Tweede wijziging Landelijke regeling van loonen en andere arbeidsvoorwaarden in den Land- en Tuinbouw PACHTWET-ONDERLINGE BEDRIJFSRISICOREGELING BORGSTELLINGSREGELING REMISSIEREGELING Zitdagen Bureau Pacht VRIJDAG 8 JANUARI 1943 DE LANDSTAND PAG. 4 wen, gelegen zyn temiauen van Het beciiijl, want daai is ruimte. Bovendien is deze oplossing economisch gewenscht. De sterk uiteengelegen bedrijven vragen een onevenredig verlies aan tijd en arbeid voor extra vervoer over den weg. De cultuurgrond dan van Nederland is in deze be stemming procentsgewijze verre dé belangrijkste van allemaal. Hij telt 71 van den totalen Nederlandschen bodem. Hierbij is 7.7 bosch niet inbegrepen. (De totale oppervlakte van ons land bedraagt 3.292.000 ha. waarvan cultuurgrond is 2.334.000 ha.) Alleen al omwille van dit hooge percentage tegenover de andere ^odembestemmingen heeft- de cultuurbodem recht op de voornaamste belangstelling, en hieruit is te verklaren, dat zoovele instanties zich met dien cultuur bodem bemoeien Ik heb ze boven al even genoemd het zijn o.a. de dienst der Zuiderzeewerken, de dienst der werkverruiming, de cultuurtechnische dienst, de dienst der Domeinen, waarbij zich als publiekrechte lijke lichamen aansluiten de vele waterschappen en polders onder toezicht van den Provincialen Waterstaat en in den laatsten tijd de publiekrechtelijke bedrijfs organisatie van de boeren van den Nederlandschen Landstand. Ook de Nederlandsche Heidemaatschappij dient hier genoemd te worden. Uit het laatste jaarverslag van de Heide-Mij. olijkt reeds dat zij zich In samenwerking met de streekplannendiensten reeds bezig houdt met agrarische bestemmingsplannen. Het is dus uit de samenwerking van al deze instanties onder de groote overkoepeling van het Nationale Plan, dat tot stand zal kunnen komen en ook moeten komen een bestemming tot cultuurgrond van die gronden, die daar geschikt voor zijn en voor in aanmerking komen. Een onderzoek en inventarisatie van al deze gronden zal dus noodig zijn. 1. om de huidige bedrijfsomstandigheden te ver beteren. 2. uit bittere noodzaak bij de bevolkingstoename. In voorbereiding hierop zal het alvast nuttig zijn binnen het kader van den Nederlandschen Landstand een onderzoek in te stellen naar alles wat nog ter verbetering van den bodem en de uitbreiding der cultuurgronden gedaan kan worden in onze provincie. Ook dit is nog een uitgebreid werkterrein. Het omvat: a. landaanwinning in het Westen der provincie; b. grond-verbetering, ontginning, egalisatie; c. ontwatering d. veiligstelling tegen overstroomingen; e. bevloeiing; f. ruilverkaveling en ontsluiting; g. bewoon baarmaking en voorziening met huizen en bedrijfsgebouwen. Dit laatste punt is van het allergrootste gewicht en de verbetering hiervan houdt eigenlijk met de meeste der voorafgaande punten ten nauwste verband. In vele gebieden van Noord-Brabant zijn de bedrijfs omstandigheden nog van dien aard, dat heele gebieden volmaakt onbewoond zijn, dit kan niet anders of het moet een zeer nadeeligen invloed hebben op de bedrij ven, terwijl over het algemeen de kwaliteit der gronden goed te noemen is. Ik zou willen vermelden: de traverse van de Beersche Maas, het gebied ten Westen van de Dieze, de z.g. Algemeene Omkading van Vlijmen, Engelen, Bok hoven en Hedikhuizen, de Langstraatsche Buiten polder, de Donge-Polders, de Haagsche Beemden, de Ettensche Beemden, om de meest in het oog loopende maar te noemen. Hierbij zijn nog verschillende ge bieden in de hooge gronden te voegen. Het moet het doel van den Landstand zijn en blijven, al deze gebieden in meer daadwerkelqken zin dan tot nu toe bewoonbaar te maken en aldus toe te voegen aan de gronden, die voor intensieve cultuur dienen. Het is noodig. dat er in de kleine bedrijven wat lucht en ruimte komt, want ik geloof, dat ze op den rand der bestaansmogelijkheid leven. Het boerenvolk is de bron waaruit de heele gemeen schap put om haar tekorten aan te vullen. De moeite besteed aan dit boerenvolk en zijn grond is dus indirect voor allen van belang. Indien deze overtuiging richt lijn zal zijn bij de opstelling der bodembestemmingen van het Nationale Plan. en wie zal in dezen tijd hier aan twijfelen, dan zal de boer de plaats krijgen, die hem toekomt. Deze Organisatie is ten behoeve van pachters en verpachters gesticht door de voornaamste bonden van grondbezitters en landeigenaren van landpachters en hypotheekboeren. Neemt deel aan de r 'e'itingen worden gaarne verstrekt door: CENTRAAL BEHEER, Singel 126—130, Amsterdam, Tel. 47190. (Ingezonden mededeeling) De Gemachtigde voor den Arbeid; Gezien het verzoek van het Nederlandsche Arbeids front, gevestigd te Amsterdam, en den Nederlandschen Landstand, gevestigd te 's-Gravenhage, d.d. 10 en 18 November 1942, strekkende tot het wijzigen en aan vullen van de landelijke regeling van loonen en andere arbeidsvoorwaarden in den land- en tuinbouw, dd. 1 September 1942 (Nederlandsche Staatscourant 1942, no. 169), voor zooveel de provincie Zeelang betreft; Overwegende, dat de voorgestelde wijzigingen en aan vullingen aanvaardbaar en ter bereiking van een be hoorlijke loonvorming wenschelijk zijn; Gelet op artikel 10 van de Verordening no. 114/1942 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederland sche gebied betreffende de ordening van den arbeid; Beschikkende: A. Wijzigt respectievelijk vult aan het bepaalde onder G van de in aanhef dezes bedoelde regeling als volgt: Artikel 1, eerste alinea, regel 3 van boven: in plaats van de woorden: „akkerbouw en/of veehouderij" te lezen: „akkerbouw, veehouderij en tuinbouw". Artikel 2: dit artikel vervalt en wordt opnieuw vast gesteld als volgt: Artikel 2 De arbeiders worden als volgt onderscheiden: 1. voor wat het dienstverband betreft in: a. b. vaste arbeiders met een dienstverband van een jaar, van 1 Maart tot en met einde Februari; c. los-vaste arbeiders, die recht hebben op werk gedurende het geheele jaar van 1 Maart tot en met einde Februari, uitgezonderd de vorst perioden d. seizoen-arbeiders, met een dienstverband van ten minste 3 maanden, doch korter dan een jaar; e. losse arbeiders, aangenomen voor onbepaalden tijd, óf voor een bepaald werk óf voor een bepaalden tijd, doch korter dan 3 maanden. 2. Voor wat den leeftijd betreft, in: a. volwassen mannen van 21 jaar en ouder; b. jeugdige arbeiders van 16 tot en met 20 jaar; c. volwassen vrouwen van 18 jaar en ouder; d. jeugdige vrouwelijke arbeiders van 16 en 17 jaar; e. leerlingen. Artikel 3, tweede regel van boven: tusschen de woor den: „van een" en „vasten" in te lasschen het woord: „knecht". Artikel 8: dit artikel vervalt en wordt opnieuw vast gesteld als volgt: Artikel 9 Emolumenten. Wanneer aan knechts, vaste en los-vaste arbeiders emolumenten worden verstrekt, worden deze tegen de vastgestelde richt- of marktprijzen berekend. Voor een vrije woning met bijbehoorenden tuin mag 1,50 per week worden afgetrokken. Zaaiklaar opgeleverd aardappelland wordt naar plaat selijk gebruik verstrekt, waarvoor het geldloon per week met 5 cent per are mag worden verminderd. Artikel 9: dit artikel vervalt en wordt opnieuw vast gesteld als volgt: Artikel 9 Jeugdige arbeiders en vrouwen. De week- en/of uurloonen van de mannelijke jeugdige arbeiders bedragen: Op 20-jarigen leeftijd 95 pet. Op 19-jarigen leeftijd 90 pet. Op 18-jarigen leeftijd 80 pet. Op 17-jarigen leeftijd 70 pet. Op 16-jarigen leeftijd 60 pet. van het loon van vol- wassen mannen. De week- en/of uurloonen van volwassen vrouwelijke arbeiders bedragen 2/3 van de loonen der volwassen mannen. Het uurloon voor jeugdige arbeidsters van 16 en 17 jaar bedraagt respectievelijk 80 en 90 pet. van dat der volwassen vrouwelijke arbeiders. Artikel 10: in de laatste zinsnede vervallen de woor den: „en van vrouwelijke arbeidskrachten-. Artikel 12: toegevoegd wordt een tweede alinea, lui dende: „Op akkerbouwbedrijven van meer dan 35 ha. wordt aan den eersten- of opperknecht 50 cent per week betaald boven het knechtsloon". Artikel 13: tweede alinea, na de woorden: „1 Novem ber" worden de volgende woorden toegevoegd: „en voor de niet-Katholieke arbeiders voor de Bid- en Dankdagen". Artikel 14, eerste alinea, (onder a), tweede regel van boven: tusschen de woorden „van" en „een" in te las schen de woorden „een knecht". Artikel 15, onder a, eerste regel van boven: het woord „arbeiders" te vervangen door het woord „knechts"; Onder b, eerste alinea: het daar gestelde vervalt en wordt opnieuw vastgesteld als volgt: „Voor de andere arbeiders/sters in de maanden Maart tot en met Novem ber ten hoogste 58 uren en in de maanden December, Januari en Februari ten hoogste 48 uren". Artikel 16: dit artikel vervalt en wordt opnieuw vast gesteld als volgt: Het loon voor volwassen knechts bedraagt: a. voor hen, die een uur of méér dan een uur vroe ger aanvangen dan de gewone arbeiders, 22 per week; b. voor hen, die minder dan een uur vroeger aan vangen dan de gewone arbeiders, 21 per week. Het normale loon voor volwassen arbeiders bedraagt 36 cent per uur. Bij hooi- en oogstwerk en bij dorschen met eigen gar nituur in eigen onderneming in de maanden Maart tot en met November wordt 4 cent per uur extra be taald. Bij kunstmeststrooien wordt 5 cent per 100 kg. extra betaald. Voor overuren op werkdagen tusschen 4 en 22 uur wordt 5 cent extra betaald. Voor nachtarbeid, zijnde arbeid tusschen 22 en 4 uur, woidt 10 cent extra beWald. Voor niet-gebruikelijken arbeid op Zondag en op de in artikel 13 genoemde feestdagen, wordt eveneens 10 cent per uur extra betaald. Voor huiswachters op Zondag of op een der in artikel 13 genoemde feestdagen wordt 1,50 betaald; B. Bepaalt, dat deze beschikking in werking treedt met ingang van 14 December 1942 en te allen tgde door den Gemachtigde voor den Arbeid kan worden gewijzigd of ingetrokken. 's-GRAVENHAGE, 11 December 1942. De waarnemend Gemachtigde voor den Arbeid VERWEY GOES: Dinsdag 12 Januari 1943, Groote Markt 20, van 1113.30 en van 1415 uur. OOSTBURG: Woensdag 13 Januari, Café de Vuist, van 1213 uur. MIDDELBURG: Donderdag 14 Januari, Café de Eendracht, Lange Giststraat, van 1314 uur. THOLEN: Zaterdag 16 Januari, Café Wed. Hoek, van 11.3012.30 uur. HULST: Maandag 18 Januari, Café Brand, van 12.30—13.30 uur. ZIERIKZEE: Donderdag 21 Januari, Café De Ko renbeurs, van 1213 uur. TERNEUZEN: Woensdag 27 Januari, Hotel „Des Pays Bas" van 1314 uur. vaste knechts met een dienstverband van een Artikel 16 jaar, van 1 Maart tot en met het einde van Februari; Loonen.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 4