w IE tegenwoordig een plantplan voor een fruitaanplant maakt en dat zijn er velen, ondanks de schaarschte in de boomkweekerijen komt allicht tot het besluit, struiken te planten. Wij zeggen daar geen kwaad van integendeel. Het is inderdaad waar, dat de vruchtbaarheid van den hoogstam als regel op zich laat wachten, vooral als men Goudreinette plant. Dit brengt met zich mee, dat men veel kosten moet besteden, eer de boomgaard rendabel is. Dus wij zeiden het reeds Goede oogsten met weinig kosten Tuinbouw in het kleine boeren- en pluim- veehoüdersbedrijf 13 NOVEMBER 1942 BE LANDSTAND PAG. 8 Kijkstuinbouwconsulent Ir. D. Bloemsma: (Slot) Waar de bemesting van groenten vooral dus geld kost in deze tijden, is het een eerste eisch, dat de gewassen in een zoo goed mogelijke omgeving komen te groeien. Grondonderzoek kan daarvoor een vereischte zijn, en hierop alleen kan een goed oordeel worden gevormd omtrent de behoeften van den grond. Daarbij kan men een onderzoek naar den kalktoestand zuurgraad) laten instellen, naar den fosforzuur- en kalitoestand. Op grond van onderzoekingen door mij ingesteld bleek, dat voor de meeste groenten een zuurgraad aangeduid als pH gewenscht is van 6^4 op zandgronden; 5% voor dalgrond; 6% voor zavelgrond en 7% voor kleigronden. Deze zuurgronden zijn als een gemiddelde te beschou wen, daar zij door regenval en andere factoren eeni- germate schommelen. Bij ietwat afwijkende zuurgra den kunnen dan ook nog zeer wel goede oogsten worden verkregen, maar men dient ze toch voortdu rend in het oog te houden als een leidraad. Op zandgrond met een zuurgraad van 5*4 zal men bijv. maar een matig gewas spinazie verbouwen, en op een van 4 ^4 slechts een zeer slecht gewas. Naar verhouding geldt voor de zware gronden hetzelfde. Ook stelt het eene gewas in dit verband scherper eischen dan het andere. In verband met wisselbouw kan ook niet voor elk gewas steeds naar den aller- besten zuurgraad worden gestreefd. Vraagt d!e aardappel uitgesproken zuren grond; tomaat, koolraap, knollen en bruine (ook \yel andere) boonen geven zoowel op wat zuurderen grond, als op grond met een wat hoogeren zuurgraad dan in bovengenoemd lijstje van vier vermeld (zoogenaamd meer alkalischen grond) goede opbrengsten. Spinazie en knolselderij daarentegen zijn gevoelig voor afwij kingen; zoo ook peen en de roode biet; aardbeien willen weer lichtzuren grond en zijn dan mooi ge kleurd. Stalmestgiften maken de afwijkingen minder zichtbaar en gevoelig, maar ze zijn er wel en open baren zich meer geleidelijk. Hoe meer men op kunstmest drijft, hoe meer een regelmatig grondonderzoek dan ook gewenscht is om gevoelige verliezen te voorkomen. Kruisbessen vragen een ongeveer neutralen grond, d.w.z. een zuurgraad van 6,5 a 7,5, roode bessen en frambozen een zuurgraad van 6 7, dus ook vrij hoog en zwarte bessen een zuurgraad van 5,5 6, althans op zand- en dalgronden. Hierbij zullen zuur graden boven 6.5 vooral voor de zavel- en kleigronden moeten worden waargenomen. Voor de steenvruchten, zooals kers en pruim, gelden de zuurgraden van de framboos of kruisbes, voor de appels en peren een zuurgraad van ongeveer 6%, voor de zandgronden en 6,5 a 7 voor de zware gron den, voor zoover er een oordeel over bestaat. De fosforzuurtoestand van een grond wordt uitge drukt in een P-getal en P-citroenzuurcijfer. Is het P-getal 10 of hooger, dan is er voldoende opneembaar fosforzuur; is het 15 dan is er ruim voldoende en is het 510 dan is er onvoldoende of een matige hoe veelheid voorradig. Komt hierbij een behoorlijk P- citroenzuurcijfer van 60, dan is een P-getal van 10 bevredigend. Is dit lager, dan moet het P-citroen zuurcijfer bijv. 100 of meer zijn. Dit komt veelvuldig op de zwaardere gronden voor, maar toch ook zelfs wel in de beste groententeeltbedrijvep op het zand. Door het P-getal wordt het direct opneembare fosfor zuur aangeduid. En zoo kan men zich hiernaar richten. De kalitoestand geeft men voor zand- en dalgronden aan met een K-getal; voor de kleigronden met K%: Een K-getal van 2030 geeft aan, dat de kalibemes ting voor aardappelen e.a. gewassen op zand- en dalgrond voldoende is geweest; is het 3040, dan geeft dit een ruim voldoende bemesting van die gewassen weer; 10 geeft een armelijken toestand aan. Een K-% of kaligehalte van 0.012 is laag; is het boven 0.020 dan verwacht men als regel minder of geen resultaat van een kalibemesting. Voor tuin- bouwgewassen is dit nog niet bewezen en oordeelt men vaak een gehalte van 0.03 tot 0.05 gewenscht. Om deze cijfers te verkrijgen is het noodig, dat men zijn grond laat analyseeren door het Bedrijfslabora- torium voor Grondonderzoek, Prof. van Hallstraat 3, Groningen. Hiertoe zendt men een grondmonster in en verzoekt een onderzoek naar de drie verschillende toestanden, als hierboven behandeld, dus zuurgraad, fosforzuur- en kalitoestand. Maar bovendien krijgt men opgave van den kalkfactor, waardoor men gemak kelijk kan uitrekenen, hoeveel kalk is te geven. Voorts het gehalte aan zand, klei afslibbaar) en humus. Dit is van belang om ook den kalivoorraad van den plant men struiken. Nu draagt een struik op wild ongeveer even vlug als een hoogstam dus plant men de struiken op type. Plant men toch struiken op type, dan kan men ook even goed fijne variëteiten nemen. Deze brengen hooge prijzen op. Cox's Orange Pippin, James Grieve, Allington Pippin, Yellow Transparant, Princess© Noble, enz. komen dus op het plantplan. In dit plantplan passen ook wij kers ziedaar de redeneering, die, bewust of onbewust, wordt gevolgd en die een zekere uniformiteit in den aanplant veroorzaakt. Wij .denken er niet aan, dit onvoorwaardelijk te ver- oordeelen. Dat zou dwaasheid zijn. Wij moeten dank baar zijn voor hetgeen Dr. Hatton en Prof. Sprenger hebben gepresteerd op het gebied van de vegetatief vermeerderde onderstammen; wij kunnen met dank baarheid constateeren, dat de moderne ziektebestrij ding en de moderne verzorging van den aanplant het ons weer mogelijk heeft gemaakt zulke fijne en heer lijke variëteiten te kweeken als de Cox', die reeds lang bekend is, doch weinig meer werd geteeld, om dat ze niet meer voldeed. Maar toch Toch willen wij opmerken, dat een aanplant, zooals boven is aangeduid, niet past in elk bedrijf. Toch zullen wij rekening moeten houden met de werkelijk heid, die ons zegt, dat nog altijd veel boomgaarden en fruitaanplantingen in het bezit zijn van bóeren-fruit telers en dat nog altijd ondanks teeltbeperking, enz. door deze boeren fruitkweekers fruitaanplan tingen worden aangelegd. In deze boerenboomga'arden passen niet de Cox' en de Princesse Noble. En nu moet men niet te haastig in zijn oordeel zijn en zeggen: „Het moet ook bij de wet verboden zijn, dat zulke menschen fruit planten." Wij gelooven van niet. Wij gelooven, dat de fruitconsumenten van Nederland ook behoefte hebben aan ónder fruit dan Cox' van 0.60 0.80 per kg. winkelprijs. De fruitconsumen ten hebben ook noodig een goeden moesappel, die wel niet verpierd en schurftig behoeft te zijn niet móg zijn zelfs, maar waar een enkel schurftvlekje toch, niet hindert. En dat tegen een redelijken prijs. Oorlogs jaren uitgezonderd mogen we toch wel van de fruit kweekers eischen, dat ze den consument voor 10 a 12 ct. per kg. winkelprijs een behoorlijken moesappel leveren. En daarom gelooven wij, dat er nog andere mogelijk heden bestaan dan het planten van alleen Cox' met bestuiver Jonathan. Willen wij enkele appels noemen, die een groote productie geven van een gezonden boom?" Dat is niet moeilijk. Bramley's Seedling is een uiterst gezonde, sterk groeiende, vruchtbare boom, die zoowel als hoogstam als in struikvorm uitstekend voldoet. Hij heeft betrekke lijk weinig last van schurft; de vrucht is goed houd baar; bij koelen tot eind Februari en wanneer men ook gasbewaring toepast zelfs wel tot begin Juni toe. Roode Culeman (of Keuleman) is een gezonde, vruch- grond te bezien, en de grondsoort te beoordeelen. Maar niet blijkt daaruit de structuur van den grond, of van den ondergrond of bijv. den waterstand. Die moet men ter plaatse beoordeelen. Grondmonsters worden door de assistenten van den landbouwvoorlichtingsdienst ter plaatse genomen, die ook gaarne het formulier voor het onderzoek invullen, Het bemonsteren komt er op neer, dat men een zui ver beeld, een gemiddelde dus, krygt van de te on derzoeken perceelen. Daarom neemt men van de wanden van een spadesteekgat een schijfje grond van boven naar beneden, of ook boorsels op bijv. 20 plaatsen, mengt die goed op een schoone zak en zendt die op. Voor tuinbouwdoeleinden steekt men meest tot 25 cm. diepte; in den landbouw tot 18 20 cm. Waar een grasmat is, bemonstert men de bovenste 5 cm. apart. Thans zullen de teelten zelf bezien worden, in ver band met streek en grondsoort. bare boom, niet al te schurftig. De appel ia mooi van kleur en zonder het minste bezwaar zeer lang te be waren. Ze komt dus in een tijd, dat er geen andere appels meer zijn en is dan, hoewel niet fijn van smaak, toch zeker ook geschikt voor versche consumptie. Kasterens Wijnzuur of Uil is een gezonde, vruchtbare boom, die, als ze voor den bloei netjes gespoten wordt, na den bloei in niet al te schurftige jaren geen be spuiting meer van noode heeft. De appels hebben niet veel kleur en zijn niet lang houdbaar, maar ze zijn lekker en buitèngewoon geschikt voor appelmoes en voor drogen. Early Victoria is een tamelijk gezonde zeer vrucht bare, vroege variëteit, waarvan de smaak wel slecht is, maar dat komt in hoofdzaak, omdat ze altijd te vroeg wordt geplukt. Als ze rijp wordt geplukt is ze zelfs als handappel eetbaar, doch voor moes is ze zeer geschikt. Eisdener of Gronsvelder Klumpke vormt wel een slecht gevormde, maar gezonde boom, die weinig last heeft van ziekte en schurft en waarvan de appel goed houdbaar is en behoorlijk van smaak. Nu begrijpe men ons goed. Persoonlijk houden wij ook meer van een Tranparente de Croncels dan van een Early Vic toria en het zij verre van ons ieder af te raden fijne soorten te kiezen en aan te raden Culeman te planten, Wel willen wij zeggen, dat in handen van een boer— fruitteler soorten als Bramley's Seeding en Eisdener Klumpke meer voldoening zullen geven dan Cox' en James Grieve en dat er, behalve aan Cox's Oranje Pippins ook behoefte bestaat aan goede appels voor lagen .prijs. Bovendien is er immers een middenweg. Wie Manks Codlin plant of Zigeunerin zoo men wil kan men hieronder ook Jonathan nemën en Groninger Kroon die is zeker van een goede opbrengst van een meestalgezonden boom, waarvan de vruchten van goede kwaliteit zijn. Samenvattende komen we dus tot de conclusie, Gat er behalve eerste klas fruitkweekers ook zulken zijn, die niet in de gelegenheid zijn al hun aandacht aan het fruit te besteden; dat deze fruitkweekers geen in tensieve fruitaanplantingen moeten maken met alleen fijne soorten, doch dat ze niettemin zeer zeker <eeu belangrijke taak kunnen vervullen in de fruitvoorzie- ning van den Nederlandschen consument, door aan dien consument fruit te leveren van behoorlijke kwa liteit tegen een lagen prijs. In de boomgaarden door hen verzorgd zijn bemesting, snoei en ziektebestrij ding zeker niet overbodig; ze helpen mee tot het verkrijgen van veel fruit en van een rendabele ex ploitatie van den boomgaard. Ir. J. B. te O, Het doet ons zeer veel genoegen, dat de heer B. deze kwestie aanroert, want er worden inderdaad veel Cox' Orange Pippin aangeplant. Velen redeneeren: nu de Cox's goed te kweeken vis en een zeer behoorlijke opbrengst geeft, plant ik Cox's, want al zakt de prijs na den oorlog, dan krijg ik toch voor de appels van Cox's'veel meer, dan voor die van gewone soorten. De prijs van Cox's^ is volgens hen daarom zoo hoog, om dat deze soort vroeger in te klein kwantum voorkwam,: Wij zijn het met den heer B. eens, dat er steeds een voldoende voorraad gewone soorten moet zijn, maai' toch zouden wij wel eens het oordeel van fruitkwee kers willen vernemen! Red. (Handelsblad voor den Tuinbouw)

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 8