Over boerenkultuiir \J ZEELAND 2de Jaargang No. 3 Vrijdag 22 Januari 1943 andstand ^^NDER bovenstaanden titel vonden wy een artikel in De Waag van de hand van den Limburger Jac. Delsing, waarmee wy deze week onze beschouwing willen aanvangen. De schryver wyst er allereerst op dat het liberalisme den boer kultuurloos noemde, ter- wyl het nationaal-socialisme daarentegen den boer als drager der kuituur beschouwt. Het liberalisme zag als kuituur slechts het uiterlijk vernis van goede omgangsvormen volgens van buiten geleerde regels, het comfort en de luxe, die de mensch zich dank zy de techniek en het kapitaal kon permi- teeren en een „algemeene ontwikkeling" waardoor de mensch niet alleen in staat was om te lezen en te schrijven, maar bovendien nog om allerlei als droog zand aan elkaar hangende weetjes te berde te brengen. De schryver wyst er dan verder op, dat het nationaal- socialisme onder kuituur verstaat de levensstyl en de levenshouding van den mensch en, zijn voortbrengselen in dien styi. Dus, Iets wat ons niet aangebracht werd van elders. En hy gaat dan verder: „Daar wy weten, dat we Germanen zyn en daar we weten, dat het ras op het \pven van den mensch een zeer grooten invloed uitoefent, zyn we er van over tuigd, dat de ware kuituur voor ons slechts de Ger- maansche ^ijn kan, geboren uit den Germaanschen levensstyl, wiens kenmerk is het streven naar waar achtigheid. Rondkykend in onze tegenv, oordige wereld, vinden we dit stre ven naar waarachtigheid in het leven en zijn uitin gen bij den boerschen mensch. Vorschend in de geschiedenis der Ger- maansche volkeren, zien we, hoe steeds het hoerendom nieuw bloed en nieuwe kracht aan de volkeren en hun kuituur schenkt en terugvorschend naar den oorsprong onzer kuituur, zien we, dat daar de boersche levens houding, de boersche wereldbeschouwing staat, dat zij dus een boerenkultuur was. En omdat het nationaal- soicalisme bezinning op den oorsprong inhoudt, waar- deeren wij den boer, zyn levensstyl, zyn wereldbeschou wing als den drager onzer kuituur. Dus niet, zooals in vroeger tijden wel werd geloofd en zooals ook thans nog „boerenromans" den indruk zouden kunnen wek ken, omdat het leven eens gerusten landmans zoo ge- noegelyk heenvliedt of als ongestoorde idylle verloopt. Maar omdat de boer vasthoudt aan zijn ouden levens styl en zijn waarden, wat niet van waarde is óm het oud-zijn, maar omdat dit vasthouden waarborgt, dat er geen ontaarding en ontworteling Intreedt. De boer is in den loop der eeuwen niet, of slechts weinig ver anderd. Ook zyn kuituur niet. De bouw van zyn hoeve, het gebruik en vervolmaken van zyn werktuigen blyft gebonden aan zijn levens- en wereldbeschouwing. In zijn gebruiksvoorwerpen bewaart hy de oude, ook weer aan zyn wereldbeschouwing gebonden motieven der volks kunst. In zijn opvattingen over recht, liefde, huweiyk, kortom In zijn opvattingen over het geheele leven, blyft hij vasthouden aan een aan de natuur gebonden be- schouwingswyze. Dat wil niet zeggen, dat hy zich onttrok aan een „ont wikkeling". Hy wist, de boer van den eenen stam mis schien vlugger dan die van den anderen, zeker mee te gaan met zyn tyd, waar het op aankwam zyn bedrijf te rationaliseeren en te vervolmaken zonder dat daar door zijn wereldbeschouwing aangetast werd. Maar hy kon geen gelyken tred houden met de ontwikkeling der officieele en civilisatorische kuituur. Weliswaar groeide in hem geen minderwaardigheidscomplex vaak zelfs kon hy de uitwassen der civilisatorische kuituur met een souverein lachje bekijken op den duur echter werd zijn kuituur, vooral door de ontwikkeling van het liberalisme, door de andere overweldigd en ging zelfs de boer in dingen, die niet direct zyn boerenleven raken, met haar meedoen. Hij ging behoefte krijgen aan het comfort en de luxe der stad, hy ging zelfs liberalistisch- kapitalistisch denken een bewys voor de ontbindende kracht van het liberalisme en in vele gevallen schrok hij er zelfs niet voor terug oude hoerenwaarden op te offeren voor z.g. zegeningen der civilisatie, zooals b.v. het vervangen van boerenmeubels en gebruiksvoorwer pen door bazarprullen, vaiv het oude lied door den schla ger, en zelfs van boerengeest door handelsgeest. Omdat het nationaal-socialisme den boer beschouwt als den drager onzer kuituur, Is zyn eerste werk, waar noodig den boer het besef terug te geven van de volwaardigheid zijner kuituur. En tevens te pogen om de geheele levensgemeenschap van den boer te doordringen van zyn geest. Niet door het terugzetten van de klok. Maar door den boer zich van zyn kultuurscheppende kracht, ook buiten zyn bedrijf, maar toch In eigen levenskring, bewust te maken. Dan zal er een boerenkultuur gaan groeien, die geheel en al doordrongen is van den boeren geest. Zooals de boer zijn dorpskerk bouwde in eigen styl, zal dan ook de boersche bioscoop, het boerentheater verryzen, zal ook de film ontstaan en het boek, de sage en het lied, niet over de boeren, maar van de boeren. Dan zal de boer zyn kultuyrscheppende kracht bewyzen, zooals hy dit tot nu toe in de boeren- ambachtskunst deed en de gezondmakende invloed van zyn kuituur zal zich over onze geheele kui tuur uitstrekken. Wat nu reeds door de landvrouwen en de land jeugd van den Neder landschen Landstand in deze richting werd ge presteerd, bewyst, dat het vertrouwen in de kuituur- scheppende kracht van ons boerenvolk niet groot ge noeg kan zijn." De schryver in De Waag heeft den spijker wel zeer goed op den kop geslagen. Voor ons is dit alles de gewoonste zaak van de wereld, maar niet ieder ziet het zoo. Toch moge uit het vorenstaande duidelijk blijken welk een enorme taak onze boerenbevolking heeft en welk een belangrijke rol daarbij de Landstand te vervullen heeft, ook op dit terrein. Dat allen die van goeden wille zyn zich dus inspannen. Daarnevens heeft een deel van onze boerenbevolking nog een andere, zeer byzondere opgave, zooals ook uit meerdere artikelen die we over Oostland en Oekraine in vorige nummers brachten, moge zijn gebleken. Ook daarover willen we dit keer iets opmerken. Op 13 dezer vertrokken met boer De Waard wederom 50 boeren naar de Oekraine om zich daar met hart en ziel in te zetten voor de veiligstelling van de voedsel voorziening van Europa. Gelyk bekend zyn reeds meer dere groepen van boeren naar deze graanschuur van Europa vertrokken om, na een drietal weken op een school in de buurt van Rowno te zyn vertrouwd ge maakt met hetgeen hun te doen staat, te worden in gezet. In ons vorig nummer haalden we het een en ander aan uit het dagboek van boer De Waard, den Boerenleider van Zuid-Holland, die met de leiding \&a deze school is belast. Tientallen Nederlandsche boeren en boerenzoons begrijpen reeds dat niet met woorden, maar met daden vooral moet worden getoond dat in het Oosten enorme vlakten tot vruchtbaar kultuurland onder Germaansche leiding moeten worden herschapen om ook ons volk voldoende voedsel te kunnen verschaf fen. De aanmelding van boeren voor dit doel is zelfs zóó groot, dat binnenkort elke veertien dagen 50 boeren zullen kunnen vertrekken. Het is begrypclijk dat de agrarische af deeling van de Ned. Oost-Compagnie, die nauw samenwerkt met den Ned. Landstand onder hoog spanning werkt, al hoort de buitenwereld er niet zooveel van. Het spreekwoord: meer zijn dan schijnen, moge ook hierop van toepassing zijn. Nu deze kerels, want dat zyn het stuk voor stuk, die zich op deze wyze verdienstelijk maken voor ons volk, zich ginds inzetten en de eer van den Nederlandschen boer hoog moeten houden en dat hopelyk zullen doen, hebben alle agrariërs die hier achter blijven om den vadarlandschen bodem te bewerken t.o.v. hen die gingen en van -ons volk In zyn geheel zoowel als voor de eer van den Nederlandschen boerenstand» de plicht alles te doen wat mogelijk is onder deze omstandig heden de hoogst mogelijke resultaten te bereiken. Alles was mogelyk is wil zeggen: niet te kankeren over het verplichte scheuren als het land daarvoor geschikt is, maar het spontaan doen. Het wil ook zeggen: niet meer koeien aanhouden dan waarvoor men ruim voer heeft en in verhouding tot het aantal melkkoeien geen te groot percentage jongvee opstallen. Het wil verder zeggen: de dieren te laten onderzoeken op t.b.c. en de reageerders op te ruimen nu daarvoor gelegenheid Is. Het wil tenslotte ook zeggen: de melkopbrengst der Het mag mis schien even onder broken zyn het werk van den boer maar toch rust zyn ploegschaar nooit lang: goede oogst in 1943 Foto: de Jong

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 1