Waak voor de kleine eieren Iets over het voeren en bewaren van pulp Behoedt uw bedrijf voor boete of afsluiting DE LANDSTAND PAG. 10 op 16 April met een handmachine op een rijen-afstand van 33 cm. De opkomst liet door het drooge schrale weer veel te wenschen over. Alleen Emmabloem kreeg een vollen stand, Mansholt stond te dun en Peragis zelfs veel te dun. De veldjes werden doorgeslagen op 16 Juni. De ontwikkeling was over het geheel genomen tamelijk goed te noemen, ofschoon vele veldjes te hol bleven. Peragis stond het gerst in bloei, kort daarop de beide andere rassen tegelijk. De veldjes bleven over het algemeen vrij van ziekte, alleen in het Mansholt kwam wat valsche meeldauw# voor. Peragis was het kortst en het stevigst op stengel; vooral Mansholt was slap en lang en legerde tegen het oogsten geheel. Ook was Peragis het vroegste rijp, nl. op 20 Augustus, Emmabloem het laatste, op 1 September. Gemaaid werd op 2 September en gedorscht op 14 September. In kwaliteit was het zaad van Emmabloem het mooiste; d<*t van Mansholt was het donkerste. De gemiddelde zaadopbrengst per are bedroeg: Emma bloem 10 kg., Mansholt 8.5 kg., Peragis 10 kg. De opbrengst van alle perceelen en rassen was dus aan den lagen kant waaraan het weer in de eerste groeiperiode wel de meeste schuld zal dragen. Haverproeven op het Landbomvproefveld te VVilhelminadorp Vergeleken werden in opbrengst en groei op zwaren kleigrond de volgende rassen en kruisingen: Adelaar. Sv. Ster x Adelaar, Mansholts Wodan, Hylkema's Expres, Mansholts Binder, Zege x Mahndorf 902, Dippe's vroege Witte en Echo x Adelaar. De voorvrucht was aardappelen, terwijl bemest werd met 200 kg. K 40 ha. Stikstof kon hier niet aangewend worden. Aantal partijen 3, elk van 1.15 are. Gezaaid werd op 30 Maart met een handmachine op een rijen- afstand van 24 cm., tegen 125 kg. per ha. De opkomst was op 15 April vrij regelmatig en egaal. Ontwikkeling: Over het algemeen vrij goed, doch Ster x Adelaar en Wodan bleven wat schraal; in iets min dere mate was dit ook met Adelaar het geval. Dippe's vr. Witte, Binder en Zege x Mahnd. groeiden het best. Omstreeks midden Juni kwam bjj alle rassen het tekort aan stikstof goed uit. In bloei: 1. Dippe's vr. Witte; 2. Expres; 3. Echo x Adelaar; 4. Wodan; 5. Ster x Adelaar en Zege x Mahnd.; 6. Adelaar en Binder. Stevigheid van het stroo: Door den schralen stand en het vrjj korte stroo bleven de meeste rassen goed overeind; alleen bij Dippe's vr. Witte en Adelaar werd legering geconstateerd. Rijpen: Het eerst de Dippe's vr. Witte op 14 Aug. het laatst Adelaar, Zege x Mahnd. en Echo x Adelaar op 20 A'* U5tU9. Gemaaid: 20 Augustus. Kwaliteit van het zaad: Deze was maar matig. Echo x, Adelaar en Wodan ^aren het grofst en Adelaar het fijnst. Zege x Mahnd. en Ster x Adelaar waren ook wat aan den fijnen kant. Tusschen de overige rassen bestond niet veel verschil. Opmerking: Het 2e perceel van Ster x Adelaar moest wegens sterk afwijkende opbrengst vervallen. De gemiddelde opbrengsten in kg. per are waren als volgt: Ras Stroo Graan Adelaar 53.3 32.8 Sv. Ster x Adelaar 53.6 39.0 Mansh. Wodan 37.9 33.7 Hylk. Expres 40.7 35.3 Mansh. Binder 38.1 33.5 Zege x Mahnd. 902 44.5 34.9 Dippe's Vroege Witte 38.8 35.1 Echo x Adelaar 41.4 38.0 De opbrengsten bleven door het gebrek aan stikstof a den lagen kant. Het best voldeed nog Sv. Ster x delaar, ofschoon Echo x Adelaar daar beneden bleef. In dezen tyd winnen de voedermiddelen, die van eigen bodem afkomstig zijn. beduidend aan waarde. De tyd, dat onze kudden vee ..'s winters by La Plata graasden" (d.w.z. van overzeesch krachtvoer leefden), is voorby. Daarom moeten wy ook met het voeren van pulp zooveel mogeiyk ons voordeel doen. Pulp is een afvalproduct der suikerfabrieken. De bieten worden gewasschen. in reepjes gesneden en met heet water uitgeloogd. Hieruit volgt, dat alles wat oplosbaar is, uit de bieten trekt, zooals zouten, suiker e.d.. terwijl bleten reeds van nature eiwitarm zyn. Het Is dus zonder meer duideiyk, dat pulp geen krachtvoer Js en men er geen wonderen van kan verwachten. Het droge slofge- halte is 9.6 (vaak nog lager als de pulp al te nat la), het 4 eiwitgehalte is 0,4 en de set meel waarde bedraagt 6.6 Het eiwit Is geheel verteerbaar; het gehalte aan mineralen is practisch niets. De zetmeelwaarde Is dus het belangrykst. Overigens is het een gezond voer en wanneer men or fosforzure voeder- kalk of geslibd kryt by kan geven, kan men er tot 30 k g. per koe per dag van geven. Men kan de melkproductie er goed mee op peil houden, al zal het wel van weinig gunstigen invloed zyn op het vetgehalte eh op de con ditie der dieren Men rekent gewooniyk. dat 14 k.g. natte pulp gelijk staat in voederwaarde met 10 k.g. voederbieten van 16 procent Kan men de pulp laten drogen, dan verkrygt men een product van gemiddeld 88 procent droge stof en 1,5 procent Pluimveeteelt s [eRINNER ik me goed, dan heb ik al eens toe gezegd een beschouwing ten beste te zullen geven over het verband dat er bestaat tusschen het aan tal en het gewicht der eieren, dat dooj* een hen wordt gelegd. En aangezien belofte nog steeds schuld maakt, hoop ik een dezer dagen het bewijsmateriaal te verzamelen, waarmede dat verband zal worden dui delijk gemaakt. Voor dit oogenblik heb ik echter iets anders op- mijn hart, dat eveneens met het eigewicht verband houdt en wel de omstandigheid, dat ik den laatsten tijd nog wel eens een zekere onverschilligheid wat het eigewicht betreft moet opmerken. De reden daarvan is niet ver te zoeken. Helaas!, voeg ik daar aan toe. Men moet een bepaald aantal eieren inleveren, dus of dat ei groot of klein is („duiveneieren" vallen buiten die levering) interesseert de leveranciers niet, als men het aantal maar heeft. Hoe meer eieren men .overhoudt, des te meer er ook in den zwarten handel kunnen verdwijnen en ook daar interesseert men zich niet voor groote eieren, als het maar een kipei is, waarvoor men graag een bespottelijk hoog bedrag neertelt. Dat menschen met smalle beurzen, die in omstandigheden verkeeren, waarvoor zij moeilijk bui ten een ei kunnen, zonder bepaald ziek te zijn, het nakijken hebben, komt er bij hen blijkbaar minder op aan. Ook weet ik, dat men het geval tracht goed te praten, door te vertellen, dat de officieele prijs te laag is, waarmede ik direct instem, maar dat beteekent r.og geenszins, dat men prijzen mag nemen, welke minstens een paar veelvouden van den loonen- den prijs bedragen. Op dit oogenblik hecht men dus meer waarde aan een aantal eieren, dan aan het gewicht daarvan. Mo gelijk zijn er bij, die drommels goed weten, dat er een verband bestaat tusschen aantal en gewicht der eieren van een hen en slim meenen te doen, door uit lichte eieren, zeg van 52-55 gram, in het komende seizoen de kuikens te halen. Wat zouden zij zich echter in de vingers snijden! Daarom deze korte waarschu wing, want er komt straks weer een tijd, dat er geen zwarte handel zal bestaan, dan telt het gewicht wel degelijk mee en zit men met de gebakken peren! Het eigewicht wordt mede door de erfelijke samen stelling der dieren bepaald, zoowel wat dè hennen als wat de hanen betreft. Een ietwat onaangename om standigheid daarbij is, dat deze erfelijke factor voor wat de kleine eieren betreft, domineerend is, d.w.z. dat bij een paring van dieren, waarvan het eene zoo veel mogelijk fokzuiver voor de zware eieren is en het andere voor de lichte, de nakomelingen over het alge- men lichee eieren zullen geven. Zij, die vroeger b.v. hanen van den welbekenden Amerikaanschen wit leghorn Tancred stam importeerden, welke zeer veel, doch voor ons land te kleine eieren legden, kunnen daarvan meepraten, want het eigewicht ging over het geheele bedrijf naar beneden. Van diezelfde omstan digheid heb ik persoonijk als pluimvee-technisch adviseur van een pluimvee-bedrijf gebruik gemaakt door het voor een courant marktei te hooge eigewicht van 66-70 gram, tot pl.m. 60-62 te verlagen, wat een vlot afzetten marktei beteekent. Maar het was drommels uitkijken, dat het nog niet meer de laagte in ging! Er schuilt zelfs een dusdanig gevaar in, dat ik onder de huidige «mstandigheden, nu we niet met een constante voedersamenstelling rekening kunnen houden, waardoor we de hennen dus ook minder goed in handen hebben, zou aarzelen, om datzelfde weer eens te doen. Knoop dus goed in het oor, dat bij het nemen van broedeieren in het komende seizoen, men de lichte broedeieren vermijdt en liefst eieren van 58-62 gram neemt, waarmede men de kerk in het midden laat en zijn belangen voor de toekomst beter dient, dan zich tot de lichte eieren te bepalen. HOLSTEYN. mineralen. Bovendien bedraagt het ruw eiwitgehalte 3,8 en de zetmeelwaarde 58, terwyi dit product ook heel goed te bewaren is. In de practyk wordt echter de meeste natte pulp Ingekuild, wanneer men alles niet tijdig kan opvoeren. Laat men het gewoon op een hoop liggen, dan begint het te broeien en te gisten, waarbij het gevaarlijke en onsmakeiyke boter^uur gevormd wordt. Kuilt men op de juiste wyze in, dan vormt zich voornamelijk melkzuur, hetwelk aan de massa een frisch zuren smaak geeft, zoodat het met graagte door het vee wordt opgenomen. Bovendien maakt de zuurgraad, dat bederf niet meer kan optreden, zoodat het product zonder groote verliezen gedurende langen tyd bewaard" kan biyven. Men kan inkuilen in silo's en in den grond, 't Laatste Js het eenvoudigste, maar geeft altyd verliezen door veront reiniging met aarde. Men dekt af met 50 60 c.M. aarde, terwyi vooraf alles goed aangedrukt moet worden, opdat geen luchtholten achterblyven. Onder in den kuil en er bovenop wat stroo ls wel goed. Veel beter Is het natuuriyk om in silo's in te kuilen, mits men genoeg heeft om den silo te vullen. Legt men boven op een laagje stroo. dan is verontreiniging met aarde zoo goed ais uitgesloten. Heeft men geen silo's meer ter be schikking of geen groote partyen pulp om te bewaren, zoo kan men deze ook opslaan in kelders of in leege varkenshokken, mits de lucht maar aan alle kanten af gesloten is. Men kan dan heel goed afdekken met een laag papieren zakken, waarop steenen gestapeld worden. Mits de druk gelijkmatig verdeeld wordt en het papier niet scheurt, Is schimmel of rot ingesloten. Ook bij het bewaren van gestoomde aardappelen voldoet de laatste methode goed. By pulp moet men natuuriyk zorg dragen voor waterafvoer. Doordat ingekuilde pulp veel water verliest, stygen de gehalten Het droge stofgehalte is meestal rond 10 pCt„ ruweiwit 0.5 en de zetmeelwaarde 6, hetgeen dus iets meer is dan by natte. Men dient in het algemeen niet meer dan 25 k.g per koe per dag te geven, mestvee tot 30 k.g., ter wijl het voor jongvee en droogstaande koelen te weinig mineralen bevat. Een goed voederrantsoen voor koeien van 500 k.g. l.g. 15 k.g. melk, is het volgende: 8 k.g. hooi, 25 k.g. inge kuilde pulp, 5 k.g gedroogd gras. By een melkgift van 10 k.g. per dag: 8 k.g. hooi, 10 k.g. ingekuilde pulp en 3% k.g. gedroogd gras. By 5 k.g. melk: 8 k.g. hooi, 10 k.g. pulp, kg. meel. Van natte pulp geeft men natuuriyk iets meer. G. Voorloopige aanvraag voor Wintergranen en Koolzaad voor de N.A.K.-keuringen De voorloopige aanvraag voor de keuring van wintergranen en koolzaad is weder opengesteld. De aanvraagformulieren kunnen worden aangevraagd by de secretariaten der ge westelijke keuringsdiensten van de N.A.K.voorzoover deze niet reeds zyn toegezonden aan degenen, die verleden jaar aan de keuring hebben deelgenomen. We staan thans voor het derde jaar, dat de gesloten zaal zaad voorziening heeft gegolden, d.w.z. dat uitsluitend door de N.A.K. te velde en op party goedgekeurd zaaizaad in het verkeer mag worden gebracht. Door byzondere om standigheden als grootere uitzaai van koolzaad, geringe opbrengsten e.d. moest ook dit jaar nog handelszaad tot liet verkeer worden toegelaten. Getracht zal dienen te worden dit het komende jaar te voorkomen en dit kan, indien in alle keuringsgebieden voldoende perceelen voor de keuring worden aangegeven. Wel zal het steeds'noodig blyven, dat uit het eene gebied zaaizaad naar elders wordt vervoerd, vooral in jaren, waarin de oogst in. bepaalde gebieden mocht tegenvallen. In verband met de vervoers- mogeiykheden verdient het echter aanbeveling, dat in ieder gebied een behoorlyke hoeveelheid te velde goedge keurd zaaizaad ter beschikking komt. Handelaren en Aan- koopvereenlgingen kunnen goed werk doen, door leverings contracten met de verbouwers af te sluiten, waardoor althans een belangryk deel «der behoefte kan worden ge dekt. Een ruime aangifte is ook daarom gewenscht, omdat ver wacht mag worden, dat er in het buitenland vraag zal zynnaar prima zaaizaad. In het belang van onze toe komstige export dient het te exporteeren zaad aan hooge eischen te voldoen. De beste waarborg is daarvoor de keuring te velde en op party. Dit zaaizaad vormt een waardevol ruilobject op de internationale markt. Ieder zorge, dat hij tydig aanvraag-formulieren aanvraagt, want na den door de gewesteiyke keuringsdienst gestelden datum, worden geen perceelen meer aangenomen. Sommigen zullen zich afvragen, waarom moeten de wintergranen en het koolzaad op een zoo vroegen datum worden aangegeven, daar deze pas in den zomer 1943 worden beoordeeld. Hiervoor zyn twee redenen. In de eerste plaats voorkomt men hierdoor een ophooping van werkzaamheden in het voorjaar. Zou alles in de maand Mei worden opgegeven, dan zouden de keuringen te laat .aanvangen. In de tweede plaats wordt door do voorloopige aangifte de verwisseling van perceelen voorkomen. Direct na den uitzaai weet iedere verbouwer de juiste ligging nog precies. Omwisseling der perceelen kan tot teleurstelling aanleiding geven. In het voorjaar wordt nog gelegenheid gegeven om de voorloopige aangegeven perceelen wintergewassen terug te trekken, indien deze onverhoopt zouden uitvriezen of door andere reden omgeploegd moeten worden. Weest zuinig met gas en eiectriciteit Het zijn niet alleen de particulieren, die de nood zakelijkheid moeten inzien van een straffe bezuiniging op het verbruik van gas en eiectriciteit, nu de kolen- positie niet toelaat, dat men er op roekelooze of gedachtelooze wijze mee omspringt. Naast de parti culiere verbruikers moeten ook de industrieën bedenken, dat bet electriciteits- en gasverbruik gerantsoeneerd is en allee in het werk moet worden gesteld om de rantsoenen niet te overschrijden. De instelling van een energie-wacht, waartoe elk bedrijf verplicht is, d.wz. één of meer energie-controleurs, die er op hebben toe te zien, dat niet noodeloos energie wordt verbruikt, is één van de middelen om het energie-verbruik te beperken. By een zoo spaarzaam mogelijk gebruik van alle energie en bij een zoo doelmatig mogelyken inzet van arbeidskrachten en grondstoffen, moet een zoo groot mogelijk nuttig effect worden bereikt. Iedereen, en ook elk bedrijf behoort er de grootste aandacht aan te besteden, dat geen eiectriciteit of gas onbenut verbruikt wordt Geschiedt dit niet, dan kan boete of afsluiting van den toevoer volgen, hetgeen voor de onderneming schadelijke gevolgen met zich brengt. Het is dus ieders eigen belang en het is tevens het belang van de onderneming, dat onder geen voor waarde het rantsoen wordt overschreden. Voor alle industrieën. Hoewel het reeds van belang is, dat men het licht uitdoet, als men het niet noodig heeft (dus in elk geval bij het verlaten van een lokaal, waar niet meer

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 10