Ferinenteeren van tabak door amateurs PAG. 7 DE LANDSTAND 13 NOVEMBER 1943 aangeven. Als er ergens in een schuffr een cursus bezig is, komen uit de geheele omgeving boeren met hun zoons en hun arbeiders kijken. Elke jonge land arbeider, die op een cursus is geweest, is zelf weer leermeester voor het overige personeel en wordt weer afgestaan om de arbeiders van een buurman op gang te helpen. Zoo heeft zich een algemeene en frappante verbetering van het repelwerk over de geheele linie yoltrokken. De Handleiding. In den herfst van 1940 verscheen de „Handleiding voor het repelen van vlas". Dit voorjaar zag de vierde druk reeds het licht. Duizenden exemplaren van dit boekje zijn door de practijk in deze twee jaar sedert de verschijning opgenomen. Voor een bedrag van 15 cent kan men niet alleen de eischen lezen, waaraan repelbanken en -ezels moeten voldoen, maar is de geheele arbeidsmethode haarfijn beschreven. Alles is met foto's en teekeningen verlucht. Laat ieder, die op dit terrein nog iets wil leeren, bij de drukkerij Veenman te Wageningen deze Handleiding eens bestellen (b.v. per giro, postrekening no. 12940). Ook velen, die meenen, dat ze dit werk volledig kennen, zullen er allicht nog iets leerrijks in kunnen Vinden. Medewerking van Overheidswege. Al dit werk is nu al vier jaar lang krachtig bevorderd door de verschillende organen der Overheid. Door flinke subsidies zijn de repelcursussen steeds mogelijk geweest zonder te groote offers van de belanghebben den te moeten vragen. Reeds voor een 1012-tal jonge menschen kan een repelcursus worden georga niseerd met een erkenden voorwerker als leermeester. In gebieden, waar men in den komenden winter wil repelen, wellicht alleen reeds omdat men het vlas te velde niet kon verkoopen, kan men op deze wijze in zes weken tijds zijn arbeiders opleiden. Wie hiervan meer wil weten, vrage maar eens advies aan mijn bureau te Wageningen. Goed repelwerk. Goed repelwerk verbetert en verfraait het product. Goed gerepeld vlas geeft vezel tot in den top. De voet is bij mooie repelschooven effen, wat van belang is voor de mechanische bewerking, omdat het beter op de turbine gezwingeld kan worden. Maar het repelen moet gecombineerd worden met sorteeren. Repelen en sorteeren behooren bijeen. Groene stressen uit kop- schooven en van gelegerde plekken moeten er uit ge houden worden. Eén goed gegroeide partg met wat verweerd en verkleurd vlas wordt in waarde zeer ge drukt, tenzg men door goed sorteeren voorkomt dat enkele honderden kilo's slecht vlas een goede partij bederven. Hoe beter het vlas is, hoe meer goed repel werk loont. Véelal is er veel te weinig licht in de schuren, zoodat de arbeiders het niet meer kunnen zien en slecht werk leveren. Vandaar dat het van be lang is over een geschikte repelruimte te beschikken. Het geheel van het repelwerk zou nog meer tot zijn recht komen, indien bij de waardebepaling in het bij zonder acht werd geslagen op het repelwerk. Voor dezen oorlog was hetzelfde vlas, dat goed gerepeid was, al y21 cent per kg. meer waard dan slordig gerepeld vlas, vanwege het verlies en het meerdere werk, dat zulk vlas vereischte in de fabriek. Vandaar dat goed repelwerk door den vlasser betaald moet en kan worden. Dan kan de boer er alle zorg aan be steden en vindt de hoogere repelloonen terug in den prijs. Gezien het geheele werk ten dienste van vak kundig repelen door de practijk gewaardeerd wordt en van belang is voor het waardevolle vlas dat hier te lande groeit, moet ook in de geordende marktver houdingen gezorgd worden, dat de stimulans voor goed repelen blijft bestaan, zooals dat bij de vrije prijs vorming vroeger het geval was. Bij de prijsbepaling op monster komt het goede repelwerk niet goed tot zijn recht. Daardoor moet men de partij zien. Wel kan 3 foto's van den schrijver bij elk monster dat getaxeerd moet worden, nadruk kelijk de kwaliteit van het repelwerk worden geno* teerd, b.v. volgens vijf klassen: uitstekend, goed, mid delmatig, slecht en zeer slecht. De waarde van het vlas, wat de gegroeide en geoogste kwaliteit betref^ zou dan alleen op het getaxeerde bedrag moeten wor den vastgesteld als het repelwerk normaal was. Voor slecht en zeer slecht gerepeld vlas zou dan *4y% cent, resp. y21 cent kunnen worden afgetrokken en voor goed en uitstekend repelwerk de basisprijs 3/4V2 cent, resp. y21 cent kunnen worden verhoogd* Het is van het grootste belang voor onze vlasteelt en vlasnijverheid, dat de prijsvorming dienstbaar wordt ge maakt aan de technische verbetering van het werk en aan het bevorderen der kwaliteitsproductie. Want daar zal het uiteindelijk op aan komen. Vandaar dat de steeds dringender wensch der boeren om het repel werk bij de prijsbepaling ter dege van invloed te doen zijn, m.i. niet alleen begrijpelijk, maar alleszins ge rechtvaardigd is. Wageningen. U de oogst van de tabak voor dit seizoen weer ver 1 achter den rug is, wil ik als amateur mijn erva ringen over deze teelt en haar verdere behandeling in „De Landstand" nader uiteenzetten. Ik hoop, dat dit eenig succes zal opleveren, want ben ik goed ingelicht, dan is bij vele amateurs het resultaat nog maar pover geweest. Over de historie van den verbouw zal ik het niet hebben, daar die voldoende belicht is geworden. Ik zal echter hier en daar een greep uit mijn ervaringen doen, die ik van deze teelt heb opgedaan. En die ik tevens voor den amateur van belang acht. Ten eerste moet ik U bekennen, dat de teelt van tabak mij totaal onbekend was, zelfs de plant was voor mij vreemd. Maar voor de noodige inlichtingen heb ik mij gewend tot Ir. Slits, Rijkstuinbouwconsulent te Vught, die mij allegegevens verschafte en mij ver wees naar het boekje over de cultuur en verdere be handeling van tabak. Dit boekje heb ik direct bij verschijnen aange schaft, en heb zooveel als in mijn vermogen lag de Voorschriften opgevolgd. Het resultaat is geweest, dat ik verbouwd heb van het t soort, dat door Ir. Slits is veredeld, en nu door al de Tabakkers van Druten en omgeving wordt geteeld, als zijnde het i beste soort Voor inlandsche verbouw. Wanneer men dus de richtlijnen aangegeven in de brochure van Ir. Slits trouw opvolgt, kan men onder normale omstandigheden van het slagen van de teelt verzekerd zijn. Dus iedere amateur zal, wanneer hij iets bereiken wil op dit gebied, zich in het bezit van dit boekje moeten stellen. Wanneer men de richtlijnen die daarin worden aan gegeven trouw opvolgt, brengt de verbouw althans naar mijn meening geen bijzondere moeilijkheden mee. De verdere behandeling is echter volgens mijn erva ring niet zoo gemakkelijk en eischt een zorgvuldige behandeling. Het oogsten en drogen ljjkt niet bijzonder moeilijk en levert geen groote bezwaren op. Een ieder die over een luchtige en droge zolder of schuur beschikt, zal dit met succes kunnen doen. Ook ik ben daarin naar mijn meening aardig geslaagd, al zal dit natuurlijk lang niet vakkundig gebeurd zijn. Het resultaat was toch bevredigend. Maar toen ik zoover was, kwamen er vragen naar voren en het boekje gaf mij nu geen positieven raad meer' Ik wilde graag direct aan het rooken, want het dis tributierantsoen was voor mij wel wat klein. De z.g. lompen werden, zoodra ze rijp waren geplukt, gedroogd en fijn geknipt, de brand er in, en waar achtig, het rookte. En hoewel men tegenwoordig niet kieskeurig op dit gebied kan zijn, is mij dat toch niet al te best bevallen. Het was scherp op de tong en het had een onaangenamen smaak, hoewel de reuk, dit dient gezegd, niet slecht was. Nooit ben ik de kamer uitgestuurd. Doch tevreden was ik lang niet, en hoewel in Druten de mogelijkheid bestaat, de amateurstabak te laten fermenteeren, zon ik zelf op middelen om ook dit proces ter hand te nemen, en zoo mogelijk de tftbak te fermenteerén. Nu weet ik, dat dit artikel de aandacht van de amateurs zal trekken, wanneer ik mijn ervaring op dit gebied ga beschrijven. Er behoort een zekere moed toe, om als amateur zijn manier van fermenteeren bekend te maken. Want het gevaar om door vakkundigen op dit gebied hartelijk te worden uitgelachen, is lang niet denkbeeldig. Maar dat heb ik er graag voor over, als zij mij na hun pleziertje, dat ik hun bezorgde, maar opi mijn domme en verkeerde manier wijzen. Terwijl zij door het geven van een betere manier mij en alle amateurs ten zeerste zullen verplichten. Toen ik besloten was een proef op dit gebied te ne men, heb ik een kist van de volgende afmetingen, ge nomen, lengte 70 cm., breedte 40 cm., hoogte 35 cm., dit is geen standaardkist, maar was toevallig in mijn bezit. Alle andere kisten, mits niet veel kleiner zijn volgens mijn meening goed. Deze kist heb ik aan den buitenkant zwaar met pa pier geïsoleerd, zoowat 20 dikke kranten en daarna in een verwarmde ruimte geplaatst. Vervolgens heb ik 1000 droge tabaksbladeren ge nomen, even onder water gedompeld, flink afgeschud, ze vervolgens in de kist gedaan en ze stevig, maar niet te vast aangedrukt. Ik heb daarna de kist niet hermetisch afgedekt met glas om ontwikkelen de dampen te laten ontwijken en voor de zon kranten over het glas gelegd. Ik vergat nog te vermelden, dat een thermometer bij de tabak geplaatst werd. Met spanning wachtte ik de komende dingen af. Zeer spoedig was de broei er in, en na een paar dagen had ik de optimum temperatuur bereikt, zoodat ik de voorraad uit èlkaar haalde en opnieuw pakte, zorg dragend, dat hetgeen op de warmste plaats had gele gen nu minder warm kwam te liggen en omgekeerd. Na 5 6 dagen werd de warmte aanzienlijk minder. Toen heb ik alles er uitgehaald, gedroogd en fijn ge-? knipt en vol verwachting mijn eerste pijp opgestoken. Het product was toen zeer goed rookbaar, dat hoorde ik ook van verschillende kennissen, die ik een pijpje lieti probeeren. Daar moet men echter voorzichtig mee zijn in dezen tijd, want ze zouden je glansrijk en vlug door je voorraad heen helpen. Tevreden was ik echter niet, en ila meende dat er beter resultaat te bereiken zou zijn. Naar mijn meening had ik de bladeren te nat in de fermenteerkist gedaan, en iiad daardoor een te felle broei gekregen, waardoor de kleur wat te donker was geworden, hoewel van verbroeiing abso luut geen sprake was. De volgende maal heb ik de .bladeren dan ook drooger in de kist gedaan met een heel wat beter resultaat. De kleur is veel beter en de smaak is er naar mijn meening ook niet minder op geworden. Even wil ik de waterbehandeling voor het broeien uit eenzetten, ik acht dit van groot belang. Na de bosjes bladeren, weer in water gedoopt te hebben, heb ik ze opgehangen en ze volkomen laten uitlekken totdat ze nog goed vochtig aanvoelden en verder behandeld als vroeger omschreven. De juiste vochtigheidsgraad zal men echter in de praktijk moeten leeren, Het is zeer lastig hier een juiste maatstaf te geven. Het laatste partijtje heb ik na het fermenteeren en drogen na met water besprenkeld te hebben zeer stevig in een linnen lap gewikkeld en strak met touw omwikkeld, zoodat het geheel er uitzag als een rollade. Dit 2 x 24 uur in weer en wind laten liggen. Ook dit ia naar mijn meening geen vergeefsche moeite en komt het product ten goede, m.i. wordt de smaak zachter* Wanneer al deze bewerkingen gebeurd zijn kan men de bladeren, wanneer ze nog niet geheel droog zijn, in de verlengde snede snijden of knippen, te droog gaan ze stuk, ö'och ook dit zal de praktijk leeren* Het beste instrument om te knippen voor den amateur ia volgens mijn meening een snoeischaar. Na vele proeven is mij deze het beste bevallen. Ook is het zeer goed mogelijk er sigaren van te maken, doch eenige ervaring op dit gebied is een eerste vereischte. Even wil ik nog wijzen op het gevaar dat de blade ren door schimmel worden aangetast, vooral de hoofd nerf is daar vatbaar voor, vanaf het oogsten, dus vanaf de droogperiode tot de laatste bewerking zij men daarvoor op zijn hoede. Hoewel met een zekere schroom, heb ik bovenstaande geschreven, doch ik vertrouw, dat, mocht mijn manier van werken, kant noch wal raken, dat degeen, die over een betere methode beschikt, die kenbaar zal maken, opdat meerdere amateurs daarvan kunnen profi teered Tot zoolang ben ik echter bereid, ieder die proeven wil nemen via „De Landstand" met raad en daad bij te staan. K. JANSE

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 7