De Fransche landbouw Sterke uitbreiding van roggeteelt in Bulgarije VRIJDAG 18 DECEMBER 1943 DE LANDSTAND PAG. 4 KRIS KRAS DOOR DE WERELD 9 Fransche boeren moeten voor moderne methoden worden gewonnen ERWIJL. verleden jaar de Fransche oogst bijna over de geheele linie beneden de normale cijfers van voor den oorlog bleef en in het najaar van 1940 slechts een klein percentage van een normale opbrengst kon worden geborgen, is de oogst dit jaar weer vrij normaal uitgevallen. Niettemin moet er nog veel worden ge daan, alvorens Frankrijk zijn voedselvoorziening uit de binnenlandsche productie kan dekken en het land een bijdrage kan leveren in de voedselvoorziening van Europa. Veelal is men van meening, dat de Fransche landbouw slechts den braakliggenden grond behoeft te ploegen, om de landbouwopbrengst zeer aanzienlijk te kunnen verhoogen. Men neemt aan, dat 5 tot 7 mil- lioen h.a. jaarlijks in Frankrijk onbenut blijven en dientengevolge voor de menschelijke voeding verloren gaan. Zulk een gedachtengang is echter te eenvoudig en draagt noch rekening met de feiten, noch met de vele moeilijkheden, welke aan ontginningen momenteel, als gevolg van de oorlogsomstandigheden, in den weg staan. Het laatste statistisch onderzoek in den landbouw heef{ uitgewezen, dat in 1929 een oppervlakte van 7.1 millioen h.a. onbebouwd bleef. Het grootste deel van dit areaal komt echter voor bebouwing niet in aanmerking of kan niet in korten tijd in de landbouw- i productie worden ingeschakeld. Terwijl slechts 1.4 mil lioen h.a. woeste grond geconstateerd werd, had het heideland een oppervlakte van 3.9 millioen h.a. en be sloeg het rotsachtige en bergachtige gebied een opper vlakte van 1.4 millioen h.a. De rotsachtige en berg achtige grond kan slechts onder bepaalde voorwaarden en ten deele in den loop van verschillende decennia voor den landbouw bruikbaar worden gemaakt. Ook de cul tiveering van den heidegrond gaat met bijzonder groote moeilijkheden gepaard, welke onder de huidige omstan digheden zeker niet gemakkelijk kunnen worden over wonnen, waarbij het een open vraagblijft, welk per centage van dezen grond voor landbouw geschikt is. Iets anders staat de zaak bij woesten grond, waarvan de ontginning waarschijnlijk gemakkelijker zal zijn. Niet temin is ook, voor deze ontginning een groot aantal arbeidskrachten en bedrijfsmiddelen noodig, twee facto ren, waaraan onder de huidige omstandigheden een tekort bestaat. Het denkbeeld van cultiveering van 5 tot 7 millioen h.a. is dus in Frankrijk geenszins ge rechtvaardigd, naar nog onlangs door Fransche en Duitsche deskundigen werd vastgesteld. De bemoeiingen om de opbrengst van den bodem op te voeren, gaan veel meer in de richting van een betere bebouwing van den braakliggenden grond, welke in 1939 een oppervlakte besloeg van 1.8 millioen h.a. De oplossing van het Fransche landbouwprobleem moet tevens worden ge zocht in een nuttiger gebruik van de bedrijfsmiddelen, een doelmatige teeltvolgorde, een rationeele bodem bewerking en een zorgvuldige zaaigoedselectie. Sinds de bezetting trachten de Duitsche autoriteiten den Franschen boeren bij te brengen, dat de zorgvuldige bewerking van een van nature rijken bodem, een be langrijke stijging tot gevolg heeft. Het is niet een voudig de Fransche boeren voor dit standpunt te win nen en hun te doen inzien dat het systeem van exten sieve bebouwing momenteel groöte bezwaren heeft. Bij extensieve bebouwing hebben de akkers, wegens den vruchtbaren bodem, steeds rijke oogsten geleverd, zon der dat daarvoor bijzonder veel moeite behoefde te worden gedaan. Dit geschenk van de natuur heeft er veelal toe geleid, dat de Fransche boeren, na gezaaid te hebben, de akkers aan zichzelf overlieten in het bewustzijn, dat volgens de ervaring van tientallen jaren, de oogst goed zal worden. Welken invloed echter een intensieve bodembewerking op de opbrengst heeft, is den Franschen boeren slechts in uitzonderingsgeval len duidelijk geworden. Op modelboerderijen wordt mo menteel aanschouwelijk onderwijs gegeven aan de Fransche plattelandsbevolking en de voordeelen van intensieve bebouwing uiteengezet. Ook op het gebied van het zaaigoed heerschten en heerschen ten deele nog in Frankrijk middeleeuwsehe toestanden. Er zijn talrijke boerderijen, waarvan de eigenaar tot op heden nog niets gehoord heeft van een doelmatige keuze van het zaaigoed en sinds la&ge jaren slechts een deel van zijn oogst afzondert als zaaigoed. Deze toestanden drukken, zooals begrijpelijk is, ook hun Stempel op den nieuwen oogst. De Duitsche autoriteiten hebben een breede laag der plattelandsbevolking gedemonstreerd, hoe sterk een juist gebruik van prima zaaigoed den opbrengsten ten goede komt. Zooals bekend zijn uit Duitschland groote partijen graanzaad, alsmede poot- aardappelen en groentezaad ingevoerd om de Fransche oogsten te vergrooten. De Fransche regeering heeft sinds 2 jaren maatregelen getroffen om de productie op te voeren en nog steeds wordt daarmede voortgegaan. Een van de belangrijkste bepalingen was de wet, welke zich keerde tegen de vlucht van het platteland naar-de steden, terwijl platte landers, welke van de stad naar het dorp terugkeerden, staatssubsidies in het vooruitzicht werden gesteld. Ook de Landbouwcorporatie van Frankrijk, welke bij de wet van 2 Dec. 1940 in het leven werd geroepen, heeft zich in dienst gesteld van de landbouwpolitiek en vormt een doeltreffend instrument om het agrarische bedrijfsleven van Frankrijk in de juiste banen te leiden. Europapress. Luister ZONDAG as 14.00—14.45 uur over Hilversum 2 naar den ,,Ek is een gebore Transvaler" DE'NEDERLANDSCHE OMROEP De roggeteelt in Bulgarije zal in 1943 een sterke uit breiding ondergaan. Terwijl in 1937 een oppervlakte van slechts 118.600 ha en in 1939 211.000 ha met rogge werd bebouwd, is voor 1943 een oppervlakte van 360.000 ha. voor de roggeteelt bestemd. voor de week van 21 Dec.26 Dec. 1942 ZONDAG 20 DECEMBER: van 8.30 tot 8.45 uur over H. I en H. II beginnen we den dag met te luisteren naar „Den zin van het boer zijn". Dirk van de Bospoort wijdt hedenochtend zijn gedachten aan ,,Wintersche -Wende". Van 13.00 tot 13.15 uur over H. II vervolgt C. Pama de serie lezingen over ,,Wie en wat waren onze voor ouders?" Dezen middag geeft hij een uiteenzetting over den burgerlijken stand. MAANDAG 21 DECEMBER: vragen wij van 8.00 tot 8.15 uur over H. II de aandacht van eiken boer en tuinder voor het actueele nieuws van deze week. Men verzuime niet deze uitzending te be luisteren. Van 12.30 tot 12.15 uur H. II vieren we met de familie De Boer het Midwinterfeest. Er zijn misschien nog luisteraars, wien de beteekenis van het Midwinterfeest nog niet recht duidelijk is. Zij kennen alleen maar het Kerstfeest. Doch deze twee feesten houden ten nauwste verband met elkaar, luistert U maar eens goed naar deze uitzending, Dat men op het platteland het mid winterfeest viert, is doordat men zich daar dichter bij de natuur voelt dan ergensanders. Deze midwinter- wende-viering wordt traditiegetrouw door vele^boeren- families in eere gehouden en nog heden ten dage op dezelfde manier gevierd als reeds ook onze Germaansche voorouders deden. Welke gebruiken men alzoo pleegt na te komen op dezen dag, verklappen wij niet, doch wij raden U aan deze uitzending niet over te slaan. Van 20.30 tot 20.45 uur over H. II hoort men in de serie Uit Neerlands Gouwen een hoorspel getiteld: „De zoon van de heks", van Anthony Stad, bewerkt naar een waddenlegende. DINSDAG 22 DECEMBER: van 12.30 tot 12.45 uur over H. 11 vragen wij weer uw aandacht voor de Landbouw-Hoogeschool te Wagenin- gen We bezoeken met den verslaggever D Hiddinga een niet minder belangrijke afdeeling dan de vorige, n.l het Instituut voor Bemestingsleer is vandaag aan de beurt. Prof. Hudig, een van de bekendste figuren uit de Nederlandsche landbouwwetenschap zal U het een en ander vertellen over het werk van dit Instituut en zal U daarna rondleiden en een verklaring geven van de belangrijke onderzoekingen die aldaar worden ver richt. Velen van de oudere boeren zullen zich nog herinneren, hoe Prof. Hudig gewezen heeft op een goede mestbewaring en het belangrijke voordeel, dat er was verbonden aan het bewaren van gier in een gierkolk gedurende den winter, omdat men in het voorjaar meer profijt hiervan kan trekken. Dat het bemestingsvraag- stuk nu meer dan ooit actueel is en het Instituut onder hoogspanning werkt, zal U uit deze uitzending blijken. WOENSDAG 23 DECEMBER: van 8.00 tot 8.15 uur over H. II volgt een programma voor de rijpere jeugd van het platteland. Van 12.30 tot 12.45 uur over H. II gaan we een bedrijfs reportage beluisteren over een zaadselectiebedrijf op Texel. Welke beteekenis zaadselectie voor den Neder- landschen land- en tuinbouw heeft, zal men nu kunnen vernemen. Immers van het al of niet goed zijn van het zaad hangt onze heele voedselvoorziening af. DONDERDAG 24 DECEMBER: van 8.00 tot 8.15 over H. II gaan we met den micro foon op bezoek op een boerderij ergens in de provincie Utrecht. Vanzelf raken we in gesprek over het naderend Kerstfeest. De boer vertelt ons hierover het een en ander en over zijn taak in de dorpsgemeenschap. Van 12.30 tot 12.45 uur over H. II gaan we luisteren naar de serie *In en om den bijenstal", waar ditmaal gesproken wordt over ,,De bij en haar producten in symboliek ei poëzie". Onze bijenvrienden zullen natuur lijk allen om dezen tijd aan dén luidspreker zitten, om maar niets te missen van dit interessante praatje. Van 20.00 tot 21.00 uur brengen we een programma, getiteld: „Stille avonden in wendetijd". Een verhaal voor den midwinter van M. Zwiers. ZATERDAG 26 DECEMBER: Op 2e Kerstdag van 12.''0 tot 12.45 uur over H. II vragen wij de aandacht van onze visschers voor een uitzending, getiteld: „Kerstmis voor' de Visschers". Over dit onder werp spreekt R. van de Veen, Het Kerstfeest vraagt van ons allen de noodige inkeer en bezinning, zoo ook van de visscher-s. Visschers laat allen het Kerstevangelie op U inwerken, opdat het Dicht, d?t nu doorbreekt z'n warmte zal verspreiden aan en T w omgeving, een eng en eenzelvig standpunt doet verdwijnen ten op zicht^ van visscherij-instanties en wederzij dsch begrip en vertrouwen zal mogen schenken. In de vi -jeving van Kolhorn (N.H.) ziet men tegenwoordig den gaswagen rijden- Men ziet op de foto hoe een paard gegastwordt ter bestrijding van huidziekten. Foto's: Joh. Kuiper Andere tijdenandere zeden! Vroeger stak men den rooden haan in de tanue- doppen, thans worden ze geperst en voor veevoeder gebruiktHet geeft in de Wieringermeer weer handen vol werk.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 4