De Landstand in ZEELAND INHOUD: Onderhoud van werk tuigen en machines PAG. 3 DE LANDSTAND VRIJDAG II DECEMBER 1912 Vooral bestede men aandacht aan de kunstmest strooiers. Worden deze verwaarloosd, dan wordt de gebruiksduur zeer bekort. Maakt deze strooiers dus goed schoon, vooal de verdeelers krijgen een goede beurt. Vaak roesten deze 'a winters vast. Bedenk, dat de meeste kunstmeststoffen het metaal aantasten, dus zorgvuldig schoonhouden is noodzakelijk. Bij de zaaimachines lette men op eventueel verbogen zaaipijpen. Ook ga men na of de wielen wel goed sporen. Bij de grasmachines zijn het aandrijfwerk en de maal inrichting de meest teere deelen. Men gooie deze onder- deelen eens uit elkaar en ga na wat er aan gedaan moet worden. Speling in het drijfwerk kan men mis schien op een of andere manier verhelpen, gebroken of verbogen vingers of vingerplaatjes worden ver nieuwd of besteld en het mes wordt zorgvuldig ge slepen. Bij de wiedmachines lette men op het raam, dat ver bogen kan zijn, de wielen, die misschien niet sporen, schoffels, waar wat aan gerepareerd moet worden. Hooischydders en hooiharken kunnen verbogen zijn, enz. Bij de zelfbinders is het doek een teer punt en ook het knoopapparaat vertoont wel eens manke menten. Een uiterst nauwkeurige inspectie en verzorging in den winter, kan veel oponthoud en tijdverlies in het drukke seizoen voorkomen. Wij wilden op deze zaken in het kort nog eens de aan dacht vestigen, daar telkens blijkt, dat hier niet vol doende op gelet wordt, gunstige uitzonderingen daar gelaten. Bergt ook alle andere kleinere gereedschap steeds op een vaste plaats en houdt het geregeld schoon en roestvrij. Heeft men dit zich eenmaal aangewend, dan zal men daar veel genoegen van hebben, terwijl het slechts een geringe moeite kost. Denkt ook aan eventueele rubber wielbanden. Men kan ze afnemen en bewaren in een donkere niet te pag L 1. Redactie-adres: GROOTE MARKT 28 GOES, TEL. 2345 (toestel 05) Uitgave: UITGEVERIJ „VOLK EN BODEM" POSTBUS 281 DEN HAAG Advertenties: Losse plaatsing 25 ct: per m.m., in alle edities 75 et. per m.m. Abonnementen: Voor niet-leden van den Nederl. Land stand 5.— per jaar of f 1.25 per 3 maanden. Alle briefwisseling betreffende exploitatie, advertenties en abonnementen, aan postbus 281, Den Haag. Telefoon 11.48.35. No. 49 Vrijdag 11 December 1942 Indrukken en gedachten XV. Doel, werkwijze en wezen van de Europeesche landbouwpolitiek. 2. Achter den ploeg. 3. Onderhoud van werktuigen en machines. 4. Wat „Land en Volk" brengt. 5. Moderne boerderijbouw. 6. Bezoek aan den tuinbouw rondom Hamburg. 6. Het trekken van witlof. 7. Hazen in het fruitteeltbedrijf. 7. Oorlog aan de loodglansziekte. 8. Kennis is macht. 8. Proefveldverslagen. 9. Remming van spruïtvormlng bij aardappelen. 9. Stalmest in dezen tijd. 10. Het longeeren van paarden. 11. Ongelukken op stal. 11. Wenken van de Directie van den Landbouw. droge kelder. Doet men dit niet, dan bedenke men, dat zon, lucht en vocht een slechten invloed uitoefenen op rubber. Plaatst de wielen dus droog, b.v, op plan ken en dekt ze af tegen zonlicht. Misschien zijn be schadigde banden nog te vulcaniseeren. ^TïLAKS als het groenvoer van het land verdwe nen is en het wintergraan bezaaid, komt voor den boer een rustiger periode aan. Dan is het tijd om verschillende karweitjes om- en binnenshuis op te knappen, die in de drukke oogst en zaaitijden wel eens veronachtzaamd worden. Zoo kunnen in de komende weken alle, dezen winter niet meer te gebruiken landbouwwerktuigen en -machi nes een goede beurt krijgen, voordat zij gedurende den winter opgeborgen worden. Nog maar altijd zijn er boeren, die deze zaken niet voldoende behartigen. Ploegen, eggen, rollen liggen soms midden in den winter nog op het erf of op het land, blootgesteld aan weer en wind. Al zijn dit nu niet van de teerste werktuigen, ze hooren daar niet. Goed schoongemaakt en zoo noodig gerepareerd, behooren ze onder dak op een droge plaats bewaard te worden. Dit dringt in de hedehdaagsche omstandigheden klem mender, daar van vernieuwing practisch geen sprake is. Vooral de zaai-, maai- en wiedmachines veilen een zorgvuldig onderhoud. De boeren, die wel eens een werktuigencursus volgden, zullen van het geleerde veel profijt kunnen trekken. Het beste is zoo'n machine geheel of gedeeltelik uit elkaar te gooien, en na een grondige schoonmaak en het doen van de noodige herstellingen weer met zorg in elkaar te zetten. Om het vastroesten van bouten en moeren te voorkomen, moet men ze wat in de olie zetten. Voor grootere reparaties wende men zich - tot een goeden labflbouwsmid en moeten onderdeelen ver nieuwd worden dan trachte men dit tijdig gedaan te krijgen. Met deze zaken is het vaak, hoe vlugger er bij, hoe beter. Vele boeren wachten nog met reparaties of verwisse ling van onderdeelen tot de tijd aanbreekt, dat de machines weer gebruikt moeten worden. Dan moet er hals over kop voor gezorgd worden. Gevolg is een verhoogde vraag naar diverse artikelen en daar het aanbod momenteel uiterst gering is, moet vaak teleur stelling volgen. Zorg dus bijtijds die zaken in orde te maken. Nu is daar de tijd voor. in zijn rede vast. Beide Europeesche revoluties, de nationaal-socialistische zoowel als de fascistische vor men een buitengewoon bewijs voor de juistheid van deze stelling. De feiten stonden in beide gevallen tegen over den gloed van geloof en wil. Vele geleerden in de geheele wereld hebben herhaaldelijk bewezen, dat het op den duur noch zoo gaan zou als het fas cisme wilde, noch zooals de Führer het voorspelde. Daarvan zijn vele voorbeelden. Men merkte o.a. op, dat deze landen niet voldoende kapitaal bezaten, om de economische opgaven op te lossen. Men sprak dan echter spoedig van een „wonder op financieel gebied!" en ging daardoor aan de kern van de zaak voorbij. De revolutie erkende de rol van het kapitaal niet meer. Zij stelde groote opgaven en organiseerde de menschen om deze op te lossen. Waar de grond stoffen ontbraken, zocht zij naar nieuwe en vond deze ook; waar de noodzakelijke fabrieken ontbraken, werden ze gebouwd, waar wegen en kanalen ontbra ken, werden ze aangelegd en wel in den kortst denkbaren tijd. Wat niemand voor mogelijk gehouden had, geiukte. In korten tijd werd de werkloosheid, zondei iets te ontzien, aan kant gezet en de ontwikkeling veran derd, zoodat er spoedig een tekort aan arbeidskrach ten ontstond. Terwijl volgens liberale opvattingen b.v. de Duitsche landbouw allang afgeschreven en .geli quideerd" moest zijn, slaagde de Productieslag, die alle Britsche hoop op blokkade den bodem insloeg* Dit alles gebeurde tegen de goedkeuring dei „vakmen- schen" in, niettegenstaande een ongelooflijke materieele en geestelijke tegenstand, maai het gelukte, omdat de nationaal-socialistische en fascistische revolutie de menschen onder bekoring bracht, hun houding ver anderde en daaraooi tot daden dwong. Vaak is gezegd dat aationaal-socialisme en fascisme geen exportartikelen zijn Dat beteek ent echter niet, dat andere volkeD niet de beslissende kern van de beide revoluties tot voorbeeld kunnen nemen. Dat voor beeld echter dient hoofdzakelijk in de houding van beide revoluties gezocht te worden. Een volk, dat deze houding begrepen heeft, en daaruit logischer wijze een revolutie van de eigen houding afleidt, vindt zonder meer ook die wegen die begaan moeten wor den, wil men succes boeken. Dan kan men ook met succes het technische en orga nisatorische werk in Duitschland of Italië bestudee- ren en men zal het niet klakkeloos overnemen. Grondbeginsel en houding De voornaamste gedachten van het liberalisme en de jonge Europeesche revoluties zijn vrij gemakkelijk te formuleeren. Het liberalisme gaat uit van het individu. Het erkent wel de gemeenschap, maar het individu probeert zich van de wetten dezer gemeen schap ios te maken en afzijdig te blijven. Het libe ralisme heeft daarom een groote explosieve kracht; een kracht, die in 1 Vz eeuw bijna de geheele wereld veroverde en onder zijn invloed bracht. Dat was schijn baar ook een geschiedkundige opgave. Nu deze is op gelost. werden deze krachten een rem op de verdere ontwikkeling. De eigenbaat voordien voorwaarde voor de beste ontwikkeling der gemeenschap iso leerde zich, en werd tot doel om nog grooter eigenbaat te verwerven. Dit moest op den duur iedere verdere ontwikkeling van de volksgemeenschap op deze aarde vernietigen of remmen. En hoe meer dat het geval was. des te talrijker werden de uit één geest ontstane, maar juist daarom ook onvoldoende pogingen tot een democratische ordening der volken, die in den grond der zaak slechts een politieke vereeuwiging van de bestaande wanorde op het oog had. De Europeesche revoluties hebben een gemeenschap- pelijken grondslag: algemeen belang voor persoonlijk belang! Zoo eenvoudig dit moge klinken, zoo betee- kent dit toch, wanneer men zich de moeite geeft er dieper over na te denken een zeer belangrijke grondslag. Deze grondslag gaat steeds op, zoowel in het leven van de volksgemeenschap als in het leven van den enkeling. Het Is een onverbiddelijke toets steen, waarop blijkt, of iemand de innerlijke revolu- tionnaire spanning bezit om revolutionnaire daden te verrichten of niet. Heel vee] komt het hierbij op de innerlijke houding aan. Is deze aanwezig, dan is het onverschillig, of b.v. de ordening van het marktwezen in alle landen volgens hetzelfde schema voltrokken wordt of dat ieder land op dit gebied zijn eigen weg gaat Belang rijk zijn niet de methoden, maar de resultaten: de ordening! Europeesche landbouvvpojitiek bekeken vanuit de stelling: „Algemeen belang voor persoon lijk belang!" Men ziet zonder meer, dat- reeds de erkenning van de nieuwe opgaven voortkomt uit de innerlijke houding. Voor wie liberaal denkt, is het onverschillig, of de Europeesche volken gezamenlijk voldoende te eten heb ben of niet. Hij zal, wanneer dit niet zoo is. een voudig zeggen, dat men dan andere methoden moet volgen, of minder kinderen voortbrengen Slechts hij. die zich verantwoordelijk gevoelt voor de Europeesche volkenfamilie, zal de eenige verplichting erkennen, die er is: veilig stellen van de Ëuropeesche voedsel voorziening. Hier gaat het er om, de blinddoek, defi nitief af te leggen, die alle Europeesche volken in het verleden gedragen hebben; men moet in een ander volk niet naar liberale manier een zoogenaamde con current zien, maar iemand die aan hetzelfde halster meetrekt. Duitschland en Italië hebben dit niet slechts met den mond bekend, maar ook in den meest ernsti- gen oorlogstijd ondanks eigen zorgen zelfs voor malig vijandige volken geholpen! Uit innerlijke overtuiging komt ook de eisch van de agrarische productieverhooging in Europa. Het is niet revolutionnair, slechts in vervoering te staren naar het Oosten en van daar de oplossng van alle agrarische voortbrengingsmoeilijkheden te verwachten. Dat is geenszins in overeenstemming met de revolu tionnaire houding zooals deze van alle Europeesche volken verlangd wordt. Ieder volk moet toonen, dat het zelfs topprestaties kan leveren, voordat het aan spraak kan maken op zulke andere volken. En er zijn daar geen grenzen! Wie misschien bevreesd is, dat eens de agrarische producten niet kunnen worden afgezet, denkt precies zoo kleinzielig, als al die zoo genaamde deskundigen, die eens de oplossing van de werkloosheid voor onmogelijk hielden Verhooging yan de prestatie, dus geboren uit innerlijke houding en verplichting tegenover geheel Europa, eischt niet alleen een-ordening op landbouwgebied maar een ordening op ieder terrein van net volksleven Markt ordening is geen slagzin of privilege, maar een noodzakelijkheid, zooals in een echt gezin, waarin allen zich verbonden gevoelen ieder zich aan een zekere orde onderwerpt, zonder daarin een aantasting van zijn persoonlijke vrijheid te zien. Ordening is geen statisch begrip, maar de eisch voor een dynamische ontwikkeling, die het kenmerk is van iedere echte revolutie Ordening is slechts mogelijk, wanneer zij op vasten grondslag is gebouwd. De veiligstelling van de boerderij, zooals Duitschland die in het „Reichserbhofgesetz" verwezenlgkt heeft, komt evenzoo voort uit de innerlijke houding van het na- tionaal-socialisme, zooals ook de zorg voor behoor lijke prijzen en levensvoorwaarden. Daarmede kan deze beschouwing besloten worden. Zij wil niet zedepreeken. Haar opgave was, den nadruk te leggen op de belangrijkste eischen in den tegenwoordigen oorlog en den tegenwoordigen tijd. „Boer zijn is een bijzondei werkelijke, nuchtere en moeilijke taak, die geen plaats biedt voor losbandig heid, boer zijn is ook niet een ambacht, maar een verplichting tegenover alle volkeD in den meest uit- gebreiden zin van het woord!" Wij zouden deze uitspraak van Staatssekretar Backe gaarne aanvullen eü zeggen: ..Boer zijn is verplichting tegenover alle volken en tegenover de volksgemeen schap van Europa!" In dezen zin vereenigen zich Doel, Handeling en Houding van een Europeesche landbouw politiek, waarvan de verwezenlijking behoort tot de groote revolutionnaire opgaven van heden en toekomst.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 3