Intensiveering van de Landbouwvoorlichting door middel van Bedrijfsvereenigingen maakt bekend Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening 13 NOVEMBER 1912 DE LANDSTAND PAG. 10 Mededeeling van de Directie van den Landbouw, Afd. VII Landbouwonderzoek en Voorlichting. Jet ligt in de bedoeling van de Directie van den Landbouw, om de oprichting van meerdere Vereeni- gingen voor Bedrijfsvoorlichting, wij kunnen ook Bedrijfsvereenigingen noemen, krachtig te bevorderen. Daartoe is op de begroóting een post uitgetrokken om een groot aantal assistenten van de Rrjksland- bouwconsulenten te kunnen benoemen. .De bedoeling is 6.1. om aan op te richten of reeds opgerichte vér- eenigingen van dien aard, een Rijksassistent ter be schikking te stellen, welke belast kan worden met de voorlichting van de leden op elk gebied dat men in de betreffende streek gewenscht acht. Men ziet, daar zit een nieuw idee in en wel de zelf werkzaamheid van de landbouwers. Wil zoo'n Ver- eeniging goed werken, dan is een eerste vereischte, dat er eenige krachten in het Bestuur zitting hebben, die de noodige leiding kunnen geven, die initiatief bezitten, die de fouten en wenschelrjkheden- van hun eigen bedrijven en die van hun bedrijfsgenooten kunnen en durven zien en er zich vóór willen spannen om tot verbetering te geraken. Een verbetering, die in vele streken een rationalisatie zal zijn, elders wellicht tot intensiveering zal leiden, maar in ieder geval, die bereid en in staat zijn, wat vrijen tijd aan him Ver- eeniging te geven, ten bate van de bedrijven van al hun leden. De lezer zal wel voelen: „daar zit iets in", en inder daad zullen deze Vereenigingen in de meeste streken van ons land in een behoefte voorzien, maar.veelal zijn de belanghebbenden zelf nog te weinig van het nut overtuigd, althans de groote massa. En waar het niet de bedoeling is, om van boven af deze Ver eenigingen in het leven te roepen, integendeel zeer goed wordt ingezien, dat dit werk enkel vruchtdra gend kan zijn, wanneer de boeren zelf de hand aan den ploeg slaan en de teugels in de hand nemen en houden, daarom wordt dit artikel geschreven om ook de groote massa der landbouwers van het nut van deze Vereenigingen te overtuigen. Hoewel voor velen het idee nieuw zal zijn, is dit voor ons land als geheel echter niet het geval. Integendeel, in vele streken waren reeds zulke Vereenigingen werkzaam en over het algemeen met goed succes. In 1938 waren er 34, in 1940 37. Er zat dus groei in, maar niet al te weelderig, zou men kunnen zeggen. Dat had zijn oorzaken, zooals hieronder zal worden uiteengezet. De eerste vereeniging van dezen aard was die te Vlagtwedde, de „Combinatie Westerwolde" opgericht door samenwerking van 5 groote bedrijven, die te zamen bijna 1000 ha besloegen. Een assistent werd aangesteld, die vooral eerst grond monsters nam. Het lag in de bedoeling om den kalk- toestand der verschillende perceelen aan een gere gelde controle te onderwerpen en door een bekalking op peil te brengen en te houden. Dit doel werd volledig bereikt en langzamerhand groeide de Vereeniging zoowel in ledental als in to tale oppervlakte der leden, alsook en dat was ook noodig in belangstelling, in werkgebied. Naast den kalktoestand ging men zich interesseeren voor het kali- en fosforzuur-vraagstuk, in het algemeen voor bemestingskwesties, de bouwplannen der leden werden met den assistent besproken, voederrantsoe nen opgemaakt, stalvoedercontröle kwam aan de orde, ja zelfs heeft men in de laatste jaren het terrein van den tuinbouw betreden en geeft de assistent ook adviezen over boomteelt, keuze der te planten rassen van fruitboomen, enz. En dan moet men bedenken, dat deze Vereeniging dat werk behoudens nuttige stuwkrachten allemaal zelf verricht heeft. Geen cent subsidie werd van het Rijk genoten. Men betaalde aanvankelijk 60, later 50 cent per ha. Nu leenden deze bedrijven zich er voor en werd de behoefte aan landbouwvoorlichting in die streek sterk gevoeld. De assistent werkte samen met het Bedrijfslabora- torium voor Grondonderzoek en het Rijkslandbouw proefstation en won adviezen in bij de Rijkslandbouw- consulenten. In andere streken volgde men dit voorbeeld van zelf werkzaamheid in samenwerking tusschen diverse be drijven van eenzelfde omgeving. Maar een algemeene toepassing kwam niet tot stand, ook niet toen het Rijk assistenten beschikbaar stelde. Een rem waren de hooge offers, die het lidmaatschap met zich mee bracht, zelfs toen dat in andere streken op veel lager basis werd vastgesteld dan 50 cent per ha. Zelfs 25 cent per ha. vonde» velen te hoog. Vooral in streken met betrekkelijk kleine gemengde bedrijven, zooals in de zandstreken van ons land algemeen voorkomen, zag men het nut niet algemeen in. Dat is natuurlijk een kwestie van aanvoelen en men moet niet vergeten, dat deze vereenigingen juist door de zelfwerkzaamheid der boeren veel kunnen bijdragen om nieuwe werkmethoden, die ge bleken zijn, goed te voldoen, snel ingang te doen vinden. Zoo bijvoorbeeld het inkuilen van het gras met zuur in een betonnen silo. Algemeen waren de deskundigen het er over eens, dat deze methode aan beveling verdiende. Om dat nu snel' en algemeen in de praetijk door te voeren, zijn zulke vereenigingen van groote waarde. De assistent is de vertrouwens man van den Consulent. Deze instrueert den assistent en op zijn beurt bewerkt de laatste zijn leden, veelal den weg van den minsten weerstand volgende en eerst de meest vooraanstaande boeren „bewerkende". Vaak is dit, de bewerking van deze categorie land bouwers, niet eens noodig, ja zelfs gebeurt het veelal in omgekeerde richting van den voorman-boer naar den assistent en dan via het doorsdezen ingewonnen advies van den Consulent naar de groote massa» van min of meer „onverschilligen", degenen, die pas iets nieuws gaan invoeren, wanneer ze op hun gemak de kat uit den boom hebben gekeken en de nieuwigheden vooral langdurig hebben becritiseerd. Deze massa komt overal voor en vormt de meerderheid. Om deze voor iets nieuws warm te maken is een voorman noodig en nu is het juist de bedoeling van de op te richten Vereenigingen om èzn weerstand van deze massa wat vlugger te kunnen overwinnen. Tot zoover over de zelfwerkzaamheid der boeren. Er zijn echter andere voordeelen aan deze Vereenigingen verbonden. Zoo'n vereeniging is n.l. een centrum van belangstelling voor voorlichting, zoodat behalve de Consulent, ook de Hoofden van Lagere Landbouw scholen, Landbouwonderwijzers en anderen, die zich op het gebied van de landbouwvoorlichting in den ruimsten zin bewegen, daarin steeds een vruchtbaar arbeidsveld zullen vinden. Veel hangt in dezen vanzelfsprekend af van den persoon van den assistent. Men moet dan ook by het benoemen van dezen functionaris niet overhaast te werk gaan, maar trachten den juisten man op de juiste plaats te krijgen. Een tegenwerping, die mij in den laatsten tijd vaak voor de voeten is geworpen is de vraag, wat voor onderwerpen er op dit oogenblik zouden zijn, om in zoo'n vereeniging te kunnen aanpakken. Men rede neert dan zoo: Kunstmest is momenteel schaarsch, nieuwe landbouwwerktuigen zijn niet te verkrijgen, enz. In het algemeen is het moeilijk of onmogelijk om aan de middelen te komen om eventueel noodig ge achte verbeteringen aan te brengen. Maar deze argumenten snijden geen hout. Ze getui gen van erge kortzichtigheid. Nu is de gelegenheid er om Vereenigingen als deze met behulp van de Overheid te organiseeren. Laat men deze niet voorbijgaan, maar met beide handen aangrijpen. Dengenen, die afwijzend staan tegenover elk initiatief van heden zou ik willen toevoegen: „Bedenk, dat het werk, dat heden verzuimd wordt, veelal morgen niet meer gedaan kan worden". Juist de landbouwers kun-' nen dat zoo duidelijk inzien. Wie den juisten zaaitijd laat voorbijgaan, maakt een ernstige bedrijfsfout, die niet npeer te herstellen is. Zoo gaat het ook op Ver- eenigingsgebied. Wat de toekomst brengt, weten we Verbod verhandelen tuinbouvvzaden Ingevolge besluit van den Secretaris-Generaal van het Departement van Landbouw en Visscherij is het: lo. aan telers van tuinbouwzaden tot nader order verboden het door hen in z.g. Vrije teelt geteelde tuinbouwzaad (oogst 1942) te verhandelen of af te leveren2o. aan handelaren in tuinbouwzaden tot nader order verboden het tuinbouw zaad, waarover zij de beschikking hebben of verkrijgen, te verhandelen of af te leveren. Voor verdere verplichtingen wordt verwezen naar het desbetreffende besluit (Stcrt. van 4 November 1942, no. 215). Landbouwwerktuigendistributie De koopvergunningen voor nieuwe landbouwwerktuigen, welke door het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd namens het Rijksbureau voor de Metaalverwer kende Industrie sedert 17 Februari 1942 werden verstrekt, zijn met ingang van 15 December 1942 vervallen, voor zoo ver tenminste geen andere geldigheidsduur staat aange geven. Is wèl een geldigheidsduur op de koopvergunning aangegeven, dan blijft deze laatste datum gehandhaafd. Vóór den vervaldatum van de koopvergunning moet het werktuig in het bezit zijn van den gebruiker, wiens naam op de koopvergunning staat aangegeven. De bedoeling is, dat gebruikers van landbouwwerktuigen de koopver gunningen slechts afgeven tegen in ontvangstneming van niet. Maar het is toch wel zeer waarschijnlijk, dat we een tijd tegemoet gaan van groote moeilijkheden ook op landbouwgebied, die alleen met succes tegemoet getreden kunnen worden, wanneer de samenwerkende apparaten er zijn en goed functionneeren. Op ons gebied kunnen dan deze Vereenigingen zeer goed werk verrichten, maar speciaal waar ze de kinder ziekten hebben doorstaan en dus réeds een paar jaar werkzaam zijn. De streken waar ze reeds! bestaan zyu in dezen in het voordeel. Waar ze nog niet zijn, kunnen ze nu komen, mits de leidende figuren onder de land bouwers hun eigen belang en dat van hun; standgenoo- ten goed willen begrijpen en hun tegenzin om in dezen tijd actie te voeren, willen laten varen. Die tegenzin is begrijpelijk, maar om redenen in dit artikel ge noemd, niet verstandig. Nu nog even iets over de oprichting der Vereenigin. gen, waarover de Inspecteur van den Landbouw, Ir. G. Veenstra, in zijn radiorede van 22 September reeds een en ander heeft medegedeeld. Een assistent kan slechts een 4000 ha. beadviseeren; indien er veel grasland bij is misschien 5000 ha. Daarom is deze oppervlakte als grens gedacht voor een vereeniging met twee assistenten. Bij 4000 ha. en 0.25 contributie per ha. beurt de vereeniging jaarlijks 1000.ledengeld. Dat kan geheel aan de voorlichting worden besteed, aangezien de assistent door het Rijk wordt betaald. Deze eindtoestand is echter meteen als eisch gesteld voor** het van Rijkswege ter beschikking stellen vau een assistent, dat zou dus beteekenen, dat men pas een assistent kon aanstellen wanneer er zich reeds 200 leden zouden aanmelden, gesteld, dat de gemid delde grootte der bedrijven 20 ha. zou zijn. Het spreekt vanzelf, dat dit niet zoo strak bedoeld is. Wanneer ergens een voorloopig bestuur is gevormd en een kern van leden aanwezig is, zóó, dat mea redelijkerwijze mag aannemen, dat de Vereeniging binnen eenige jaren tot de gèwenschte grootte kan groeien, dan kan men met goede kans op succes een asssitent aanvragen. Overleg dient gepleegd te worden met den betrokken Rijkslandbouwconsulent, onder wiens technische lei ding de te benoemen assistent komt te staan. Zie hier in het kort, wat van deze Vereenigingen te zeggen valt. Mochten er onder de lezers zijn, die nadere inlichtingen wenschen, dan worden die gaarne verstrekt door de Vile afdeeling van de Direetie van •den Landbouw, Bezuidenhout 30, 's Gravenhage. Zoo noodig zullen deze vragen in dit blad worden beantwoord. Een ding is te hopen, dat de lezers zullen willen bedenken: „Het gaat om een groot landbouw belang en NU is de tijd er voor". Barendrecht. Ir. A. KERKHOF. Spruitkool De tijd van den oogst van de bekende spruitkool is weer aangebroken. De spruitjes ontwikkelen zich rondom den stronk in de oksels der bladeren. De pluk begint steeds onder aan de plant. Spruitjes, welke nog te klein zijn, laat men voor loopig zitten. Deze kunnen later nog worden geplukt, want bij zacht weer blijft de ontwikkeling tot laat in den winter voortduren. Goede spruitjes moeten hard en gesloten zijn. Het voor komen van de bijna waardelooze losse, open spruitjes of zoogenaamde roosjes kan een gevolg zijn van het toe dienen van teveel stikstofmest. Ten onrechte verkeeren nog velen in de meening, dat men door verwijdering van de toppen of zijbladeren de ontwikkeling zou bevorderen, Deze opvatting is beslist onjuist; voor de ongestoorde vorming van de spruitjes heeft de plant juist haar bladeren noodig. Wanneer tenslotte de oogst van de spruitjes achter den rug is, kunnen ook de hartbladeren en de toppen van de plant nog zeer geschikt als groente dienen. De overige bladeren en de waardelooze spruitjes zijn voor de huis dieren, De stronken hale men uit den grond, om ze in zon en wind te laten drogen. In geheel drogen toestand zijn deze geschikt om de kachel mee aan te maken. het desbetreffende werktuig, zoodat op den vervaldatum van de koopvergunning de rechthebbende gebruiker ook daarwerkelijk in het bézit is van het werktuig. Voor ver koop door fabrikanten en importeurs aan handelaren dan wel voor wederverkoop aan handelaren blijft de koopver gunning En. ongelimiteerd geldig. Rechtspersonen verplicht tot opgave van land In de Staatscourant van 27 October 1942 is opgenomen een besluit van den Secretaris-Generaal van het Departe ment van Landbouw en Visschery, krachtens hetwelk alle rechtspersonen, die land in eigendom hebben, dat wordt gebruikt, bestemd ia of geschikt voor den landbouw, ver plicht zijn dit vóór 1 December 1942 op te geven bij de Directie van den Landbouw, door middel van formulieren, Welke bij de Grondkamers verkrijgbaar zijn. Wanneer het land in verschillende provinciën is gelegen, moet voor elke provincie een afzonderlijke opgave worden gedaan. Ieder, die bevoegd is den rechtspersoon te vertegenwoordi gen en bij diens ontstentenis ieder, die feitelijk het land voor den rechtspersoon beheert, is gehouden op straff© van hechtenis van te» hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste 10.000.opgave te doen. Alleen de Staat en de Nederlandsche Spoorwegen zijn vrijgesteld.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 10