w IJ ontvingen een verslag van de werkzaamheden
en proeven in 't jaar 1941 van het Centrale Bemestings
proefveld voor de Fruitteelt „De Lange Ossekampen"
te Wagenmgen toegezonden. Dit zeer leerzame en over
zichtelijk gehouden verslag bevat voor den fruitteler
veel belangrijke op- en aanmerkingen, terwijl vooral
de vele statistische gegevens omtrent opbrengst en
onkostenverhoudingen het tot een waardevolle lei
draad kunnen maken.
Voor het toekomstige Europa
Centraal bemestingsproefveld voo
VRIJDAG «2 JANUARI 1913
DE LANDSTAND
PAG. 6
Jongens en meisjes van den Landdienst afgereisd
ORIGE week is er weer afscheid genomen van
de Nederlandsche deelnemers aan den Europeeschen
Landddienst; de jeugdstormers en -stormsters, die
Augustus 1942 naar de Warthe-gouw in West Pruisen
trokken, om daar het boerenwerk te leeren op de oude
kolonistenbedrijven, waarmede ons land nog met-zoo
veel banden verbonden is. Zij waren voor de Kerst
dagen met verlof gegaan, hebben, naar wij hopen, ge-
noegelijke dagen doorgebracht in hun ouderlijk huis en
beginnen dan nu vol moed aan de tweede helft van
hun eerste proefjaar.
Dat het een proefjaar is, is ook gebleken uit de samen
stelling van de groepen, zooals die nu weer zijn af
gereisd; al is het dan gelukkig maar een klein per
centage die in den loop van den nazomer ongeschikt
voor dezen dienst bleken te zijn.
Sommigen van hen heeft het heimwee parten 'gespeeld,
anderen scheen het boerenwerk op den langen duur
te zwaar en te eentonig. En allerminst mogen wij deze
jonge menschen daar een verwijt van maken. Want de
opleiding van den Landddienst is, mede met het oog
op de opgaven die na een drie- of vierjarigen leeftijd
op de schouders van deze jonge menschen zal worden
gelegd, geen spelletje in cursusvorm of iets dergelijks,
maar harde werkelijkheid.
Met des te meer trots komen wij terug op de
prestaties van het gedeelte en het is het over-
grootste gedeelte dat zich door de eerste moeilijk
heden heeft heengeslagen en nu het boer- of boerin-
worden als ebnigst levensdoel voor de oogen stelt.
Want wij mogen niet vergeten, dat het geen boeren-
jeugd was, die den vorigen zomer de reis naar het
Oosten aanvingen, maar hoofdzakelyk jongens en
meisjes uit de steden. Die zich dus het boerenwerk
slechts bij benadering voor konden stellen en van het
leven op het platteland, ver van elkander en ver van
de genoegens van de stad, geen begrip hadden.
Er is zeker een flink portie idealisme noódig geweest
om hen over de eerste tegenslagen heen te zetten.
Boeren uit stadsjeugd? Zeker zal menige plattelands
bewoner eens voor zich heen glimlachen, als hij deze
woorden leest. Maar dan vergeet hij enkele dingen en
wel: ten eerste: dat ook de menschen uit de groote
stad van het platteland stammen en er maar weinige
families zullen zijn die geen boeren in hun voorouders
kunnen aanwijzen; en ten tweede: dat de afd. Bauern-
tum und Landjugend! van de Hitlerjugend, die deze
Landdienstkampen organiseert en leidt, al eerder met
dit bijltje heeft gehakt en met succes. De medewerking
en de hartelijkheid, waarmede de Landdienst jongens
en meisjes door de bevolking wordt ontvangen en ge
holpen, is werkelijk groot. Temeer waar vooral de Ne
derlandsche- en Vlaamsche deelnemers over die ge
bieden zijn verdeeld, die eens door hun voorouders zijn
ontgonnen en bevolkt. Zij kunnen zich hier direct thuis
gevoelen en ook het landschap zal aan alles aan het'
verre vaderland herinneren. Want het waren de Ne
derlanders, die langs den Weichsel, Warthe en andere
rivieren hun molens bouwden, hun hoeven zetten en
Boer uit de Weichseldelta.
Foto's: De Jong
Waar onze voorvaderen dijken legden, kanalen groeven en molens bouwden
De belangrijkste gegevens halen wij hieronder aan:
De ziektebestrijding. Over het algemeen werden geen
nieuwe proeven genomen met insecten- en schimmel-
doodende middelen. Alleen oude en beproefde middelen
werden aangewend.
Wat de schurft betreft, werd nauwkeurig gelet op het
tjjdstip der sporenuitstooting, waarop zoo spoedig mo
gelijk met koperpraeparaten werd gespoten, n.l. op 15,
16 en 17 April. Deze bespuitjng werd in enkele gevallen
nog eens herhaald, hetgeen tot gevolg had, dat zelfs
de Signe Tillisch op type IX vrijwel onaangetast bleef.
Na de kwestie van één of twee maal spuiten en de
voor- en nadeelen te hebben behandeld, volgt een be
spreking van den Ziektenbestrijdingskalender van 'het
Laboratorium voor Tuin bouwplan ten teelt, uitgegeven
door de Nederlandsche Pomologische Vereeniging, die
uitvoerig alle bestrijdingswijzen bespreekt.
Alle perceelen van het Centrale Bemestingsproefveld
werden bespoten met een earbolineum-emulsie van
7y2 Het had plaats onder gunstige omstandigheden,
op 14—18 Febr. en op 56 Maart.
Luis-aantasting kwam weinig voor, behoudens enkele
bloedluisnesten, die waarschijnlijk van de omliggende
perceelen binnendrongen.
De peren bespoot met niet met carbolineum, wegens de
gevoeligheid der bloemknoppen en de geringe aantas
ting door luis.
Spint werd 's zomers niet ontdekt; toch werden in den
winter eieren gevonden, zoodat de bespuitingen met
Califormsche pap wel op hun plaats waren. Deze be
spui tingen werden uitgevoerd na den bloei, terwijl bij
de eerste bespuiting loodarsenaat toegevoegd werd .ter
bestrijding der Carpocapsa. Tegen rondknop bij zwarte
bessen werd gespoten met Californische pap van 7
hetgeen een fatale werking had, daar ten gevolge hier
van alle bloemtrossen verdroogden en niets geoogst
kon worden.
Twee opmerkingen dienen hierbij gemakt te worden.
Allereerst, dat dit nog nooit eerder geschied is. Wel
brandden vroeger de randen der eerste blaadjes soms,
doch thans gingen ook de bloemtrossen er aan.
Tweedens, dat het weer tijdens de bespuiting wellicht
van invloed is geweest öf de groote gevoeligheid der
variëteit (Davison's Eight). In ieder geval wordt den
lezers van dit verslag' gevraagd naar waarnemingen
uit de praGtijken over dit verschijnsel. Een troost (zij
het een schrale) is hierbij dat een nadien optredende
nachtvorst zóó hevig was, dat in de omgeving van
Wageningen alle bessenbloesem bevroor, zoodat ook
zonder bespuiting geen opbrengst verkregen zou zijn.
Meeldauw kwam niet voor.
Rupsennesten werden tijdens het snoeien verwijderd.
Vangbanden tegen den appelbloesemsnuitkever werden
in October aangelegd.
Kanker werd "met succes bestreden met zgn. kanker-
dood. Vooral C.O.P. is gevoelig,
De Bijenstal
In iederen boomgaard hooren bijen .en dus vormt ook
dit een onderdeel in het verslag.
Hoewel in den winter van '40'41 vijf volken verloren
gingen, doorstonden vrijwel alle volken den even stren
gen winter van '41'42.
Het afsterven wordt toegeschreven aan de onjuiste
herfstvoeding, niet aan de te lage temperatuur.
In de Minderhoud-kasten gaat het voeden niet zeer
eenvpudig, zoodat deze wellicht verbeterd dienen te
worden.
Door het schitterende weer van Juni en Juli kon veel
honig vergaard worden. Ook hier bleek een hooge en
constante temperatuur een eerste vereischte te zijn en
de droogte minder nadeelig dan wel eens wordt aan
genomen.
Een typisch verschijnsel werd nog opgemerkt bij een
volk van gekruist ras (Cypro-Italiaansch X Inheemsch).
Dit bezondigde zich niet aan het zwermen en verza
melde de meeste honing. Blijkbaar is dit volk ontstaan
uit een Cypro-Italiaansche X Inheemsche koningin en
inheemsche darren. Het overwinterde beter dan de ras
zuivere Cypro-Italiaansche volken.
Een proef met Boragie als voedingsplanten leverde
goede resultaten.
Een belangrijke publicatie
In 1942 werden de proeyén herhaald met boragie,
lucerne en knolzaad.
Weersomstandigheden
Gelijk overal in den lande, waren ook hier de weers
omstandigheden hoogst ongunstig. De strenge vorst in
den winter, de hevige nachtvorsten in het voorjaar
deden alle hoop op eenigen oogst verloren gaan. Dit
viel later echter nogal mee; hoewel men mag aannemen,
dat meer dan de helft der bloemen bevroor.
Het jaarverslag vermeldt helaas niet, waarom de be
strijding der nachtvorst, die in vorige jaren ter hand
genomen was, achterwege bleef. Dit jaar was er toch
alle reden voor een proef!
Wel heeft men getracht van de bevroren bloemen nog
iets te redden. Het bleek n.l. dat zeer vaak alleen stam
pers en meeldraden gedood en alle andere deelen nog
intact waren. Gewone bevruchting was dus niet meer
mogelijk, dus moest getracht worden zgn. partheno-
carpische vrucht2;etting te verkrijgen, zooals Précoce
de Trévoux dat gewoonlijk al van nature doet. De proef
werd genomen met B-indoiylazijnzuur en wel met een
oplossing van 50 hetero-auxine per c.c.
Het léverde echter geen resultaat op; parhenocarpische
vruchtzetting bleef uit, behalve bij Précoce, de Trévoux,
dié het echter óók zonder bespuiting deed. Toch werkt
de groeistof wel in, hetgeen bleek uit de epinastische
buiging der bladeren en aan het lang blijven zitten der
bloemsteeltjes. Daarom zullen de proeven herhaald wor
den met traumatinezuur en hopelijk zullen hierbij kosten
nog moeiten gespaard worden, omdat dit wel 'n onder
zoek is dat van belang is voor de practijk. Wij denken
hierbij b.v. aan de treffende resultaten, die men be
haald heeft bij de bespuiting van aardappelen met alpha
en béta-indolylazijnzuur enz. om de spuitvorming te
remmen en de toepassing van Bindolylazijnzuur bij
stekken.
De opbrengstcijfers zeggen natuurlijk weinig, in ver
band met de nachtvorsten. Echteh kan gezegd worden,
dat de boomen uitstekend bloeiden, terwijl de weerstand