■MM Groote opdrachten buiten en in den landbouw C ^>47 ZEELAND Indrukken en gedachten (xxni) Afscheid Mr. H. Reydoil j N dat licht bezien is het logisch dat op den hoog- sten post van het Departement van Volksvoorlichting "en Kunsten en tot president der Nederlandsche Kul tuurkamer iemand werd benoemd, die voorheen eerst als £tafleider, nadien als Hoofd van de Hoofdafdeeling „Volk en Bodem" van den Nederlandschen Landstand is werkzaam geweest en die in die functie, gelijk ook vroeger reeds op andere plaatsen, blijk heeft gegeven het natuurlijke verband tusschen VOLK en BODEM aan te voelen en dat ook heeft uitgedragen. Het is derhalve niet alleen een onderscheiding voor zjjn per soon, maar ook een erkenning van de fundamenteele waarden die de Ned. Landstand in zjjn Hoofdafdeeling „Volk en Bodem" uitdraagt, dat MR. H. REYDON tot deze belangrijke functie werd geroepen. De Land stand en inzonderheid de Boerenleider (waarvan kd. Reydon de naaste medewerker was) moeten dit offer brengen terwille van de toekomst van ons volk. Hoewel zelf niet direct uit den boerenstand afkomstig, heeft kd. R. zich reeds jarenlang sterk daartoe aan getrokken gevoeld en was hjj de eerste, die in ons land een brochure schreef tover: „Boerenland in Boe renhand". Ook verscheen van zijn hand een boekje over heemkunde, alsmede richtte hij zich in talrijke artikelen in „Volk en Vaderland" en het „Nationale Dagblad", waarvan hij een leidende functie in de redac tie heeft vervuld, tot het Nederlandsche volk. "iJonderdag van de vorige week was de Landelijke Boerenraad bijeen en deze nam by monde van Boe renleider Roskam in treffende woorden afscheid van kd. Reydon. Ook diens toespraak tot de prov. Boe renleiders en anderen uit de leiding van den Landstand was bijzonder hartelijk. Wjj zijn er van overtuigd dat f 0-i 2de Jaargang No. 5 Vrijdag 5 Februari 1943 X ET is niet onze gewoonte in deze rubriek ons bezig te houden met personen uit het kader van den Landstand. Het gaat om de verwezenlijking van de doelstellingen en daarvoor zijn we allen naar de mate onzer krachten aan den arbeid. Nu echter een tweetal figuren uit het Landstand-kader tot een nog grootere taak zijn geroepen en op posten zjjn geplaatst die hen vooral in aanraking brengen met andere volksgenoo- ten, waardoor zij voor den specialen arbeid in den Landstand verloren gaan, gevoelen wij behoefte van daag een uitzondering op den regel te maken. Ons raszuiver hoerendom is de bron van waarden waaruitgeheel ons volk moet putten. Het nationaal- soeialisme erkent dat en wil zich op den aan zijn bodem gebonden levensstijl van den Germaanschen boerschen raensch, op zijn waarheidsliefde en waarachtigheid, op zijn wereldbeschouwing, bezinnen om daaruit de nieuwe krachten te putten voor den opbouw van geheel onze samenleving. Als dat zal gelukken moet ons boeren volk offers brengen in den vorm van het afstaan van figuren uit eigen gelederen die in staat geacht wor den dezen levensstijl ook op andere bevolkingsgroepen over te enten. Zooals het onjuist is dat de nationaal- socialisten zich opsluiten in eigen kring, zoo is het evenzeer onjuist dat ons boerenvolk zich blijft afzon deren, al moet men zich in eigen kring versterken. Nu wij een tijdperk achter den rug hebben waarin de waar den van 't platteland werden veronachtzaamd en daar door overal ontaarding en ontworteling te voorschijn traden, die geleid hebben tot de Mei-dagen van 1940, is het noodzakelijk dat er een volledige vernieuwing en bezinning op onze volksche waarden plaats vindt. Gelijk reeds opgemerkt, kan zulks alleen komen als op belangrijke posten menschen de leiding krijgen, die van top tot teen doordrongen zijn van den levensstijl en de kultuurscheppende kracht van ons landvolk, die de volksche wereldbeschouwing ook innerlijk beleven. zijn idealisme, zjjn ijzeren wil tot doorzetten en zijn onwankelbaar vertrouwen in den Leider hem in zjjn nieuwe functie als Secretaris-Generaal en als presi dent der Kultuurkamer sterke steunpilaren zullen zijn bjj zyn voor onze volksvoorlichting en kuituur zoo be- laugryk werk. Moge kd. Reydon daarenboven in zijn nieuwen werk kring de arbeidsvreugde vinden die hy verdient. OT burgemeester van de vijfde stad van Neder land: Groningen, werd dezer dagen boer P. F. Tam- mens te Ruigezand benoemd. Dit keer leggen we den klemtoon nog eens op het woordje „boer", omdat ook uit deze benoeming .blijkt, dat er iets verandert in ons land. Kan een boer ook nog verstand hebben van andere zaken dan die welke zjjn boerdery betreffen? Wy weten, dat de?e opmerking wel eens gemaakt is en vroeger byna steeds ontkennend werd beantwoord, omdat men de eigenschappen van ons boerenvolk niet kende en vele boeren de neiging hebben zich in eigen kring op te sluiten. Zal er echter ooit een nauwer con tact tot stand kunnen komen tusschen de mooie han delsstad Groningen en het achterland In de gelyk- namige provincie dan wanneer iemand uit die omme landen in Gruno's veste de hoogste gezagsdrager is? Naar onze meening niet. Wat zou Groningen geweest zijn, thans en in de toekomst worden als het niet stoelde op dat hechte fundament van het Groninger en Noord-Drentsehe platteland Van ganscher harte wenschen wy den nieuwen ma- gistraat, die in het gewest zyner geboorte èn daarbui ten in boerenkringen hoog in aanzien staat, geluk met deze benoeming, maar wy eondoleeren den Landstand met het verlies van dezen op land bouwtechnisch ter rein uitermate deskundigen medewerker. Als Hoofd der afdeeling Voortbrenging van den Landstand in zijn ge west, maar ook als lid van de Grondkamer was kd".- Tammens werkzaam ln Groningen, in landelijk ver band was hy leider van de afdeeling Studiebedryven en Bedryfsvoorlichting. Ook vóór het ontstaan van den Landstand was de nieuwe burgemeester in talryke boerenorganisaties en ln de Commissïe-Posthuma werk zaam en sedert Juni van het vorig jaar Bestuursraad van zyn provincie. Moge kd. Tammens zjjn boerenaard getrouw, den scheppenden geest, dien hy getoond heeft op agrarisch gebied te bezitten, verder kunnen ont plooien in de stad Groningen en daarmede opnieuw toonen, dat in ons boerenvolk inderdaad krachten schui len, die ons geheele volk geloof in een betere toekomst kunnen geven. Zoowel kd. Reydon als kd. Tammens zullen de draden met den Landstand niet doorsnijden zoo hopen wy maar zich beschouwen als voorposten, als pioniers voor de wereldbeschouwing, die dragende gedachte is van het boerenvolk dat dezen tyd begrypt en met ons geheele volk naar hooger «treeft. EZE beide vroegere medewerkers hebben zich dus thans met andere zaken te bemoeien, wy die biyven, kunnen vandaag onze aandacht reeds weer schenken aan het TEELTPLAN AKKERBOUW 1943. Elders in dit nummer komt een uitvoerige publicatie voor, zoo dat wy hier volstaan met het noemen van enkele pun ten. Uiteraard is bij het opmaken van dit teeltplan aan dacht geschonken aan de gewassen die voor onze volks voeding van het grootste belang zyn. Deze kunnen onbeperkt worden verbouwd. Natuurlijk zijn dat in de eerste plaats tarwe, rogge, gerst en aardappels, als mede koolzaad, raapzaad en blauwmaanzaad, maar ook korrelmais, boekweit, cichorei, vlas en kanarie zaad. Speciaal aangemoedigd wordt de verbouw van suikerbieten, geiyk we vroeger reeds mededeelden. Naast een hoogeren prys wordt een premie in den vorm van suiker in uitzicht gesteld. De oppervlakte haver mag voor klei- en zavelgronden ten hoogste 10 en voor andere gronden 15 bedragen van de oppervlakte bouwland in 1943. Voor laatstgenoemden grond mag deze opbrengst worden verhoogd met een vierde gedeelte van het voor oogst 1943 gescheurde grasland. Peulvruchten, Waalsche boonen, gele en bruine mos terd en landbouwzaden mogen slechts onder bepaalde voorwaarden verbouwd worden. Groenvoedergewassen mogen niet meer verbouwd worden dan in 1942, be houdens ln enkele speciaal aangegeven gevallen. Voor bepaalde gevallen kan de productiecommissaris, GEHOORD DE LANDSTAND, afwyking van de ge noemde bepalingen toestaan. Aanvragen daartoe moe ten vóór 15 Febr. worden ingediend by het Administra tiekantoor van het Hoofdbedryfsschap in de provincie, waar men woont. We gaven hier in het kort de voornaamste bepalingen weer. Men kan ze, geiyk reeds opgemerkt, elders in ons blad uitvoeriger lezen, zoodat men later niet kan (Foto: Landstand-Koper) Nu ik in opdracht van den Leider vry onver wacht een andere taak op my heb genomen, stel ik er prys op door middel van .„De Landst d" afscheid te nemen van de zeer velen, met wie ik de laatste "wee jaar in het Nederlandsch Agra risch Front en den Landstand op zoo byzonde? prettige wyze heb mogen samen werken. Het is mij helaas niet mogelyk van U allen per- sooniyk afscheid te nemen. Het werk van onzen Landstand is my altyd een groote voldoening ge weest, en het gaat my zeer aan het hart deze taak te moeten neerleggen. Ik heb het volste vertrouwen, dat hetgeen wjj met elkaar door middel van den Landstand na streven, inderdaad bereikt zal worden. De jaren, die ik in Uw midden heb doorgebracht, zullen voor mij steeds onvergetelijk blijven en richting blijven geven ook hij de werkzaamheden In myn nieuwen werkkring. Ik moge r» tenslotte wel de verzekering geven dat de belangen van den Nederlandschen Land stand bij my ten allen tyde een open oor zullen vinden. Het ga U allen goed. Het Hoofd der Hoofdafdeeling 1 „Volk en Bodem" REYDON.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 1