W) u Proefveldverslagen AQiïMIlUARD Tuinbouwteeltvergunning Ontsmetting van het zaaizaad van zomertarwe PAG. 5 DE LANDSTAND VRIJDAG 19 FEBRUARI 1943 p het landbouwproefbedrijf te Wilhelminadorp wer den de volgende 4 serie's voederbleten vergeleken: Serie 1, de Rykmakersserie. Serie 2, de Groenkraagserie. Serie 3, de Barresserie. Serie 4, de z.g.n. Verbindingssejie. Hierin kwamen naast een suikerbiet nog een viertal rassen voor, n.l. één uit elk der serie's 1, 2 en 3. In serie 1 kwamen de volgende rassen voor: Frlso, Voe dersuikerbiet C.B. en Rymax. In serie 2: Groeningla, Hollandia, Groenkraag C.B., Alpha, Favoriet, Ovana. Eureka, Corona en Ceres Groenkraag Jaapjes. In serie 3: Teutonia, Barres Stryno 8, Productive, Jobar C.B., Agrolis, Friedr. Werter Gelb, Peragis, Bug, en Buggen sel Meerts. In serie 4: Klein Wanzleben E, Friso, Groeningia, Pro- ductiva en Peragis. Grondsoort: Zware klei. Voorvruchtj Erwten. Bemesting: 200 kg. K 40 en 500 kg. kas. Aantal par.: 3, elk van 0.54 are. Gezaaid: 23 April op een rijenafstand van 40 cm. Opkomst: Deze was door het droge weer zeer onregel matig, maar op 22 Mei stonden vrijwel alle rassen* boven. Ontwikkeling: Op het eene eind der perceeltjes kwam eenige schade voor van het biétenkevertje. waardoor de stand plaatselijk wat dun werd. Dit gedeelte werd bij .het rooien voor de opbrengstbepaling uitgeschakeld. Ver der hadden de jonge plantjes nogal te lijden van de larve van het schildpadtorretje. 15 Juni werden de gewas sen doorgeslagen en opeengezet. Eind Juli was de stand over 't algemeen bij alle rassen vrij goed tot goed. Alleen van Serie 1 liet hij bij Friso wat te wenschen over; de andere rassen leverden niet veel verschil op en stonden goed. Van Serie 2 ontwikkelden Alpha en Ovana zich het weligst en Favoriet het slechtst. By Serie 3 groeiden Teutonia en Agrolis het best en was Jobar het minst. Van Serie 4 was de stand van- Productiva het best en die van Friso het minst. Later in den zomer kon de stand op alle veldjes vrij goed genoemd worden. Ziekten: Omstreeks midden Aug. werd ln alle rassen eenige vergelingsziekte waargenomen, maar deze nam later gelukkig niet veel in omvang toe. Schieters: Deze kwamen maar heel sporadisch voor; in serie 2 hadden Eureka en Corona er ieder één en in serie 4 had Friso er één. Gerooid: 23 October. Rooibaarheid: Hiervoor werd een cijfer gegeven, waarbij 10 zeer gemakkelijk rooibaar beteekent. De uitslag was als volgt Serie 1: Friso 4, Voedersuikerbiet C.B. 6, en Rymax 6. Serie 2: Groeningla 6, Hollandia 7, Groenkraag C.B. 6, Alpha 8, Favoriet 6, Ovana 8, Eureka 6, Corona 7, Ceres Groenkraag Jaapjes 7. Serie 3: Teutonia 9, Barres Stryno 9, Productiva 9, Jobar 8, Barres C.B. 9, Agrolis 9, Friedr. Wertor Gelb 9.5, Peragis 9.5, Bug 7, Buggen sel. Meerts 6.5. De gemiddelde opbrengsten in kg. per are bedroegen: Bieten Droge stof Dr. stof in totaal Friso 541 21.6 116.9 Voedersuikerbiet C.B. 702 17.3 121.4 Rymax 682 16.— 109.1 Groeningia 713 16.— 114.1 Hollandia 724.3 16.— 116.5 Groenkraag C.B. 812.7 14.— 113.8 Alpha 833— 13.5 112.5 Favoriet 794.7 13.9 110.5 Ovana 809.3 12.5 101.2 Eureka 795.7 13.5 107.4 Corona 905.7 11.4 103.2 Ceres Groenkr. Jaapjes 879.6 12.— 105.6 Teutonia J44.3 13.9 117.4 Barres Stryno 8 996— 11.7 116.5 Productiva 941.7 11.7 110.2 Jobar 877.7 12.9 113.2 Barres C.B. 945.7 13.— 122.9 Agrolis 943.3 12.4 117.- Friedr. werter Gelb 782.7 13.6 106.4 Peragis 912.— 12.2 111.3 Bug 844— 11.8 99.6 Buggen. sel. Meerts 750.3 12.6 94.5 Groeningia 702— 18.3 128.5 KI. Wanzleben E 592— 21.3 126.2 Friso 543— 22.7 123.3 Productiva 943.3 11.8 111.3 Peragis 844.3 12.3 103.8 niet bemest werden met kali. De kali werd dit jaar gegeven naar 600 kg. patentkali per ha. Yoorvrucht: Aardappelen. Gezaaid3 April met de groote machinerijenafstand 33 cm. Opkomst: regelmatig. Ontwikkeling: Op alle veldjes gelykin tegenstelling met vorige jaren was er op de veldjes- zonder kali geen kaligebrek waarneembaar. Ziekten en beschadigingen: Schadeveroorzakende ziekten werden niet waargenomen; wel leden alle veldjes door luisaantasting en van den boonenkever. Gemaaid20 Augustus. Opbrengst: in kg. per are: Nummers Bemesting kali geen kali 18 15 19 16 kg. kg. kg. kg. 19 16 18 17 kg. kg. kg. kg. kali 4 geen kali De gemiddelde opbrengst was dus Veldje 1 en 3 met kali 18.5 kg. 18.5 kg. Veldje 2 en 4 zonder kali 15.5 kg. 16.5 kg. De met kali bemeste veldjes gaven gemiddeld 3 kg. boonen en 2 kg. stroo per are meer, dat is een meer opbrengst van bijna 20 aan boonen en 12 aan stroo. Proefveld met opklimmende hoeveelheden stikstof op suikerbieten by den Heer C. A. Struyk te Nieuwerkerk. Grondsoort: middelzware klei. Voorvrnclit: tarwe met groenbemesting Aanleg en bemesting: 5 veldjes van 1 are in tweevoud; resp. bemest met 400, 500, 600, 700 en 800 kg. kas per ha. Alles in één gift gegeven op 1 Juni. Rijenafstand 36 cm. Zaaien en OpkomstHalf April werd gezaaidopkomst goed, doch de plantjes werden ^opgevreten door het Bchild- padtorretje; overgezaaid 28 Mei, opkomst goed. Gedund: 23 Juni. Ontwikkeling: naar omstandigheden goed. In 't begin was van de ongelijke stikstofbemesting weinig te zienlater kregen de veldjes met de grootere hoeveelheden stikstof meer blad. Gerooid: 12 Nov. en gewogen 13 Nov. Opbrengst in kg. per are; i •3 J3 s" v 3 u •2 u et i. S u - v ba X X a v s. lm £2 U a e o' Z 0. ai O a v a> a se ü-H Is §1 01 ba 80 1 433— 340— V 2 442.— 437.5 15.7 68.7 350— 345 100 1 442.— 420— 2 446— 444.— 15.9 70.6 416— 418 120 1 438.— 425.— 2 448— 443.— 16.3 72.2 415— 420 140 1 425.— 435— 2 433.— 429— 16.1 69.1 430— 432.J 160 1 412.— 450— 2 421— 416.5 16.2 67.5 475— 462.; ^In totaal droge stof-opbrengst won van serie I de Voedersuikerbiet C.B. het; van serie II kwam Hollandia aan de spits te staan, van serie III Barres C.B. en van serie IV Groeningia. Dit laatste ras won het van allemaal. Een andère proef met Voederbieten werd genomen by den lieer A. P. Koster te Grijpskerke en wel met de Rassfn: KI. Wanzleben E, Friso, Groeningla, Teutonia, Productiva en Carma. Grondsoort: Lichte klei. Voorvrucht: Zomergerst. Bemesting: 300 kg. K40 en 250 kg. kas. Aantal par: 3, elk van 0.5 are. Gezaaid: 16 Mei met de kleine machine op een rijen afstand van 40 cm. Opkomst: Vrij regelmatig, doch Carma te dun. Ontwikkeling: Deze verliep vry normaal, doch door ver schillende oorzaken werd de stand op de 3e par. van Groeningia en Teutonia te dun en werd de opbrengst van dien i aard, dat ze niet voor vergelyking in aanmerking kon komen. Ook al de veldjes bezet met Corona moesten hiervan worden uitgesloten. Van ziekte en van schieters werd* geen last ondervonden. Gerooid en gewogen: 30 October. De gemiddelde opbrengsten in kg. per are waren als volgt: Ras Bieten (kg.) Droge stof Tot. dr. stof Ki. Wanzleben E 453.— 22.6 102.4 Friso 364.— 22.9 83.4 Groeningia 555.— 15.6 86.6 Teutonia «f 629.— 15.— 94.4 Productiva 653.12.7 82.9 De opbrengsten zijn hier aan den lagen kant. Productiva gaf de hoogste opbrengst aan bieten, doch KI. Wanzleben won het in totaal dr. stof. Op het Kall-onttrekkingsproefveld by den heer Aarn de Feyter te Axel werd een proef genomen met Mantsolts wierboon. Grondsoort: Lichte klei. Indeeling en bemesting: 4 veldjes, leder van 1 are, waar van reeds gedurende 5 jaar twee veldjes wel en twee Onderlinge OORLOGSSCHADE Vertekering Mootichoppij MOLESTVERZEKERINGEN voor» beschadiging van gebouwen, inboedels, inventarissen, vaar tuigen,' ent. bedrijfsschade en huurderving, ook voor binnenvaartuigen; persoonlijke ongevallen; geld, geldswaarden en preciosa Halfjaarlijksche Schaderégeling! Meer dan 500.000 objecten tijn reeds verzekerd voor ruim Voegt daarbij ook Uw belang en vraagt inlichtingen bij Uw n Assuranriebezorgeri (Ingezonden Mededeellng) 40x 31 (80.000 planten per ha.) en 40 x27 (90.000 planten per ha.). Grondsoort: lichte klei. Voorvrucht: tarwe met klaver. Bemesting: tegen 450 kg. kas em 250 kg. K 40 per ha. Aantal par: 2, elk van" 0.25 are. Gezaaid: 28 April. Het zaad was droog ontsmet. Opkomst: 9 Mei. Opeengezet: 10 Juni. Ontwikkeling: deze was tengevolge van het slechte weer in Juli maar matig. Productiva vertoonde over 't alge meen wat meer blad dan Groeningia. Ziekten: beide rassen hadden te lijden van vergelings ziekte, doch Groeningia iets minder dan Productiva. Speciaal de veldjes met de grootste afstanden int» de ry waren sterk aangetast. Migplaatsen: deze kwamen practisch niet voor. Gerooid: 20 October en gewogen 27 October. De gemiddelde opbrengsten In kg. per are bedroegen: Zooals reeds menigmaal op proefvelden bleek, geeft ook hier een matige N bemesting, een wortelopbrengst, die door de hoogere N giften niet overtroffen wordt, integen deel is de opbrengst van de veldjes met de hoogste N gift, het laagst. De opbrengst aan kop en blad daaren tegen stijgt met de N gift. Door de groenbemesting moet aangenomen worden, dat de N. gift over de geheele lijn hooger is dan in de tabel wordt opgegeven. Tenslotte werden nog op het Vlasproefveld bij den Heer P. J. J. van de Voorde te Walsoorden de rassen beproefd: Concurrent, Blenda, Liral Crown, Linkopis en A.B. Grondsoort: Lichte klei. Voorvrucht: Grasland, gescheurd najaar 1941. Bemesting: 400 kg. K 40. Aantal par: 3, elk van 0.5 are. Gezaaid: 17 April met de kleine machine op een rijen afstand van ongev. 7 cm. tegen 180 kg/ha. Opkomst: Deze was door het droge weer èn het losse zaaibed vrij onregelmatig. Ontwikkeling: Aanvankelyk liet de groei te wenschen over, doch toen er wat regen gevallen was, verliep de ontwikkeling bij alle rassen zeer snel. Bloei: Midden Juni stonden alle rassen in vollen bloei. Het eerst bloeiden Linkopis, Laral Crown en Blenda; het laatst A.B. en Concurrent. Beschadigingen: Alle rassen hadden eenigen last van Thrips. Hiertegen werd tweemaal bestoven met Derris (1% rotenon) met goed resultaat. Legeren: Na den slagregen van 2 Juli lagen alle rassen min of meer tegen den grond. Het meest legerden Lin kopis, Liral Crown en Blenda en het minst A.B. en Concurrent. Ryp en getrokken: 14/7 Linkopis en Liral Crown; 18/7 Blenda en 22/7 A.B. en Concurrent. Kwaliteit: Deze was het best bij Concurrent en A.B. Blenda en Linkopis en Liral Crown waren te veel vertakt in den kop, zoodat de kwaliteit maar matig was. De gemiddelde opbrengsten in kg., per are bedroegen: Concurrent 106.Blenda 94.Liral Crown 97.3; Lin kopis 94.— en A.B. 98.—. De hoogste gemiddelde opbrengst en de beste- kwaliteit gaf dus Concurrent. Afstandsproef met Voederbieten bij den Heer J. der Weduwen te Kerkwerve. (Z. 733). Rassen: Productiva en Groeningia. RÜenafstanden: 40 x 50 (50.000 planten per ha.), 40x42 (60.000 planten per ha.), 40 x 36 (70.000 planten per ha.), De aandacht wordt er op gevestigd, dat nog tuinbouwteeltvergunningen kunnen worden aan gevraagd. Vooral voor kleine bedrijven is de grove tuinbouw van zeer groot belang, om de bedrijfsinkomsten op te voeren. In het bijzonder den kleineren boeren in Walcheren en in Z.-Vlaanderen, dus de streken waar nog weinig tuinbouw is, wordt hierop gewezen. Wanneer U spoedig aanvraagt, zal de vergun ning nog kunnen worden gegeven. Ras Object Bieten Droge stof Droege stof kg. totaal 50.000 665.2 13.7 91.1 60.000 682 - 13.- 887 Productiva 70.000 745.5 13- 96.9 80.000 777.1 13.7 106.5 90.000 756.- 13.5 102.1 50.000 586.- 15.7 92.- 60.000 652.3 15.7 102.4 Groeningia 70.000 666.- 16.6 110.6 80.000 686.2 16.6 113.9 90.000 664.- 19.- 126.5 Zoowel Productiva als Groeningia gaf dus de grootste wortelopbrengst op het object met 80-000 planten per ha. Het eerste ras gaf echter een grooter beschot dan het laatste. In totaal droge stof .won Groeningia het op alle objecten van Productiva. Het object van 90.000 planten per "ha. kwam by dit ras bovenaan te staan in totaal droge stof. In het bericht 614 van den Plantenziektenkundlgen Dienst „Ontsmetting van het zaaizaad van voorjaars gewassen" is er reeds op gewezen, dat de gezondheids toestand van het zaaizaad dit jaar over het algemeen vrij slecht is, zoodat ontsmetting nog meer dan anders gewenscht is. Ondertusschen is gebleken, dat vooral de gezondheidstoestand van de zomertarwe zeer te wenschen overlaat, zoo zelfs, dat, indien geen ont smetting wordt toegepast, in vele gevallen zeer groote teleurstellingen zeker niet achterwege zullen blijven. Deze zouden kunnen voorkomen worden door het zaad te ontsmetten. Vandaar dat de Plantenziekten- kundige Dienst nogmaals aan alle verbouwers den raad geeft geen onontsmette zomertarwe uit te zaaien. De natontsmetting kan geschieden door gebruik te maken van een der in alphabetische volgorde genoem de middelen Abavi-, Ceresan-, Fusariol- of Germisa- natontsmetter en wel voor zaad, dafr-ter keuring wordt opgegeven, 3 liter van een 3 pCt. oplossing en voor gewoon zaad 2—2% liter van een 2 pCt. oplossing per hl. zaad. Bij aanwending van een der droogontsmetters Aba- vit-nieuw, Ceresan-nieuw, Fusariol-öroogontsmetter en Germisan-droogontsmetter wordt 2 gram per kg. zaad genomen. Geen korrel worde onontsmet uitgezaaid!

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 5