Indrukken en gedachten
w IE op de hoogte is van het werk van den Land
stand, wget, dat vanuit elke buurt bepaalde wenschen,
klachten of voorstellen kunnen worden doorgegeven
aan het provinciaal Landstand-bureau. Deze voorstel
len worden daar getoetst in de bijeenkomsteh van dt i
Boerenraad of van afzonderlijke deskundige commis
sies om daarna" doorgegeven te worden aan de betref
fende Hoofdafdeelingen van den Ned. Landstand. Er
is op die wijze een sterken band te vormen van den
boer op zyn erf tot in het hoofdbureau van den Land
stand in Den Haag. Hoe hechter deze band is, hoo
beter iedere schakel den boerengeest getrouw blyft,
des te beter zullen de bereikte resultaten zyn. Ales
wat er van den Landstand uitgaat, 'dient van den
boerengeest doortrokken te zijn en waarheidsgetrouw,
zóó dat er tusschen de voorstellen geen speld te krij
gen is en andere instanties daaraan reeds uit dien
hoofde hun goedkeuring moeten hechten. Wie in den
Landstand zijn verantwoordelijkheid voelt, weet dat
het zoo moet zijn en dat hij zich daarvoor heeft in te
zetten zonder meer.
R
Ie Jaargang No. 50
Vrijdag 18 December 1942
XVL
Over clagelijksche beslommeringen, schijn-winst cler boeren
en bereikte resultaten
|3 AGELI.JKSCHE BESLOMMERINGEN* in het
bedrijf zijn er vele en zeer uiteenloopende. Ze zijn niet
alle geschikt om in ons blad te worden besproken.
Natuurlyk niet, maar toch komt het voor dat door.
een bespreking of door een aanwijzing, eventueele
moeilijkheden kunnen worden weggenomen.
Zoo hoort men hier en daar klachten over de afname
van aardappelen. Natuurlijk zijn er ongeduldige boeren,
die HUN aardappelen direct allemaal wenschen te zien
afgenomen en er niet aan denken dat ook anderen
wel eens wat kwyt willen. Natuurlijk moet ieder op
Z'n beurt kunnen leveren en mag niet de een boven
den ander worden voorgetrokken. Daarover willen we
het echter nu niet verder hebben.
Af en toe hoort men dat vanwege den landkoopman
de aardappels te streng worden gekeurd en er daar
door ettelijke honderden kilogrammen worden uit
geschift die wel geschikt zijn voor consumptie. Dat is
natuurlijk niet de bedoeling en moet worden tegen
gegaan in het belang van onze voedselvoorziening,
maar óók in het belang van den verbouwer, die zijn
moeite ook beloond wil zien.
Hoe behoort de gang van zaken te zijn? Wanneer een
boer aan de beurt is om aardappelen aan de V.B.N.A
te leveren, kan hij eischen dat namens den landkoopman
een commissionair de aardappelen op het bedrjjf komt
keuren. Hy moet daar weliswaar iets betalen, maar hij
loopt niet het risico dat zyn aardappelen op de leve
ringsplaats eventueel worden afgekeurd.
Is de boer overtuigd dat hij houdbare, aan de kwali-
teitseischen voldoende aardappelen heeft klaargemaakt
en worden ze toch afgekeurd of wordt hem te veel
tarra berekend, dan zijn dat de beslommeringen, waar
we in den aanvang op doelden. Het komt natuurlijk
bovendien nog voor dat men z'n aardappelen- thuis
niet heeft laten keuren en dan op de leveringsplaats
te hooren krygt dat ze afgekeurd worden of extra tarra
in rekening wordt gebracht.
I>e reactie op een en ander is zeer verschillend. Er
zijn boeren die op zoo'n moment hevig te keer gaan,
het aan Jan en allemaal vertellen dat ze onrechtvaardig
zyn behandeld, maar het daarbij laten. Er zijn anderen
die het beroerd vinden, doch berusten. Beide methoden
zyn fout, indien men werkelijk overtuigd is in z'n
recht te staan.
Beter is het in zulke gevallen met den Plaatselyken
Bureauhouder te gaan spreken. De P.B.H. kan onmid
dellijk een controleur aanwijzen om de partij aardappelen
te keuren of deze kan den Provincialen Voedselcom-
missaris met het geval in kennis stellen. Laatstgenoemd
persoon heeft immers in zijn provincie het toezicht op
de geheeie voedselvoorziening. Indien de Buurthoeren- -
leider van meening is dat de betrokken boer in z'n
recht is en de P.B.H. het „geval" niet voldoende onder
zoekt,' moet de Buurthoerenleider zich in verbinding
stellen met den Prov. Boerenleider of diens staf en
deze weer met den Voedselcommissaris. Het is onnoodig
dat de boeren zich een onjuiste behandeling door de
afnemers van zyn aardappelen, de landkoopman of diens
commissionairs, laten welgevallen.
SCHIJN-WINST DER BOEREN
eeds in een vorig nummer wezen wij er qp dat velen,
buiten de boerenwereld staande, zoo gemakkelijk oor-
deelen dat de boerenstand in „de gouden eeuw" leeft,
d.w.z. dat er groote winsten worden gemaakt.
We willen daarop nog eens terug komen, omdat deze
schijn den boer noodlottig kan worden en inzonderheid
den veehouder noodlottig dreigt te worden. HIJ VOOR
AL IS HET DIE NOG STEEDS IN DEN HOER ZIT
WAAR DE SLAGEN VALLEN, óók al zijn de koeien
thans duur. Die koeien moeten hem de melk leveren
waaruit hij z'n bestaan moet putten, maar die te dure
melkkoe kan een strop voor hem worden als ze als
melkkoe ongeschikt wordt en als weidekoe of als
slachtkoe weg moet. De boer moet er dan te vee)
op afschrijven, terwijl bovendien de melkkoe van thans
in vele streken gemiddeld slechts 50 k 60 van de
productie haalt bij die in de jaren voor den oorlog.
Als men daarbij bedenkt dat alle kosten hooger zijn
geworden, kan iedei met eenig nuchter verstand op
zijn duim narekenen dat de melkprys veel te laag is.
De veehouder heeft recht op een belangrijke verhooging
van zijn melkprijs en ieder die hem deze verhooging
misgunt en hem onthoudt, doet groot onrecht jegens
een zeer belangrijk deel van onzen boerenstand. Er
zou meer van te zeggen zijn, maar we hopen voldoende
duidelijk te zijn geweest. Op dit punt mag de boer
geen fooi aanvaarden, maar moet geheel het stre
ven zijn van allen die dit aangaat, dat den veehou
der zijn rechtvaardige belooning ontvangt zonder
meer!
Als men hoort van inkomens uit normale Friesche
veehoudersbedrijven ter grootte van 3035 ha., van
15001800, waarin dan nog de inkrimping van het
veebeslag is verdisconteerd, behoeft dit geen nadere
verduidelijking om te kunnen aanvoelen, dat deze ge
zinnen niet vooruit, maar achteruit gaan.
En als de belastingambtenaren daarenboven op het
oorlogspad zijn en de hoogere balanseijfers als extra
winst kwlificeeren, loont de maat wel heel erg over.
Het is de eeuwige strijd tusschen taxatie naar ge
bruikswaarde en verkoopwaarde en daarvan is boer
Sijmen de dupe, want menig belastingambtenaar ziet
alleen de dooie cijfers der balans en ziet niet het
levende materiaal waarmee de boer moet rekenen.
Om een voorbeeld te noemen. Als een boer een paard
op de balans heeft staan voor 800 en hij verkoopt
dit dier aan de Weermacht voor 1300, dan zou hij
volgens de boeken ƒ500 verdienen, indien hij geen
nieuw paard terug hoefde te koopen. Hij moet dat
echter wel doen en hij bemerkt, dat hij voor een
minder goed dier 1500 moet betalen. Hij heeft daar
door geen winst, maar 200 verlies plus een minder
paard.
Neen, zegt de belasting-inspecteur, in zoo'n geval
althans in sommige deelen van het land gij hebt
toch winsér Het nieuwe paard moet voor 1500 op
de balans en gij hebt derhalve ƒ700 winst. In werke
lijkheid is de boer ƒ200 armer geworden, maar voor
de belasting is z'n winst 700.—.
Wanneer men zich even realiseert wat dit beteekent
in een veehoudersbedrijf, zal men beseffen, dat hier
verandering dringend noodig is. Men kan de boer wel
ryk rekenen, maar hij zal zich arm tellen als er op
dit punt geen maatregel; n worden getroffen.
BEREIKTE RESULTATEN
ET zou erg democratisch zijn hier uitvoerig te
gaan opsommen welke resultaten de verschillende
Hoofdafdeelingen van den Nederlandschen Landstand
reeds voor de leden hebben bereikt.
Over het algemeen is het zoo, dat de leden die een
open oog hebben voor dezen tyd, zeer goed weten, dat
er har^gewerkt wordt om logische maatregelen door
gevoerd te krygen. Zij weten ook, hoe hard het vooral
voor degenen is, die onvermoeid zich ergens voor in
spannen, te moeten ervaren, dat al hun moeite tever-
geefsch is geweest. Tegen oorlogsomstandigheden die
iets onmogelijk maken is natuurlyk niet op te tornen.
Het is ook nog wel eens verkeerd inzicht in het boe-
renwezen, dat sommigen anjjftenaren parten speelt.en
het is helaas ook wel eens zoo, dat de strijders voor
een rechtvaardige belooning van den boerenarbeid het
gevoel hebben, dat byv, de prijs die de boer voor z|jn
melk ontvangen moet, thans nog dezelfde behandeling
ondervindt als in den democratischen tijd. m.a.w. dat
er nog nooit geld te vinden schijnt te zijn voor een
rechtvaardigen prijs der landbouw- en veeteeltproduc
ten, ook niet al is de fundamenteele beteekenis van
den boerenstand en landbouw voor ons volksbestaan
duidelijker in het licht komen te staan. Het is dus
nog niet zoo, dat de Nederlandsche Landstand slechts
op een knopje heeft te drukken om zijn rechtvaardige
wenschen onmiddellijk geaccepteerd te krijgen. Er
moet voor gestreden worden hier en daar om iets
gedaan te krijgen. We wenschen het niet mooier voor
te stellen dan het is. Zoo bijv. met de huisslachtings-
kwestie. Het heeft vele voeten in de aarde gehad vóór
het resultaat dat onlangs Kon worden gepubliceerd,
werd verkregen. Dat sommige opgehitste heethoofden
in een anoniemen brief ons durven te schrijven, dat
dit een opgezet zaakje is geweest, om toch de belang
rijkheid van den Landstand bij de boeren ingang te
doen vinden, deert ons niet. Wat deze „helden"aaar-
mee bedoelden? Wel, ze meenden uitgevonden te heb
ben, dat in onderling ovefeleg tusschen overheidsinstan
ties en Landstand het „huisslachtingsprobleem" in scène
werd gezet, teneinde na eenige weken te kunnen me-
dedeelen, dat de Landstand gedaan had weten te
krijgen, dat de huisslachting inderdaad HUISslachting
kon blijven. Als men dergelijke middelen ter hand zou
moeten nemen om den Landstand populair te maken
was het niet best!
Dat de Landstand de kwestie van de huisslachting heeft
gewonnen, is te danken aan den boerengeest die door
middel van den Landstand zegevierde.
EN DAT DE TUINDERS THANS OOK EXTRA
BONNEN KRIJGEN VOOR ZWAREN ARBEID,
IS TE DANKEN AAN DE AFDEELING TUIN
BOUW VAN DEN NEDERLANDSCHEN LAND
STAND, DIE NIETS ONBEPROEFD HEEFT GE
LATEN OM IN DEZE RECHTVAARDIGE ZAAK
EEN GOEDE OPLOSSING TE VERKRIJGEN.
DANK ZIJ VOORAL OOK DE DIRECTEUR VAN
DEN PROEFTUIN TE NAALDWIJK, IR. REE-
MENS, IS DAT GELUKT. EERE WTEN EERE
TOEKOMT.
Zoo zouden we meerdere gevallen kunnen opnoemen,
waarby resultaten zijn bereikt die er zyn mogen. We
houden daar niet van, maar soms is het noodig, dat
dit eens duidelijk gesteld wordt, omdat anderen zich
zoo gaarne schynen te sieren met lauweren die hun
niet toekomen. Dat ondanks alle ingespannen arbeid
geen voldoende verhooging van den melkprys kon 'wor
den verkregen, is iets wat we ten zeerste betreuren,
maar dit doet ons niet versagen.
TER HAAR