Naar Oos Bet-overgrootvader spr VRIJDAG 12 FEBRUARI 1943 DE LANDSTAN I. P^E landbouwkundige ontwikkeling van het Oostland ls te beoordeelen naar zijn geografische ligging.' Het ls een gebied, waarin zich veelvuldig wrijvingen tus- schen Slaven en Germanen hebben voorgedaan en waar in politieke machtsverhoudingen van allerlei aard op diverse manieren tot uiting kwamen. Op de geschie denis van den landbouw heeft dit een bijzonder stem pel gedrukt. In deze geschiedenis hebben in Estland en Letland de Duitsche Ridderorden en in Lithauen en Wit-Roethenië het Grootvorstendom Lithauen een groote rol gespeeld. Na de vereeniging van deze gebieden met Rusland kreeg de Russische invloed hier groote beteekenis. In de Baltische provincies had de Baltische Ridderstand reeds in 1816, tegelijk met Duitschland, de boerenbevrijding er doorgedrukt. Het is evenwel een bewijs van de achterlijkheid der Russen, dat dit in de overige Russische gebieden eerst 50 jaar later geschiedde. Het bleek aanvankelijk geen ideale oplossing te zijn, maar later in 1861, toen ook in Lithauen dezelfde maatregelen werden toegepast, was men reeds vol doende overtuigd van de waarde, welke men diende te hechten aan „den boer op eigen grond". De boeren kon. den het hun toegewezen land in 50 jaren tijds uitkoopen. Door de ongeoorloofde maatregelen van de grootgrond bezitters, die te weinig land wilden afstaan, ontstond in 1863 een boerenrevolutie, welke door de Russische militaire macht werd onderdrukt. De boeren hadden er evenwel dit mede bereikt, /lat nu meer land ter beschikking kwam. De verdeeling van het land was echter van dien aard, dat de zg. boerderij slechts uit zeer kleine strookjes grond bestond, een versnippering, die wij ook in Nederland, vooral in Stap horst, hebben gekend. Deze strepenverdeeling stamt uit den t\jd van de opheffing der lijfeigenschap. Eerst betrokken de zg. vrijen het land, die.op grond van bij zondere verdiensten, van hun Leenheeren met land be giftigd werden. Deze vrijen, die genoeg braakliggend land voor het uitzoeken hadden, 'zochten het beste bouwland uit zonder eenig systeem naar alle wind richtingen. Toen later na de opheffing van de lijfeigen schap de vroegere lijfeigenen met land bedacht wer den, moesten zij den bodem voor lief nemen, dien de vrijen overgelaten hadden Om nu deze nieuwe boeren bij de verdeeling van het land niet te benadeelen, verdeelde men den goeden zoo wel als den slechten bodem zoodanig, dat ieder even zeer een streep goeden als slechten bodem kreeg. Zoo kwam het, dat de boeren geen aaneengesloten bedrijf kregen, maar in iederen hoek varf het dorp een streep grond bewerken moesten. Vandaar ook het groote 'aan tal kleine bedrijven. Intusschen is de L.O. reeds begonnen aan dezen onge zonden toestand een einde te maken en wordt door ruil verkaveling het land weer bij elkaar gevoegd. De Lithausche boeren zijn er trouwens niet naar om deze en dergelijke ongezonde toestanden nu eens uit zichzelf op te lossen. Zy gelooven het wel en loopen niet zoo snel. Men redeneert daar zoo: „Kom ik er vandaag niet, dan misschien morgen". Of zooals de Rus het zegt „Nitsche- wo", hetgeen wil zeggen: „Wat'geeft het of men klaagt het ls niet anders". Deze eeuwige dooddoener van „Wat De Gidimino-icla die dwars door Wifrta loopt, is een van de voornaamste stra ten. In het gebouw op den voorgrond bevinden zich op de benedenverdieping groote kantoren; de bovenste verdiepingen zijn voor woonhuizen ingericht. beteekent het, wat geeft het", is het funeste stopwoord van het Oosten, dat alle energie doodt, de menschen gemakzuchtig en vadsig maakt en tot weinig aanpak ken bereid. Doch in de toekomst zal door den invloed der Germaansche volken ook hierin wel verandering komen. Naar Wilna. Maar goed, ik ging op 25 November met den nacht trein uit Den Haag naar Oostland, met het doel Wilna, de voormalige hoofdstad van het Groot Vorstendom Lithauen te bezoeken en de in de omgeving op het landgoed Waka T. vertoevende Nederlandsche boeren te begroeten en van hun bevindingen aldaar rapport uit te brengen. In Hannover kwam ik dien nacht te 3.10 aan en hier moest ik overstappen op den trein naar Berlijn. Om 7.30 uur arriveerde ik in Berlijn. Na een stevig ontbijt bracht ik nu een bezoek aan de vertegenwoordiging van de Nederlandsche Oost Compagnie op het kantoor Unter den Linden, waar ik den heer De Wiljes zou ontmoeten, die als agrarisch raadsman de reis naar Wilna zou meemaken. Op dit kantoor wordt het contact onder houden met het Departement Oostland en worden alle belangrijke zaken, die het Oostland raken, in overleg met de N.O.C. in Nederland tot klaarheid gebracht. Men heeft hier zeer veel belangstelling voor den inzet van Nederlanders in Oostland en Oekraïne. Inzonder heid onze boeren kunnen van de medewerking van dit Ministerie verzekerd zijn. Na een hartelijk vaarwel van de Hollandsche en Duit sche vrienden ging het nu verder met den nachttrein naar Oost-Pruisen, om daar over de grens in het eigen lijke Oostland-gebied te reizen. Den anderen morgen half negen kwamen wij in Dirschau bij Mariënburg aan. Dit is het gebied van den vroegeren Corridor, hetwelk evenals de stad Danzig, jarenlang een twistpunt heeft uitgemaakt tusschen Duitschland en Polen, dat nu dooi de oorlogsomstandigheden vanzelf is opgelost. Het landschap doet hier echt Hollandsch 'aan. Bouw en weiland wisselen elkaar af, terwijl ook het water in dit vlakke land zelfs de ons zoo bekende water molens noodig maakt. Het is in deze streken, dat onze eerste boerenkolonisten zich vestigden. Even verder zien wij plotseling de haven van Konings bergen, die direct uitmondt in de Oostzee. Op het water is weinig bedrijvigheid, zooveel te meer echter op het station, waar we inmiddel zijn binnengetreden. Mili taire treinen rijden af en aan; aardige meisjes loopen met een grooten koffieketel rond en geven den jongens, die van of naar het front komen en gaan, een flinke slok van dit dampende vocht, wat met deze kou wel dadig aandoet. Nu worden de veldflesschen nog eens extra gevuld en voort gaat het weer. Op het buitenste perron staat nog heel even een Roode Kruis-trein stil welke van voor tot achter voor gewonde soldaten is ingericht. De jongens liggen op heerlijk frissche bedden voor de ramen en slaan met belangstelling gade, wat om hen heen gebeurt. Zij worden goed verzorgd, komen juist van het front en gaan voor verder herstel van hun wonden naar de „Heimat". De flinke open gezich ten, waarop nog de ernst van het front te lezen staat, dwingen eerbied af. Wat toch zou Europa, zou Neder land zonder deze zichzelf opofferende levens kunnen beginnen tegen een horde van niets ontziende, immo. reele individuen, die een wereldrevolutie (en met welke middelen) wilde ontketenen?* Machteloos zouden wij staan en voor eeuwig overgeleverd zijn aan deze van alle gezonde cultuur gespeende massa. Verderfelijke theorieën ten opzichte van religieuze en volksche waar den zouden den ondergang van onze cultuur beteeke- nen, die juist in dezen tgd in een nieuwe richting wordt geleid. Wij nemen afscheid van Ko ningsbergen en leggen nu het laatste traject op Duitsch ge bied af tot het grensstation Eydtkau. In Eydtkau aangekomen ei-va ren we tot onze verrassing, dat wij de aansluiting op Lithausch grondgebied (station Wirbil. len) gemist hebben, zoodat wij genoodzaakt zijn 20 nur op den volgenden trein te wachten. Dit was voorwaar geen kleinig heid, maar ja, treinen rijden hier maar eenmaal daags. Voor dengene, die wat onge duldig wordt als een trein of tram een kwartier of half uur over tijd binnenkomt, is daar om voor genezing van dit euvel een reisje naar het Oosten wel aan te bevelen. Gelukkig had de W. nog juist de laatste 2- ■M De prachtige R.K. kathedraal in Wilna die buitengewone kunst schatter graftomben van vier vroegere koningen herbergt. Op den heuvel h koiiingsburcht, een lJje eeuwsch bouwwerk. (Foto's-archief persoonskamer van een hotel kunnen bespreken, zoodat we in ieder geval den nacht onder dak waren. We zouden dus den volgenden dag het land binnentreden, waar van wij reeds zooveel hadden gehoord en gelezen. Het spreekt vanzelf, dat wij verlangend waren te zien hoe de landbouw zich hier had ontwikkeld en welke verschillen er al of niet spre kend met onzen landbouw zouden zijn. Welnu, nog voor we het eerstvolgende station Volkavisnis op onzen weg naar Wilna genaderd zijn, hebben wij ons hiervan valt tuint Inmh waar Zond inwo Ook in 1700 kende men reeds bedrijfsvoorlichting. Thans neemt de boom gaard wraak voor het slechte onderhoud der laat ste tientallen jaren! D e bedrijfsvoorlichting Iets van dén laatsten tijd? Het mocht wat, zegt Wil lem Veerman, het hoofd van de fruitteelt in Noord-Holland, als wij door de hooge ramen van zijn huiskamer het „spoortje" AlkmaarDen Helder voorbij zien tuffen, het „spoortje" dat te Noordscharwoude het kostelijke fruit van Veerman's tuinen met wagonladin gen pleegt af te halen. Het mocht watzie maar eens hierEn Veerman toont een in den dienst „ver grijsd" bpek, met rafelige bladzijden en een geschonden band, een boek dat in den jare 1717 in de gezapige taal dier dagen den hoveniers reeds vertelde wat zij in hun tuinen te doen of te laten hadden. In het boek „De nieuwe en nauwkeurige Hovenier", uitgegeven te Leiden door Joh. du Vivie in 1717, aldus vertelde Veerman, vindt men behalve een uit gebreide beschrijving hoe men vrucht- boomen plant en onderhoudt, ook reeds een uitgebreid register van alle soorten peren en appelen met aanwijzing op welken tijd iéder in haar soort volkomen en* terecht rijp zijn. Alsmede een regis ter van allejfiporten van wijngaarden of druiven, perziken, abrikozen, pruimen, kersen, kruisbessen, aalbessen, mispelen, hazelnoten enz. Ja, men treft er zelfs een „nauwkeurige" omschrijving in aan, „hoe dat men alle Ongedierte en Ry- welke men in het voorjaar de knoppen en bloemen der fruitboomen in den Hooven en Tuinen bederven en af- eeten, zal overwinnen en voorkomen." Het aantal soorten dat hier genoemd wordt, is niet alleen zeer groot, maar wat mij het meest heeft getroffen, ver volgde spr., was het groote aantal late soorten appels en peren. Zoo stonden er voor April zelfs nog een l6-tal peren en 16 soorten appelen vermeld, welke in die maand rijp waren. En zelfs nog 13 soorten in de maand Mei! Ook het boek van Johann Hermann Knoop „Fructologica of Beschrijving der Vrugtboomen en Vrugten die men in den Hoven plant en onderhoud" is in teressant. Deze uitgave dateert van 1763 en bevat behalve afbeeldingen, be namingen, -groeiplaatsen, en cultuur der vruchtboox recepten voor huishoudt alsmede het cónfeiten en toebereidingen der vruchl men dus in vroeger jaren den boomgaard, in jater minder. Wij kregea den sinaasappelen en nsnane kaansche appelen kon buitensporig lagen prijs, den in ons land werden overgelaten, particulier* werden verwaarloosd. Wa zich de drukte" nog op rédeneerde men. Aan d< toestand kwam echter stopzetten van den imp* voor ongedachte probleir De boomgaard neemt vv; De te lang verwaarloos neemt wraak; velen z slecht onderhouden of planten tuin. De soor schikt, en men mist c den tuin weer op peil I d&t in een tijd, dat het grooter rol speelt dar het gebruiksartikel voc worden is. De Landstand zal ingr is den aanleg van pai tuinen te bevorderen, geven in het onderhou plant van de meest ge ten zooveel mogelijk Dit is geen plan voor de ook na den oorlog noc belang van een goeden een oogpunt van gezon< volksvoedsel tot blijven i gebruik van fruit zal grooter zijn, wanneer mei ken uit eigen tuin, dan moet koopen. Hiermede i recht van den eigen tuin volkomen bewezen. Uitvoerig heeft Veerman gewezen dat men niet in moet planten, doch dat bespuiting zeer veel aa De afd. Fruitteelt van stand in Noord-Holland leidraad samen te steller problemen den weg ka talrijke voorbeelden toon deze leidraad in een g zal voorzien, en dat me digheden rekening is ge 't weekblad „De Landst

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 14