Een kerstlied voor Moeder Maria
De Landstand
Even aandacht!
in ZEELAND
INHOUD:
Pag. 3'
DE LANDSTAND
VRIJDAG 25 DECEMBER 1042
Dirk van de Bospoort vertelt bij het luisterspel
J ET Kerstprogramma van den Nederlandschen Om
roep bevat -voor den eersten Kerstdag (14.0015.00
uur via Hilversum II) een luisterspel van Dirk van de
Bospoort met den titel „Een Kerstlied voor Moeder
Maria". De belangstelling voor het luisterspel in het
algemeen en voor de programma's van hoogtijdagen
in het bijzonder, heeft ons aanleiding gegeven, met den
schrijver eens een praatje te gaan maken over zijn
werk.
Zooals den lezers niet onbekend zal zijn, is de heer Van
de Bospoort een ijverig strijder voor het begrip volksche
cultuur, dat wil zeggen voor een cultuur, die steunt
op den eigen aard van het volk en de natuurlijke
levensgrondslagen. En vanzelf werd dat dan ook het
uitgangspunt van ons gesprek.
„U hebt in den Omroep de taak, U bezig te houden
met de boeren-uitzendingen en we hebben U al eens
„de boer van den Omroep" hooren noemen. Moeten
we daaruit afleiden, dat het „Kerstlied voor Moeder
Maria" een boerenspel is?" vroegen wij.
„Niet bepaald. Misschien is het niet onaardig om, nu
U zoo die aanduiding „boer van den Omroep" ge
bruikt, eens te vertellen, dat ik eigenlijk heelemaal
geen boer ben. Dat wil zeggen, geen boer in den
gewonen zin van het woord. Ik stam uit het gezin
van een eenvoudigen dorpsambachtsman, al zijn zoo
wel mijn Vader als mijn Moeder van Veluwschen
boeren-kom-af en zijn mijn mooiste jeugdherinneringen
die aan de dagen en weken, doorgebracht bij de boeren
familie. Dat zal ook wel de oorzaak geweest zijn, van
mijn toenemende belangstelling voor het boerenvolk
in latere jaren, hoewel mijn leven zich in heel andere
richting scheen te zullen ontplooien."
„U bedoelt
„Och, laten we daarover niet uitweiden. Het is niet
belangrijk. Wel van belang is, dat ik als journalist
op het Drenthsche platteland tenslotte naar den boer
teruggeleid werd en daar door den boerennood der
jaren van de wereldcrisis aan het nadenken kwam
over de oorzaken van een verval, dat tot zulke wan
toestanden voerde. Kijk, hier werd voor mij de theorie
van het bloed en den bodem doorleefde werkelijkheid.
Het boerenbloed van mijn voorouders ervoer het leed
en het onrecht als eigen leed en eigen verontrechting.
En op den ouden grond der hunnebedden herleefde voor
mijn geest de grootheid van de Germaansche boeren-
cultuur, die zijn dooden zulke rustplaatsen gaf. Het
practische resultaat daarvan was: deelnemen aan de
jonge boerenbeweging, die een jaar of 10, 12 geleden
opkwam. Ik onderscheidde in die beweging den sterk
materialistischen inslag en het gebrek aan bewustzijn,
dat het hier ging om meer dan een hooger loon voor
den boerenarbeid. Ik zag het gevaar van een nieuwen
klassestrijd opkomen en ging mijn best doen om
begrip te verwekken voor wat ik noemde „de hoogere
roeping van het land". Kort gezegd, ik legde er mij
op toe, den boer bij te brengen, dat zijn bloed en zijn
geest waarborgen moesten zijn voor de gezondheid
van volken en rassen, dat hij daardoor zijn levens
houding moest laten bepalen en daarop zijn rechten
moest grondvesten. Er ontstond destijds nogal wat
deining over mijn optreden in vergaderingen en pers
artikelen en de tegenstand leerde mg pas, hoever ons
volk was komen af te staan van zijn boeren-her-
komst
Even zwijgt onze verteller, terwijl een glimlach over
zijn gelaat trekt bij het ophalen van herinneringen.
Dan hervat hij het woord:
„Ja toch was dat een mooie tijd. Twee, drie ver
gaderingen soms op één avond, urenlange autotochten,
dan het gewone werk aan de krant, dat niet lijden
mocht. Dan kwam de uitnoodiging van de zijde der
Jonge Nationaal-Socialistische Beweging, om in haar
rijen mee te komen strijden, gesprekken met de bóeren-
leiding en met den Leider, ir. Mussert zelf. En het
kon niet anders: daar lag een weg, dien ik moest
opgaan. Ik zou U aardige dingen kunnen vertellen over
de ervaringen uit die jaren toen in het zoogenaamd
vrije Nederland een eenvoudige dorpsjournalist er geen
meening op na mocht houden en den grootsten ge-
meenen deeler moest vinden uit den inhoud van vol
komen ontwortelde grootestadsbladen. Waarom ik dit
eigenlijk vertel? Omdat dit alles blijkbaar noodig is
geweest om te leeren, waarom het met land en volk
ging, zooals h#t ging. Maar ook, omdat het veel van
den inhoud van het „Kerstlied voor moeder Maria"
voor den luisteraar verklaart."
„Zoo komen we dus weer bi; ons uitgangspunt. Hebt
U hier weer de werkwijze, die men kent van uw
vroegere gelegenheidsspelen, toegepast? ik bedoel: een
mengeling van gedicht en proza, geschreven voor
leeken en beroepsspelers?"
„Nee, ik wil over den inhoud van het spel liever niet
veel zeggen, dien kan men straks beluisteren. Maar
wel dit: ik heb me verplaatst in een eenvoudig dorp
van, laat ik zeggen, een veertig jaar geleden, geruimen
tijd voor den vorigen oorlog. Het leven was toen in
zulke dorpen nog van een arcadische gemoedelijkheid,
Het luisterspel van
Dirk van de Bos
poort (wie kent niet
zijn „Achter den
l'loeg" uit ons blad)
„Een Kerstlied voor
Moeder Maria" kunt
U Vrijdagmiddag
(eersten Kerstdag)
beluisteren over Hil
versum II van 14.00
15.00 uur.
(familiefoto)
maar de sociale tegenstellingen begonnen er hun rol
te spelen. Hier en daar bestonden nog feodale toe
standen van middel-eeuwsche structuur en de arbeids
verhoudingen kenden niet de tegenstellingen van lateren
tijd. De groote wereldsensaties hadden het leven van
dorpsmenschen nog niet zoozeer beroerd en men ging
op in wat zich binnen den eigen kring afspeelde. Als
de torenhaan doorgeroest was en dreigde te vallen,
Was dat een gebeurtenis van de eerste orde. Zulk een
gebeurtenis vormt den inzet van het spel, dat zich dan
verder ontwikkelt rondom de figuur van Kerst Brand,
den zoon van moeder Maria. De jongen draagt de erf-
eigenschappen van zijn geslacht, hij is een dichter
figuur, zijn hart trekt naar den boer, maar het ge
slacht is verarmd, zooals vele boerengeslachten in een
tijd, die de waarde van een sterk boerendom niet wilde
verstaan.
En meer moest ik eigenlijk niet vertellen, dan dit, dat
ik getracht heb, in den meest eenvoudigen vorm den
Germaanschen boerengeest te laten spreken en aan
te toonen, hoe uit dien geest een nieuwe cultuur van
recht en gerechtigheid op natuurlijken grondslag kan
opbloeien.
Het spel wordt uitgevoerd door het Radio-tooneel on
der regie van Jan Lamers en met muziek van P.
Jakma, vertolkt door Omroepkoren en orkesten. Ik
zie zelf met belangstelling de uitvoering tegemoet,
omdat het een zware opgave is voor de spelers, om
de eenvoudige dorpssfeer in al haar simpelheid te ver
tolken."
„Als ik goed begrijp is dus uw spel niet gebouwd op
de traditioneele Kerstgedachte?"
„Ja en neen. Kijk, ik ben van meening, dat uit den
tijd, dien wij beleven, een eigen kunst moet ontstaan.
Ook al bereiken we daarmee niet meteen de hoogste
hoogte. En deze kunst moet en kan haar stof vinden in
het eigen volksleven. Zij kan dunkt mij, niet te eenvou
dig van structuur zijn. Het lijkt mij weieens toe, dat dit
de grootste moeilijkheid is, waarvoor de rjveraars voor
volkseigen kunstuitingen staan: hoe vinden we den
vorm, welke een door allerlei vreemde sensaties on
zuiver afgesteld volksgemoed kan boeien, zonder te
werken met onechte prikkels. Vooral ten aanzien van
radiokunst geldt dit. Maar U moet me ten goede hou
den, dat ik nu daarop niet verder inga. U kunt uit
deze opmerkingen afleiden, waarom de menschen in
„Het Kerstlied voor moeder Maria" zijn zooals zij zijn.
En wat de traditioneele Kerstgedachte betreft, Licht
en Vrede zijn ook mij dierbaar. Meer zeg ik er niet
van dat zal de luidspreker wel doen als het zoover
is. Tot een volgenden keer er is nog iets anders
te doen vandaag
En nu weet U met dat al nog niet, wat er in het
Kerstspel staat. Dat is ook eerlijk gezegd onze bedoe
ling. „De luidspreker zal het wel zeggen" en deze doet
dat dus Vrijdagmiddag (eersten Kerstdag) van 14.00
15.00 uur. (Hilversum II).
De kantoren van den Nederlandschen
Landstand zullen van Donderdag 24 De-
t cember tot Maandag 4 Januari 1943
Redactie-adres:
GROOTE MARKT 28
GOES, TEL. 2345 (toestel 05)
Uitgave.:
UITGEVERIJ „VOLK EN BODEM"
POSTBUS 281 DEN HAAG
Advertenties: Losse plaatsing 25 et: per m.m., in alle
edities 75 ct. per m.m.
Abonnementen: Voor niet-leden van den Nederi. Land
stand 5.— per Jaar of t 1 25 per 3 maanden.
Alle briefwisseling betreffende exploitatie, advertenties
en abonnementen, aan postbus 281, Den Haag.
Telefoon 11.48.35.
No. 51 Vrijdag 25 December 1942
Pag-
1. Levenskracht
2. Indrukken en gedachten XVII
2. Achter den ploeg.
3. Dirk van de Bospoort vertelt.
4. Midwinter,
4. Kerstdag in Damme.
5. Wat „Land en Volk" brengt.
6/7. De terugkeer.
8. Voor de Landvrouwen.
8. Tuinbouw in het kleine boeren- en pluimvee
houdersbedrijf (Pronkboonen)
9. In het boerenkool-seizoen.
9. „Brood voor Europa".
10. Vergelijking van ha verrassen.
10. De beschrijvende rassenlijst van landbouwge
wassen 1943.
10. Veulenlahme.
11. Het R. V. O. maakt bekend.
11. Officieele Landbouwmededeelingen.
Het eerstvolgende nummer van „De Landstand" zal
Vrijdag 8 Januari 1943 verschijnen.
BENOEMINGEN
Benoemd tot gezworene van het waterschap Oud en
Nieuw Noord-Beveland, G. M. F. Bom te Wissekerke.
Benoemd tot dijkgraaf van den Kreekrakpolder, H.
van Gorsel te Rilland-Batli.
gesloten zijn.
Het behoeft niet altijd gesneeuwd te hebben om een
echt winterbeéld te krijgen.
Foto: Archief „De Landstand"