Chineesche kool als voor Het zaaien van sluitkool Broeiradijs =- De winterbespuiting VRIJDAG 5 FEBRUARI 1943 DE LANDSTAND PAG. 6 adijs is geen geweldige teelt, die veel geld in het laatje brengt. Het bossen en zoo vraagt nog al veel tijd en de betaling is er niet altijd naar. Zelfs de broeiradijs geteeld onder staand glas of in warme bakken, waarvan men in Februari of Maart een eersten oogst binnenhaalt, als er dus nog maar heel weinig versch goed aan de veiling komt zelfs die radijs is in den regel niet belangrijk genoeg om er een hoofdcultuur van te maken. Als brjcultuur gaat het best: het is een makkelijk ding met weinig groei- trjd en haast geen eischen. Het is al lang verkocht en vergeten als de hoofdte^lt: de wortels, d^ bloeyikool en de vroege aardappelen goed beginnen op te halen. Het zijn de kleine bedrijfjes, dicht bij de groote centra, die met de broeiradijs nog het meeste succes hebben. Zij vinden in de groote steden gemakkelijk afzet, en bovendien werken zij voor een deel met goedkoope eigen krachten. Maar dan nog is het een kwestie van tempo! tempo! Tijd mag het niet kosten. Vandaag wordt de bak in orde gemaakt, de middenpalen gezet, de schroten er overheen, en de battingen aan weers kanten. De grond is één spit diep omgewerkt, goed, van korten mest voorzien en mooi gelijk gemaakt Alles is dus voor het zaad gereed. Goed, dan wordt de dubbele bak morgen m een half uur tijds volgezaaid. Alles in tempo. Tijd mag het niet kosten. De één strooit het zaad breedwerpig uit en achter hem loopt een ander, die het er met een grove houten hark lichtelijk onder wei'kt. Als de eerste de dubbele rij is langs geweest, grijpt hij naar den plakker, waarvan de steel lang genoeg is om zonder moeite tot achter aan te komen, en drukt de aarde stevig aan. Zijn helper begint aan den anderen kant van de dubbele rij en zoo is de zaak in eei^ ommezien gepiept. Vier, vijf weken later kan hij bossen, en als hij nu maar niet te dicht heeft gezaaid, niet meer dan een vijf, zes gram per raam, dan heeft hij niet te dunnen en niet te wieden en kan straks eind Februari, begin Maart, zijn bakken ruimen, zonder dat hij hoeft door te bossen, dus voor den /oet weg. Met de teelt van radijs onder koud glas wordt door gaans niet voor het midden van Januari begonnen en men gaat er mee door tot men eind Februari, begin Maart bij goed weer buiten kan zaaien op een be schutte plek. Veel warmte heeft radijs niet noodig. Vandaar dat we het gewas al heel vroeg kunnen zaaien in de banen tusschen de vroege erwten in den vollen grond. Ook onder glas mag de temperatuur niet te hoog zijn, omdat de plantjes dan gemakkelijk ^in het blad groeien en vergeten om een knolletje te maken. Zelfs onder de kieming, die in vier of vijf dagen gebeurd is, geeft men zooveel mogelijk lucht, zelfs des nachts. Overdag kan de temperatuur zonder schade stijgen tot 18 20 graden. De beste temperatuur is zoo tusschen 12 en 15 gr. C. Dreigen er nachtvorsten.dan zullen we een rietmat moeten uitrollen. Daar kan de jonge radijs niet tegen. Radijs heeft, zoo vroeg in het voorjaar een hekel aan gieten. We zorgen er voor te beginnen met goed vochthoudenden grond. Humusrijke zavelgrond mét wat ouden stalmest erdoor is zoo ongeveer ideaal voor AN'de veilingen in ons land worden sedert enkele jaren behoorlijke hoeveelheden Chineesche kool ver werkt en zoowel productie als verbruik vertoonen een voortdurende stijging. Hoewel deze jonge koolsoort dus nu al. een heel aardige figuur maakt tusschen haar oudere zusters, kan er toch nog veel meer van wor den verwacht. De ChineescK£*-lseol is immers een der snelstgroeiende eetbare planten, en ook onder glas is ze met goed gevolg te telen. De merkwaardige suikerbroödvormige kooltjes hebben nog geen lange geschiedenis achter zich. Althans niet in deze gewesten. In China werden zij reeds sedert de vierde eeuw verbouwd. Men onderstelt, dat zij afstam- men van de koolraap, waarmee zij in elk geval het aantal chromosomen hebben. Om ons te bereiken heeft de Chineesche kool een langen omweg gemaakt via Amerika en Duitschland. In de negentiger jaren werd er een proef mee genomen door een proeftuin te yiij- men, maar er bestond in die dagen voor de nieuwe groente nog bitter weinig belangstelling. Het zou tot omstreeks 1925 duren, alvorens een nieuwe poging tot invoering van de Chineesche kool werd gedaan. En thans heeft ze definitief een plaatsje onder de Neder- landsche groenten veroverd. Dat deze plaats nog grooter kan worden, is gebleken uit de proeven van A. H. Bremer, een bekend onder zoeker uit het Noorden. In ons artikel in het nummer van 24 Juli jl. hebben wij reeds enkele woorden over deze proeven gezegd. Bremer zaaide omstreeks midden Januari op warmte (15 gr. C.). Drie dagen later waren de planten opgekomen. Op 6 Februari werden ze ver- speend op een afstand van 3 4 cm. en tenslotte op 25 Februari, voor een deel als zware planten, in een warmen bak uitgezet. Terwijl de Chifieesche kool zich in den vollen grond niet altijd van de verplanting herstelt, behoeft men bij verplanting onder glas niet bang te zijn voor uit vallers. De planten hangen zelfs niet slap en groeien aanstonds door; zelfs de groote planten herstèllen zich zonder moeite. Bremer ging met zijn proef den invloed van de dag lengte op de jonge planten na. Een groep planten werd van 28 Januari tot 25 Februari blootgesteld aan de natuurlijke lengte van den dag met kunstlicht tijdens den nacht, een andere groep kreeg slechts het gewone daglicht (8& uur per dag) én een derde groep normaal daglicht 'plus een extra lage temperatuur. Daarbij bleek, dat zoowel de abnormaal lange belichting als de lage temperatuur 1 tot 7 gr. C.) een snelle bloem- vorgiing tengevolge hadden. Maar 8% uur daglicht bij een temperatuur van 15 tot 20 gr. C. leidden tot vor ming van kooltjes van ongeveer een kilo, die eind Mei konden worden geoogst. Onder plat glas Volgens genoemden onderzoeker is het mogelijk Chi neesche kool in het voorjaar als volgt te kweeken: Men zaait in de laatste helft van Januari in warme kas, liefst in kistjes. Per vierkanten meter gebruikt men ca. 7 gram zaad en dekt het toe met scherp zand. Twee weken later kan men verspenen in kistjes met voed- zamen grond» 'met een laagje scherp zand bestrooid. Zij krijgen dan een afstand van 3 tot 4 cm. Eind Februari worden de planten in den bak uitgezet op 16 bij 16 cm. afstand. De planten verlangen veel lucht Zoodra zij 100 tot 150 gram zwaar zijn, oogst men elke tweede plant die als salade kan worden gebruikt* De overige planten krijgen thans meer ruimte en ont wikkelen zich snel tot dubbele grootte. Zijn ze 200 tot 300 gram zwaar, dan haalt men er nog een ge deelte tusschen uit. Bij een temperatuur van 15 30 gr. overdag en 10 tot 12 gr. nachttemperatuur, laat men ze groeien tot de grootte van ongeveer een pond en licht dan wederom een deel, zoodat tenslotte onder een raam 15 planten staan op een onderlingen afstand van 32 cm. Ongeveer drie maanden na uitplanting in dit gewas. Later in den tijd kan het noodig worden om eens wat water te geven; dat doen we dan door op heldere dagen over de planten te broezen. Een van de voornaamste voorwaarden voor een winst gevende teelt van radijs is, dat men daarvoor een variëteit gebruikt, die zich er &oed voor leent. Ge schikt zijn vooral die soorten, die kort van lof zijn: hoe fijner van blad, hoe meer men er onder een één- ruiter kan telen. Bovendien Schijnt er onder een één- broeisoorten verband te zijn tusschen de kortheid van het groen en de snelheid, waarmee de wortel ^zich tot een smakelijk knolletje ontwikkelt. Goede bakvariëteiten zijn de Achttiendaagsche, rood met witte punt, Saxa, helrood, Vuurkogel, felrood en heel vroeg. Non Plus Ultra, scharlakenrood, en Gaudry, de groote witpunt broei. Bij de keuze der variëteit doet men goed rekening te houden met plaatselijke voorkeur. AN ouds zijn de tuinders in de koolcentra van Noord-Holland gewend om hun vrijsters op den 2den Februari te zaaien. Ook andere dingen gebeuren in Noord-Holland op dien datum. Zoo bijvoorbeeld het Inhuren van de knechts; ook dat geschiedde vroeger in deze provincie algemeen op Vrouwendag, en te Zaandam gold dé 2de Februari als datum, waarop men zijn woning kon opzeggen. Koolzaaien op 2 Februari is dus geen wet van Perzen en Meden; er zit aan dien datum niets geheimzinnigs en uitzaai op 2 Februari heeft niet zonder meer een geweldigen voorsprong op zaaisels van 27 Januari of van 5 Februari. De 2de Februari is slechts een van die typische termyndagen, waarmee onze voor ouders Vroeger een nieuwe periode begonnen. Maria Lichtmis was een soort Nieuwjaarsdag, en nog altijd begint voor den tuinder in Noord-Holland het nieuwe seizoen met den tweeden Februari, den dag. .waarop het koolzaad wordt gezaaid. De koolweeuwen die in het begin van September zijn gezaaid, hebben dit jaar nog weinig last gehad van vorst. Maar ook het vochtige weertje van de afge- loopen maanden levert zijn moeilijkheden op; in zachte winters worden dé planten wat weeker en de wa'.sche meeldauw biedt een voortdurende bedreiging. In normale jaren kunnen wij deze ziekte onder den duim houden door herhaalde bespuiting met koperhoudende middelen, maar ö'ie zijn op het oogenblik schaarsch; wij zullen dus moeten volstaan met zooveel mogelijk luchten. Alleen bij vorst 'en bij nat. druilerig weer houden wij den bak dicht. Bovendien moeten wij niet vergeten, dat de overwinterde planten vooral dan van den meeldauw zullen lijden, als zij gebrek hebben aan kali. In behoorlijk voedzamen grond! hebben zij er niet zooveel last van. Met de planten voor den vroegen oogst, gaat het dus lang niet slecht. Last van de droogte zullen ze dit jaar wel niet hebben; is er toch een hoek bij, die zit te springen om een drupje vocht, dan geven we water, maar alleen 's morgens en by zonnig weer. Het nieuwe zaaisel behandelen we op dezelfde wijze. We hebben per 100 eenruiters ongeveer twee ons zaad noodig; hieruit krijgen wij ongeveer 16.000 plan ten. Daarvan blijven er per ruit een 150 staan. Ook deze bakplanten worden hard en luchtig gekweekt. Bij zacht weer gaat het glas er reeds half Maart af, omdat zij anders te veel rekken. Een gevreesde ziekte bij de koolplanten is de vajlers- ziekte, die voor een deel met het zaad overgaat. Men kan deze kwaal het best bestrijden door ontsmetting van het zaad met Ceresan, Abavit, Germisan of eejiigen anderen zaadéntsmetter, De voorraad bestrijdingsmid delen is maar zeer beperkt. Nog meer dan in andere jaren moet er daarom in de tuinbouwcentra thans naar worden gestreefd, gezamenlijk gebruik te maken van de beschikhare bestrijdingsmiddelen gelijk dat ook vroeger reeds gedaan werd in de koolstreek. Onder leiding van een ambtenaar van den Plantenziektekun- digen Dienst werd daar gelegenheid geopend om het koolzaad te laten ontsmetten. De bntsmetter werd in passende sterkte opgelost in een ruimen bak en ieder kon er zijn zaad een half uur in onderdompelen. Meer dan ooit te voren is het wenschelijk om de ont smettingsmiddelen, voor zoover ze nog voorradig sgjn, op een dergelijke zuinige en doeltreffende wijze te gebruiken. Onder de soorten, die op den 2en Februari plegen te worden gezaaid, noemen wij de vroege Langendijker gele Savoye, vroege Langendijker roode, v de ronde Peepe en de witte kool, waarvan de zuurkool gemaakt wordt. De late koolsoorten zooals de Witte Deensche be waarkool, de Langendijker herfstroode, de roode be- waarkool, de wintersavoye, en dé Putjeskool, zaaien we pas in Maart. Daarmee hebben we dus nog den tijd. Ook de vroege bloemkoolsoorten, zooals Lentekoning, Record en Zelfdekker, worden of einde September, of wel op 2 Februari gezaaid, de laatste meer in het bij zonder voor teelt in den vollen grond. Het behoeft nauwelijks te worden vermeld, dat de laatste zaaisels zonder bezwaar in den vollen grond kunnen geschieden. Bij open weer moet tot in de laatste helft van Februari onder glas worden gezaaid. Begin Maart komen dan de zaaisels late kool op een beschutte plek in den vollen grond. Evenals verleden jaar, zal er in 1943 geen vrucht- boomcarbolineum verkrijgbaar zijn. Voor de bestrijding van parasieten, welke op de boomen overwinteren, zooals bladluizen, wintervlinders e.a., zullen dé fruittelers daarom de z.g. boomkleur stoffen moeten gebruiken. Verleden jaar is er met verschillende middelen, welke thans verkrijgbaar zijn, reeds gespoten. Van de erva ringen, welke toen zijn opgedaan, is bij de bereiding in dit jaar gebruik gemaakt. De samenstelling van de middelen, welke verleden jaar niet hebben voldaan, is zoodanig gewijzigd, dat er dit jaar wel gunstige resultaten van verwacht kunnen, worden. Dit jaar zullen de volgende middelen, in alphabetische volgorde vermeld, verkAjgbaar zyn: de percentages, welke gebruikt moeten worden,, zijn achter de mid delen aangegeven: Detal y2 pCt. Verdugt's Industrie en Handelsondér- neming, Anna Paulownastraat 35, Den Haag. D. N. C. Krimpen extra *4 pCt., Utrechtsche Asfalt- fabriek, Oranjestraat 2-B, Den Haag. Elgetine pCt. van Waveren Zn., Hillegom. Hercynia geel 1 pCt. Utrechtsche Asfaltfabriek, Oran jestraat 2-B, Den Haag.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 6