Hazen in het fruitteeltbedrijf
f. 7.500.000.000,-
Oorlog aan de loodglans
ziekte
MOLESTVERZEKERINGEN
Halfjaarlijksche
Schaderegeling!
PAG. 7
DE LANDSTAND
VRIJDAG 11 DECEMBER 1942
ONDERLINGE
OORLOGSSCHADE
Verzekering Maatschappij
VOOR:
beschadiging Van gebouv/en,
inboedels, inventarissen, vaar
tuigen, enz.
bedrijfsschade en huurderving,
ook voor binnenvaartuigen;
persoonlijke ongevallen;
geld, geldswaarden en
preciosa
Meer dan 500.000 deelnemers
verzekerden reeds voor ruim
Voegt daarbij ook Uw belang
en vraagt inlichtingen bij Uw
Assurantie bezorger I
w
OO op het eerste gezicht zal men denken, wat
hebben hazen met een fruitteeltbedrijf te rfeaken, doch
bij nadere beschouwing zal men tot de conclusie komen;
,heel veel". De laatste winters hebben de fruittelers
wel duidelijk gemaakt, dat men reeds bij den aanleg
van een bedrijf, rekening met de hazen moet houden.
Velen hebben dit tot hun eigen schade ondervonden
en nog velen zullen dat, naar ik vrees, ondervinden.
Men zal zich onwillekeurig afvragen, hoe komt het
toch, dat de fruittelers zich zoo druk met de hazen
en de door deze dieren aangerichte schade bezighouden,
er zijn toch altijd hazen geweest? Dit laatste is stellig
juist,- doch de strenge winters hebben de hazen actueel
doen worden. Het ligt niet alléén aan de hazen en de
strenge winters, er komt nog iets bij kijken en wel de
omzetting van landbouwbedrijf in fruitteeltbedrijf, hetzij
geheel of gedeeltelijk, hetzij meer of minder intensief.
Meerdere landbouwers in midden-Nederland staan voor
de moeilijkheid, dat zij voor hun zoons geen landbouw
bedrijf kunnen koopen of huren, doch wel enkele hec
taren land voor een fruitteeltbedrijf. Bij weer anderen
was hef landbouwbedrijf te klein of waren de bedrijfs-
uitkomsten minder goed, waarom men zijn toevlucht
in de fruitteelt is gaan zoeken, vooral daar dit onder
deel van den tuinbouw nog het minst slecht was.
Bepaalden vele landbouwers er zich dus tot voor enkele
jaren toe fruit te telen in boomgaarden, de laatste
jaren is dit anders gaan worden en zijn er vele struiken
geplant. In het boomgaardbedrijf behoefde men géén,
of vrijwel geen rekening met de hazen t® houden, daar
er boombeschermers om de stammen werden gezet te
gen beschadiging door het vee. Of, in wildrijke streken,
plaatste men een gaas manchet van pl.m. 75 c.m. om
het stammetje. Het hazenvraagstuk was hiermede vol.
doende opgelost.
Toen men er echter toe overging struiken te planten,
werd het probleem anders, zonder dat men zich daar
voldoende rekenschap van gaf. Misschien heeft men
er wel aan gedacht, maar dan te weinig, daar men geen
ervaring bezat, of mogelijk de noodige contanten ont
braken. In de eerste plaats komen er belangrijk meer
boomen, struiken per h.a., dan men aanvankelijk ge
wend was, terwgl tevens meer aandacht aan het sor-
timent werd geschonken. In een boomgaard komen per
h.a. bij een plantafstand van 12 bij 12 m., 70 boomen,
die gemakkelijk van een gaas manchet te voorzien zijn.
In een struikentuin komen, bij een plantafstand van 6
faij 6 m., 277 struiken op dezelfde oppervlakte, terwijl
deze struiken moeilijk of niet van een gaasmanchet zijn
te voorzien. Het aantal boomen werd dus veel grooter
en de bescherming tegen hazen werd veel moeilijker.
Er moeten dus feitelijk direct bij den aanleg maat
regelen genomen worden en hieraan heeft men, in het
algemeen, te weinig aandacht geschonken. Toen de
struiken geschild waren, drong het pas goed tot ^eze
menschen door, dat zij het terrein hadden moeten om
geven met een afrastering van gaas, ter hoogte van
pl.m. 1.25 m., waarboven feitelijk nog een prikkeldraad
moest zijn aangebracht- Is de afrastering lager, dan
gaan, vooral in sneeuwperioden, de hazen vlot over de
afrastering heen. Wil een afrastering dus voldoen, dan
moet ze voldoende hoog zijn, doch men moet ook goede
palen gebruiken en niet te wijd-mazig gaas. Is het gaas
te wijdmazig, dan gaan jonge hazen en konijnen door
het gaas heen en kan men toch nog schade ondervinden.
Zijn de palen van te slechte kwaliteit, dan zijn ze spoe.
dig vergaan en komen er zwakke plekken in de om
rastering, waarvan de hazen en konijnen een dankbaar
gebruik weten te maken. De palen moeten bij voorkeur
gecreosoteerd zijn of gewolmanniseerd, zij zullen dan
lang meegaan, waardoor de kosten van het onderhoud
van de omrastering laag gehouden worden. Niet alleen
de palen van de omrastering moeten geprepareerd zijn
tegen houtbederf, doch óók de boom-steunpalen. Nu zijn
palen schaarsch, doch zal dit na dezen oorlog beter
zijn? Weten doen wij dit nog niet, doch het is zeker,
dat men zuinig met beschikbare hout zal moeten
zijn. Daarom dient dus het hout tegen bederf te worden
geprepareerd.
Het sortiment is ook van invloed op de hazenschade;
het onderstaande zal U dit hopelijk verduidelijken.
De hoogstammen in de boomgaarden staan alle op zaai.
ling, wild, terwijl de stammen opgekweekt zijn. althans
behooren opgekweekt te zijn, van goede stamvormende
variëteiten. De gebruikte tusschenstammen zijn in het
agemeen bij de hazen niet in trek.
Bekijken wij nu het appelsortiment in struikenaanplan-
tingen, dan valt ons direct op, dat dit een ander sor
timent is dan in boomgaarden. In boomgaarden treffen
we algemeen de Goudreinette aan met Bellefleur, Gro-
ningerkroon, Notarisappel, Zoete Ermgaard, Keuleman,
Zoete en Zure Bloemé, Campagnezoet enz. Behalve de
Goudreinette en Notarisappel treffen we deze variëteit
als regel niet in struiken-aanplantingen aan. Als wijkers
treffen we nogal eens de Early Victoria, die door de
hazen meer gewaardeerd wordt dan door de appelcon
sumenten. Verder kunnen we noemen: Cox's Oranje
Pippin, James Grieve, Jonathan, Yellow Transparente,
Perzik roode Zomer Appel, Laxton Superbe en Alling-
ton Pippen, die alle in meer of mindere mate door de
hazen uitverkoren worden.
Staan in een boomgaard alle boomen op zaailing, in den
struikentuin is dit anders en maakt men een dank
baar gebruik van de diverse doucin typen. Variëteiten
op type IX worden eerdei en erger aangevreten dan
bjjv. op type 1 en U en die weer eerder dan hoornen op
type XIII of XVI. Er zijn dus in het fruitteelt-bedrijf
meer factoren, waarmede men in verband met de hazen
rekening moet houden, o.a. de boomvorm, de variëteiten
en de onderstammen. De boomvorm is van belang met
.het oog op het aanbrengen van een gaasmanchet, of van
een omrastering De variëteiten zijn van belang, omdat
de hazen een voorkeur vertoonen voor bijv. Cox's Oranje
Pippin, James Grieve enz., terwijl ook de onderstam
va< wege de voorkeur der hazen van belang is.
Heeft men nu een struikentuin, die niet omrasterd is,
dan kan men trachten de hazenschade te voorkomen,
door bijv. als volgt te handelen:
1. Het snoeihout laten liggen, dit wordt dan afgeklo
ven, terwijl de struiken zelf grootendeels met rust
gelaten worden.
2. De hazen, op een behoorlijken afstand van het ter
rein, voeren met bieten, rapen en hooi.
3. Het onderste deel der struiken insmeren met een
brij van beer, koemest en gier. Zoo men dit goed
doet en het een paar keer herhaalt, kan men veel
bereiken, doch het moet goed gedaan worden.
4. Dierlijke olie geeft een goed resultaat door haar
stank, doch zoo men, bij jonge struiken, de knoppen
er mede raakt, gaan deze dood, loopen dus niet
meer uit. Eenige voorzichtigheid is we] gewenscht.
oudere takken en stammen kan men zonder be.
zwaar insmeren, zonder kans op beschadiging.
5. Afgewerkte motorolie wordt ook wel gebruikt, doch
dit geeft nogal eens beschadiging en is dan min
stens zoo erg als de beschadiging, door hazen aan
gericht. Met afgewerkte olie zij men dus zeer voor.
zichtig.
6 Er zijn een paar Duitsche wild-afweermiddelen, die
veel voldoening schenken, zoo o.a. Hiag neu. Door
de bijzondere omstandigheden is het echter niet
leverbaar. Dit is te betreuren, daar een eenmalige
bewerking afdoend resultaat te zien heeft gegeven.
Er zijn dus wel maatregelen--tegen hazenvreterij te
treffen, doch men moet voorop stellen, dat men het
goed doet, tgdens sneeuw of vorst eiken dag de kwee-
(Ing. mededeeling)
kerij door om de boomen te controleeren en zoo noodig
direct maatregelen te kunnen nemen.
De schade zelf kan men zooveel mogelijk trachten te
verkleinen door de wonden direct te behandelen met
bijv. Kankerdood. Door een goede wond behandeling ;s
nog veel ten goede te keeren en staat men dikwijls ver
steld hoe vlug de wonden overgroeien. Het is echter
noodzakelijk, dat men direct na het afvreten zijn maat
regelen treft.
Laat elke fruitkweeker er zich van bewust zijn,
dat hazen veel schade aan kunnen richten, doch
dat hij zelf mede aansprakelijk is voor de schade.
Het is wel erg gemakkelijk de jacht en den jager
de schuld te geven, doch zelf de banden uit de
mouwen steken is noodzakelijk. In verband met de
aansprakelijkheid van de jacht en den jager voor
hazen- en konijnenschade, zou het wel goed zijn,
zoo men in dit blad ook aan deze zyde van het
vraagstuk eens de aandaeht wilde schenken. Is de
jager mede aansprakelijk voor de schade, door
hazen en konijnen aangericht, en hoever gaat prac-
tisch en juridisch deze aansprakelijkheid
Krachtige bestrijding is gewenscht
In 't veilinggebouw te Hem (N.H.) staat een schand
paal in den vorm van een hevig door den loodglans
aangetasten stam van een pruimenboom en de
dorpsboerenleider heeft er een briefje aan genageld
waarin hij de boeren opwekt vooral het werk van
de loodglanscommissie in Westfriesland te steunen,
zullende anders gevaar loopen hun boomgaard op
dezelfde wijze als waarvan de stam hiernaast een
triest voorbeeld geeft, te zien aangetast.
Deze commissie ter bestrijding van de loodglansziekte
is eenige jaren geleden ingesteld door samenwerking
van dertien gemeenten in de ooftrijke streek tussehen
Hoorn en Enkhuizen, maar het werk dier commissie
was de laatste jaren door verschillende omstandig
heden niet geheel tot zijn recht gekomen. Nu,
waarschijnlijk door het natte seizoen, de meest bekende
veroorzaker van de gevreesde ziekte, de zwam Stereum
Purpureum, een z.g. wondparasiet, welke dus uitslui
tend door wonden in de weefsels binnendringt, gunstige
levensomstandigheden vond en de hoeden der zwam op
het vochtige hout weelderiger en dus duidelijker zicht
baar zijn dan gewoonlijk, zag de dorpsboerenleider zijn
kans. De commissie is weer tot leven gewekt, een
fruitteeltkundig assistent uit de Betuwe en de dorps
boerenleider, oud-leerling van de fruitteeltschool
te Hoorn, gaan de boomgaarden door en de erven
af om er de aangetaste boomen uit te pikken en al
het doode hout, als boomstompen, hekken en palen,
waarop de zwam, die haar gevaarlijke sporen verspreidt,
voorkomt, te doen verwijderen. Wel heeft zich de mee
ning dat een door loodglans aangetaste boom reddeloos
verloren was en onmiddellijk moet worden opgeruimd,
eenigszins gewijzigd en beschouwt men de ziekte niet
meer als een zoo verontrustend verschijnsel als vroeger,
maar de noodige aandacht moet aan de ziekte worden
geschonken en verschillende maatregelen dienen stipt
te worden uitgevoerd. Nu is het momenteel niet ge
makkelijk om de verordening door de betreffende ge
meenten aangenomen en waarbij bepaald wo«dt dat
Foto: Joh. Kuiper.
hout, waarop de paarsroode korstvormige vruchtlicha
men van de Stereum Purpureum zich gevormd hebben,
direct moet worden verbrand, na te komen, vooral
wanneer het hekken en palen betreft. Deze toch zijn
thans moeilijk te vervangen en in vele gevallen blijft
een erfafscheiding gewenscht. Anderzijds is het brand
hout tegenwoordig nu niet bepaald waardeloos, zoodat,
als bij elke kwade zaak, oo^ deze een goede zijde heeft.
In ieder geval moet worden voorkomen, dat de ziekte,
welke in 1885 voor het eerst in Frankrijk is beschreven
en nadien bijna de' geheele wereld heeft „veroverd",
zulke gevolgen met zich zal brengen als in Canada,
waar bijvoorbeeld de pruimeboomgaarden enkele jaren
geleden er zeer ernstig door geteisterd werden.