Proefveldverslagen Hemiequin bibliotheek van den Landstand in Zeeland Ontsmetting van bietenzaad tegen bieten brand PAG. 5 DE LANDSTAND VRIJDAG 12 FEBRUARI 1943 „Lees een Ixtek, het is geestelijk voedsel" Van groot beLang voor de geestelijke ontwikkeling der menschheid is het lezen van goede boeken, hetzij studie-, hetzij ontspanningslectuur. Voor onze plattelandsbevol king is het echter vaak moeilijk deze lectuur te krijgen. Over het algemeen zijn bibliotheken op de dorpen niet aanwezig en wanneer dit nog wel het geval is, dan is het gehalte ervan meestal zeer laag. Een uitzondering hierop maken sommige bibliotheken van Vereenigingen van oud-leerlingen van Landbouwwintercursussen, die werkelijk heel aardig studiemateriaal kunnen ver schaffen. Een bibliotheek die én goed studiemateriaal én goede ontspanningslectuur bezit, is echter sporadisch te vin den. Voortaan zullen deze boeken echter voor iederen plattelander te lezen zijn. De uit een Jegaat van wijlen mr. P. F. C. Hennequin samengestelde „Hennequin-bibliotheek" is door den Ne- derlandschen Landstand in Zeeland belangrijk uitge breid en bestaat thans uit plm. 1000 werken, onderver deeld in de volgende rubrieken: Landbouw- en vaktechnisch gedeelte: a. Land-, Bosch- en Weidebouw; b. Planten-, Gewassen- en Zaadteelt. Ziekten- en on. kruidbestrijding c. Kennis en veredeling van den grond; d. Bemestingsleer. Proefvelden; e. Tuinbouw; fFruitteelt. Boomkweekerij g. Bloemen en Kamerplanten; h. Alg. Veeteelt en veefokkerij; i. Voedingsleer en mesterij. Voedingsproeven. Analyse van voedingstoffen. j. Veegezondheidsleer; k. Kleinere huisdieren; 1. Bacteriologie. Natuur, en weerkunde. Scheikunde enz.; m. Zuivel; n. Coöperatiewezen O. Huis en erf; P. Recht; q. Land- en Staathuishoudkunde; r. Sociologie; s. Nationaal Socialisme; t Volksche waarden; u. Landbouweconomie. Bedrijfsleer en bedrgfshuis- houdkunde; V. Diversen, Philosofische werken en geschiedenis; w. Techniek; X. Landbouwhuishoudkunde. Algemeen gedeelte: y. Ons eigen land en koloniën; z. In de vrije natuur; aa. Romans; ab. Reisverhalen; ac. Verzamelwerken; ad Populair-wetenschappelijke werken. Een catalogus van de bibliotheek is op aanvrage gratis verkrijgbaar bij de afd. Bibliotheek van den Nederland- schen Landstand in Zeeland, Postbus 31 te Goes. In deze catalogus is een reglement ingesloten, waar ieder goed kennis van dient te nemen. Als bewijs hiervan dient men de in de catalogus ge sloten verklaring in te zenden aan bovenstaand adres. Eerst dan kan tot uitleening worden overgegaan. Wij wenschen U bij de studielectuur: veel succes! en bij de ontspanningslectuur: veel genoegen! het proefveld van het Landbouwproefbedrijf te Wil- helminadorp werden proeven genomen met de volgende aardappelrassen: Eigenheimer, R. Star, Furore, Koopmans Blauwe, Zeeuwsche Bonte en van Haeringen R.P. 3701. Grondsoort: zware kleivoorvrucht: suikerbieten; beiges- ting: 200. K 40 en 200 kg. kas.; aantal par: 3. elk van 0.3 are; pootafstand: 60 x 50 c.m.; potermaat 28/ 35 mm.; gepoot: 13 April; het pootgoed was niet voorgekiemd opkomst: alle objecten omstreeks midden Juni; ontwikke ling: v. Haeringen ontwikkelde zich vrij laat; het werd slechts een matig, laaggroeiend gewas. R. Star daaren tegen vormde een zeldzaam zwaar gewas. Ook de ontwik keling van de andere objecten liet weinig te wenschen over. Het vroegst waren Eigenheimer en Koopmans Blauwt Ziekten: Eigenheimer 1% bladrol2% mozaiek1% krin kel; Roode Star 1% bjadrolFurore 1% bladrol; Koopm. Blauwe 0.3% bladrol0.3% krinkelv. Haeringen 0.6% bladrol. Tegen Phytophthora werd drie keer gespoten met Koper Bayer. Eind Juli waren echter alle rassen min of meer door de ziekte aangetast. Voor de aantasting werden de volgende cijfers gegeven: (10 onaangetast), R. Star 8%; Furore 8; v. Haeringen 7%; Eigenheimer 6; Koop mans Blauwe en Zeeuwsche Bonte 4. Gerooid: 24 September. Kwaliteit: Bij het rooien kwamen vrijwel geen zieke knol len voor; alleen bij Furore werden er enkele aangetroffen. De knollen van v. Haeringen waren iets ovaal met ondiepe oogen. R. Star en Z. Bonte vormden zeer veel knollen, die echter te klein van stuk bleven. Furore was het grofst. De gemiddelde opbrengsten in kg. per are waren als volgt: Ras kleiner dan grooter dan Totaal 28 mm. 28-35 mm. 35 mm. Eigenheimer 1.1 14.7 444.4 460.2 Roode Star 4 6 34.9 290.1 329.6 Furore 1.1 11.- 387.6 399.7 Koopmans Blauwe 1.1 14.- 360.2 375.3 Zeeuwsche Bonte 2.7 33.8 293.5 33Q.- v. Haeringen R. P. 3701 1.3 13.- 444?1 438.4 In gemiddelde totaalopbrengst kwam Eigenheimer dus aan de spits te staan, doch het verschil met v. Haeringen R. P. 3701 was van geen beteekenis. Op het roodeklaverproefveld op .hetzelfde proefbedryf werden onderzoekingen gedaan naar de rassen: Roosen- daalsche, Triomfator, Tystofte (vr.), Hongaarsche, Vic- torio, Bimburgsche, Brabantsche en Noord Fransche. Grondsoort: zware klei; voorvrucht: aardappels; ge zaaid: 17 April 1941 zonder dekvrucht, op een rijenafstand van 20 cm.; opkomst: deze was door de droogte zeer ongeregeld, zoodat er later nog wat zaad d'oorgezaaid moest worden. Ontwikkeling: In 1941 werd er twee keer gemaaid; de opbrengst van de le snede was slecht en die van de 2e snede maar matig. Opbrengstbepaling heeft toen niet plaats gevonden. Tegen den winter waren de gewassen echter vrij goed ontwikkeld. De strenge en langdurige vorst, gevolgd door veel neerslag, berokkende aan alle rassen meer of minder schade. Eind April verkregen de perceeltjes voor stand de volgende cijfers: Victoria 8, 8, 8; Triomfator 2, 6, 5; Tystofte 6, 7, 7; Hongaarsche 7, 7, 7; Roosendaalsche 6, 8, 8; Limburgsche 8, 8, 8; Brabantsche 8, 8, -8; en Noord Fransche 7, 6, 5. Het eerste perceeltje van Triomfator had zoodanig geleden, dat het omgespit moest worden, terwijl het 3e veldje van dit ras en het 3e van Noord Fransche- een gewas vertoonden, dat in de praktijk zeker niet had kunnen blyven liggen. Victoria, Roosendaalsche, Limburgsche en Brabantsche ontwikkel den zich het vroegst en toonden onderling; weinig verschil. Hongaarsche en Tystofte waren achterlijk. Door de aan-" houdende droogte in Mei en 't begin van Juni, groeide op geen enkel veldje een zware le snede. Op 19 Juni werd deze gemaaidalle rassen, uitgezonderd Tystofte, stonden toen^ in vollen bloeidit laatste ras echter kwam toen pas in bloei. De tweede snede groeide aanvankelijk weer* traag, vooral was dit het geval met Tystofte, Hongaarsche en Noord Fransche. Later werd het wat beter, zoodat de hooi- opbrengst in de meeste gevallen ongeveer gelijk was aan die van de eerste snede. De 2e, snede werd 15 Aug. ge maaid én 5 Sept. gewogen. De gemiddelde hooiopbrengsten in kg. per are waren als volgt Ras le snede^ 2e snede Totaal Roosendaalsche 20.7 25.1 45.8 Triomfator 22.6 23.6 36.2 Tystofte 32.3 14.- 46.3 Hongaarsche 19.1 18.8 37.9 Victoria 27.9 28.9 56.8 Limburgsche 27.4 27.9 55.3 Brabantsche 26.5 26.5 53.- Noord Fransche 20.3 18.4 38.7 De grootste gemiddelde totale hooiopbrengst gaf dus Victoria, doch het verschil met Limburgsche was niet groot. Scheikundige samenstelling: *0 Dr. stof Totaal Eiwit v. d. Totaal dr. stof dr. st. eiw. 2e snee 2e snee 2e snee 2e snede Roosendaalsche* 62.4 15.4 17.2 2.6 Triomfator 50.4 23.3 17.- 4.- Tystofte 65.7 9.2 19.2 1.8 Hongaarsche 68.1 12.8 18.3 2.3 Victoria 61.5 17.8 16.5 2.9 Limburgsche 66.8 18.6 17.4 3.2 Brabantsche 65.4 17.3 15.9 2.8 Noord Fransche 71.6 13.2 17 3 2.3 Bij de 2e snede kwam Triomfator dus bovenaan te staan, zoowel wat totaal droge stof als wat totaal eiwit betreft. Tenslotte werd wederom op het proefbedrijf te Wilhel- minadorp een proef genomen met verschillende hoeveel heden zaaizaad by kleine, groene erwten. Deze proef werd genomen met Mansh. G. E. K., gezaaid tegen 120, 160, 200 en «^80 kg/ha. Grondsoort: zware klei. Voorvrucht: roode klaver. Bemesting: 200 kg. K 40. Aantal par.: 3, elk van 0.95 are. Gezaaid: 31 Maart met de kleine machine, op een rijenafstand van 35 cm. Opkomst: 22 April. Direct trad het verschil in zaaidikte goed aan den dag. De opkomst was op alle veldjes regel matig, ofschoon de stand op de 120 kg.-veldjes te dun en op de 280 kg.-veldjes te dicht leek. Ontwikkeling: aanvankelijk zeer goed, vooral op de dik gezaaide perceeltjes. De droogte in 't begin van Juni was echter oorzaak, dat de groei vrijwel st.il stond en de planten te vroeg gingen bloeien. Zelfs de 280 kg.-veldjes groeiden niet te zwaar. Omstreeks midden Juli was er tusschen de verschillende objecten betrekkelijk weinig verschil in dichtheid meer te zien. Alleen de 120 kg.- veldjes vielen op door te weinig grondbedekking. RUpen: tüsschen de verschillende objecten bestond geen verschil. Gemaaid: 31 Juli en gedofscht 10 Augustus. De gemiddelde opbrengsten in kg. per are bedroegen: Object Stroo 'Zaad 120 kg. zaaidzaad /ha 27.3 14.3 160 kg. zaaidzaad /ha 27.9 *18 5 200 kg. zaaizaad /ha. 26.6 23.7 240 kg. zaaizaad /ha. 30.- 24.- 280 lig. zaaizaad /ha. 29.- 28.- De veldjes met de grootste hoeveelheid zaaizaad gaven dus ook de grootste gemiddelde zaadopbrengst. De stroo- opbrengsten 'liepen betrekkelijk weinig uiteen. Proefveld voor Peulvruchten bij den Heer P. J. Bom te Colijnsplaat. (Z. 684). Kassen: Unica, Mansh. G. E. K., Zelka, Hala cap., Gruno rozijnerwt, Ceka bruine boon en Witte Stamboon C.B. Grondsoort: lichte klei. Voorvrucht: roode klaver. Be mesting: 250 kg. K 40. Aantal par.: 3, elk van 1 are. Gezaaid: 10 April de erwten en U Mei de boonen op een rijenafstand van 33 cm. Zaaizaad: Unica, Mansh. G. E. K., Zelka en Hala cap. tegen 200 kg., Gruno tegen 230 kg., Ceka br. boon tegen 170 kg. en Witte stamboon C. B. tegen 120 kg./ha. Alles droog ontsmet. Opkomstdeze was zoowel bij de erwten als de boonen regelmatig. Ontwikkeling: alle erwtenrassen groeiden zeer goed. In het begin van Mei stond Hala cap. het oestdaarop volgde Gruno, dan Zelka, vervolgens Mansh. G. E. K. en ten slotte Unica. In de eerste dagen van Juni stond Gruno in vollen bloei, Hala begon juist te bloeien, in Zelka waren enkele bloemknoppen te zien, terwijl Unica én Mansh. G. E. K. nog niets van dien aard vertoonden. De stand van de boonen liet aanvankelijk ook weinig te wenschen over. Bij de Witte Stamboon C. B. vertoonden eenige plantjes echter erfelyke bontheid. Later trad de vetvlekkenziekte in hevige mate op, vooral de Witte stamboon C B. had hier zeer veel van te lijden, doch ook Ceka werd ernsüg aangetast. De eerstgenoemde mis lukte vrijwel geheel. ltijp en gemaaid: 24 Juli Unica, Hala cap., Gruno en Mansh G. E. K.deze laatste was toen echter nog wat groen. Pas 10 Augustus kon Zelka gemaaid worden. Half Septembei werden de boonen opgetrokken. Gedorseht: 28 Augustus de erwten en begin November de boonen Kwaliteit: die der erwten was over 't algemeen goed, doch de boonen waren slecht. De gemiddelde opbrengsten in kg. per are waren als volgt; Ras Stroo Zaad Unica 72.- 37'.- Mansh. G. E. K. 753 352 Zelka 66.7 30- Hala cap.\ 70.- 34.3 Gruno rozijnerwt 67.3 29.3 Ceka br. boon 38.- 11 8 Witte stamboon C. B. 19.- 4.2 De erwten leverden voor dit jaar een goed beschot op, doch de boonen waren zeer slecht. Van de erwten kwam Unica aan de spits te staan. Bij de tegenwoordige prijzen zou vermoedelijk Hala cap. wel het meeste geld opgebracht hebben. De tarwesoorten van oogst 1942 vertoönen volgens 'den P.D. een sterke besmetting met Fusarluin of kiemschim- mel. Ontsmetting van het tarwe-zanizaail is dus beslist noodzakelijk. Bij het optreden van besmettelijke veeziekten op de be drijven wordt nog maar al te vaak door onkunde, onvoor zichtigheid of onverschilligheid, de smetstof van het eene op het andere bedryf overgebracht. Bietenbrand, een ziekte, waarbij de jonge plantjes aan den voet zwart worden, kan door meer dan één schimmel veroorzaakt worden. Een van deze, Phoma betae, die in verreweg de meeste gevallen de oorzaak is, gaat met het zaad over en kan door zaadontsmetting bestreden worden; tegen de in den grond overblijvende en van daaruit de plantjes aantastende schimmels helpt zaad ontsmetting niet. Het kan dus wel eens voorkomen, dat, niettegenstaande ontsmet zaad is uitgezaaid, de opkomst te wenschen overlaat, of dat er toch nog vele plantjes wegvallen Dit mag echter geen reden zijn om de ont smetting van het bietenzaad achterwege te laten. N'atontsmetting De ontsmetting kan geschieden dóór het bietenzaad 2 uur (bij gebruik van Germisan 4 uur) onder te dompelen ln een oplossing van (in alphabetische volgorde genoemd): Abavit-natontsmetter, Ceresan-natontsmetter, Fusariol of -Gèrmisan, ter sterkte van procent ('4kg- ontsmetting- stof op 100 liter water). Per kg, zaad heeft men ongeveer 3 A 4 liter van de oplossing noodig. Dezelfde oplossing kan meermalen achtereen gebi'uikt worden, mits na elke behandeling zooveel nieuwe oplossing wordt toegevoegd als door het zaad wordt weggenomen. 1 kg zaad neemt ongeveer 0.8 A 1 liter oplossing op. Het los storten van het zaad in do vloeistof is voor de bevochtiging beter dan onderdom peling in een zak Na de behandeling wordt het zaad zoo dun mogelijk uitgespreid Vaak omzetten bevordert een snelle droging. Met het zaaien behoeft niet gewacht te worden tot het zaar' volkomen droog is. Uitzaaien van iets vochtig zaad bevordert ze lts. de kieming en de op komst Bij het zaaien met de machine dient er rekening mee gehouden te worden, dat het zaad door vochtopname is uitgezet. De ontsmetting kan ook geschieden volgens de machinale om se hep met bode. Hierbij wordt het zaad ontsmet in do apparaten, die gebruikt worden voor de droogontsmetting. Deze moeten echter zoodanig zyn ingericht, dat de vloei stof tydens het draaien regelmatig tot het zaad toe vloeit. Wordt de vloeistof in één keer aan het zaad toegelegd, dan gaat ,dit samenlcoeken. Een goede ont smetting wordt verkregen door per 20 kg zaad 4 liter van 3 procentige oplossing van bovengenoemde middelen te gebruiken. De resultaten, die bij toepassing van ieze werkwijze worden verkregen, zijn doorgaans iets minder dan by onderdompeling van het zaad. Hiertegenover staat echter, dat het zaad spoedig na de ontsmetting zaaidroog is, terwijl de duur van de behandeling kort is. Het zaad wordt n.l. 4 A 5 minuten m de trommel rondgedraaid. Ikroogontsmetting. Als droogontsmettingsmiddelen voor de ontsmetting van bietenzaad worden (in alphabetische volgorde genoemd) aanbevolenBetanal 5238, Fusariol droogontsmetter en U.T. 685. Per kg zaad wordt 8 gram van deze middelen gebruikt. De ontsmetting moet, met het oog op mogelijk inademen vAn ontsmettingsstof en ook voor het verkrijgen van een goede menging, geschieden in de voor dit doel in den handel zynde droogontsmettings-apparaten. Droog ontsmet bietenzaad kan niet worden voorgeweekt. Nadere inlichtingen worden gratis verstrekt door den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen en de bij dien Dienst werkzame ambtenaren alsmede door de Rijkslandbouwconsulenten.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 13