Spinazie onder plat glas
De pootui in den winter
w IE er in het afgeloopen najaar in geslaagd is nog
wat uienzaad machtig te worden voor de teelt van
pootuien, beschouwt zijn uienbedjes thans als een kost
baar bezit. En zeer terecht, omdat bjj het groote
tekort aan zaaigoed mag worden verwacht, dat er
het volgende voorjaar een flinke vraag naar dit pro
duct zal zijn.
VRIJDAG 15 JANUARI 1943
DE LANDSTAND
PAG. 8
j—ET najaar is voor de teelt van spinazie onder
glas niet ongunstig geweest, maar toch blijkt, dat
de temperatuur niet de eenige factor is, die den groei
van de spinazie bepaalt. De spinazie, welke in No
vember is gezaaid in warenhuizen en druivenkassen,
heeft nog niet veel voortgang kunnen maken. Een
paar groene blaadjes heeft de plant ontwikkeld en
verder is het nu maar wachten op zonnig weer. Want
het is na Nieuwjaar steeds weer het voortdurend
sterker wordende licht, dat nieuwen wasdom aan onze
cultures verleent en daarmede tevens aan den half-
ingedommelden tuinder een spoorslag geeft tot nieuwe
krachtsontplooiing.
Het scheelt tenslotte natuurlijk wel of men de spi
nazie kan zaaien in een kas met wat warmte of in
een koud warenhuis, in een warmen bak of onder koud
glas. Als wij de temperatuur op ongeveer 10 gr. C.
kunnen houden, zonder al te groote schommelingen
tijdens vorstperioden, komt de eerste spinazie einde
Februari, begin Maart gereed, maar strenge winterkou
kan ons heel wat vertraging bezorgen.
Inmiddels is het nu tijd geworden voor het zaaien
van de spinazie onder plat glas. Als het weer dat
toelaat kunnen wij al voor de Kerstdagen een eerste
partijtje zaaien. Wij hebben er een voor broeimest
onder gewerkt, liefst niet al te versche, omdat de
warmte daardoor gauw te hoog oploopt; liever mest,
dien wij al een beetje hebben laten bekoelen en waar
wij nu een deel verschen mest doorheen mengen.
Onderwijl zetten wij het zaad in de week, want ook
onder glas heeft het zin, dat spinaziezaad kiemend
den grond in gaat. Dat spaart weer zooveel dagen
uit bij het oogsten. Dus net als bij de teelt van spi
nazie op den koudon grond, hangen wij een zak met
zaad in een emmer water. Hebben de korrels zich
volgezogen met water, dat "is dus na verloop van een
goeden anderhalven dag, dan hangen wij den zak op
een halfwarm plaatsje, in een keuken of een stal. Er
komt dan spoedig werking in; een blank wortelpuntje
ontwikkelt zich en zoo, feitelijk als jonge groeiende
plantjes, wordt het spinaziezaad uitgestrooid.
Zaaien wij de spinazie op deze wijze, dan moeten wij
er terdege op letten, dat het kiemende zaad goed
met fijne aarde wordt toegedekt, en dat het even
wordt aangeklopt, zoodat elk korreltje vast door den
grond omsloten wordt.
Wij kunnen tijdens het voorkiemen van het zaad! door
een strenge vorst worden overvallen. Het seizoen
brengt dat nu eenmaal mee. Het is in de afgeloopen
Siberische winters zelfs voorgekomen, dat het weekend
zaad in de bakken tot een klomp ijs bevroor. Goed is
zooiets natuurlijk niet, maar toch is het zaad dan
nog niet verloren. Wij laten het in zoo'n geval in het
ijs zitten en wachten tot het weer omslaat.
Het kan ook zijn, dat het zaad wel veilig is opgehan
gen op een beschutte plek, maar dat de grond in de
bakken stijf bevroren is, zoodat er van zaaien nog
geen sprake kan zijn. Wie niet over voldoenden broei
mest beschikt, zaait omstreeds dezen tijd in zijn koude
rijen uit, en kan dan door ongunstig winterweer lee-
ljjk in zjjn werk worden belemmerd. Het is dan niet
goed om het kiemende zaad in den zak te laten staan.
De worteltjes groeien dan verder en het wordt ten
slotte een verwarde kluit, waar dan bovendien nog de
broei in komt Duurt het lang, dan komt er van dat
zaad niet veel terecht. Het beste is daarom zoo'n
kluwen kiemende zaden uit elkaar te halen en in een
schaal of bakje te laten staan. Veel ellende kan men
voorkomen, door nooit te veel zaad: tegelijk in de week
te zetten. Als wij telkens een nieuw stel ramen be
zaaien, kragen wij van zelf wat variatie in den oogst
tijd ook en het kan ons niet anders dan welkom zjjn,
als wjj niet alle spinazie tegelijk naar de veiling moe
ten brengen. Zoo heel in het begin hebben wij per
raam een 75 gram zaad noodig; in Januari kan dit
Aanstonds na het zaaien houden wij de ramen geslo
ten, maar staat het zaad er groen voor, dan moeten
bij eenigszins gunstig weer de luchthouten er onder.
Spinazie is uiteraard een sterk gewas en kan heel
wat kou verdragen. Vochtige lucht daarentegen kan
aanleiding zijn tot het uitbreken van de schimmel
aantasting, bekend als smeel of als „de wolf in de
spinazie". De zwam woekert in het weefsel van de
plant met het gevolg, dat er gele plekken in ontstaan,
terwijl zich aan de onderzijde der bladeren een grauwe
schimmelwoekering vormt door de vorming van de
sporen, die de ziekte op andere planten overbrengen.
Deze kwaal heeft vooral dan een kans als het gewas
dicht op elkaar geplakt staat, wanneer de atmosfeer
in den bak vochtig is, of wanneer het plantenweefsel,
als gevolg van een te zware stikstofbemesting, wat
\los van structuur is. Er is nog al wat verschil in vat
baarheid tusschen de verschillende spinazie-variëteiten.
Zoo heeft men in Zweden een ra, Valkyria genaamd,
dat bijna onvatbaar is. Men acht het dan ook niet
onmogelijk nog eens een volkomen resistent ras te
zullen vinden. Maar zoolang dat er niet is, moeten
wij de ziekte probeeren te voorkomen door de spinazie
sterk te telen; aanstonds na het opkomen beginnen
met luchten, eerst aan de luwe zijde, later royaal,
en alleen bij scherp vorstig weer de ramen dicht.
Doorgaans wordt de spinazieteelt gecombineerd met
de teelt van bloemkool of roode kool, die aan de onder
en bovenzijde van de ramen kunnen worden uitgeplant.
De spinazieteelt eischt in den warmen bak niet veel
meer dan acht weken. Midden Maart is de spinazie
gewoonlijk weer verdwenen, juist voor de koolsoorten
de volle ruimte voor zich opeischen.
Wie geen broeinest heeft, kan toch evengoed met de
spinazieteelt beginnen. Ook in den kouden bak kan
omstreeks Nieuwjaar spinazie worden gezaaid, natuur
lek op voorwaarde, dat de grond te bewerken is.
Wij gaan met het zaaien door tot eind Januari; in
d!e meeste jaren is het dan al mogelijk buiten te
zaaien, maar de teelt onder koud glas is toch altijd
nog een dag of tien vroeger gereed. Het afgeloopen
jaar heeft getoond, hoe voordeelig het kan zijn, nog
wat late glaszaaisels achter de hand te hebben. Als
het eind Januari wintert en wij hebben wat ramen
vrij, zaaien wjj dus lustig voort; er is dan weinig
gevaar, dat wij met de glasteelt dezen mooien voor
sprong zullen verliezen. Ook dte koude spinazie com
bineeren wg met bloemkool of roode kool, welke ge
plant wordt, zoodra de spinazie boven den grond staat.
Begin Maart snijden wij de bladgroente voorzichtig
weg met een mes, waarbij wij oppassen om niet met
een al te forschen haal een koolplant van de beenen
te slaan. Daarna schoffelen wg den grond, aarden
de wat wankel staande koolplanten aan, gieten en
geven wat mest, en zijn dan eindte Mei in staat de
eerste kooltjes te oogsten.
G. D. LUTKE MEIJER.
Maar het is tegelijk ook een angstig bezit, want
in winters, zooals wij die nu al enkele jaren achter
elkaar hebben gehad, loopen de jonge plantjes ernstig
gevaar om uit te vriezen. Dan is al onze moeite
vergeefsch geweest. Dat in de eerste plaats. Maar
bovendien zitten we dan zonder, en d&t is erger. Het
zal moeilijk zijn om dan nog aan te vullen.
Nu maakt een kweeker, die met de cultuur van poot-
uien vertrouwd is, zich niet zoo erg gauw bezorgd.
Hg weet, dat zijn uien, als hy den juisten datum en
den juisten grond maar heeft gekozen, heel wat kou
kunnen doorstaan. Het is ook niet zoo zeer de kou,
waarvan ze lijden, als wel van de schrale winden en
den drukkenden last van de sneeuw. Daardoor kun
nen de jonge plantjes worden beschadigd en als dan
in het vroege voorjaar het zachtere weer komt, rotten
de plantjes zeer gemakkelijk weg.
En daarom zeggen de uienkweekers: Zorg er voor
op het juiste moment te zaaien: niet te vroeg en
niet te laat Zaait men te vroeg, dan worden de
planten te lang en te slap en ze komen den winter
niet zonder schade door. Zaait men te laat, dan zijn
de planten nog te zwak op de beenen en komen den
moeilijken wintertijd ook niet door.
Van groot belang is het te zaaien op een beschutte
plaats, waar de plantjes niet voortdurend blootstaan
aan de nijdige aanvallen van den wind. Het beste resul
taat met pootuien zal men bereiken op een luwe plek
tusschen de kassen of in besloten tuinen, waarop de
echter minderen tot 50 gram per raam. Een wat wind ge(aJ yat heeft Wij kennen een kweeker, waar
gle stand is stukken beter dan opkomst als haar op
een hond.
Te dichte stand werkt allerlei winterkwalen in de
hand. De zwartbeenigheid, welke optreedt als de spi
nazie tijdens donker winterweer minder groeikracht
en een verzwakten weerstand vertoont, wordt veroor
zaakt door de Phoma, die de planten aantast vanuit
den grond, maar ook met het zaad kan overgaan, in
het algemeen kan men de zwartbeenigheid bestrijden
door den grond goed van kalk te voorzien, daarnaast
echter ook door wat meer warmte en ruimer ventilatie.
Op verschen ziektevrrjen grond kunnen wjj veel voor
komen door het zaad te ontsmetten met uspulun.
Het wordt dan twee uur ondergedompeld in een op
lossing van Vi procent van dezen ontsmetter, bgvoor-
beeld door het er in een katoenen zakje in te hangen
en goed te kneden en te kloppen. Er is geen bezwaar
tegen, om na de ontsmetting te beginnen met het
voorkiemen van het zaad. Dat ondervindt geen na-
deelige gevolgen van de behandeling met upsulum en
hoe eer het gewas ei helder bovenop staat, hoe beter
het is, ook al met het oog op de vreterij van muizen,
die voor spinaziezaad hun gewone eten laten staan.
de uien op zulk een plek zelfs den zeldzaam strengen
winter 1942 zonder schade zijn doorgekomen.
De beste datum voor het zaaien ligt tusschen mid
den Augustus en 10 September. Van te voren valt
moeilijk te zeggen, welke datum het best is. Dat hangt
van het weer af; maar omdat men toch niet alles
tegelijk kan zaaien, doet men het doorgaans in twee
gedeelten. Een vroeg zaaisel en een laat. Is het weer
in het najaar extra gunstig, zoodat men moet vree-
zen, dat de planten te slap en te lang zijn om een
flink wintertje zonder schade door te komen, dan heeft
het laatste zaaisel de beste kans. Is het najaar min
der goed, dan komt er van het laatste zaaisel mis
schien niet zoo veel terecht, maar dan komt door
gaans het eerste zaaisel nog wel tot voldoende was
dom om er den winter onbezorgd mee in te gaan.
Wij geven er de voorkeur aan, wat aan den vroe
gen kant te blijven; komt het ons voor, dat ze te
hard groeien, dan kan men dat bekende kweekers
foefje toepassen: we stuiten den groei door op een
vochtigen dag met een stok tusschen de rijen door
te gaan.
Bewaren in een koelhuis
Wie thans met een zaaisel uien zit en meent, cfat
ze gevaar loopen om uit te vriezen,kan nog veel
redden door planten wat beschutting te geven in den
vorm van rijshout. Stroo is niet aan te raden, dat
zuigt het vocht op en ligt tenslotte als een zware
last op de plantjes, die er door worden geknakt.
Vele uienkweekers wier tuinen minder gunstig lagen,
hebben in den vorigen winter ramen op de uienbed-
den gelegd of er rietmatten over uitgerold. Zoo zijn
velen er in geslaagd nog iets van hun materiaal te
redden. Voorloopig hebben de planten dit jaar nog
geen last: ze zitten lekker ingepakt en kunnen zoo
heel wat verdragen.
Uienzaad verliest zijn kiemkracht snel. Wil men het
langer dan een jaar goed houden, dan moet het wor
den bewaard in een koelhuis bij een temperatuur van
even boven het vriespunt. Voor het herfstzaaisel ia
men aangewezen op overjarig zaad, om de eenvou
dige reden, dat er nog geen nieuw zaad beschikbaar
is. Een gelukkige bijkomstigheid is, dat dit overjarige
zaad planten levert, die beter tegen den winter be
stand zijn.
Doorgaans gebruikt men het nieuwe zaad voor de
teelt van zaaiuien, maar wie glas beschikbaar heeft
kan het zaad, aanstonds na ontvangst uitzaaien in
een open bak. Het wordt voor dteze zaaisels door
gaans einde September en het ligt voor de hand,
dat de planten, dan gezaaid, nu niet bepaald als
sterke planten den winter ingaan. Zoodra het ongun
stige weer komt, worden de ramen er over gelegd.
Men zal deze pootuien ruim lucht moeten geven om
gezonde, krachtige planten te krijgen.
Men kan er zelfs nog later mee z^n. De voor
jaarszaaisels van begin Januari tot Februari
doen het uitstekend, maar z\jn natuurlijk later
klaar. Omstreeks Nieuwjaar heeft men per
raam ca. 2 gram zaad noodig. Men houdt
den eersten tgd alles gesloten, maar begint
aanstonds na het opkomen, overdag lucht te
geven om by gunstig weer in Februari de
ramen te lichten en voor een ander doel te
gebruiken. Begin April zijn de planten klaar
om te worden uitgepoot.
Het' uitzaaien van minderwaardig: klaverzaad Is gevaar.,
ïyk. Het kan voorkomen, dat dergelijk klaverzaad war
kruidzaden bevat. Warkruid is zeer moeilijk te bestrflden
en het berokkent op akkers, die er mede besmet zijn, veel
schade.
Aan te bevelen is, de paarden 's morgens vroeg te voeren
en dan een uurtje te laten staan vóór het werk begint..
Het is niet goed de dieren met een volle maag te laten
werken. Optreden van koliek kan dan gemakkelijk voor
komen.
Wagens met luchtbanden zette men niet op vochtige
plaatsen, waar de banden gevaar loopen aan den grond
vast te vriezen. Bij het lostrekken kunnen do banden
beschadigd worden.