Het Nieuws van den Dag De Landstand VOOR DE LANDVROUW EIS Vaeantie Vonkjes Boekbespreking De (ourant in ZEELAND inhoud: PAG. 8 DE LANDSTAND VRIJDAG 22 JANUARI 1943 (Ingezonden mededeeling) inpolderilig, maar ook-do&r ruilverkaveling, ontwate ring en herontginning. Bepalen wij ons eerst tot het gebied van de ontgin ningen. Volgens deskundigen zijn er deze cijfers: Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Noord-Holland Limburg In totaal 84.321 H.A. Dit maakt, mét het aandeel, dat er volgens den Cul- tuur-Technischen Dienst nog van onze bosschen in aanmerking voor ontginning komt 75.000 H.A. een rond getal van 160.000 H.A. De droogmakerijen (de polders in de voormalige Zuiderzee de Wieringer- meer uitgesloten de Wadden en de Zeeuwsche wate ren en enkele plassen in Noord- en Zuid-Holland), brengen, na aftrekken van wegen en sloten, een opper vlakte van 225.000 H.A. Met de landwinst, die door herontginning, ontwatering en ruilverkaveling is te krijgen, komt Ir. Westhoff op rond 707.500 H.A. cul tuurgrond. Zoo 2ijn er ook in ons land nog groote mogelijkheden voor den boerenstand weggelegd. Maar deze zullen alleen bereikbaar zijn onder een bewind, dat voldoende het belang van een gezonden boerenstand het belang van ons geheele volk, wil zien en dienen. Wjj mogen aannemen, dat zulks onder een nationaal-socialistisch bewind dat de fundamenteele waarden van bodem en boerenstand erkent, het geval zal worden. ARGUS. Redactie-adres GROOTE MARKT 28 GOES. TEL 2345 (toestel 05) Uitgave: UITGEVERIJ „VOIJ8 EN BODEM" POSTBUS 281 - DEN HAAG Advertenties: Losse plaatsing 25 et. per m.m., in alle edities 75 ct. per m.m. Abonnementen: Voor niet-leden van den Nederl. Land stand 5 per Jaar of 1.25 per 3 maanden. Alle briefwisseling betreffende exploitatie, advertenties en abonnementen, aan postbus 281, Den Haag. Telefoon 11.65.88 2de Jaargang No. 3 Vrijdag 22 Januari 1943 1. Indrukken en gedachten (XXI). 2. De positie van het agrarisch bedrijf. 2. Achter den ploeg. 3. Voor de Landvrouwen. 4. Wat rookt de boer in zijn pijp? 5. Tuinbouw in het kle'ne boeren- ett pluimvee- houdersbedrijf. 5. De lotgevallen van de Kardoen. 6. Voor het toekomstige Europa. 6/7. Centraal bemestingsproefveld voor de fruittee't 7. Vergiftige akkerbouwgewassen. 8. Voor onze fruitkweekers. 9. Het losdekken der Hyacinthen. 9. Proef veld verslag. 9. Paarden die niet overeind kunnen komen. 10. Iets over de huidverpleging bij koeien. 11. Wat .-Land Volk" brengt. 821 H.A. 20.000 H.A. 36.000 H.A. 14.000 H.A. 500 H.A. 5.000 H.A. 8.000 H.A. ACANTIE, het woord, dat in staat is een glans van genoegen op een menschengezicht te tooveren. Hoe is toch de gang in het leven! Het jonge menschenkind, dat den leeftijd bereikt heeft, om naar de „groote'' school te gaan, kan zijn onge duld, om zyn plaats op de bank in te nemen, haast niet bedwingen; hij zit vol geestdrift, om te leeren schrijven; een- kunst, die hij zijn grooteren broers en zusters reeds lang benijdde, leeren lezen, zoodat hij zelf kan uitspellen, wat er ónder de plaatjes en foto's in de weekbladen staat. De eerste weken en soms maanden is nog alles heerlijk, maar tóch komt er een tijd, dat hij de vaste uren van 912 en 24 als een knellenden band gaat gevoelen; de lust verflauwt en vader en moeder moeten al reeds manend optre den; hij begint de toovermacht van het woord „vaean tie" te voelen. En hoe gaat het met de groote menschen? Eigenlijk precies zoo! Een betrekking, een beroep, een taak wordt met geestdrift begonnen, wordt dag op dag met veel blijmoedigneid en plichtsbetrachting vervuld; tóch komen de oogenblikken, waarin men het gevoel van in een tredmolen te loopen, niet kan onderdruk ken, waarin men het werk, dat men met zoo vee) vreugd!e en toewijding was begonnen, als een drukkenden en soms benauwenden last gaat gevoelen al wil men dit niet openlijk bekennen en het verlangen om er eens heelemaal „uit" te zijn, wordt geboren Het woord „vaeantie" is een tooverwoord geworden, want alleen reeds bij het hooren ervan valt de be nauwende druk weg, een vergenoegde glans glijdt over het gezicht. Gelukkig zijn de sociale maatregelen in ons land zóo, dat velen, die werken, ook op tijd hun vaeantie krijgen. Hoe is het met moeder-de-vrouw gesteld Als jong getrouwde vrouw waren haar gevoelens te vergelijken geweest met die van het jonge school kind. Het was alles heerlijk, de zorg voor huis en hof, het meehelpen in de drukke oogsttijden, het gade slaan van de kleuters, wanneer ze moeder vol trots het nest met jonge konijnen toonden of jubelden om de dwaze sprongen van de kalveren, die voor het eerst in de wei kwamen. En tóch - wanneer er soms kleine tegenslagen waren, kwam er een gevoel van moedeloosheid over haar, kwam er, wanneer ze des avonds na een drukken, vermoeienden dag den slaap niet goed kon vatten, een verlangen in haai op. om er eens heelemaal „uit" te zijn. Och ja, ze onder drukte dat gevoel wee» neei gauw; moeder-de-vrouw kan niet gemist worden, dat weet ze maar al te goed; wie zal voor het gezin zorgen, als zij weg is' Sedert het tot stand komen van den Nederl. Volks- dienst is er veel over dit probleem gedacht en ge sproken. Onze Oosterburen hebben al reeds vele jaren tevoren dit vraagstuk behandeld en opgelost. De N. S. V. (is N. S. Volkswohlfahrt) heeft in samen werking met den N. V. D aan den Nederl. Landstand, afd. Landvrouwen, een vacantieverblijf van 14 dagen aangeboden in het Moederhuis te Hilversum voor die Landvrouwen, die aan een vaeantie „toe" zijn. En dat er onder onze Landvrouwen velen zijn. die het echt noodig hebben et eens 14 dagen tusschen uit te zijn, eens vry te zijn van de dagelijks terugkeerende beslommeringen en zorgen, daarvan zijn we over tuigd. Hoe vaak is er niet in stilte verlangd, eens 's morgens te kunnen uitslapen, eens niet zélf voor het eten behoeven te zorgen, eens rustig te kunnen luisteren naar een mooi verhaal Welnu, de Neder- landsche leidster van het Moederhuis draagt er zorg voor, dat de vrouwen echt vaeantie hebben Wie zal dan voor het gezin zorgen? Ook daaraan is gedacht; de Nederl. Volksdienst zorgt ervoor, dat in gezinnen, waar dit noodig is, een plaatsvervangster komt. Daarby hebben wij ook nog te denken aan de werkzaamheden op het bedrijf en is het tijdstip zóó gekozen, dat de vrouw op het bedrijf gemist kan wor denden, nl. begin Maart. In vele gezinnèn is reeds zooveel noodig voor de kin deren, dat moeder er nooit toe komt, voor zichzelf kosten te maken; aan deze vaeantie zijn dan ook géén onkosten verbonden; wil echter een vrouw er gaarne zelf iets toe bijdragen, dan is dat natuurlijk mogelijk. Meegebracht worden alleen de eigen kleeaing. een stukje zeep, waschlapje, handdoek en verdere toilet- benoodigdheden voor eigen gebruik en leven^midde- lenbonnen. Met het oog op de noodige voorberei dingen is het gewenscht, dat de namen en adressen vóór 15 Februari (uiterlijk) binnengekomen zijn bij de Provinciale Leidster Landvrouwen, adres: Prov. Bureau van den Nederlandschen Landstand van de provincie, waarin de betrokkene woont De eerste winterkoude hebben we achter den rug. Som mige weerprofeten voorspellen verder los weer; laten we hopen, dat ze gelijk krijgen en de maand Maart zich mag inzetten met mooie, zonnige dagen, opdat onze landvrouwen, die aan vaeantie toe zijn, volop ge nieten kunnen in de bekoorlijke Gooische omgeving van de rust, die zij broodnoodig hebben. C. N. Uilenberg-Rupp. Men doet beter als men goedgekeurd pootgoed van een minder bekend ras koopt, dan ongekeurde poter» van be kende rassen. Bedenk dat het uitpoten van de grootere maten aanbeveling verdient. Versche stalmest met veel stroo in het voorjaar aange wend onder aardappelen kan aanleiding z(jn tot een in ver hoogde mate optreden van rhizoctomia. Dit versterkt op treden is ook mogelijk b(j onvoldoende bemesting. Ontsmetten der poters is gewenscht. Men rorge zóó te snijden, dat elk stuk een voldoende aan tal oogen heeft. Eersteling, Friihmölle, Furore, Alpha, Bintje, Ideaal ver dragen het snijden niet best. Bladrolzieke perceelen leveren aanmerkelijk minder droge stof dan gezonde. De schade is bij alle rassen lang niet even groot. Bintje, Duivelander, Upto date, Wilpo, Noordeling loopen in op brengst niet zooveel terug als Voran, whnui, Alpha, Bevelander, Magneto, Eersteling, Matador. Groote poters kan men snyden in tweeën, heel groote in vieren. Men snijdt enkele weken vóór het poten van top tot navel, waar de stukken tot even voor het poten met een klein gedeelte aan elkaar blijven zitten. De mest van verschillende diersoorten dient men goed te mengen op de vaait, goed op te zetten en flink aan te trappen. Hierdoor worden de verliezen beperkt. Van de voederbieten geven de beste groenkraagtypen (b.v. Groeningia, Ovana) de hoogste drogestof opbrengsten. De koeien nemen van de hoogprocentige bieten evenveel kilo's op als van de laagprocentige Barres-soorten. Eerst genoemde rassen zijn dus meer geschikt om de dieren in conditie of op productie te houden. Ook zyn de hoogprocentige rassen beter houdbaar. Veldboonen zyn niet geschikt op hooge, droge zand gronden, wel op vochtlioudende gronden. De beste zaai tijd is de maand Maart. Het meest komen op de zandgronden in aanmerking paarden- of duivenboonen. Niet alleen by de granen, maar ook bij de aardappels worden de opbrengsten gedrukt als de grond lijdt aan magnesiumgebrek. Van korrelmais mag men 500 kg. voor eigen gebruik houden. Korrelmals is op alle gronden te verbouwen, die niet te zuur en te nat zijn en die geen gevaar opleveren voor verstuiving van het gewas. Op gronden, waar men met -succes voederbieten verbouwt, kan men zeer zeker korrelmais telen. Verslag van het Centraal instituut voor landbouwkundig onderzoek Bij de Algemeene Landsdrukkerij te s-Gravenhage ver scheen het „Verslag van het Centraal Instituut voor landbouwkundig onderzoek te Wageningen over 1941". Het Instituut heeft thans twaalf afdeelingen: Grasland, Voederbouw, Vlasteeltèn nawerking, Nieuwe Gewassen, Peulvruchten, Aardappelen. Granen, Adm. en reg. v. proefvelden, Scheik Onderzoek, Botanisch Laborato rium, Kookproeven en Entomologie. In het kort wordt van a' deze afdeelingen vermeld welk onderzoek, welke proeven, vergaderingen, lezingen, pu blicaties enz. in 41 aangelegd en gehouden werden en verschenen. Van dezelfde zijde ontvingen wy het „Overzicht van het aantal en den aard der veldproeven van de ryks- landbouwconsuienten en andere instanties in 1941". In een duidelijke tabel wordt allereerst eeD overzicht gegeven van het aantal dei proeven, de provinciën waarin zij genomen en do-gewassen waai zy betrekking op hadden. Hieruit blijkt, dat het totale aantal proeven, genomen door rykslandbouwconsulenten in 1941 311 méér bedroeg dan in 1940 De proeven der andere instanties verminderden met 29 Het valt ons op, dat zoo uiterst weinig proeven zijn genomen door afdeelingen van organisaties. Hopelijk zal de ordening van net landbouworganisatieleven hierin verandering brengen, zoodat in de toekomst ook dit cijfer weer omhoog zal gaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 3