Moeilijkheden en mogelijkheden voor dén Duitschen boer Vacler? Kijk je kinderen eens aan! VRIJDAG 15 JANUARI 1943 DE LANDSTAND PAG. 2 dan opzij gedrukt door een te groote zucht naar eigen voordeel. Wtf wijzen op deze dingen om bij ieder die het aangaat nog eens aan te dringen op het zich hou den aan de voorschriften. Geen onzer mag zijn plich ten jegens de volksgemeenschap verzaken. Ook niet al is de verleiding voor een grooter geldelijk gewin aanwezig. Dat alles doet niets af aan het feit dat ook veehouders die zich wel houden aan de vastgestelde prijzen even goed te weinig voor hun melk ontvangen. Weliswaar heeft de thans toegezegde verhooging van l'/2 cent per kg. daarin een belangrijke verbetering gebracht, maar een loonende melkprijs is toch nog anders. „Kom dan met cijfers van de Boekhoudbureaux", zoo werd ons geschreven. VV'ij hopen daarvoor in de gelegenheid te zijn. Nog te vaak kykt „men" naar veehouders die duur fokvee hebben verkocht of duur zaai- en pootgoed afzetten en deze „men" gaat dan generali seeren alsof deze witte raven den geheelen boerenstand omvatten. Het is zelfs noodig bij het nagaan der cijfers van de Boekhoudbureaux terdege rekening te houden met bijkomstige factoren zooals wy er hierboven noem den. Daarover echter een andere keer meer. Vandaag willen we in elk geval besluiten met op te merken dat we dankbaar zijn voor het t.o.v. den melkprijs be reikte' resultaat efi daarbij de hoop uitspreken dat ernstig zal worden getracht den veehouder aan den melkprijs te helpen die hem toekomt, om zyn taak in de volksgemeenschap met volle energie te kunnen ver vullen. Meer verlangen wy zeker niet, maar ook niet minder. Afgezien daarvan is de veehouder verplicht zich tot het uiterste in te zetten, omdat deze tijd van ieder offers vraagt nu het gaat om het zyn of niet-zijn van ons volk. Te weinig wordt dit laatste helaas be grepen. TER HAAR Een gezonde boerenstand eischt een hooger geboortecijfer P ER gelegenheid van de Jaarwende hield de Reichsobmann des Reichsnahrstandes, boer Gustav Behrens een rede, die, hoewel uitsluitend gesproken tot en bedoeld voor den Duitschen boerenstand, ook voor ons land belangwekkende passages bevat, waar van wij hier enkele zullen overnemen. Temeer, waar uit deze redevoering duidelyk blijkt, dat de moeilijk heden, die onze boeren bij het uitoefenen van hun bedrijf ondervinden, niet enkel tot ons land beperkt blijven, maar zelfs vaak in meerdere mate op de bedrijven van onze agrarische Oosterburen drukken. En terecht valt in deze rede dan ook een overwin- ningstoon te beluisteren, gerechtvaardigd door de wijze, waarop de Duitsche boerenstand en vooral de Duitsche boerenvrouw alle moeilijkheden heeft weten te overwinnen en hierdoor de voedselpositie van het geheele Duitsche volk heeft veilig gesteld. Met trotsch kan de Reichsobmann dan ook op de productiecijfers van het afgeloopen jaar terugzien. Wat de moeilijkheden betreft, herinnerde hij er aan, dat ook in 1942 nog niet voor alle agrarische produc ten een alleszins bevredigend prijspeil kon worden bereikt. Toch zijn er voor vele producten belangrijke verbeteringen bereikt: bijv de prrjsverhooging van aardappelen, die zeker tot een verhoogden verbouw zal leiden, de toeslag op de melk, de afleveringspre- miën voor gevogelte en eieren en de kort geleden ingevoerde verhooging der varkensprjjzen. Al deze maatregelen zullen er toe bij dragen, dat de land bouwer door deze voordeelen wordt aangemoedigd meer varkens te mesten, ^en hoogere melkproductie te bereiken en meer aardappelen te verbouwen, terwijl tegelijkertijd de verhoogde bedrijfsuitkomsten het mogelijk zullen maken, dat de bedrijven nog beter worden uitgerust. Daarmede is evenwel nog niet gezegd, dat door deze maatregelen de Duitsche boerenstand volledig zelf standig is geworden, zoodat zij nu verder uit eigen kracht de noodige verbeteringen bewerken kan. Juist gedurende den oorlog zal het zeer moeilijk zyn, de technische uitrusting van bedrijven te verbeteren en te vervolmaken. Oude machines, kunnen nu moeilijk door de verbeterde prijzen wordt voor de toekomst machines om den arbeid te verlichten en de productie hooger op te voeren, is nu nog vaak onmogelijk. Maar door de verbeterde prijzen wordt voor de toekomst toch de basis gelegd, waarop straks na den oorlog de Duitsche landbouw zal worden gevestigd. Het probleem der arbeidskrachten in den landbouw is, ondanks de nieuw opgeroepen lichtingen, beter geregeld dan in de voorafgaande jaren. Het aanwen den van meer dan 1 millioen buitenlandsche arbeids krachten. heeft zeer zeker verlichting van den arbeid gebracht Verschillende maatregelen op het gebied van den landbouw worden nog door ons overwogen en straks ten uitvoer gebracht. Deze maatregelen zijn belangrijk en voor de productie beslissend, maar niet zoo zeer van fundamenteele beteekenis voor het Duitsche Landvolk. Veel belangrijker en van een geweldige draagwijdte is het feit, dat de Führer op voorstel van Backe in de NSDAP het Rijksbureau voor het Duitsche Landvolk ingesteld heeft. Dit zou zelfs voor ons wel eens het kenmerkendste feit van 1942 kunnen zijn! Het dóórzetten van den oorlog wordt in den voedings sector beslist door het succes in den productieslag en in den marktaanvoer. De toekomst van den Duitschen Boerenstand echter wordt op staatkundig en niet op economisch gebied beslist! Door het instellen van het Rijksbureau voor het Duitsche Landvolk, heeft de Führer duidelyk tot uitdrukking gebracht, welke beteekenis het Duitsche Landvolk voor de toekomst van het Duitsche volk heeft, en dat het in den wil van den Führer ligt, een sterken boerenstand als grondslag van het Groot- Duitsche Rijk te hebben. Een ieder van ons moet nu bereid zyn, zich voor deze groote staatkundige idee in te zetten: de laatste mogelijkheid om de voorwaar den te scheppen voor een ontwikkeling, die tot de ge zondmaking en versterking van het Duitsche land volk zal voeren. De eenige politieke wilsdrager In Duitschland is de NSDAP. Hier worden alle funda menteele problemen verwerkt en in laatste instantie beslist. Wij grijpen 'thans de mogelijkheid aan, om staatkundig mede te werken en daarmede de beslis singen in dezen tijd te beïnvloeden of we blijven buiten staan, maar moeten ons dan niet verwonderen, al^wij „ondergeploegd" worden en dat er, buiten ons om, óver ons beslist wordt. De Duitsche boer heeft bewezen, wat hij op econo misch gebied presteert. Geen moeilijkheden zelfs het gebrek aan menschen, paarden, ma chines en meststoffen heeft men bij de vervul ling van zijn opgave kunnen hinderen. Voortaan geldt het te toonen, dat wij ook de biologische opgaven van dezen tijd begrijpen en kunnen verstaan. Of eenmaal de „landvlucht" overwonnen zal worden, of het na den oorlog tot de ontwikkeling van een gezond en sterk Boerendom komt, ligt enkel aan ons zelf! Slechts wanneer het gelukt, het kindertal op het land belangrijk te verhoogen, slechts dan zullen wij in staat zijn alle problemen, die de toekomst, ook in verband met de Oostkolonisatie ons zal stellen, werke lijk op te lossen. En er mogen boeren zijn, die met de oplossing van het arbeidsvraagstuk door den inzet van buitenlandsche arbeiders tevreden zijn, ja, dit zelfs ideaal zullen vinden, hen kunnen wij zeggen dat deze beschouwing valsch is en zeer gevaarlijk. De getroffen regeling is gedurende den oorlog juist en niet te ontgaan op den duur mogen wij er ons niet te vreden mee stellen. Want het is juist de Duitsche landarbeider, die vaak de kinderrijkste families vormt en daardoor een der belangrijkste levensbronnen van ons volk is. Wij boeren willen bij het begin van het nieuwe jaar immer er aan denken, dat in dezen oorlog de opgave der voedselvoorziening van het Duitsche volk en voor alles van den soldaat aan het front op den voorgrond staat. Wij mogen daarbij echter niet vergeten, dat wij ook een groote staatkundige verplichting hebben, tegenover hen, die aan het front met inzet van hun leven strijden. De economische oplossingen zal ons de nationaal-socialistische staat zonder meer geven: onze opgave is het, de biologische voorwaarde hiervoor door een grooter kindertal te scheppen. Keuring van dekhengsten Vanwege de vereeniging „Het Nederlandsche Trek paard" zullen onderstaande keuringen van dekhengsten worden gehouden: Valkenburg 19 Jan., 11 uur; Roer mond 20 Jan., 11 uur; Venlo 20 Jan., 15 uur; Haps 21 Jan., 11 uur; Eindhoven 21 Jan., 15 uur; 's-Her- togenbosch 22 Jan., 11 uur; Hummelo 26 Jan., 11 uur; Eist 27 Jan., 11 uur; Steenbergen 28 Jan.. 11 uur; Tholen 28 Jan., 15 uur; Zierikzee 29 Jan., 11 uur; Oostburg 2 Febr., 11 uur; Axel 3 Febr., 11 uur; Hulst 4 Febr., 11 uur; Hulst 5 Febr., 10 uur; Groningen 10 Febr., 12 uur. D AAR zijn kringen, ook in ons volk, waar ouders en kinderen zoowat als vreemden tegen over mekaar staan en langs mekaar heenleven. Niet, doordat de kinderen politiek anders denken dan de ouders, maar doordat het leven zoodanig vervlakt is aan den eenen kant en zoodanig uit mekaar loopt aat\ den anderen kant, dat men mekaar niet meer kent en begrijpt al leeft men nog wel onder één dak. Den zoon boezemt het werk van den vader geen belangstelling in, de vader kan den zoon in zijn studies niet volgen en, nou ja, waar bovendien het begrip voor den zin der banden van het bloed ondermijnd is, daar laten zich de gevolgen wel den ken. De comtnuyiistische ontworteling was en is dicht tot zekere deelen van ons volk genaderd. Op den boer is dit verschijn sel nog zoo erg niet. Het be drijf bindt, de stem van het bloed spreekt haar taal nog, de geesten zijn niet zoozeer op drift geraakt door allerlei rare opvoedingsleerstellingen en de natuur laat in de onderlinge verhoudingen haar rechten nog gelden. Maar nu dreigt er een gevaar, waarop ik even de aandacht zou willen vestigen. Ik mocht dezer dagen met een deel van de Drentsche Landjeugd oog in oog spreken over de groote dingen, welke zich in dezen tijd voltrokken, over de mooie taak, welke juist voor de jongeren van den boerenstand weg gelegd is, nu de kunstmatige verachting van den boer plaats gaat maken voor een eerlijke waardee ring. En ik zag neer op die honderden gezonde meis jes en jongens, die het blozende gelaat ophieven om goed te kunnen verstaan. En ik werd getroffen door den gloed van geestdrift in die heldere oogen, door het klateren van handgeklap telkens als er iets zeer duidelijk gezegd werd over de grondslagen van strijd en leven. Deze jeugd kankert niet over de tegenvallers van een oorlogstijd, deze jeugd wenscht niet te jammeren over verloren waarden, deze jeugd wenscht te LEVEN. Zij wenscht haar jonge kracht in te zetten voor een taak, die de moeite waard is, zij wil weten, waarvoor zij leeft en waarvoor zij str\jdt en als zij dat weet dan wil zij kunnen mee doen! Dat is gezond en het is dus verheugend. Nu weten wij evenwel en de jeugd begrijpt dat niet altijd hoe het verleden was, hoe de eenige strijd, waarin de jeugd toen zichzélf kon uitleven was, die van de eene volksgroep tegen de andere volksgroep en wij weten ook, dat dit zou terug- keeren als de wensch van veel ouderen vervuld werd. Wie verstand genoeg gekregen heeft en moed om dat verstand zelf te laten werken, die erkent, dat die oude verdeeldheid de dood voor ons volk was en de veelvraat, die onze welvaart verteerde. En die moet ook kunnen vatten, dat de jeugd van nu andere opgaven te vervullen kan krijgen als de oorlog ge wonnen wordt door „de nieuwe orde". Zoo zijn even wel lang niet alle ouders, zij kunnen het niet zijn of zij durven het niet te zijn. Ik begrijp dat en ik zal er niemand hard om vallen, want geen mensch heeft zich zelf zooveel verstand kunnen aanmeten als hem goed voor kwam Er kwam daar evenwel een jonge kerel bij me- met de vraag: wat doen we met die anderen bij ons in het dorp, die graag met ons zouden meedoen, maar niet mogen van thuis. Ik zelf ben vandaag gegaan al hadden ze het thuis liever wiet anderen doet» dat niet en hoe bereiken we dief Ja, hoe bereiken we dief Vader, wü jij je kinderen eens aankijken f En wil je eraan denken, dat als joiiw tijd er geweest is, zij nog niet klaar zijn met het leven f Dat het van daag gaat om HÜN toekomst en niet meer om jouw heden f En als je dan in de oogen van je zoon en je dochter den glans ziet van het verlangen om mee te leven, wü je dan verstandxg wezen en be denken, dat je hun jonge levens niet MAG be lasten met den druk van je eigen verouderde wereld f Weet je, wat je doetf Stap ook eens naar zoo'n jongerenbijeenkomst en proef eens mee van die kostelijke levenslust, die zich nieuwe wegen ziet openen, wegen, waarlangs ons volk naar het LEVEN marcheert. D. v. d. B.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 2