Sikkel en zeis als oeroude werktuigen van De Landstand de menschheid Van en over onze eilanden O ■Bureau Pacht in ZEELAND INHOUD PAG. 3 DE LANDSTAND 20 NOVEMBER 1942 UITSCHLAND heeft de grootste productie van sikkels en zeisen. In vredestijd voorziet genoemd land in ongeveer van de wereldbehoefte aan deze onmis bare oogstgereedschappen. Overal waar boeren maaien of den oogst binnenhalen, doen Duitsche sikkels en zeisen dienst. De monstercollecties op de Rijks-Messe in Leipzig hebben den afzet van deze producten op de wereldmarkt steeds sterk bevorderd. Een vooraanstaande positie wordt bij de vervaardiging van zeisen ingenomen door de ijzersmederijen in de Oostmark (Stiermarken en het Alpenvoorland), waar het als een overoud, nationaal bedrijf geldt. Van hier uit wordt materiaal van hooge kwaliteit naar geheel Europa geleverd; alleen reeds naar Rusland gingen vóór den eersten wereldoorlog jaarlijks tot 6 millioen zeisen. Een ander belangrijk centrum van de zeisen smederij bevindt zich te Westfalen in het gebied van de Enneperstrasse. Van deze zeisen werd al in het jaar 1252 melding gemaakt. Reeds vroegtijdig hadden de oud Westfaalsche zeisenfabrieken haar eigen merken, die nu nog aan den ingang of als weerhaan op het dak te zien zijn. In Westfalen worden hoofdzakelijk de verstaalde „blanke of witte" zeisen gemaakt, welke benaming daaraan gegeven is om ze van de „blauwe of Stiermarksche" zeisen te onderscheiden, die geheel van staal zijn. Het bedrijf in de oude werkplaatsen was eigenaardig genoeg, om er even bij stil te staan. Meestal bezaten zij drie vuren, alsmede drie plaatsen voor het hameren en slijpen, zoodat meester, gezel en leerjongen steeds gelijktijdig konden smeden. Dikwijls hadden verschillende bezitters gezamenlijk één sme derij. Deze werd ook vaak aan kooplieden verhuurd, die dan het ruwe materiaal leverden en de „Bunden- schmiede" (zoo geheeten naar de zeisen in bundels van 12 of 13 stuks) in loonaccoord lieten arbeiden, terwijl zij zelf den verkoop aan zich behielden. Behalve sik kels en zeisen werden tevens stroomessen gemaakt. Sedert den tijd dat de stoomkracht de waterkracht in deze zeisensmederijen te hulp ging komen, is een omvangrijke industrie van klein ijzerwerk ontstaan, die naast sikkels en zeisen nog honderden andere kleine ijzerwaren en werktuigen produceert. Een oude „Scharzwalder Sensenschmiede" is als symbool van dit aloude handwerk in het Duitsche museum te Mün- chen bewaard gebleven. Sikkels en zeisen behooren onafscheidelijk tot de werk tuigen der menschheid. Evenals in den Orient werd de sikkel aangetroffen in het Germaansche Noorden, waar de landbouw op hoog peil stond. Uit een oogpunt van ^cultuurgeschiedenis is het interessant melding te maken van de krijgsmethoden der Perzen, waarbij in de oud heid gebruik werd 'gemaakt van vreeselijke sikkelwa gens. Dit waren strijdkarren, aan disselboomen en wie len met sikkels bewapend ten doel hebbend een door braak van de vijandelijke linies te forceeren. In de middeleeuwen behoorden sikkels en zeisen ook in Duitschland tot de bewapening van de boerenwachten en de betreffende boeren noemde men daarom „Sensen- manner". In het Germaansche Noorden werden sik kels reeds in het bronzen tijdperk gegoten, hetgeen is gebleken door gevonden gietvormen. Origineele exem plaren daarvan bevinden zich b.v. in het Museum voor Volkenkunde te Berlijn. Verrassend is de over eenkomst tusschen zeisen uit het ijzeren tijdperk (La Têne) met de nu nog in gebruik zijnde modellen. De kling is zwak gebogen; zij is met een klemhaak en snoer aan een rechten, ongeveer 80 centimeter langen steel bevestigd. In de maand November worden de volgende zit. tingen gehouden: OOSTBURG: Woensdag 25 November van 11 13.30 uur in café Philet de Vujjst. ZIERIKZEE: Donderdag 26 November van 14 15.30 uur in hotel Juliana. Ook met volkskunst en volkenkunde staan sikkels en zeisen veelszins in relatie. Zoo hebben de Tiroler berg- boeren een zwak voor rijk van snijwerk voorziene scheeden, ook in den vorm van draken met openge- sperden muil, daarbij ruimschoots versierd met spreu ken, figuren en boerenwapens. In het Opperduitsche ge bied en in Zwitserland hebben de oogstfeesten oude namen zooals „Sichelte, Sichellöse, Sichelhenke. Sichel- lege". Een eigenaardige sikkeldans wordt door de kna pen op Naxos uitgevoerd. Met onnavolgbare behendig heid en met razende snelheid slingeren zg scherp ge slepen sikkels om hals, armen, handen en voeten, waarbij volgens het zeggen van de toeschouwers de indruk ontstaat „alsof een slang zich om den mensch heenkronkelt". voor de week van 22 Nov.28 Nov. 1942 ZONDAG 22 NOVEMBER: van 8.30 tot 8.45 uur over H. I en H. II: De zin van het boer-zijn. Dirk van de Bospoort wijdt zijn gedachten dezen Zondagochtend aan „Geluk en Ongeluk". Van 13.00 tot 13.15 uur luisteren we zoo na den middag over H. II eens even naar het praatje over „Wie en wat waren onze voorouders?" Misschien wordt uw belang stelling gewekt erl gaat U zelf ook onderzoeken. MAANDAG 23 NOVEMBER: over H. II Dehoort iedere boer en tuinder zich even aan den luidspreker te zetten om te luisteren naar het actiieel nieuws van deze week voor boer en tuinder. Hierna kan men beter het weekprogramma voor de komende week opmaken. Van 12.30 tot 12.45 uur over H. II gaan we .op bezoek bij de Familie De Boer, die midden in de slachtdrukte zit. Zooals bekend gaat het slachten op het platteland met veel mooie gebruiken gepaard, welke meestal ten doel hebben het gemeenschapsgevoel tusschen de dorps- of streekgenooten zoo groot mogelijk te maken. Het is jammer, dat de laatste jaren deze gebruiken steeds meer op den achtergrond raakten, doch het is een verheugend verschijnsel, dat het ontwakend platteland zich weer be wust wordt van deze waarden en ze zooveel mogelijk aan dezen tijd aangepast, weer in eere tracht te herstellen Van 15.00 tot 15.15 uur over H. I: Iets over den humor in Nederland. M. Zwiers vertelt over de levensblijheid haar vormen in stad en land. Van 20.30 tot 20.45 uur over H. II: Uit Neerland? Gouwen. Rien Bartels vertelt een Zeeuwsch volksverhao ,,'t Ronde Pitje", door W. Geldof. DINSDAG 24 NOVEMBER: van 12.30 tot 12.45 uur gaan we over H. II weer luisteren naar een reportage over de Landbouwhoogeschool 't Wageningen, waar we ditmaal worden rondgeleid in hei Instituut voor Plantensociologie en plantensystematiek onder leiding van Prof Jeswiet. Interessante dingen zullen wij hier vernemen over het rangschikken dei planten en haar samenleving in gemeenschappen en wai dit weer voor den landbouw beteekent. Om al die mil- lioenen planten te rangschikken naar soorten en ge slachten, heeft natuurlijk heel wat voeten in aarde gehad en de heele geschiedenis door heeft de wetenschap zich dan ook hiermede bezig gehouden. Er kwam een aanmerkelijke verbetering in deze studie in -de eerste helft der 17de eeuw, toen de miscroscoop werd uitge vonden. WOENSDAG 25 NOVEMBER: van 8.00 tot 8.15 uur brengen we over H. II een pro gramma voor de rijpere jeugd van het platteland, doch ook de stadsjeugd is hierbij nauw betrokken. In een reportage laten wjj iets hooren over de ervaringen met de stadsjeugd op het platteland Van 12.30 tot 12.45 uur over H. II brengen we met den verslaggever L. Pol een bezoek aan een aardappelmeel fabriek, waar we flitsen zullen hooren over de verwer king van aardappelen en aardappelmeel. Deze industrie heeft zich de laatste jaren morm ontwikkeld, waar we nu in deze oorlogsjaren veel profijt van. trekken. Hier werken landbouw en industrie ten nauwste samen ter bate van het Nederlandsche volk. DONDERDAG 26 NOVEMBER: Van 8.00 tot 8.15 uur over H. II spreekt Dr. Pïebenga over „Wat is het doel der Boerenscholen?" Niet alleen de jeugd, maar ook de ouders raden wij aan hiernaar te luisteren, daar de ontwikkeling van de plattelandsjeugd hier ten nauwste mee samenhangt. Van 12.30 tot 12.45 uur over H. II wordt in de serie „In en om den bijenstal" gesproken over bijengif en rheu- matiek. Voor dit onderwerp zal wel veel belangstelling bestaan. VRIJDAG 27 NOVEMBER: van 8.00 tot 8.15 uur over H. II geeft in het kwartiertje landbouwvoorlichting de heer F. G. B. Kluiving, te Assen, enkele aanwijzingen over het scheuren van gras land. Van 12.15 tot 12.45 uur over H. II Streekcultuur. Een klankbeeldenreeks uit de oude vestingen „Naarden en Muiden". Verslaggever H. P. Wouwenaar. ZATERDAG 28 NOVEMBER: van 12.30 tot 12.45 uur over H. II gaan we luisteren naar het Visscherijkwartier, waarin ditmaal de heer H. Velt- Redactie-adres: GROOTE MARKT 28 GOES, TEL. 2345 (toestel 05) Uitgave: UITGEVERIJ „VOLK EN BODEM" POSTBUS 281 DEN HAAG Advertenties: L.osse plaatsing 25 ct per m m., in alle edities 75 ct per m m Abonnementen: Voor nlet-ieden van den Nederi Band stand ƒ5.— per jaar of ƒ1.25 per 3 maanden Alle briefwisseling oetretfende exploitatie, advertenties en abonnementen, aan postbus 281, Den Haag, Tel. 11.48.35. No. 46 Vrijdag 20 November 1942 pag. L 1. 2. 3. 3. 4. 4. 5. 6. 6/7. 7. 8. 9. 9. 10. 10. 11. Indrukken en gedachten XII. Voederproef met uitsluitend graslandproducten. Achter den ploeg. Sikkel en zeis als oeroude werktuigen. Wat „Land en Volk" brengt. Nederlanders reden naar het Oosten. Voor de Landvrouwen. Proefveldverslagen. Uitwin teringsschade. De Peel, met en zonder romantiek. Diepploegen. De vezelcultuur in Europa. Het voeren van stoppelknollen. Scheikundige samenstelling der planten. Moderne fruitteelt. Vlekziekte onder de varkens. Het R. V. V. O. maakt bekend. Officieele publicaties. Suikerbieten als voedsel en P de zware kleigronden is de bietenoogst in vollen gang. Moeizaam trekken de breedgebouwde paarden de boe renwagens met de „sukerpee" voort naar de laadplaat sen. De wielen trekken diepe karresporen in de vette klei. De boeren geven hier en ,daar nu wel een biet weg en bet aloude recept om stroop" te maken gaat van mond tot mond. „Goed afwasschen dan fijn schaven en met water koken tot de „pulp" gaar is, daarna uitdrukken en het water iaten verdampen. Wat over blijft is „stroop", dat thans een zeer welkome brood belegging vormt." De voerbieten voor het vee worden ingekuild en zullen met de pulp die van de suikerfabrieken terugkomt dezen winter een veelgebruikt veevoeder vormen. De dorpsjeugd zag nog andere mogelijkheden in de „biet." Diep in ons Germaansche wezen leeft in de donkere dagen voor Kerstmis de hunkering naar het licht, naar de herleving der natuurkrachten. De lichtboom, het ontsteken van het kaarsje in de lam pions; het zijn allemaal symbolen van het komende licht. De dorpsjeugd symboliseerde op haar manier dat ver langen naar licht en gebruikte daarvoor de biet, die uitgehold en op een stok gezet werd. In de wand van de biet werden openingen gesneden, oogen, neus en mond voorstellende. In de holte werd een brandende kaars geplaatst en met deze „lampions" werd in optocht door de donkere dorpstraten getrokken Alle Germanen leven dan w'eer in de verwachting van het komende licht. Onze voorvaderen hadden hun zon newendefeesten, die gekerstend zijn in onze Kerst dagen. Het zonlicht komt na den donkeren wintermaand weder terug. Laat ons hopen dat ook het Geestelijk licht sterker moge worden en we uit deze zware tijden gezuiverd en gelouterd te voorschijn mogen komen. v. R. huysen spreekt over het onderwerp „De beroepsvisscher baas in eigen huis". Van 18.00 tot 18.10 uur over H. *1 vraagt Dirk van den Hul weer uw aandacht voor z(jn praatje „Als ik het voor het zeggen had". Als onderwerp heeft hij ditmaal ge kozen: „De groote zuurkoolton". Van 18.10 tot 18.30 uur over H. II besluiten wij de reeks van uitzendingen voor het platteland met een Landmans Lust-programma. getiteld ..Sinte Katryne Melken" een luisterspel van Karei van Dort.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 3