Sortimentsproeven bij koolrabi
Kris kras door de
wereld
PAG. 5
DE LANDSTAND
VRIJDAG 29 JANUARI 194S
De Bulgaarsche land- en boschbouw in 1943 De
Bulgaarsche Minister van Landbouw, Petroff, gaf een
overzicht van hetgeen in het afgeloopen jaar in den
Bulgaarschen landbouw werd verrieht. In het voor
jaar werd ter verbetering van de oogst-opbrengsten
rond 9 millioen kg. kunstmest onder de boeren ver
deeld, terwijl in het najaar voor het eerst op groote
schaal bemesting der tuinbouwgronden plaats ,vond,
waarvoor circa 10 millioen kg. kunstmest noodig was.
Ondanks de moeilijkheden in de brandstofvoorziening
kan de oogst op tijd worden binnengehaald. De herfst-
uitzaai kon, volgens de plannen worden afgewerkt en
in vele deelen des lands, vooral in de Dobroedsja, is
de teeltoppervlakte grooter dan in het voorafgaande
jaar. Het Ministerie heeft een aantal nieuwe moderne
bemestingsstations, varkens, en schapenstallen, pluim-
veefokkergen en andere inrichtingen doen bouwen. In
den boschbouw werd door den aanleg van rond 250 km.
boschwegen de houtproductie verhoogd; voorts werd
160 km. oude wegen verbeterd. De bijzondere zorg
van het Boschbeheer ging uit naar het hooggebergte
en de aldaar gelegen bergweiden voor rundvee. Door
rivierregulaties, bevloeiingen en drooglegging werd
17.000 ha. land gecultiveerd en voor 2200 ha. voorbe
reidingen getroffen voor een kunstmatige bevloeiing.
In totaal werd 1.4 millioen kub. M. grond verzet en
14 bevloeiingskanalen met een lengte van 96 km. aan
gelegd. In 1942 werd begonnen- met den aanleg van
salinen aan de kust van de Egeische Zee, waarvan
de eerste opbrengst ter beschikking van de omgeving
werd gesteld. Voor de kolonisten uit de Noord-
Dobroedsja werden in den Zuid-Dobroedsja 70 nieuwe
hofsteden gebouwd. De actie voor de kolonisatie van
Bulgaarsche vluchtelingen in de nieuwe gebieden van
Macedonië en Thracië valt in dezelfde periode. Voorts
werkte het Ministerie' mede aan de uitbreiding van
koelhuizen, de rationalisatie van staatsgoederen, de
uitbreiding van den veterinairen dienst en het staats
Agrarisch Instituut.
Nieuwe machines voor den Bulgaarschen landbouw.
Het Bulgaarsche Ministerie van Landbouw heeft maat
regelen getroffen voor den invoer van een groot aantal
landbouwmachines, veterinaire geneesmiddelen, alsmede
materiaal voor de uitvoering van bouwwerken voor
landbouwdoeleinden. In de eerste plaats is gedacht aan
den import van veevoedermachines en bodemgereed
schappen. Tevens wordt overgegaan tot een nationa
lisatie van den landbouw en een zoo rationeel moge
lijk gebruik van de 28.000 aanwezige groote zaaima-
chines. Het zaaiplan voor het voorjaar ia reeds uitge
werkt 500 ton pootaardappelen werden naar Thracië
verzonden en zullen daar nog in den loop van deze
maand worden gepoot. De teeltoppervlakte voor rogge
en haver in het hooggebergte wordt vergroot.
Bulgarije De Herfstuitzaai in Bulgarije werd, ge
lijk. bekend gemaakt werd, in het geheele land program
matisch doorgevoerd. In vele gebieden kon 30 pet. meer
grond bewerkt worden, dan vooraf geraamd was. De
laatste week bracht lichte vorst met hier en daar
sneeuwval.
Het Ministerie van Landbouw is van plan, bij het uit
voeren der voorjaarswerkzaamheden de aandacht vooral
te vestigen op een behoorlijke grondbewerking, en op
de noodzakelijkheid van hakken en schoffelen tusschen
zonnebloemen, mais e.a. cultuurplanten. Daar de voch
tigheidsgraad van den bodem in Bulgarije van door
slaggevende beteekenis voor den oogst, en deze voch
tigheid zoowel als de snelle groei der planten en
hun uithoudingsvermogen tegen droogte in de hoogste
mate afhankelgk zijn van een grondige bodembewer
king, moet de zonnebloem, en maiscultuur en andere
gewassen, die in Bulgarije slechts tweemaal gehakt
werden, door meerdere malen te hakken geïntensiveerd
worden. Voor dit doel zal het Ministerie van Land
bouw alle ter beschikking staande schoffeltuigen in
zetten.
Bovendien heeft het Ministerie 300 speciale onkruid
eggen besteld, die op het veld gebruikt zullen worden,
zoodra de planten een hoogte van 1560 cm. bereikt
hebben. De op de proefvelden der Landbouwfaculteit
van Sofia bij Sadowa en Pleven aangelegde proeven,
hebben bewezen, dat de op deze wijze van onkruid ge
zuiverde graanvelden 815 pCt. hoogere opbrengsten
leveren. Tenslotte heeft het-Ministerie van Landbouw
de noodige maatregelen genomen, om in het komende
seizoen den geheelen landbouwinventaris, vooral de
tractoren en zaaimachines, in te zetten voor de inten-
siveering der cultuur.
Bulgarije heeft aan het eind van het jaar zijn mais-
levering aan Duitschland door ruilhandel over de Donau
tot de beraamde hoogte kunnen afwikkelen.
Goede Hongaarsche rijstoogst. Reeds verschillende
jaren geleden is men in de Hongaarsche laagvlakte be
gonnen met den verbouw van rijst. Zoo werd verleden
jaar in de vlakte van de Theiss 115 ha. slechte grond
door den aanslag van een bevloeiingsinstallatie voor
rijstteelt geschikt gemaakt; de opbrengst bedroeg hier
3150 kg. per ha. Dit jaar zal een oppervlakte van
600 ha. in dit gebied met rijst worden beteeld. De
Hongaarsche rijst is klein van korrel, maar uitstekend:
van smaak.
Hongarye tracht, naast de wettelijke regeling voor
den verbouw van broodgraan, ook de voedergraan-
voorziening in den landbouw verzekeren, door de
verplichte inlevering d>er oogstoverschotten Dit Is te
meer mogelijk, daar de maisoogst in dit jaar onder
gunstige weersomstandigheden binnengehaald is, al
zijn de opbrengstcijfers waarschijnlijk niet hoog.
De teelt van sojaboonen in Frankrgk In het afge
loopen jaar zijn voor het eerst in Frankrijk op vrij
groote schaal proeven genomen met de teelt van
sojaboonen. Het door het „Centre National du Soja"
beschikbaar gestelde zaaigoed heeft overal goed vol
daan. Het bleek beter tegen droogte bestand te zijn,
dan de Europeesche sojaboonen. Volgens een bericht
van de Revue Internationale du Soja rekent men er
op, dat de oogst 1943 een niet onbelangrijke bijdrage
zal leveren in de Fransche levensmiddelenvoorziening.
In verband .met het feit, dat de Fransche vetvoorzie-
ning door het verlies van Noord-Afrika 40 pet. ongun
stiger is geworden, zal in het loopende jaar aan de
sojacultuur nog meer aandacht worden besteed.
Frankrijk is yan nu af aan tengevolge der afgesloten
tarwe- en meeltoevoerwegen gedwongen tot een be-
(3ver vergelijkende proeven met koolrabi-variëteiten
is in ons land nog weinig bekend. De teelt is nog
zoo nieuw, dat men daar nog niet aan toegekomen
is en daarbij komt, dat het binnenland de koolrabi
nog niet heeft leeren waardeeren. Dit kan voor een
deel een gevolg zijn van het verlaagde gasrantsoen
der groote steden, waar men terugschrikt voor bet
hooge gasgebruik bij het toebereiden van deze groente;
voor een deel echter ook aan de onnadenkendheid van
vele kweekers, die, om gewicht te winnen, de kwaliteit
der koolrabi offeren. Men kan de koolrabi nu een
keer niet te lang laten staan. Daarvan wordt de knol
hard en harig. De vaatbundels veranderen in houtige
vezels en de knolletjes, die zoo bijzonder fyn kunnen
zijn, worden ongenietelijk en waardeloos.
Geüjk bekend is komen de meeste koolrabi-soorten
voor in witte en blauwe rassen. Zoo zijn er de witte
en de blauwe Weensche, de witte en de blauwe
Delicatesse en de witte en de blauwe Engelsche glas
koolrabi. De blauwe variëteiten hebt^n het voordeel
minder gauw harig te worden. Men hoort wel eens de
meening, dat zij minder snel groeien; naar onze mee
ning is dat evenwel niet juist. Wij hebben juist met
de blauwe koolrabi de ervaring opgedaan,' dat zij
sterker zijn en vooral ook een vroeger en gelijkmatiger
product leverden dan de witte.
De witte en blauwe Weensche vormen weinig blad en
zijn nog al gevoelig. De selectie Dworsky's Prager Treib
wordt hier als koolrabi voor onder glas geprefereerd.
Deze variëteit is bestand tegen een temperatuur van
3 gr. C. onder nul. Een selectie, bekend als Praga,
is nog sterker. Zij is in staat een vorstje van 5 gr. C.
te verduren, zonder haar consumptiewaarde te ver
liezen. Daarbij komt, dat de Praga een snelle groeier
is, die, al naar het weer, twee tot veertien dagen
eerder kan worden geoogst.
De Delicatesse is geen glaskoolrabi, maar een ding
voor buiten, bestand tegen guur klimaat en middel-
vroeg. Is wellicht geschikt als opvolging van de glas-
koolrabi.
De Engelsche glaskoolrabi worden genoemd als uit
stekende variëteiten voor den vollen zomer. Zij zijn
goed bestand tegen de hitte en de blauwe variëteit
wordt niet gauw harig. Ze moet gerekend worden tot
de late variëteiten met meer dan 16 weken groei
periode. In Mei buiten gezaaid, zijn ze eind Augustus,
begin September klaar.
Hetzelfde geldt voor de variëteiten, bekend als Goliath
en Blauer Speek. Deze vormen zware knollen van het
formaat van een koolraap. Zij kunnen zelfs 5 tot 6 kg.
zwaar worden, en blijven lang zacht. De schil wordt
vezelig, maar dat de knol zelf harig wordt, komt
practisch niet voor.
Proeven te Naald wyk.
Te Naaldwijk heeft men in het afgeloopen jaar proeven
genomen met een nieuwe glaskoolrabi met den naam
Boggli's Freiland. Deze variëteit is gewonnen door den
bekenden Zwitserschen violenkweeker Roggli, die in
gevolge de regeling van den kweekerseigendom het
alleenrecht heeft voor de levering van het origineele
zaad.
Op den Proeftuin is een vergelijkende proef genomen
met Boggli's Freiland en de boven reeds genoemde
Dworsky's Prager Treib, ook genaamd de Prager
perking der maalindustrie. Ook een beperking der pro
ductie der voedingsmiddelen zal hiet te ontgaan zijn,
Uitbreiding van de koolzaadteelt in België De se
cretarisgeneraal van het Belgische Ministerie van
Landbouw richtte een oproep tot de Belgische boeren,
waarin hij aandrong op een uitbreiding van de kool-»
zaadteelt. Hij verlangde, dat 8000 ha., grond ter be
schikking van de koolzaadteelt zal worden gesteld en
wees er op, dat de vetproductie welke door de pro
ductie van melk en andere dierlijke vetten niet meer
kan worden opgevoerd, moet worden vergroot door
den geforceerden verbouw van oliezaden.
Nieuwe meststof in Noorwegen Drie Noorsche che
mici zijn er in geslaagd uit zeegras een nieuwe mest
stof te bereiden. De met het nieuwe product bemeste
proefvelden leverden ongeveer het dubbele van de
opbrengst der velden, welke met andere kunstmest
waren bewerkt.
Finland Zooals bekend, werd in Finland de verbouw
van tarwe in grooteren omvang eerst omstreeks 1930
ingevoerd. Tot op zekere hoogte ging deze tarwekul-
tuur ten koste der gerst. In vakkringen vestigt men
er thans de aandacht op, dat de verbouw van gerst,
die op zichzelf reeds de beste voorwaarden voor zich
in Finland vindt, bevorderd moet worden. Daar de
tijd van rijpen der gerst in het algemeen korter is
dan die der tarwe, is het risico voor mislukking bij
eerstgenoemde graansoort beduidend geringer. Gerst
eigent ÉÉch daardoor voor de oorlogseconomie veel beter
dan tarwe.
Weiszer of de YVeiszer Treib. De nieuwe variëteit groeit
iets forscher dan de Weiszer Treib en kan vermoedelijk
bij iets lager temperatuur worden geteeld. Verder is
er tusschen de beide variëteiten weinig verschil. Zij
vormen beide bleekgroene knollen.
Het zaad werd op verschillende tijden gezaaid. Op
ll November werd begonnen met een eerste zaaisel,
waarvan op 28 Januari is uitgepoot. De volgende
zaaisels dateeren van 2 Maart, 17 Maart en 23 Maart.
De planten werden gezaaid op een zaaibedjein den
vollen grond van een kas. Dus ditmaal niet in kistjes.
Al aanstonds werd de ervaring opgedaan, dat men
bij zaaiing op deze wijze meer succes had, dan bij
de vroeger gevolgde methode In de mededeeling i.z.
„De teelt van koolrabi ondei glas" wordt gesproken
van 7000 10.000 planten per 100 gram zaad. Bij
den practischen tuinder zijn dit jaar nogal wisselende
uitkomsten verkregen. Het aantal planten per 100
gram zaad schommelde tusschen 8000 en 20.000 stuks.
Of dit louter een kwestie is van kiemkracht van
het zaad staat te bezien: bij zaaiing in den vollen
grond van de kas verkreeg men op den Proeftuin
dit jaar per 100 gram 11.000 tot 14.000 pootbare
planten.
Het zaaien in den vollen grond heeft nog een
ander voordeel. De planten worden uit het zaaibed
opgetrokken, zooals men dat bij boerenkool en
spruit kool pleegt te doen. Het zaaibed eerst nat
maken en dan telkens de grootste planten er het
eerst uitplukken. Als men de bedden zoo een paar
malen doorplukt en tenslotte per vierkanten meter
een 25 planten laat staan, verkrijgt men van deze
niet verplante koolrabi zonder meer een oogstbaar
product. Dat kan met beide variëteiten worden
gedaan.
De planten van het eerste zaaisel werden op 28 Januari
in een gewone vorstvrij gehouden druivenkas uit-
geplant. Het Maartzaaisel kwam als tusschenteelt in
een komkommerkas, waarin de temperatuur wisselde
tusschen 15 en 30 gr. C., dat van 17 Maart in een
koud warenhuis en werd uitgeplant als volle teelt, en
het laatste zaaisel, dat van 23 Maart kwam te staan
in een druivenkas, die normaal gestookt werd, dus met
een temperatuur wisselend tusschen 15 en 20 gr. C.
De proeven gaven een bevestiging van de reeds eerder
verkregen resultaten. Beide variëteiten bleken goed te
gebruiken voor de teelt onder glas. Zij zijn met succes
te gebruiken als voor- of tusschenteelt bg verschillende
hoofdteelten, ook bij een hooge temperatuur, zooals
in een komkommerkas. Ook daar loopt de teelt naar
wensch en kan men vrij spoedig oogsten.
Het zaaisel van 2 Maart, dat in de komkommerkas
werd uitgezet, leverde vier weken na poting oogstbare
planten. In een warenhuis kan de koolrabi wel vroeg
worden uitgezet, maar de groeiperiode duurt dan ook
veel langer, nl. van 8 tot 11 weken.
Wat de soortenkeuze betreft hebben de hier beschreven
proeven geleerd dat behalve de alom bekende Dworsky's
Prager Weiszer ook de nieuwe Boggli's Freiland voor
glascultuur geschikt is. Interessant ware thans na te
gaan, welke variëteit het meest bestand is tegen de
gevreesde ziekten, die in ouderen kasgrond de cultuur
der koolrabi zoo onzeker maakt.
L. M.