VJ
Boerenleider Roskam bezoekt de oude
kolonisatiedorpen
BEELDEN UIT OOSTLAND
VRIJDAG 18 DECEMBER 1942 DE LANDSTAND PAG. 6
Van de reis van Boerenleider Ros
kam door het land van de Zwarte
Aarde staat ons een serie zeer in
teressante foto's ter beschikking,
die wij regelmatig op deze plaats
zullen publiceeren.
•^ïoeveel de Germaansche boerenaard wel van den Sla-
vischen verschilt, vindt U het beste geïllustreerd
in de foto's 3 en 4.
De eerste vertoont een gedeelte van den kolonisten
hoeve in Chortitza, waar ondanks alle gruwelen van
vervolging en terreur, huis en hof goed verpleegd
en in orde werden gehoudón, naarmate het maar
eenigszins mogelijk was.
En bewijzen dat troepje blonde kinderen, geboren in
een tijd van verdrukking en ellende, maar vóór wien
nu ook gelukkig een zonniger periode aanbreekt,
niet beter dan vele lange stamboomen de zuivere
Noordrasafkomst van deze boeren?
Het volgend plaatje geeft ons een kijkje op een Sla
vische boerderij. En, waar deze boeren lang niet m
die mate als de kolonisten aan terreur en vervolging
bloot stonden, toont dit ons duidelijk, dat de zin voor
orde en netheid, de waarlijke liefde voor den grond,
den Slavische volkeren ontbreekt.
ARGUS
N 1788 trokken de eerste Kolonisten van
Nederlandsche afkomst naar de Oekraine. Het
waren voornamelijk Doopsgezinde boeren uit
de Saksische en Friesche gewesten van ons
land, die, tijdens de Spaansche overheersching,
om des geloofs wille naar Westpruisen waren
gevlucht, zich in de omgeving van Dantzig
hadden gevestigd, maar die opnieuw twee
eeuwen later, ter wille van hun geloof in
ballingschap werden gedreven.
Daar zij zich steeds door vredelievendheid, eerlijkheid,
vlijt en eerbiediging van 's lands wetten hadden on
derscheiden, noodigde de Tsarina Catharina van Rus
land hen uit, zich in d'e wijde stepp^wereld van de
Oekraine te vestigen en zegde hun vele privileges
toe, die ook door latere Russische heerschers werden
geëerbiedigd.
Het zijn deze kolonisten, onze bloedsbroeders, die de
Oekraine tot den korenschuur van Europa hebben
gemaakt. Overal waar zij zieh vestigden, begon wel
vaart te heerschen, vrede en menschlievendheid. Zij
ontgonnen hier de woeste gronden, legden moerassen
droog, beboschten de kale vlakten en stichtten dorpen
en volksgemeenschappen, waar^ werkelijk het: „hebt
Uw naaste lief als Uzelven", in practijk werd ge
bracht. Lang voor er ergens op de wereld leerplicht
werd ingevoerd, ontving bij hen al ieder kind onder
wijs en een bekwame vakopleiding; ouden van dagen
werden op liefderijke wijze verzorgd, hun ziekenhui
zen en verplegingsinrichtingen konden ten voorbeeld
strekken voor de geheele wereld; zelfs de Russen ge
tuigden van hen:
„In de dorpen van de Mennonieten (zooals deze kolo
nisten sinds eeuwen genoemd worden) zijn moord en
diefstal, dronkenschap, armoede en ontucht onbekend."
Zoo leefden deze boeren in welvaart en vrede en
spreidden geluk en vreugde om zich heen, totdat
totdat de terreur van het roode Rusland over hun
dorpen sloeg en alles, dat ..in jaren van moeilijken
arbeid verworven was, prijs gaf aan verwoesting
en vlammen.
Maar dat was niet eens het ergste. Honderden boeren
werden weggesleept van vrouw en gezin en naar verre
streken verbannen of eindigden hun leven in mijn-
groeven. Duizenden boeren, vrouwen en kinderen wer
den vermoord, afgeslacht, onteerd. De tooneelen, die
zich hier hebben afgespeeld, zijn niet te beschrijven;
het leed, dat hier gedragen moest worden, zal nooit'
ook maar voor een klein gedeelte te schatten zijn.
Alles, wat voor deze Godsvruchtige en eerlijke men-
schen waarde had of heilig werd geacht, werd vol
komen vernietigd. De gezinnen werden uitéén gerukt
oude menschen vermoord.
De gevolgen van deze terreur zijn nog lang niet te
overzien. De eens zoo welvarende landstreken zijn
weer in woestenijen veranderd, de boerenhoeven zijn
grootendeels verwoest en het land was in de Kolchoze
opgenomen en is dus gruwelijk verwaarloosd.
In 1914 leefden er in Rusland ongeveer zoo*n 100.000
kolonisten.
Vele duizenden zijn vermoord, maar ook komen nu
nog soms uit de ondoordringbare bosschen boeren
families voor den dag, vrouwen en meisjes, die zich
hier jarenlang verborgen hielden om zoo de bloed
schande te ontgaan, om zoo, ten koste van de grootste
ontberingen, toch hun sibbe rein en zuiver te houden.
Toen boerenleider Roskam dezen zomer met de des
kundigen van de Nederlandsche Oostcompagnie een
reis dóór de Oekraine maakte, bezochten zij natuur
lijk de streken, waar zich vroeger deze bloeiende ko
lonies bevonden. Zoo werd door hen ook Chortitza,
een van de oudste Mennonietendorpen in Rusland, be
zocht en hier was het, dat de Boerenleider voor het
eerst in contact kwam met enkele van deze kolonisten.
In Chortitza staat nog steeds de eeuwenoudó ge-
richtseik, de boom, waaronder de eerste kolonisten
hier het land onder elkaar verdeelden en hun hechte
lotgemeenschappen stichtten. Naast deze boom staat
nog een oude Nederlandsche boerderij en uit eerbied
voor de nagedachtenis aan deze oude kolonisten, heb
ben de Duitsche machthebbers den grond, waarop eik
en boerderij staan, tot natuurreservaat verklaard, zoo
dat zij als een monument bewaard zullen blijven voor
het nageslacht.
Ook gelukte het den Boerenleider in kennis
te komen met een boer, Klaasen, wiens naam
al voldoende zijn Nederlandsche afkomst be
wijst. Deze boer was, evenals zoovele anderen,
door de communisten meegesleept en naar de
ertsmijnen in de Oeral verbannen. Na jaren
lang in deze hel geleefd te hebben, gelukte
het Klaasen aan de aandacht van zijn bewa
kers te ontsnappen. Te voet onderaam hij nu
de bezwaarlijke reis naar zijn hofstede terug;
overdag zich schuil houdende en 's nachts
reizende. In 1937 kwam hrj weer in zrjn ge
boorteplaats terug en hield zich daar zoolang
schuil, tot de Duitsche soldaten het dorp
binnenmarcheerden.
Hiernaast: De oude gerichts-eik in
Chortitza, waaronder eens de eerste
kolonisten van Nederlandsche af
komst te zamen kwamen en de hun
toegewezen gronden verdeelden.
Hierboven: Kolonistenhoeve in Chor
titza.
Onder van links naar rechts: Boe
renleider Roskam in gesprek met
boer Klaassen en diens vrouw; en
een Slavische hoeve uit de omgeving
van Rome.
Foto's: Archief N.O.C*