Verstopping bij paarden door te sterke stroovoedering j"—ET ligt in den aard der zaak, dat in den tegen- woordigen tijd, nu vele veehouders zuinig moeten zijn met hun hooi, de paarden wel eens een hooger rant soen stroo krijgen dan goed is. De bemesting van den boomgaard HOE VOOR DE STEDELINGEN WORDT GEZORGD PAG. 9 DE LANDSTANDïkuii»".»" ^tx Het komt nogal eens voor, dat een knol, aardappel of stuk biet, bij ons vee in den slokdarm blijft steken. In zoo'n geval geve men den dieren niets (ook geen slobber of water), aangezien anders de kans op verstikking niet gering is, maar haal onmiddellijk den veearts. Bij het Centraal Instituut voor Landbouwkundig Onder zoek is nog altijd den brochure verkrijgbaar over „Gier- kelders en mestvaalten", door H. J. van Houten, die iedere veehouder in zijn bezit diende te hebben. Stalmest op net bouwland en gier op het weiland Is een regel waarop maar weinig uitzonderingen zyn. De hardste werkers wonen (ook tegenwoordig nog wel) in- de kleinste huisjes. Wie zijn tuin goed wil inrichten, maakt voor ieder jaar een plattegrond met teeltplan. ."-lleen zoo kan men een goede vruchtwisseling i->epassen en tevens vele ziekten (knolvoet bijv.) voorkomen. Ook de bemesting is dan oor deelkundig toe te passen. Ook in den vorigen wereldoorlog heeft men veel te kampen gehad met de vaak onaangename gevolgen daarvan. Echter met eenige meerdere zorg in den vorm van goed opletten en zoo noodig gevoelige paarden wat anders te voeren, kan men veel voorkomen. Het is duidelijk, dat grof en aan ruwvezel rijk voer, dat in groote hoeveelheden opgenomen wordt, gemak kelijk tot verstopping van het darmkanaal aanleiding kan geven. Niet alleendoor de groote hoeveelheid, doch ook doordat het een veel steviger darminhoud geeft. Vooral tarwe- en roggestroo als kortgesneden haksel werken stoppend. Komt dan hierbij nog een plotselinge voederwisseling of in den winter een be langrijke vermindering van den arbeid, dan neemt de- schadelijkheid van het hooge stroorantsoen toe. Trage darmbewegingen bij oudere, dikke, zich weinig bewegende dieren, in het algemeen ook bij koud- bloeds, begunstigen eveneens het verstoppingsgevaar. Ook kiesgebreken kunnen de oorzaak zijn. Door dit alles wordt het verklaarbaar, dat oudere paarden er meer aan lijden, dan jonge dieren. De verstopping nu, kan langzamerhand, doch ook zeer snel ontstaan. Ze kan in den dunnen darm ontstaan, doordat teveel droog haksel, ineens gevoerd, den nauwen 12-vingerigen darm geheel opvult. Dit' geeft dan darmkramp, waardoor reeds denzelfden dag koliek ontstaat. Al naar de zich ontwikkelende darmontsteking en de bijkomende com plicaties, kan deze van min of meer ernstigen aard zijn. Vaker zien we evenwel de strooverstopping langzaam ontstaan en wel in den dikken of in den blinden darm. Het stroo droogt daar meer en meer in, er komt steeds meer bij, de darmbewegingen worden langzamer en zwakker, waardoor het steeds erger wordt. Een kramp toestand zooals in den dunnen darm ontstaat meestal niet, omdat de vulling van dit wijde darmgedeelte niet Op een proefvelu te Eenrum (lichte zavel) leverden er\ - ten met kali bemest, 76 pCt. meer dar zonder kali. De bemeste planten werden iets meer aangevreten door blad- rollarven. Een groenbemestingsproef gaf eveneens goede resultaten. Mosterd, op 29 Aug. gezaaid, gaf 5 pCt. meer wortels en suiker en 10 pCt. meer loof bij suikerbieten. Over het algemeen wordt nog te weinig van groenbemcsting gebruik gemaakt. De kweeker G. H. van Haeringen te Dedemsvaart brengt een nieuw aardappelras in den handel. IJselster is de naam van het nieuwe kweekproduct, dat voorloopig een gunstigen indruk gemaakt heeft, zoowel wat opbrengst, smaak, kwaliteit en duurzaamheid betreft. Wees voorzichtig met erwtenstroo, dat licht beschimmelt. Versche, gekookte .aardappelschillen, gras en verschillende onkruiden en bessen, benevens wat goed hooi, ziehier het voornaamste konijnenmenu. zoo plotseling geschiedt. Tot een koliek komt het soms heelemaal niet. Meestal zien we bij de paarden waarbij een dergelijke verstopping bezig is te ontstaan, eenige dagen steeds minder mest. Daarna komen onrust, lichte koliekver schijnselen, die vaak tijdelijk weer verdwijnen maar terugkomen, bijv. bij voederopname. Niet zelden ziet men ook, dat het paard zich strekt op dezelfde wijze als een manlijk dier bij het urinee- ren. Aan den buikomvang is meest niets te zien. Na eenige dagen treden meest pas stijgingen op van tem peratuur, pols- en ademhalingsfrequentie. De eetlust kan dagen lang nog vrij behoorlijk zijn. De dieren wor den echter hoe langer hoe suffer. Dit is dan dezgn. stille koliek, die zeker niet minder gevaarlijk is dan de gewone en na één of twee weken vaak doodelijk is. In den regel wordt de dierenarts pas gehaald, als zich al een flinke verstopping heeft ontwikkeld, omdat de symptomen niet zoo erg verontrustend zijn. Tenzij natuurlijk reeds een koliekaanval eerder gewaarschuwd heeft. Voorkomen is echter veel beter dan genezen, want het valt niet mee een behoorlijk verstopt paard weer in orde te krijgen. Vooral bij dieren, die bijv. reeds een week of langer verstopt zitten, hetzij door verwaarloozing, hetzij door het falen van de gewone middelen, is het een heele toer. Men laat soms bij deze paarden als laatste middel emmersvol lauw water van voren en van achteren inloopen en desondanks blijven ze verstopt en sterven ze dus. Met wat meer oplettendheid van den veehouder kun nen de meeste gevallen worden voorkomen. Men moet, als men rijkelijk stroo of haksel voert er aan denken, niet te veel opeens te geven, liefst wat vaker per dag kleine beetjes en de dieren daartusschen drenken. Ook de aren uit het stroo kan men beter weghalen, omdat deze harde stukjes met hun scherpe haken gemakke lijk een begin van een verstopping kunnen vormen. Ook zijn natuurlijk plotselinge voedse^veranderingen uit den booze. Geregelde lichte beweging, alsmede regel matig wat waterrijk voedsei, ^Uo.; OiCten enz., of melasse, zijn voortreffelijke dingen. Paarden met kies gebreken laat men vanzelfsprekend den mond opknap pen. Bij paarden, die reeds één- of meermalen verstopt waren en er dus aanleg voor hebben, zij men uiterst voorzichtig met stroo en geve men het liefst heele maal niet meer. Om een onverwacht verlies van een paaro te voor komen, moet de veehouder echter vooral geregeld let ten op den mest en den eetlust der paarden, vooral bij die dieren, die gevoelig zijn voor een verstopping. In de eerste plaats zrjn dit oudere paarden en vooral ook koudbloeds. J. MEERTENS Stand van den Koudijs-beker per 31 December 1942 Door de half December gehouden vi elzydigheidsproef te Varsseveld, hebben een viertal Landelijke Rijvereenigingen er nog punten by gekregen voot den Koudijs-Beker. De definitieve stand per 31 December 1942 is de volgende: de L. R. ,,St. Steffenrijders" blijft bovenaan staan met in totaal 194 punten (d. i. 6 meer dan bij den stand van 30 November j.l.)de L. R. „Varsseveld en O" krijgt er 32. punten bij en verhuist hierdoor van de 20e plaats naar de 11e plaats met 74.5 pt., terwijl de L,. R. .Aalten" en de „Hamellandsche Ruiters" resp. met 13 en 1% pt, om hoog gaan. Het was te voorzien, dat de L. R. ,,St. Steffenrijders" bovenaan zou blyven staanvan de tien hoogstgeplaatste L. Rn., bij den stand op 30 Nov. was zij de eenige Gel- 'dersche L. R. Niettemin heeft de L. R. „Varsseveld en O." zich kranig geweerd door het in dezen eenen wedstrijd behaalde aantal punten van plaats no. 20 omhoog te schuiven naar no. 11. Wij hopen, dat de strjjd in 1943 even geanimeerd zal zijn als in de afgeloopen jaren. De St. Steffenrijders zullen wel hun uiterste best doen om evenals de L. R. „Viribus Unitis" in twee jaar tijds den beker definitief te winnen. OEWEL dit een veelomvattend probleem Is en zeker in dezen tijd, willen wij in het kort hier iets van zeggen. Wij bepalen ons hierbij echter tot den ge wonen boerenboomgaard, die meestal in gras en een enkele maal met onderteelt gehouden wordt en spre ken dan niet tot hetgeen bij den aanleg moet worden gegeven, maar over wat deze thans noodig heeft. In hoofdzaak bepalen wij ons dus tot hoog- en halfstam- boomgaarden, zooals wij die gewoonlijk op de boer derij vinden. Wij willen er verder rekening mede houden, dat, wat de bemesting betreft, ook de overige gewassen hun deel eischen, zoodat wij alleen vast stellen zullen, wat noodzakelijk gegeven moet woraen, wil men in dit en de komende jaren op behoorlijk ooft kunnen rekenen. Daarbij valt op te merke*\ dat boomgaarden, die in de voorgaande jaren goeu over houden zijn, wat de bemesting, het snoeien en de even- tueele grondbewerking betreft beter bestand zullen De groote zorg van de autoriteiten die met de voed selvoorziening van het Nederlandsche volk belast zrjn, is de beantwoording van de vraag: hoe bereiken wij, dat de mwoners der groote steden, die in dit opzicht in zooveel ongunstiger positie verkeeren dan de bewo ners van het platteland, in den winter van de noodige voedingsmiddelen worden voor-zien Deze vraag is des te dringender, wanneer het voedingsmiddelen betreft, die aan het transport groote eischen stellen. In het bijzonder in den winter bedreigen het vervoer dier levensmiddelen allerlei gevaren. Wanneer wij den vo rigen winter in ons geheugen terugroepen, dan kunnen wij ons die moeilijkheden goed realiseeren en des te meer waardeering kunnen we hebben voor hen dis den stedeling in staat stelden zijn aardappelen toch 3 zonder veel moeite te betrekken. Van Overheidswege zijn namelijk in den herfst in de nabijheid van en in de groote steden enorme voorraden aardappels opge slagen, waaruit, bij stremming van het vervoer, weken lang kon worden g:eput. Deze voorzorgsmaatregel die ook het vorig jaar was genomen, is dezen herfst in nog grooteren omvang getroffen. Bijgaande foto's geven daarvan een beeld. 1. Per schipen (2) per spoor werden de aard appels aangevoerd om daarna in (3) onafzienbare hooien te worden ingekuild of in (4) enorme pakhuizen, goed toegedekt, te worden opgeslagen. Zoo werd en wordt voor de stedelingen gezorgd, nadat de boer in noesten arbeid de aardappels verbouwde en voor ver voer gereed had gemaakt. 2 (Eigen foto's) 4

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 9