te gaan op in hunne bedrij ven passende 'beoefening van den tuinbouw. Maar nu deze mogelijkheid er is, nu het landbouwbedrijf van kleineren omvang zich daadwerkelijk op de productie van groenten kan toeleggen, wordt die kans nog niet ten volle aangegrepen. Althans is dat in 1942 niet het geval geweest. Er is ook in deze groep wel wat tuinbouw gekomen, maar de uitbreidingsmogelijk heden zijn nog veel grooter. De Nederlandsche Land stand acht het van groot belang, dat iedere boer bij het opmaken van zijn bouwplannen voor 1943 aan dacht schenkt aan de teelt van de in zijn bedrijf passende tuinbouwgewassen. Hij kan er in aanzienlijke mate toe bijdragen, dat in het groenten-tekort wordt voorzien. Over de vraag, welke gewassen hij moet telen, kun nen de Consulenten van den land- en tuinbouw hem volledig inlichten. Ook voor onze dorpsboerenraden is het vraagstuk van de opvoering van de tuinbouw- productie, in het eigenlijke' tuinbouwbedrijf zoowel als in de boerderij, een dankbaar onderwerp van behan deling. De noodzakelijkheid van de uitbreiding van de groententeelt moet in breeden kring onder het land volk worden uitgedragen en een goede samenwerking met de ambtenaren van den Voorlichtingsdienst voor land- en tuinbouw kan ten deze goede resultaten op leveren. De boer, die groenten gaat telen, moet in het bezit zijn van een teeltvergunning van de Neder landsche Groenten- en Fruitcentrale, doch het ver krijgen van deze vergunning levert geen moeilijkheden op. Bij de afdeeling tuinbouw van de Landbouw crisisOrganisatie kan men een formulier krijgen, waarop men de gegevens, welke voor de teeltvergun ning noodig zijn, invult. Men kan een vergunning vragen voor het telen van groenten in den vollen grond, ofwel voor vroege aardappelen met of zonder nateelt van groenten. Hierdoor heeft men een zoo vrije keuze, dat iedere gewenschte aanpassing van de teelt van groenten of vroege aardappelen verkregen kan worden. Bovendien kunnen landbouwers een aan vrage indienen om een vergunning voor het telen van landbouwgewassen ^als nateelt na een landbouwgewas, dat^ vroegtijdig wordt geoogst of is mislukt. Voor den afzet van den oogst behoeft men zich geen zorgen te maken. Die afzet geschiedt geheel door middel van de overal in ons land gevestigde groenten- veilingen of anders, voor sommige producten als de marktpositie dat noodig zou maken, door recht- streeksche levering aan een fabriek, die groenten verwerkt, dit laatste echter uitsluitend op aarfWijzing van de Groenten- en Fruitcentrale. Over de prijzen van de producten, welke men wenscht te telen, kan men aan de Veilingen informaties krijgen; deze kunnen mededeelen, welke prijzen in 1942 gegolden hebben. De boer, onverschillig of hij een groot of een klein bedryf heeft, zal er goed aan doen door eens rustig na te gaan of er in zijn bedrijf plaats is voor de teelt van groenten ef vroege aardappelen. Ons volk heeft deze producten evenzeer noodig als granen en andere landbouwvoortbrengselen. De: afdeeling Tuinbouw van Hoofd- afdeeling II van den Nederlandscheu Landstand.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 1