Oftieieele mededeelingen
Prijzen voor stroo
1
Officieele Landbouw-
mededeelingen
VRIJDAG 26 FEBRUARI J948
DE LANDSTAND
PAG. 10
zijn tegen tijden, waarin men met den mest zuinig
moet zijn, dan de oude, verwaarloosde boomgaarden,
die wij nog maar al te veel rond de boerderijen aan
treffen. Het is de zuinigheid die <ïe wisheid bedriegt,
welke hier veelvuldig wordt aangetroffen.
Niet alleen zal, bij goede behandeling en bemesting
in voorbije jaren, een zekere voorraad, bijv. van kali,
in den bodem ontstaan zijn, maar ook de boom zelf
is in staat om in het hout een zekere hoeveelheid
reservevoedsel aan te leggen. Het eerste kan men er
varen door een volledig grondonderzoek, het tweede
kan men den boom zelf aanzien.
Stikstof
Geeft n.l. aan de plant haar massa-ontwikkeling.
Invloed der verschillende meststoffen
Zij is noodig voor de ontwikkeling van bladeren en
scheuten, doch evenzeer voor de vruchtvorming. N.-ge
brek uit zich in licht gekleurd, klein en vroeg afval
lend blad, geringen lengtegroei en wanneer het erg is,
ook in kleine vruchten. N.-overmaat zien wij echter
ook zeer veel. vooral bij hen, die steeds maar weer
gieren in den boomgaard en vergeten, dat een boom
ook nog iets anders noodig heeft. Groote massa-ont
wikkeling, veel en donkergekleurd blad is het gevolg
maar ook meerdere vatbaarheid voor kanker en schurft
en geringe vruchtbaarheid.
Phosphorzuur
Is het plantenvoedsel, dat in de geringste mate door
de vruchtboomen wordt opgenomen. Toch is het even
zeer noodzakelijk als kali en stikstof, ja men kan
welzeggen, dat de meeste boomgaarden te weinig
met dezê stof bemest werden. P. bevordert de vor
ming van vruchthout en bloemknoppen. Het is verder
aanwezig in sommige eiwitten, bijv. die van zaden,
vruchten en celkernen. Vooral de celkernen van stam
pers en stuifmeel bevatten veel P., zoocPat wij kun
nen zeggen, dat deze stof noodzakelijk is voor de
vruchtbaarheid. Phosphorzuurgebrek openbaart zich
dan ook in te weinig vrucht bij rijken bloei.
De Gemachtigde voor de Prijzen maakt bekend, dat de
volgende maximumprijzen gelden per 1000 kg.
A. Voor den verbouwer:
A. Stroo 18.70
B Stroo 16.75
Groene erwten stroo 28.30
Schokker erwten stroo 25.25
Capucijner- en blauwpeulen stroo23.25
Witte en bruine boonen stroo 23.25
Deze prezen gelden voor geperst stroo, levering af boer
derij, te verhoogen met 3.by franco levering boord/
wagon, indien verder dan 6 km. van het bedrijf, nog te
verhoogen met 0.20 per km. voorzoover het A.B.D.-tarief
niet wordt toegepast.
Voorschoofstroo en roggevlegeldakstroo 27.— af boer
derij ei 32.5U nanco boord/wagon enz.
Voor: Bossen-stroo mag dezelfde prys gelden, verminderd
met 4.50 voor perskostenby levering persplaats mag
ƒ2.meer worden berekend.
Voor den „handel van boer tot Doer" gelden zoowel voor
ongeperst als voor geperst stroo maximumpryzen, als
hierboven voor geperst stroo aangegeven, verhoogd met
7.— per 1000 kg. plus eventueele werkelijke wettelijk
toelaatbare vrachtkosten. Het bedrag van 7.— moet door
den verbouwer-leverancier worden afgedragen aan den
P.B.H. van zijn district, tegelyk met de inontvangst-
neming van het geleidebiljet.
B. Voor den handel.
Drieschakelverkeer.
De landhandelaar mag den prys met 1.80 voor geperst-
en 3.voor ongeperst stroo (als handelsmarge) ver
hoogen, voorts met ƒ11.voor vracht, welke 11.door
hem moeten worden afgedragen aan het Provinciaal Kan
toor voor den Handel in Stroo (P.K.H.). Dit laatste zorgt
dan da1- de werkelijke kosten toplaadkosten maximaal
ƒ0.40 per 1000 kg.) worden vergoed.
De groothandelaar mag een marge van 1.15 berekenen.
Zyn vrachtkosten mag hy verhalen op het P.K.H.
De kleinhandelaar mag zijn inkoopsprijs verhoogen met
zyn vrachtkosten tot aan zijn leveringsplaats. Extra ver
voerskosten kan hy op het P.K.H. verhalen.
Tevens mag hy een kleinhandelsmarge berekenen van:
9.— by verkoop van minder dan 50 kg.
6.— by verkoop van 50250 kg.
5.25 bij verkoop van 250—500 kg.
4.45 by verkoop van 5001500 kg.
3.bij verkoop van 15005000 kg.
1.65 bij verkoop van 5000 kg. ol meer.
Hierby moet hij rekening nouden met de hoeveelheid, die
op de aankoopvergunning van zyn kooper vermeld staal,
terwijl de kooper gehouden is een zoo groot mogelijk deel
in eenmaal af te nemen.
Tweeschakelverkeer.
By verkoop aan den tleinhandel mag de landhandelaar
den prys-groothandelaar in rekening brengen, terwyl de
groothandelaar of kleinhandelaar, die aan den ge- of ver
bruiker doorverkoopt, zyn inkoopsprijs mag verhoogen met
de werkelijke vrachtkosten, c.q. te verhalen op het P.K.H.
De groothandelsmarge moet worden afgedragen aan het
P.K.H., de kleinhandelsmarge mag worden behouden.
Eenschakelverkeer.
By rechtstreeksche doorverkoop door een handelaar moet
het bovengenoemde bedrag ad 11.— worden afgedragen
aan het P.K.H., hetwelk dan zorgt voor de uitbetaling
der kosten.
Wordt het stroo tydelyk opgeslagen, dan mogen aan den
ge- of verbruiker nog in rekening worden gebracht de
Kali
Is in de plant noodig voor het verplaatsen der kool
hydraten (suiker bijv.), waarbij het een katalytische
werking uitoefent. Kaligebrek uit zich in lang, dun
hout, dat zeer slap is en uitermate gevoelig wordt
voor vorst (vorstwonden, gevolg: kanker). Het blad
groeit slecht uit, valt vroeg af en ondergaat vooraf
allerlei verkleuringen (gele en bruine bladranden).
Randjesziekte, (bijv. bij de roode bes) is niets anders
dan kaligebrek. Zelfs*-de vruchten worden minder ge
kleurd en zuurder. Bij voldoende kali zien wij natuurlijk
het tegengestelde.
Kalk
Is in den boom noodig voor de houtvorming en de
neutralisatie der zuren (bijv. oxaalzuur, wijnsteen
zuur e.d.) In den bodem is het evenzeer noodzakelijk.
Het maakt den grond (vooal klei) poreus en door
latend en verbeterd dus de structuur. Verder ontzuurt
het den bodem (goede pH) en maakt dat er voedende
stoffen vrijkomen. Kalk is n.l. een base en oefent dus
een drijvende werking. Op te zuren grond is dan ook
geen ooftcultuur mogelijk. Kanker treedt daar op; de
grond raakt begroeid met mos en dit sluit alle ven
tilatie af, zoodat het voor de vruchtboomen onmoge
lijk wordt, te groeien en vrucht te geven.
Magnesium
Is hoewel in geringe hoeveelheid noodig bij de vor
ming van bladgroen. Ook komt het voor in de vruch
ten, doch daar onze kalizouten meestal voldoende
magnesia bevatten, kunnen wij -aannemen, dat hierin
niet zoo vaak gebrek bestaat.
Borium
Voorkomt kurkskip, die nogal eens voorkomt bij op
type 9 geënte variëteiten, bijv. Allington Pippeling en
Cox Orange Pippin. Een gift van 50 kg. borax per
ha. bleek hiertegen afdoende te zijn. De overige stof
fen die noodzakelijk zijn voor den groei, komen ge
woonlijk in voldoende mate in den bodem voor.
(Wordt vervolgd)
vrachtkosten van opslagplaats naar ontvangstplaats-ge-
of verbruiker.
Bewaarloon.
Stroo, ander dan B-stroo, na 29 November 1942 geleverd,
mag 10 ct. per 1000 kg. meer kosten voor elke periode
van twee weken, welke na dien datum is verstreken, tot
een maximum van 1.
Dekkleedenhuur.
Verlangt de ge- of verbruiker stroo, dat tydens het ver
voer door delckleeden beschermd is, dan mag 1.dek
kleedenhuur in rekening worden gebracht. Dit geldt niet,
als de dekkleeden door de Nederlansdche Spoorwegen of
door den kooper beschikbaar zijn gesteld. De kosten van
terugzending der kleeden zijn voor rekening van den
kooper.
Be- en Verwerkers van Stroo.
Deze kunnen het benoodigde stroo direct van den land
handelaar koopen, na verkrijging van een toewijzing van
het Bedryfschap. De maximum-verkoopprijs wordt in dit
geval verhoogd met de landhandelsmarge, de oplaadkos-
ten, de vrachtkosten en eventueele dekkleedenhuur in be
waarloon.
Wordt het stroo geleverd via een perspjaats, dan wordt
de telersprys met 4.verhoogd. De handelaar draagt
hiertoe ƒ11.— per 1000 kg. af, waarvan hy ƒ7.— terug
ontvangt plus de eventueele kosten. Wordt het stroo ge
kocht via twee- drieschakelverkeer, dan gelden de
zelfde voorwaarden als voor den ge- of verbruiker.
Persdraad.
Voor persdraad mag geen korting worden toegepast tenzij
dit uitdrukkelijk is overeengekomen.
De tuchtrechter straft
Overtreders van de bepalingen en voorschriften ten be
hoeve van de voedselvoorziening moeten nog steeds onder
vinden, dat de tuchtrechters verre van lichte straffen
opleggen wegens vergrijpen, welke de voedselvoorziening
in gevaar kunnen brengen. Dat heeft een grossier te
Breda ervaren, die met een boete van 5000.— gestraft
is, omdat hi) zijn voorraden levensmiddelen niet juist had
opgegeven. De voorraden weken belangrijk af van hetgeen
administratief aanwezig behoorde te zijn. Een partij aard
appelmeel kwam in de bescheiden zelfs heelemaal niet
voor.
De tuchtrechter te Breda, die dit vonnis oplegde, veroor
deelde een Tilburgsche melkinrichting en zuivelfabriek,
welke ooter had afgeleverd tegen inlevering van bonnen,
maar de bescheiden niet kon toonen tot 1000.boete.
Een zuivelproducent uit Aerdenhout kreeg van den tucht
rechter te Alkmaar eveneens 1000.— boete voor een
zelfde feit.
Het voorhanden hebben van rogge in gedorschten toe
stand zonder dat daarvan opgave is gedaan op het dorsch-
bnefje, is strafbaar. Dat is een landbouwer te Udenhout
met een boete van 1000 - nog eens ingescherpt.
Boeten van 1200 en 1000 werden door den tuchtrechter
opgelegd aan een veehouder te Zype en een melkslyter te
Badhoevedorp, die runderen hadden afgeleverd en ontvan
gen zonder daarvan aanteekening te houden in vee- en
zakboekje.
Statiegelden van eierkisten
Voor kartonkisten, dienend tot verpakking van eieren,
mag volgens artikel 2 van de Prijzenbeschikking Eieren
(Winter 1941/1942) een statiegeld worden geheven van ten
hoogste 5.— per kist.
De Gemachtigde voor de Prijzen deelt echter mede. dat
niet tot vervolging zal worden overgegaan, i adien een
statiegeld van ten hoogste 15.per kist in rekening
wordt gebracht.
Waarop moet de energiecontroleur
letten?
Maatregelen ter bezuiniging op het verbruik van kolen,
gas en electriciteit.
Niemand onderkenne het wezenlijke belang van zijn taak
om te zorgen, dat geen energie wordt verspild. Kolen,
gas en electriciteit vormen voor een groot deel de basis
van de arbeidsmogelijkheid. Verkwisting is dus benadee
ling van zichzelve. Werkzaamheden, waarby veel licht
noodig is, dienen zooveel mogelijk bij het volle daglicht
te worden verricht. In een draaierij b.v. zal, indien niet
alle draaibanken bezet zijn, een werkschema kunnen
worden opgesteld, waardoor het stellen van de werk
stukken op de banken en het draaien zelf bij daglicht
gebeurt, terwijl het afnemen van voltooide werkstukken
en het transport naar andere plaatsen in de uren, dat
met kunstlicht wordt gewerkt, kan plaats hebben. In
zoo'n geval kan met een algemeene verlichting worden
volstaan en is geen afzonderlijke verlichting bij verschil
lende banken noodig.
Indien verschillende bedrijfsruimten in een fabriek niet
volbelast werken, kan het loonend zijn één dezer afdee-
lingen geheel te sluiten en het werk over de andere
ruimten te verdeelen. Hierdoor kan In de eerste plaats
op verlichting en verwarming worden bespaard, terwijl,
indien voor het sluiten die afdeeling wordt gekozen,
welke het ongunstigst ligt de besparingen nog grooter
kunnen worden. Wy denken hierby aan de mogelijkheid,
dat een afdeeling, op het Noorden of het Oosten liggende,
wordt gesloten, met het oog op de verwarming, dan wel
een afdeeling met weinig ramen waar overdag kunstlicht
moet worden gebruikt.
Het is de taak van den energiecontróleur hierop te letten l
Ieder, die in het bedrijf werkzaam is, volge zijn aanwij
zingen op. Alleen zóó bespaart men op het verbruik van
kolen, gas en electriciteit.
Herziening kunstmesttoewijzing.
Een aantal telers heeft nog altyd verzuimd een teeltplan
1943 in te dienen ten behoeve van de herziening van de
kunstmesttoewijzing.
Er zij -nog eens op gewezen, dat de desbetreffende formu
lieren bij de plaatselijke Vertegenwoordigers gereed liggen
en vóór 1 Maart a.s. moeten worden ingediend.
Wordt hieraan niet voldaan, dan verliest de betrokkene
niet alleen alle recht op een eventueele aanvullende toe
wijzing voor den oogst 1943, maar is hy bovendien in
overtreding, omdat hij zich bij het in ontvangst nemen
van de eerste toewijzing 'voor 1943, door zijn handteekening
heeft verplicht een opgave van zyn teeltplan 1943 in te
dienen.
Verzorging ingekuilde aardappelen.
De weersomstandigheden zyn thans zoo. zeer verschillend
van die van het vorig jaar, dat er gemakkelijk broei zou
kunnen optreden in de aardappelkuilen.
De telers van aardappelen, die zich de laatste jaren, bij
het dekken van hun aardappeleit-^op een strengen winter
instelden, moeten zich wel reffTiseeren, dat wy dezen
winter een veel hoogere temperatuur hebben.
Om te voorkomen, dat er voedsel verloren gaat, dienen
zij hun kuilen eens grondig te inspecteeren. Het ontdoen
van een deel van de grondlaag zonder meer is niet vol
doende en zou tot onaangename verrassingen kunnen
leiden.
Naast een niet te zwaar dek, is een eerste eisch, dat
de partyen van spruiten worden ontdaan (omzetten) en
dat de rotte verwijderd worden. Verder verdient het
aanbeveling den kop van den kuil niet met aarde te
bedekken en/of luchtkokers aan te brengen.
De telers .moeten er niet op rekenen, dat broei een
motief zou kunnen zyn, om de aardappelen spoedig af
geleverd te krijgen, voor kleiaardappelen is dit motief
nu eenmaal onaanvaardbaar, daar deze het langst houd
baar zijn.
Voor een goede en doelmatige bewaring van hun aard
appelen dragen de telers zelf de verantwoordelijkheid en
ze dienen zich in de huidige omstandigheden daarvan
beter bewust te z(jn dan ooit.
Gebruik zaaigraan.
Den graantelers wordt aangeraden zich van goed zaaizaad
te voorzien en voorzichtig te zijn met overjarig zaaigoed.
In 1941 is slecht geoogst. Het graan had te velde veel
geleden. Daardoor is het alleen bij goede bewaring als
zaaigraan nog bruikbaar. Daar het 'in den regel niet
geschikt is, is het noodig een kiemkrachtproef te nemen,
dan wel levering te vragen met certificaat van het
Proefstation voor Zaadcontróle.
Aankoop pootgoed door de B.E.A. II.
Hierdoor wordt bericht dat er een mogelijkheid bestaat,,
dat de B.E.A. II in de naaste toekomst zal overgaan tot
aankoop van beperkte hoeveelheden goedgekeurd poot
goed van oogst 1942.
In verband met de onzekere tijdsomstandigheden en mede
door het feit, dat de B.E.A. II nog beduidende kwanti
teiten uit afgesloten aankoopcontracten heeft af te nemen,
zal slechts geleidelijk kuhnen worden overgegaan tot
definitieve verdere aankoopen in de verschillende soor
ten. die alsnog voor aankoop in aanmerking komen.
Teneinde een overzicht te krijgen van hetgeen alsnog
in Nederland voor export ter beschikking is. stelt de
B.E.A. II de telers en handelaren in de gelegenheid aan
biedingen te doen, in de soorten, klassen en sorteeringen
die onderstaand vermeld worden.
Deze aanbiedingen moeten schriftelijk gedaan worden
voor 1 Maart 1943. Na dezen datum binnenkomende aan
biedingen zullen niet meer in aanmerking worden ge
nomen.
Bij de behandeling van de offerten kan de B.E.A. II zich
thans niet meer verbinden deze op volgorde van binnen
komst af te werken.
Het ligt niet in de bedoeling verdere z.g. voorkoopcon
tracten meer af te sluiten. Zoodra de B.E-A- II geoffreerde
partijen kan gebruiken zal zij den exporteurs hiervan
bericht geven en opdracht tot afname doen geven. Mocht