De Soyaboon
Belangrijke data
37 NOVEMBER 1942
DE LANDSTAND
PAO. 6
vruchten sterk uitgebreid. Terwijl in 1934 nog slechts
4500 ton snaasappelen werd uitgevoerd, was dit cijfer
in 1938 reeds gestegen tot 24.000 ton. De uitvoer van
mandarijnen en klementinen steeg in denzelfden tijd
yan 12.300 ton op 35.600 ton en de citroenuitvoer
.van 100 ton tot 700 ton. In 1939 werd een opper
vlakte van rond 220.000 ha. met fruit aangeplant,
waarvan 180.000 ha. in het bezit van de inheemsche
bevolking en rond 40.000 ha. in Europeesche handen
was. Het aantal olijfboomen bedraagt bijna 8.2 mil-
lioen stuks, welke een opbrengst van 175.000 hl. olie
en bijna 5000 ton ingelegde olijven opleverden. Een
deel van de olie werd in den laatsten tijd in een
eigen zeepindustrie verwerkt. 5.2 millioen dadel
palmen leverden 50.000 ton vruchten, 7.3 millioen
Vijgenboomen ongeveer 8.500 ton gedroogde vijgen en
10.750 ton versche vruchten. Bovendien kan nog de
uitvoer van stapeldruiven worden vermeld. Volgens
de laatste statistieken beslaan de wijnbergen een
oppervlakte van 4.095 ha. en leveren ongeveer 7.800
ton druiven, waarvan bijna 6000 ton wordt geëxpor
teerd. Rijk is ook de productie aan reukplanten (circa
60.000 kg. per jaar) en aanN tabak. De tabakspro
ductie bedraagt 20.000 ton en wordt voor het grootste
deel in Frankrijk verwerkt. Hand in hand met de
teelt van reukplanten gaat de cultuur van genees
krachtige kruiden.
De bosschen van Algiers beslaan een oppervlakte
van bijna 3 millioen ha. en bestaan voor het groot
ste deel uit kurkeiken en pijnboomen. Het land is
de grootste kurkleverancier der wereld en kan per
jaar rond 30.000 ton exporteeren. Van belang is voorts
de teelt van alfa-gras. Voor den oorlog bedroeg de
productie aan alfa-gras 15.000 ton, welke bijna geheel
aan de Engelsche papierindustrie werd geleverd. Na
het uitbreken van den oorlog toonde Frankrijk groote
belangstelling voor deze grondstof en ging met succes
over tot verwerking in de papierindustrie. De goede
mogelijkheden voor den aanleg van katoencultures
bleven, na een aanvankelijk goed resultaat, onbenut,
in verband met de niet vol te houden concurrentie
van d'e Egyptische katoen. In den laatsten tijd werd
evenwel weer meer aandacht aan de katoenteelt be
steed.
Als agrarisch land beschikt Algiers ook over een
grooten veestapel. Weliswaar levert de schapen
stapel van 6 millioen stuks als gevolg van de oneco
nomische methoden der inheemsche bevolking, weinig
wol, doch als leveranciervan vleesch en vooral van
huiden is het schaap van groote beteekenis. Het aan
tal runderen bedraagt circa 1 millioen, waarbij nog
180.000 paarden komen, welke vooral als legerpaar-
den in Frankrijk zeer gezien waren. De huidenpro
ductie bedraagt jaarlijks 2,5 millioen stuks, met uit
zondering van 200.000 stuks runderhuiden, allemaal
schapen en geitenvellen. Bovendien werden aan
Frankrgk per jaar nog ongeveer 10 millioen eieren
geleverd.
Het land is arm aan petroleum, terwijl ook de
kolenlagen niet bij benadering de behoefte kunnen
dekken. Daarentegen komen belangrijke mineralen
als zink, koper, ijzer, lood, kwikzilver, antimoon,
chroom, nikkel en mangaan in rijke mate voor, niet
te vergeten ook de uitgebreide fosfaatlagen, van
welke grondstof circa 600.000 ton wordt geëxporteerd.
Algiers was de eerste leverancier en eerste afnemer
van Frankrijk, welk land bijna d'e geheele landbouw
productie overnam. De beteekenis van Algiers voor
het Fransche moederland, vooral als exporteur van
landbouwproducten en delfstoffen, is sedert den wa
penstilstand aanmerkelijk toegenomen. In de laatste
jaren kon echter in Algiers reed's de tendens worden
bespeurd steeds meer zelf over te gaan tot de
verwerking van de landbouwvoortbrengselen.
gedurende het tijdvak van 6 tot en met
12 December 1942
7 Dee. Tholen: Taxatiepaardenmarkt
Breda: Taxatiepaardenmarkt
Valkenburg: Taxatiepaardenmarkt
8 Dec. Rotterdam: Taxatiepaardenmarkt
IJzendijke: Taxatiepaardenmarkt
9 Dec. Amsterdam: Taxatiepaardenmarkt
Zevenbergen: Taxatiepaardenmarkt
Axel: Taxatiepaardenmarkt
11 Dec. Axel: Taxatiepaardenmarkt
12 Dec. Terschelling: Ouwe Sinterklaas
Texel: Ouwe Sinterklaas
Schiermonnikoog: Ouwe Sinterklaas
Minister van landbouw dringt aan op
zelfvoorziening
BELGRADO De nieuwe Servische minister van
landbouw en voedselvoorziening heeft in een verkla
ring de richtlijnen aangegeven voor de politiek, welke
hij in de toekomst op het gebied van den landbouw
en de voedselvoorziening zal voeren. Hij onderstreepte
de noodzakelijkheid van verhooging der prod'uctie in
alle takken van den landbouw. De Servische land
bouw, aldus de piinister, is nu op zichzelf aangewe
zen en moet dusdanig worden georganiseerd, dat alles
kan worden voortgebracht wat land en volk noodüg
hebben. De belangrijkste taak van den Servischen
landbouw bestaat hierin, de landbouwproductie na
het einde van den oorlog zoodanig om te schakelen,
als de nieuwe verhoudingen dit noodzakelijk zullen
maken. (Europapress).
(Glicine hispida Max.)
13 E Soyaboon is een éénjarige plant, die tot nu toe
nog weinig in ons land bekend is. In zijn uiterlijk
lijkt de soyaboon op andere boonen. De plant heeft
3-tallige bladeren, bloeit met witte of blauwe bloempjes,
waaruit de peulen ontstaan. De bruine en witte boonen
hebben een groote voedingswaarde en zijn gemakkelijk
te teelen. De soyaboon zal heel veel moeten opleveren
en heel nuttig moeten zijn, wil zij de ons bekende
boonensoorten overtreffen. En toch is dit zoo: dit blijkt
duidelijk als we de volgende staatjes even bekijken:
Procentische samenstelling van de soyaboon.
35 pet. eiwit.
18 pet. vet.
20 pet. koolhydraten.
5 pet. mineraalzouten.
2 pet. lipoïden.
14 pet. water.
5 pet. vezels.
Vergelijking tusschen de gehaltes aan eiwit, vet e.d. in
enkele van onze voornaamste voedingsstoffen.
co
u
TJ
A
(D
2
Mineralen
2
Vet
O
O
w
2
Koemelk
3.7
3.5
4.9
0.7
0.7
Eieren
12.5
12.—
1.1
3.6
V arkens vleesch
19.—
6.—
1.1
1.1
Rundvleesch
20.—
7.—
1.—
1.—
Boonen
24.—
1.7
44.—
2.3
0.8
Soyaboonen
36.—
18.—
20.—
5.—
2.—
Uit deze staatjes blijkt de hooge waarde van de soya
boon. We vinden n.l. geen voedingsstof, die zoo'n hoog
eiwit- of vetgehalte heeft als de soyaboon. Als we
daarbij bedenken, dat vet een stof is, die in ons
voedsel een groote rol speelt en dat dit vet in groote
hoeveelheden moet worden ingevoerd, bv. in den vorm
van traan en soyaolie, dan kunnen wij de soyaboon ten
zeerste waardeereir. Het eiwitgehalte van de soyaboon'
is hoog. De mensch heeft veel eiwit noodig. De dieren
hebben echter nog veel meer eiwit noodig, zoodat de
soya ook als dierlijk voedsel een groote rol speelt.
Bovendien bevat het soya-eiwit alle eiwitten, die voor
den opbouw van het menschelijk lichaam noodig zijn
(dit in tegenstelling met de vleescheiwitten). Het
soya-eiwit is voor plm. 95 ct. voor den mensch ver
teerbaar.
Soyaboonen bevatten Lipoïden. Dat is Lecithine, een
stof die in de geneeskunde wordt gebruikt en o.a. de
groei der hersenen bevordert. Dah bevat de soya veel
vitaminen A en B: vooral A is in groote hoeveelheden
aanwezig.
De soyaboon heeft minder koolhydraten dan de andere
boonen. Koolhydraten kunnen we echter genoeg krij
gen, b.v. uit aardappelen. Dat de soyaboon dus een
hoeveelheid eiwit en vet meer heeft in ruil voor kool
hydraten, mag dus zeker een voordeel genoemd worden.
De minerale zouten, die de soyaboonen oplevert, zijn
vooral Calcium en Fosfor, welke voor het lichaam van
groot belang zijn. Het mineraalgehalte van soyaboonen
is beter dan dat van andere boonen.
Tenslotte heeft de soyaboon nog twee goede eigen
schappen, die vooral voor zieken van groot belang
zijn. De soya vormt n.l. geen urinezuren, die schadelijk
zijn voor het lichaam en waar suikerzieken zoo mee
te kampen hebben. Bovendien heeft soyavoedsel (in
strijd met de theoretische berekening) een basische
werking.
Daar bewezen is dat basische voeding veel minder
eiwit en vet behoeft dan zure voeding, is dit een voor
deel: eiwit en vetbesparing. Ook is gebleken, dat kleine
kinderen en zieken geen betere voeding kunnen krijgen
dan soyavoeding.
Uit het bovenstaande blijkt wel, dat de soyaboonen
een niet te overtreffen waarde hebben. De soya kan
worden gegeten als boon, dus net als bruine en witte
boonen. Ze doet dan in smaak niet voor de andere
boonen onder. Ook wordt de olie uit de zaden geperst
en deze olie dient dan als spijsolie. Het residu van
deze uitpersing, dat veel eiwit bevat, is een uitstekend
veevoeder. Verder wordt de soyaolie gebruikt in de
margarinefabricatie, de zeepindustrie, bij de vervaar-
diging van linoleum, verfstoffen enz.
In Oost-Azië, waar de soya vandaan komt, waar de
bevolking letterlijk en figuurlijk van de soya leeft,
weet men zelfs soyamelk te bereiden en met kunst
matige leb hieruit boter en kaas te maken.
Van de soyaplant wordt bijna niets weggegooid,- want
de stengels en bladeren leveren een goede hooisoort.
Sommige variëteiten, die erg lang worden (1.30 m.),
gebruikt men uitsluitend voor hooi. Het soyameel is
te zwaar voor veehouders. Uit proeven is gebleken,
dat in ieder geval de olie er uit geperst moet worden.
Het residu, soyameel geheeten, geeft te zamen met
maïs en een of andere hooisoort een uitstekend kracht
voeder.
Maar al is de soya nog zoo'n mooie plant en al levert
ze nog zoo veel op, als ze in ons land niet kan groeien,
hebben we er niet aan.
De soyaboon is al heel oud en wordt in China al
ongeveer 5000 jaar in veredelden vorm geteeld. Vooral
Noord-China, het tegenwoordige is het Soyaland bij
uitnemendheid. Mandsjoerije had tot voor enkele jaren
50 pet. der wereldproductie.
In de laatste 60 jaren zijn in vele landen proeven
met de soyaboon genomen, met als gevolg dat de
teelt thans ook in de Balkan en Canada niet zonder
beteekenis is. De moeilijkheden, welke zich bij het
nemen van proeven met soya voordeden, waren van
verschillenden aard. De elders gevonden rassen bleken
veelal ongeschikt, hetzij door te late rijpheid, hetzij
door te geringe opbrengst, zoodat het noodig bleek
door rassenkeuze en selectie op groote schaal datgene
te vinden, wat voor een bepaald gebied in aanmerking
komt.
Sinds 1934 werden door Dr. L. Koch, eerst te Aarden
burg en daarna te Zeist, honderden soyarassen uit 22
landen ingevoerd en onderzocht. Uit de weinige daar
voor in aanmerking komende rassen werden selecties
gewonnen en eveneens- getoetst.
Tenslotte werden handelsmengsels Mandsjoerijsch han-
sdelszaad gezaaid. Daaruit groeide een veelvormig pro
duct, waarvan enkele planten, die voor de teelt hier
te lande wat beloofden, werden geoogst voor verder
onderzoek. Op deze wijze is het gelukt verscheidene
rassen en selecties te vinden, welke hier goed rijp
worden. Een dezer, het ras Weka, een selectie uit
Mandsjoerijsch handelszaad. bleek wat opbrengst aan
gaat, de voorkeur te verdienen.
Nu wat betreft de verbouw zelf. De soyaboon heeft een
droog, warm klimaat noodig. De grond moet goed
gedraineerd zijn, maar toch is voor een goede ont
wikkeling 400600 mm regen noodig per jaar. De
soyaboon zou dus hier het beste in kassen te kweeken
zijn, wat op den Proeftuin te Naaldwijk reeds is be
proefd. De opbrengst per eenheid van oppervlakte was
daarbij ruim 3 maal zoo groot dan bij de teelt buiten.
Op deze manier wordt de boon echter veel te duur
en ons zomerklimaat is zeker ook wel geschikt. De
soya vraagt een behoorlijk vruchtbaren, goed ont
waterden grond, die niet te zuur mag zijn.
Uit bemestingsproeven op soya, op den Proeftuin ge
nomen, is gebleken dat deze veel stikstof vraagt.
Oploopende fosforgiften bleken een zeer ongunstigen
invloed op de opbrengst te hebben. De groote fosfor
giften hadden de rijping der bootjes sterk vervroegd.
Bij een matige kaligift was de opbrengst zeer bevredi
gend. De soyaboon haalt een gedeelte van zijn stikstof
uit de lucht, net als andere Leguminosen. Dit geschiedt
door middel van bacteriën, waarmee de plant in sym-