Bestrijding runder
horzel v
Officieele mededeelingen
Officieele Landbouw-
mededeelingen
VRIJDAG 12 MAART 1943
DE LANDSTAND
PAG. 10
WCE kent niet het angstig jagen van bet .rundvee
op de warme dagen in Juni en Juli? De horzelvlieg
tracht dan op het rund haar eieren te leggen en
maakt het vee angstig. De "larve die zich uit het ei
ontwikkelt,' maakt een tocht door het runderlichaam en
neemt daarbij steeds in grootte toe. In het voorjaar
is het de zoo goed bAende horzellarve geworden die
in de z.g. groeibulten van het vee aangetroffen wordt.
Zij verlaten hun schuilplaats dan al spoedig (Mei, Juni
en Juli) en vallen van de runderhuid af. Komt de larve
op den stalbodem terecht, dan ontwikkelt zij zich niet
verder, doch sterft. Valt zij echter in de weide, dan
dringt zij in des bodem en verpopt zich daar binnen
enkele uren. Met een week of 57 ontwikkelt zich in
deze pop de horzelvlieg en begint het spel van voren
af aan
De schade door de horzel veroorzaakt, kan belangrijk
zijn. In de eerste plaats is daai de onrust, «velke de
horzels het vee bezorgen. Verder zullen de vleesch- en
melkproductie zeer zeker lijden, terwijl öntstekings-
processen, meer of minder ernstig, kunnen ontstaan.
Groote schade wordt tenslotte aan de huiden toege.
bracht De bestrijding van de runderhorzel is dus in
het belang van eiken veehouder. Bovendien is thans
elke veehouder wettelijk verantwoordelijk gesteldx voor
de controle van zijn vee op de „horzelbulten" en het
verwijderen ervan. Er is dus gegronde hoop dat binnen
korten tijd de runderhorzelplaag tot het verleden be
hoort. De norzelvlieg kan zich hoogstens over een af
stand van|7 km. verplaatsen. Indien, nu de larve van-
de horzelvlieg alg^meer wordt vernietigd, dan zal de
rundenhorzel niet kannen voortbestaan.
De directepr van den Gezondheidsdienst voor Véê Jn
Friesland deelde het volgende mede over de techniek
dér twee bestrijdingsmethoden.
A. Behandeling met medicamenten (zalven, derris-
•poeder-) Absoluut noodzakelijk is voor de behandeling
de worm bulten kaal te knippen om de zalf etc. in te
laten werken én de dood van de larve tey6ewerkstelli-
gen. Insmeren der bulten le maal op stal (2e helft
Maart), 2e maal in de weide (2e helft Mei)
B. Mechanische verwijdering der larven. 1. door uit
knijpen der larven en vernietiging hiervan; 2. door na
wegknippen der haren de bulten tusschen de vingers
te pakken en met een smal voorwerp, b.v. de punt van
een schaar (of mes) door. het gaatje in de huid in de
larve te prikken, waardoor deze leegloopt en gemakke
lijk is te verwijderen. Eveneens- 2 maal rondgaan als
voren.
In kort tijdsbestek (23 weken) dient een dergelijke
rondgang plaats te vinden, waardoor, in geval de fa
briek de bestrijding op zich neemt, waarvooi zeef veel
te zeggen valt.^aanstelling Van meer dan één persoon
noodzakelijk kan zijn
Voorai de 2e r.ndgang in de weide (die absoluüt nood
zakelijk is om de latei opgekomen larven te verwijde
ren) kost tijd. Dooi gebrek aan medicamenten is men
voora aangewezen op methode B Er dient voor ge
waakt te worden, dat geen dier in de weide komt voor
dat de larven zijn verwijderd. Een ieder werke mee
om het gestelde doel te bereiken! B.
a. grooie, g. kteuie horzelvlieg b. en larven
vhn de twee vliegen, c. en e. eieren van de
twee vliegen, d. de nop.
Houding van de handen bij het uitdrukken
van de larven
tnaien hei uitdrukken met de handen niet ge
lukt, dan ae larven er mei een tangetje
uittrekken
(Foto's Archief)
Verbouw koolzaad of raapzaad
De Regeerlngscommissaris voor de Bodemjiroductie
maakt het volgende bekend.
Ingevolge in het vorige jaar vastgestelde wettelijke
bemalingen is iedere grondgebruiker met meer dan 1
ha bouwland op klei-, zavel- en roodoorngronden of
met meer dan 5 ha bouwland op zand-, löss-, dal- en
veengronden verfTlicht een oppervlakte grond met, win-
terkoolzaad of winterraapzaad te bebouwen. Deze
oppervlakte bedraagt cp klei-, zavel- en roodoorngron
den 8 van het bouwland (kunstweide en klaverland
inbegrepen), dat in 1942 op het bedrijf aanwezig was.
Op zand-, löss-, dal- en veengronden bedraagt dit per
centage 5 Van deze teelt-verplichting kon men op
aanvrage ontheffing verkrijgen voor *de oppervlakte,
waarover men met een handelaar een zaadteeltcontract
had gesloten voor koolsoorten knollen, koolrapen, voe
der- of mergkooi. Ook was ontheffing mogelijk, op
grond van bijzondere bedrijfsomstandigheden. In dit
gevaJ was men als regel verplicht een oppervlakte
blauwmaanzaad te verbouwen^ die iy2 maal zoo groot
was als de voorgeschreven oppervlakte koolzaad. Het
zelfde gold voor hen. die niet aan hun kool- of raap
zaadteelt voldeden
Deze bepalingen zijn thans als volgt aangevuld en
gewijzigd
1. Grondgebruikers, die in den herfst 1942 geheel of
ten deele niet hebben voldaan aan hun verplichting
om kool- of raapzaad uit .te zaaien of van deze ver
plichting m verband met bijzondere bedrijfsomstandig
heden. als te lichten grond, van den productie-commis-
sazis ontheffing nebben gekregen, zijn verplicht een
oppervlakte welke lVa *É>o groot is als de ontbrekende
oppervlakte winterkoolzaad oi winterraapzaad met een
zomerohezaad te bebouwen Degenen wier kool of
raapzaad of de daarvooi in de plaats op contract voor
zaad winning geteelde koolsoorten, knollen, koolrapen,
voeder oi mergkoo zijn mislukt, zijn verplicht een
oppervlakte, welke gelijk is aan de ontbrekende met
een zomerohezaad te bebouwen Op klei-, zavel- en
roodoorngronden heeft men de keuze tusschen blauw
maanzaad en zomerkoolzaadop zand-, löss-, dal- en
veengronden tusschen ooterzaad, zomerkoolzaad en
blau wm aan zaad
2. Degenen die een verplichting tot het. telen van
winterkoolzaad of winterraapzaad hebben overgenomen
en deze verplichting niet zijn nagekomen, of wier kool-
of raapzaad is mislukt, zijn verplicht alsnog een opper
vlakte, welke gelijk u aan de ontbrekende oppervlakte
winterkoolzaad of winterraapzaad met blauwmaan
zaad of zomerkoolzaad of. voor zoover het betreft
zand- löss-, dal- of veengronden, met boterzaad, zomer
koolzaad of blauwmaanzaad te bebouwen.
3. Grondgebruikers op zand-, löss-, dal- en veen
gronden kunnen aan de verplichting tot het telen van
zomeroliezaden ook voldoen door hun aardappelteelt
ten opzichte van 1942 uït te brSlden met de oppervlakte,
welke zij volgens hét onder 1 en 2 vermelde met boter
zaad, zomerkoolzaad of blauwmaanzaad moeten be
telen.
4. De verplichting tot het telen van bovengenoemde
oliezaden of aardappelen kan binnen het werkgebied
van de L.C.O. worden overgedragen. Hiertoe moet vóór
15 Maart 1943 een aanvrage bij de L.C.O. worden
ingediend. B(j de aanvrage moet zijn gevoegd een
schriftelijke gedagteekende en onderteekende verkla
ring van dengene, die de verplichting wil overnemen.
Overdracht van de verplichting naar een andere pro
vincie is slechts toegestaan met toestemming van de
beide daarbij betrokken productie-commissarissen.
Tot het omploegen van een gewas, dat men teelt om
te voldoen aan den opgelegden koolzaadteeltplicht, mag
slechts worden overgegaan, nadat men daartoe van
den productiecommissaris toestemming heeft gekregen.
Voor blauwmaanzaad, zomerkoolzaad en boterzaad zal
een hoeveelheid stikstof worden toegewezen, welke
vrijwel overeenkomt met het quantum voor winter
koolzaad en winterraapzaad.
Aan de telers van oliehoudende zaden en aan hun
arbeiders zal het recht worden gegeven een hoeveel
heid spijsvét te koopen, welke varieert naar gelang
van de hoeveelheid oliezaad van gemiddelde kwaliteit,
welke door den teler wordt ingeleverd. Van zomer
koolzaad zal een aanzienlijke hoeveelheid zaaizaad
van het ras Janetzki worden geïmporteerd. Bij in den
Westpolder genomen proeven gaf dit, ras een opbrengst
van ongeveer 1700 kg/ha. Door den verbouwer werd
dit op 2/3 van de opbrengst van een gewas winter
koolzaad geschat.
Bonaanwiizing kunstmest
Met ingang van 4 Maart 1943 is geldig verklaard:
Stikstof, bonnenserie, voorzien van opdruk B.T. De
stikstofzegels met opdruk B.T. blijven tot nader order
geldig. 'Voor de volgorde van aflevering worden de
stikstofbonnen B.T. gelijkgesteld met de stikstofbonnen,
voorzien van opdruk No. 4. Momenteel zijn tot nader
order geldig: stikstof, bonnenserie voorzien van op
druk B.T.J fosforzuur, bonnenserie voorzien van op
druk 1; kali, bonnenserie voorzien van opdruk B.T.
LAAT HËT DAGLICHT BINNENDRINGEN!
Zóó bespaart men electrieiteit in de bedrijven
Als we zuinig willen zyn met kunstlicht, móeten we ln
de eerste plaats er voor zorgen, dat het daglicht zoo
lang en zoo veel mogelijk in de werkplaatsen kan door
dringen. In* modern ingerichte pakhuizen en werkruim
ten is met dezen laatsten factor veelal rekening^ gehou
den. In den regel zijn hier voldoende vensters 'aanwe
zig. Er z(jn echter ook nog vele oude gebouwen in ge-
bruik, waar het daglicht vaalt minder goed kan door
dringen. In dit opzicht is er is nog wel iets te ver
beteren. Is het daglicht in de gelegenheid gesteld, zoo
lang en zoo veel mogelijk in de werkplaatsen door te
dringen en let men er zelf op, dat het electrisch licht
en <jas niet oiwoodig worden gebruikt en de kachels
niet Jet hard gestookt, wannéér de buitentemperatuur
boven het nulpunt is, dan doet men inderdaad zijn best zoo
zuinig mogelijk met de beschikbare electrische stroom-,
gas- en kolenrantsoenen om te gaan.
Verplichte koolzaad/ blauwn&anzaadteelt
Velen van hen, die een blauwmaanzaadteeltplicht hebben,
schijnen niet te weten over welke oppervlakte ze het per
centage land moeten berekenen, dat het blauwmaanzaad
moet worden beteeld.
Zoo vragen zy zich af en dit is wel het voornaamste
punt, ten aanzien waarvan er twijfel of onwetendheid
heerscht of zij ook de uien en wijnpeen bij hun „bouw
land" moeten rekenen.
Indien het geen specifieke tuinbouwbedrijven betreft, moet
dit inderdaad gebeuren. De desbetreffende bepaling luidt
namelijk zóó, dat ook de grove tuinbouwgewassen in dit
verband als „bouwland" worden beschouwd, voor zoover
een „landbouwer" deze verbouwt.
Tot de grove tuinbouwgewassen worden gerekend: zaai-
uien, wijnpeen, spruitkool e.d.
Veeboekje.
Er wordt nog eens nadrukkelijk op gewezen, dat het ver
handelen van rundvee alleen is toegestaan door diegenen,
die in het bezit zijn van een handelaarsAukboekje. Wie
op het veeboekje nog handelt brengt zichzelf ongetw ü-
feld in ernstige moeilijkheden. Of men i# aanmerking kan
komen om een zakboekje te krijgen is o.m. afhankelijk
gesteld van het feit of "men voorheen ook z'n beroep
maakte van den handel in rundvee. De z.g. gelegenheids-
handelaars in fok- of slachtvee zullen dan ook genood
zaakt zijn dien handel stil te leggen.
Eventueele verzoeken om een zakboekje te krijgen moe
ten uitsluitend gericht worden tot het Bedrijfschap voor
Vee en Vleesch te 's-Gravenhage, Laan van Meerdervoort
53. De tekst in de Ve«?registratieverordening 1942 luidt als
volgt:
,,Het is verboden eenige aanteekening op voor handels
doeleinden bestemd, rundvee betrekking hebbende in het
veepoekje te stellen".