Het Nederlandsch
rundvee-stamboek
Voorjaarshengstenkeuring te
Goes
PAG. 9
DE LANDSTAND
VRIJDAG 29 JANUARI 1943
geven. Wil men echter melk hebben, dan dient krach
tiger te worden gevoerd. Gedroogd gras en korrelmais
kunnen ook hier helpen. Voor dekbokken bepleitte
schrijver een toewijzing in den herfst, gezien het toege
nomen aantal geiten.
Het Rundvee
Ten opzichte van het rundvee weet elke boer thans wel
waar het op aan komt. De mogelijkheden moeten hier
vooral gezocht worden in het winnen van veel kuil-
voeder, gedroogd gras en groenvoeder, den verbouw van
veel knol- en wortelgewassen en den verbouw van zoo
veel mogelijk stoppelgewassen.
Men late geen stoppelgewassen door vorst verloren
gaan, doch kuile vroegtijdig in. Wanneer het weer niet
geschikt is om te hooien, moet men niet tot in het einde-
looze afwachten maar inkuilen.
Belangrijk was ook wat Dr. Grashuis mededeelde over
de voedernormen. Gelijk bekend, berekenden wij tot nu
toe de voederrantsoenen met de voedernormen van Lars
Frederiksen. Het is echter gebleken, dat hierbij de
eiwitnorm zeer ruim is genomen. Proeven in binnen-
en buitenland hebben aangetoond, dat de melkproductie
langen tijd op peil blijft of in ieder geval slechts een
zeer kleine daling vertoont, wanneer men de eiwitnorm
verlaagt tot 70%, mits de zetmeelwaarde op 100% ge
handhaafd wordt. Hoe in dit geval de conditie der melk
koeien blijft, vermeldt het artikel niet, maar wel wordt
erop gewezen, dat dus de voornaamste moeilijkheid niet
meer is gelegen in het winnen van veel eiwit, maar in
het bereiken van de gewenschte norm voor de zetmeel
waarde.
De mineralenvoorziening is op vele bedrijven niet in
orde, vooral wanneer geen mineralen worden bijgevoe-
derd. Waar veel Finsche kuil wordt gevoerd, daar is
het noodzakelijk dat alkalische mineralen worden bij
gevoerd. Het ware te wenschen dat de mineralen den
volgenden winter gedistribueerd werden of dat extra
toewijzingen werden beschikbaar gesteld.
Hoogst belangrijk was ook wat schrijver opmerkte over
de verschillende hoeveelheden die men van elk voer per
dag kan verstrekken.De waarde voor bepaalde produc
ten is hooger, wanneer men een bepaalde grens in acht
neemt. Volgens de dooi Prof. Sjollema op „De Schot
horst" genomen proeven, is het raadzaam de rantsoe
nen voor melkvee zóó samen te stellen dat van stoppel-
knóllen niet meer dan 40 kg., van voederbieten niet
meer dan 20 kg. (hoogstens 30) en van Finsch kuilvoer
niet meer dan 20 kg. per dag gegeven wordt. Men moet
er verder natuurlijk rekening mee houden, dat gelijk
soortige voedermiddelen niet worden gecombineerd,
tenzij de som der hoeveelheden de toegestane norm niet
overtreft. Bijv. kuil en kunstmatig gedroogd gras. Beide
zijn geconserveerd jong groenvoeder en wanneer men ze
naast elkaar in grootc hoeveelheden verstrekt, geven
ze aanleiding tot diarrhee, kopziekte enz. Daarom is
het beter een deel van het rantsoen te vervangen door
hooi of kaf.
Kalveren.
Wat over de voeding der kalveren gezegd werd, kwam
in het kort op het volgende neer. De eerste 14 dagen
geve men den dieren maximaal 4% 1. volle melk, in de
3e en 4e week 3 1. volle melk en 3 1 ondermelk, en na
de 4e week alleen ondermelk.
Dit is natuurlijk niet de ideale voeding, maar het gaat
er om dat de kalveren met zoo weinig mogelijk volle
melk worden groot gebracht Als minimum geve men in
den winter 6 1. ondermelk, daarnaast volop goed hooi
ën wanneer de dieren 46 maanden oud zijn, een kleine
aanvulling'met knol- <*n wortelgewassen. Wie geen on
dermelk heeft moet natuurlijk langer dan 4 weken volle
melk geven.
De pinken zyn over het algemeen wel goedkoop door
den winter te krijgen, vooral als het weiland hoog en
droog is en men ze met zg wal- en kanthooi Dij kan
voederen. Ook erwtenstroo u goed, zoonoodig aan te
vullen mei bieten, knollen e.d.
Het goede hooi dient men te bestemmen voor de pas-
gekalfde koeien Dieren die droog staan kunnen met
heel weinig toe, maar men geve de laatste vier weken
voor het kalveren wat meer om de komende melk
productie te stimuleeren.
Wat de paarden betreft, deze krijgen weliswaar een
zeer ruimt toewijzing, doch deze moeten ook veel meer
werken dan vroeger. Alleen wanneer men een veelvul
dig gebruik maakt van voederbieten, suikerbietenkop
pen, gestoomde voe^aardappelèn (ook ingekuild) e.d.,
kan men een aeel van het krachtvoer besparen, we.k
voer dan vrij komt voor andere dieren, d.v. kippen. Van
voederbieten kan men wel 30 of 40 kg. per dag geven,
mits de dieren eraan gewend zijn. Gestoomde aard
appelen kan men geven tot een hoeveelheid van 20 kg.
per dag. Ook hier eischt de mineralenvoorziening vee)
aandacht, vooral bij fokdieren.
Omtrent de werkzaamheden van het N.R.S. vonden wij
interessante gegevens in het jaarverslag over 1941 van
den directeur, Ir. H. Wibbens. Dit jaarverslag is afge
drukt in de dezer dagen verschenen mededeelingen van
het N.R.S. We ontleenen daaraan het volgende.
Het ledental is met 876 leden vermeerderd en bedroeg
10.479 op 1 Jan. 1942
Het aantal geregistreerde volbloedkalveren is met ruim
5000 vermeerderd en heeft in totaal 32.476 bedragen.
Verdeeld naar de veeslagen zijn de cijfers voor het
H.-Veeslag 20.600 (12.472 koekalveren en 8.128 stier
kalveren), voor het M.R.IJ.-Veeslag 10.145 (5731 koe
kalveren en 4414 stierkalveren) en voor het G.-Vee-
slag 1.731 (919 koekalveren en 812 stier kal veren).
In het Keurstamboek zijn ingeschreven 321 koeien
van het H.-Veeslag, 70 van het M.R.IJ.-Veeslag en
24 van het G-Veeslag. Naast een heel goede hoeveel
heid melk bedroeg het gemiddelde vetgehalte resp.
3.86 pet., 3.71 pet. en 3.84 pet., terwijl het aantal pun
ten, waarmee deze dieren in het K.S. zijn ingeschre
ven, was 80.6, 79.8 en 82 punten.
Ingeschreven zijn 1033 stieren en 6763 koeien van het
H.-Veeslag, 338 stieren en 2134 koeien van het N.R.IJ.-
Veeslag en 79 stieren en 724 koeien van het G.-Vee
slag.
Nagegaan is, in hoeverre de waardeering van den
uier door de inspecteurs overeenstemt met de hoe
veelheid melk, welke de dieren geven. Daarbij bleek,
dat de dieren met ab. voor uier de grootste hoeveel
heid melk hadden gegeven en met bc. voor uier de
kleinste hoeveelheid, terwijl met b voor uier de
opbrengst daartusschen gelegen is. Deze opbrengsten
waren als volgt:
Leeftijd
Hoeveelheid melk, herleid
der
tot 300 dagen
dieren
a-b voor
b voor
b-c voor
uier
uier
uier
Zw.bonte dieren 2 j.
3696 kg.
3207 kg.
3039 kg.
Roodb. dieren 3 j.
4015 kg.
3631 kg.
3321 kg.
Verder is gebleken, dat de beoordeeling van de melk-
aderen, waaraan bij onze melkkoeien door altrjden
heen groote waarde is gehecht, eveneens goed over
eenkwam met de hoeveelheid melk.
Dan is nog nagegaan, welk percentage van de voor-
loopig ingeschreven stieren definitief ingeschreven
■frordt. Het bleek dat bij het zwartbonte H.-Veeslag
dit percentage 54 pet. bedroeg en bij het roodbonte
M.R.IJ.-Veeslag 76 pet. en "bij het zwartblaar G.-Vee-
slag 46 pet. Dit hooge percentage voor de M.R.IJ.-
stieren kan ten deele verklaard worden uit het feit,
dat bij de M.R.IJ.-fokkers de stieren meer in het bezit
zijn van de vereenigingen. (Fokvereenigingen en stier-
houderrjen).
Eveneens is een onderzoek ingesteld naar het percen
tage van de vrouwelijke volbloeddieren, geregistreerd
in het R. v. J. V., gedurende de jaren 1930 t.m. 1940,
dat ten slotte in het Stamboek wordt ingeschreven.
Gebleken is, dat het inschrijvingspercentage gedurende
deze 11 achtereenvolgende jaren bedroeg voor het
H.-Ve*alag 42 pet., voor het M.R.IJ .-Veeslag 29 pet.
en voor het G.-Veeslag 58 pet. (de uit Friesland geïm
porteerde dieren zijn buiten beschouwing gelaten).
Getracht is voor dit lagere percentage bij het M.R.IJ.-
vee een verklaring te geven, waarbij o.m. is gebleken,
dat:
a. het aantal dieren ingeschreven in het Register
voor Jongvee, waarmee niet wordt gefokt, bij het
M.R.IJ.-Veeslag grooter is dan bij het H.-Veeslag.
b. in het Gedrukt Stamboek No. 66, jaargang 1940
'41 bij het H.-Veeslag 9.7 pet. van de ingeschreven
koeien een R. v. Jongvee moeder hadden, en bij
het M.R.IJ.-Veeslag 15.7 pet. Deze moederdieren
worden dus wel, niettegenstaande ze voor inschrij
ving in het Stamboek zijn geweigerd, gebruikt
voor de fokkerij.
c. in datzelfde Gedrukte Stamboek zijn van het H.-
Veeslag gepubliceerd in totaal 15.061 melklijsten
van S.- en R. v. J. V.-dieren, waarvan 4.995 R.
v. J. V.-dieren, dit is 33 pet. en van het M.R.LJ.-
Veeslag zijn deze cijfers resp. 8602 en 3980, dit is
46 pet. (Lijsten van R.-dieren zijn niet meegere
kend). M.a.w. bij het M.R.LJ.-Veeslag bestaat de
gecontroleerde volbloed veestapel, dit zrjn dus de
dieren, waarmee gewerkt wordt, voor bijna de helft
uit dieren, welke wel volbloed, doch niet in het
Stamboek ingeschreven zijn, niettegenstaande aan
genomen mag worden, dat de fokkers prefereeren
met S.-koeien te fokken.
Op Vrijdag 15 Januari vond te^ Goes onder groote
belangstelling de voorjaarshengstenkeuring van de Ver.
„Het Nederlandsche Trekpaard", afd. Zeeland, plaats.
Onder de aanwezigen merkten wij o.a. den voorzitter
den heer v. Vretjenburgh en den secretaris, den heer
Bom op.
De uitslag luidde als volgt:
Goedgekeurd voor dekking:
Majo van Sertrans, 102631, fokker-eig. Iz. Groenewege
te Hoedekenskerke; Rudoli van Achterduin, 103011,
fokker-eig. J. v. 't Westeinde, „Achterduin", Nieuw-
dorp; Hein van Diessen 1106443, eig Pietei Vermue
Jac.zn. te Wolphaartsdijk (Zld.) en Corn, van Acht te
Sloef-St. Oedenrode; Bolland, 102972, fokker-eig. P.
Buysrogge te Kleotinge (post 's-Gra venpolder)Egber-
tus, 104200, eig. A. J. v. d Neulen-Becu te IJzendijke
en C. J. Pijfferoen te Eede (Zld.); Frans van Blaems-
kinderen, 105204, fokker-eig. Pieter Vermue JacZn. te
Wolphaartsdijk; Nardus, 106082, eig. A. J. v. d. Meu-
len-Becu te IJzendijke en C. J Pijfferoen te Eede (Zld.);
Marnix1101634, eig. J. v. 't Westeinde, „Achterduin",
Nieuwdorp; Clairon van Hollestelle 196939, eig. P.
Vermue Jac.zn. te Wolphaartsdijk (Zld.); Cameur,
101145, ei£. Joh. Wagenaar Izn. te Kloetinge (Zld.);
Albert1), 100396, eig Corn. Geus te 's Heerenhoek (Z.);
Dolf1, 100630, eig. J. C. J v. d. Velde en Gebr. L. J.
en V. Wisse te Kamperland (Zld.); Paul van Achter
duin, 96923, fokker-eig. J. v. 't Westeinde „Achterduin"
te Nieuwdorp (Zld); Elegant, 98200, eig. Corn Geus te
's-Heerenhoek en Jac. de Dreu Pzn. te Ellewoutsdijk;
Leon van Eva, K 1928, eig. Wed. G. Jerominus te
Hoedekenskerke (goedgekeurd voor 4 jaar)Xanthos
80601, eig. J. v. 't Westeinde, „Achterduin" te Nieuw
dorp; Joli van Fredericay K 1594, eig. Mij. de Wilhel-
minapolder te Wilhelminadorp (goedgekeurd voor 4 j.);
Bernhard, 103789, eig. A. J. v. d. Meulen-Becu te IJzen
dijke en C. J. Pijfferoen te Eede; Solon, 1065§4. eig.
Jac. de Putter Pzn. te Axel; Clairon, 105540, eig. Fa.
F. Dekker te Axel en A. J. v. d. Meulen-Becu te IJzen
dijke Herseur van Hagerhof 1106010, eigenaar Kon.
Kerckaert te Breda; Gascon van Guido, 104599, eig.
H. de Maat te Stoppeldijk en Hon. Kerckaert te Breda.
Hengsten, waarvan de goedkeuring van het vorige jaar
met één jaar zonder keuring voor dekking is verlengd:
Nico van Kruiningen, 95675, eig. A. van Hootegem te
Kruiningen en J. v. Jt Westeinde, „Achterduin" te
Nieuwdorp; Mouton van Bronswijk, 89709, fokkei-eig.
Gebr. Verdonk te Nieuwdorp, Post 's-Heerenhoek;
Jasper, 89879, eig. Joh. Wagenaar Iz.zn te Kloetinge;
Nelson, 88282, eig. L. J. Boone te Ritthem; Frans v. d.
Lente, K 1912, eig. Hengstenver. „Zuid-Beveland". secr.
C. Mol te Waarde; Lertain, K 1985, eig. Cor Jac. de
Kam Jzn. te Wissekerke en Gebr. Leendertse Hzn. te
Kamperland; Dankei van 'iezelinge, K 1872, eig. Iz.
v. Maldegem te Kortgene; Titus van Certain, K 1925,
fokker-eig. Adr. Joh. Karelse Pzn. te Kruiningen;
Steven, K 1944, fokker-eig. Pieter Vermue Jac.zn. te
Wolphaartsdijk.
Deze hengsten zijn tevens opgenomen in het Keur
stamboek.
PREMIEKEURING
3-jarigen, opgenomen in Keurstamboek.
Groote maat: le prijs: Hein van Diesse, 106443, eig.
Pieter Vermue Jaczn. te Wolphaartsdijk en Corn. v.
Acht te SloefSt. Oedenrode; 2e prijs: Herseur van
Hagerhof, 106010, eig. Hon. Kerckaert te Breda;
Marnix, 101634, eig. J. van 't Westeinde „Achterduin"
te Nieuwdorp.
3-jarigen, niet in Keurstamboek opgenomen.
Groote maat: 2e prijs: Rolland, 102973, fokker-eig. P.
Buysrogge te Kloetinge, Post 's-Gravenpolder.
Kleine maat: le prijs: Gascon van Guido, 104599, eig.
H. de Maat te Stoppeldijk en Hon. Kerckaert te Breda;
Bernhard, 103789, eig. A. J. v. d. Meulen-Becu te
IJzendijke en C. J. Pijfferoen te Eede;, Egbertus,
104200, eig. A. J. v. d. Meulen-Becu te IJzendijke en
C. J. Pijfferoen te Eede; 2e prijs: Majo van Serf rans,
102631. fokker-eig. Iz. Groenewege te Hoedekenskerke;
3e prijs: Rudolf van Achterduin, 103011, fokker-eig.
Jan van 't Westeinde, „Achterduin" te Nieuwdorp;
Solon, 106584. eig. Jac. de Putter Pzn te Axel; Frans
van Blaemskinderen, 105204, fokker-eig. Pieter Vermue
Jaczn. te WolphaertsdijkNardus, 106082, eig. A. J.
v. d. Meulen-Becu te IJzendijke en C. J. Pijfferoen te
Eede.
4-jarigen
Groote maat: 2e prijs: Albert, 100396, eig. Com. Geus,
te 's-Heerenhoek; 3e prijs: Clairon van Hollestelle,
96939, eig. Pieter Vermue Jaczn. te Wolphaartsdijk.