Tuinbouw in het kleine boeren- en
f pluimveehoudersbedrijf
De toekorrlst van de
bessenteelt
VRIJDAG 12 MAART 1948
DELANDST.'
In het vervolg zal ook den Landvrouwen de gelegen
heid worden geboden vragen te stellen op huishoude--
Igk gebied, welke in deze rubriek beantwoord zullen
worden. De namen der vragenstellers worden niet ge
noemd. Hieronder volgt een recept, waarnaar ons
onlangs werd gevraagd.
Blauwmaanzaadkoek
250 gram zelfrijzend bakmeel of bloem met rijsmiddel;
150 200 gram suiker; 100 150 gram blauwmaan-
zaad; iets zout, een citroenschil; ongeveer een kopje
melk.
De bloem, suiker, blauwmaanzaad, gesnipperde citroen
schil en het zout vermengen met zooveel melk tot er
beslag ontstaat dat de dikte heeft van een cakebeslag.
De massa overdoen in een beboterden vorm en de koek
gaar en bruin bakken in een niet te warmen oven;
ongeveer een uur. Eerst met onderwarmte, later met
bovenwarmte. Het blauwmaanzaad is het rijpe zaad
van een bepaald sóórt papaver. Deze papayer wordt
verbouwd om olie te verkrijgen. Het blauw maanblad
bevat 4050 pet. vet. Wanneer men dus koeken bakt,
kan het blauwmaanzaad de boter vervangen. Het zaad
wordt niet gemalen doch zoo verwerkt en maakt het
gebak vet
Nog eenige andere recepten
Boterhamkoek of ontbijtkoek
500 gram tarwe en/of "roggebloem, 250 gr. stroop, 100
gr. bruine basterdsuiker, 2% deciliter melk, 1 thee
lepel kaneel, theelepel gemalen kruidnagelen of
Hagelgruis, desverkiezend 1 theelepel gemberpoeder,
een snuifje zout, 1 pakje bakpoeder of 4 vólle thee
lepels.
Meng de bloem eerst met het bakpoeder (men kan
ook zelfrijzend bakmeel gebruiken). Vermeng dit dan
met de kruiden, (hiervoor kan ook surrogaat genomen
worden) het zout en de basterdsuiker.
Giet de melk onder goed roeren bij de stroop; Werk
met deze koude vloeistof het droge mengsel tot een
stevig deeg dooreen, liefst vlug omdat anders het bak
poeder een deel van zijn rijskracht zou verliezen.
Vet.een cakeblik in met reuzel, olie of margarine en
bestrooi dit daarna met bloem.
Leg hierin het deeg dat goed soepel moet zijn; bak
de koek in een matig warmen oven gaar in l%-2 uur.
Laat de koek uitdampen en berg hem eerst als hij door
en door koud is in een koektrommel op. Berg de koek
als hg wat hard of drpog mocht zijn een paar dagen
bg het brood in de broodtrommel op.
Gekruide cake
400 gr. bloem, 4 volle theelepels bakpoeder, 200 gr.
donkerbruine basterdsuiker, 75 gr. boter, 2 dl. melk, 1
theelepel gemberpoeder, 2 geraspte muskaatnoten, 2
theelepels kaneel, theelepel nagelgruis, een snuifje
zout.
Meng alle droge bestanddeelen goed door elkaar.
Snijdt de boter er in zeer fijne kruimeltjes door heen.
Roer er de koude melk door tot een soepel deeg is ver-
kregen. Vet het cakeblik in, bestrooi het met bloem.
Vul den vorm voor 2/3 met het deeg en bak de cake in
iy2 uur in een matig warmen oven goudbruin en gaar.
Zie verder het vorige recept.
J. DEKKER
Rijkstuinbouwconsulent Ir. D. Blocmsma:
Roode en witte bes
O raagt de zwarte bes in hoofdzaak op de lange
loten, roode en witte aalbes doen dit ook veel op
zg;. kortlot. Of dit veel of weinig in de struiken voor
komt hangt mede van het snoeien af. Deze korte lootjes
komen zoowel op het oude als op het jonge lot voor.
Meest ontwikkelt de roode bes de witte wordt
slechts weinig geteeld zich iets langzamer dan de
zwarte. Er wordt meer. tijd besteed aan den opbouw
van de struiken door terugsnoeien van de takken,
waardoor de gewenschte vertakking ontstaat. Het
derde jaar heeft men dan ook meest nog slechts een
bescheiden oogst, al kan het vierde jaar de oogst
reeds vrij normaal zijn. De levensduur is echter be
langrijk lager dan "van de zwarte bes. Goede roode
bessen, in volle dracht, treft men niet zelden aan op
25-jarigen leeftijd'. Ze zijn dan echter ook goed behan
deld en regelmatig verjongd door middel van grorfd-
scheuten, gelgk bij de zwarte bes beschreven. Bij de
roode bes komt de teelt op stammetjes veel meer voor
dan bij de zwarte bes, maar die teeltwijze verdient
geen aanbeveling. Het verjongen wordt zeer bezwaarlijk,
daar geen ^grondloten ter beschikking staan, anders
dan bij uitzondering.
Veel hangt af van het ras
De roode bes groeit op alle gronden, maar op de
venige gronden heeft ze veel last van het '„wegvuren"
(kankeren) van geheele takken, terwijl ze op de zware
klei maar matig groeit. Daar kan men ze beter niet
aanplanten. Op de hoogere zandgronden, zelfs die,
welke verscheidene meters uit het grondwater liggen,
groeit de bes echter goed en een bepaald- ras is daar
loonend te telen.
Hiervoor dient de Prince Albert, (Duitsche Zure
Hollandsche Dikkop) gekozen, die op alle gronden wel
het beste thuis is, en ook verre het meest geteeld
wordt. Een andere flinke groeier is de Erstling 'aus
Vierlanden, 'minder sterk echter dan de Prince Albert.
Deze bloeit laat (minder schade van nachtvorsten)
met zeer lange tros en groote bes, maar is wat ge
voelig voor regen De E. a. V. bloeit vroeg met flinke
tros. maar matig groote, wat lichtroode bes, die echter
minden zuur is dan van de Prince Albert. Is deze
vooral geschikt voor de fabriek, de E. a. V. is geschikt
voor tafel en fabriek. Met het oog op de productie
geeft men echter nog veelal de voorkeur aan de Prince
Albert boven de E. a. V., al wil ook deze op zandgrond
goed groeien.
Behalve deze twee wordt ook de Hoornsche Geelsteel
nogal geteeld en plaatselijk ook de Hollandsche
Loppersummer) roode eü St. Anna Korfke-bes. Van
deze drie kan men echter moeilijk betrouwbaar plan-
tenmateriaal bekomen, terwijl ze ook minder op alle
gronden thuis zijn. De Fay's (New) Prolific is weer
wel algemeen verspreid, maar de bes is veel gevoeliger
voor grondsoort en klimaat, bloeit vroeg, ruit vaak,
en geeft sterk slingertakken onder in de struiken,
terwijl ze den wind slecht verdraagt en vaak van
nachtvorsten lijdt. De tros is echter mooi en de bes
groot en goed van smaak. Hierom wordt Zé op beschut
te plaatsen, meer in het klein, algemeen geteeld. En
kele zeer goede selecties, die hierop gelijken, zijn
bekend, maar moeten hun waarde voor de grootcultuur
nog bewijzen.
Men plante Prince Albert op 2% meter in het vier
kant of op 2% x 3 meter. Veelal wordt nauwer gepoot
maar bij een goede bemesting op goeden grond met
gunstigen waterstand, wordt die grootte zeker bereikt
bij een hoogte van plm, 2 meter. De E. a. V. plante
men op 2 x 2*4 a 2% meter; de andere bessen op
ongeveer 2 meter. Men poot aldus ongeveer 1400 of
2000 struiken per ha.
Aantrekkelijke oogstcijfers
De oogst per struik is gemiddeld belangrijk hooger dan
van zwarte bessen en bedraagt 'iets later te reke
nen bij volle dracht 1012 kg. per struik voor de
Prince Albert, ook al kunnen struiken 15 kg. en zelfs
wel 25 kg. opleveren op ouderen leeftijd en bij grooten
omvang. Voor de andere rassen is deze opbrengst wat
lager of veel lager, maar dan kan ook de plantaf stand
nauwer zijn en het aantal struiken per ha. grooter,
al moet de gemiddelde oogst van de zwakker groeien
de rassen toch wel 3050 procent lager gesteld wor-
den> dan van de genoemde.
Bij de genoemde plan tafstanden is uitgegaan van de
dunnihgssnoeiing. zooals die bij de zwarte bes behan
deld, terwijl ook gerekend is op een regelmatige ver
jonging. Er zijn andere wijzen van roode bessen telen,
waarbij men nog vrij wat nauwer plant 3000 strui
ken per ha. gemiddeld een 4 kg. bessen per struik
oogst en 'n beredeneerde snoeiing toepast op 't vrucht
hout. Deze hier te behandelen, acht ik voor het ge
stelde doel niet gewenscht, daar het zeer de vraag is,
of die teelt beter loonend is. Bovendien eischt ze méér
vakkennis, terwijl eenvoud vóórop staat bij deze teelt
beschrijvingen. Op het boerenbedrijf past ze in elk
geval niet en de ruime plantwgzen vergemakkelijken
de grondbewerking niet weinig. Ook wanneer in den
zomer in min of meer volwassen beplantingen
het onkruid wat moet worden weggecultivaterd. In
oudere beplantingen zal men het schoffelen of hakken
niet kunnen ontgaan.
Roode bessen verdragen wel eenige schaduw;
zij zijn dus voor tusschenbeplanting te gebrui
ken. Het in het gras laten groeien van bessen-
beplantingen kan ik niet aanraden. Ik zag er
maar al te dikwijls groote schade door ontstaan
in groei en opbrengst.
Voor de witte bes gelden dezelfde teeltbeschouwingen
D E fruitteelt staat de laatste jaren in veler
belangstelling. Dit is zeer verklaarbaar, want de hui
dige, vastgestelde prijzen maken de fruitteelt goed
rendabel. Wel zijn deze fruitprijzen niet aan den
lagen kant, maar alles gaat er grif voor weg en
onder de huidige omstandigheden is er nog steeds een
tekort. Maar ook in de vooroorlogsche jaren, zelfs in
de z.g. crisisjaren, was de fruitteelt een tak van
bodemcultuur, die, weliswaar niet steeds aan de be
oefenaars een behoorlijk bestaan verschafte, maar zich
toen bij eenige inspanning in verreweg de meeste
gevallen wist te handhaven.
En natuurlijk ging het den best verzorgden, we zou
den willen zeggen den intensievep bedrijven, toen het
minst kwaad. En toch vond de uitbreiding slechts
schoorvoetend plaats. De destijds alóm heerschende
depressie werkte wel zeer belemmerend daarop. De
jaren, dat men nauwelijks een 17 1800 gulden voor
een ha. goed grasland op 'zavel of klei durfde uitgeven,
met bestemming voor boomgaard of fruitteelt, liggen
nog maar kort achter ons. Vergelijk daarbij de he-
dendaagsche situatie eens, waarbij men in veel gevallen
wel bereid is, meer dan tweemaal dien prijs te
betalen.
Nu is bij de sterke uitbreiding der laatste jaren op
te merken, dat allen zich richten op de aanplantingen
in struikvorm. De oudere wijze van beplanting, de
boomgaard met hoog- of lialfstam, hetzij met gras of
bessen er onder, vindt slechts sporadisch toepassing.
Dit zal wel hierdoor te verklaren zijn, dat de fruit
teelt meer en meer door de speciale fruitkweekers
wordt beoefend, terwijl zij $,ls nevenbedrijf bij land
bouw en, veeteelt aan waarde heeft ingeboet.
De vlugge en daardoor meer rendabele struikenaan-
planting met zijn doelmatiger- te behandelen struiken,
wat betreft plukken,snoeien en spuiten, heeft begrij
pelijker wijze de oude systemen overvleugeld.
De bes in verdrukking.
F N nu hebben wg ons wel eens afgevraagd, of op
die wijze niet een bepaalde cultuur, n.l. die der bessen
in het gedrang zou kómen, m.a.w. te veel verwaar
loosd zou worden. Voorheen toch kenden wij die speciale
fruitbedrijven van voornamelijk halfstam-appel, peer
en pruim, waarin de bes, hetzij rood-, zwart of kruisbes
of een combinatie hiervan, een blijvende plaats innam.
De minder goede resultaten, sommige jaren in derge
lijke bedrijven verkregen, leidden zeer zeker tot aan
plantingen zonder besvruchten.
Wij herinneren ons nog, dat van overheidswege onder
zoekingen werden ingesteld over de financieele resul
taten, verkregen op dien ouden vorm van bedrijf
tegenover dien der speciale struikenaanplanting. Dit
liep toen over enkele jaren en daarby moest toen de
oude bedrijfsvorm het afleggen tegenover de destijds
als meer modern geldende struikenaanplanting.
Had het onderzoek zich nog verdere jaren terug
uitgebreid, zeer zeker was dan ook de boomgaard met
onderplanting van bessen wel eens gunstig uitgekomen.
Want wanneer wij ons oor te luisteren leggen bij wie
ons in 't vak voorgingen, bij de ouderen dus, dan ver
nemen ^yij, dat de bessenteelt, a.h.w. de kurk was
waarop des fruitkweekers bestaan dreef.
Wat er van de „boven"-boomeh werd geoogst, was
meegenomen, tot dekking van bedrijfsonkosten e.d.
Hoe geheel anders is de toestand nu, nu o.i. zeker
moet worden toegegeven, dat de teelt van bessen niet
tot de meest rendabele behoort.
Terloops moge hierbg worden opgemerkt, dat de
vastgestelde prijzen der bessen, t.o.v. die der steen-
en pitvruchten ook wel. wat aan den lagen kant is.
Maar afgezien hiervan meen ik toch, dat wij wel mogen
bedenken, flat het mogelijk is, dat die oude tijd van
meef ambitie voor bessenteelt in een of anderen
vorm terugkomt.
En met het oog gericht op hetgeen rondom ons ge
beurt, vragen wg ons af of die tijd misschien al in
't verschiet ligt. Want is er wel ooit een tijd geweest,
waarin het stekmateriaal van bessen zoo bg honderd
duizenden is opgekocht geworden? Eenmaal zullen die
(en dat natuurlijk reeds over één en twee jaar) met
evenveel honderdduizenden „op de markt" komen en
zeker ook bij enorme massa's uitgeplant.
En o.i. .verdient de uitbreiding der bessenteelt ook de
volle belangstelling. Want bij de tegenwoordige vraag
naar fruit, die naar verwacht mag worden «nog zal
toenemen nu de voeding van den mensch zichtbaar
meer in vegetarische richting gaat (en moet gaan),
zal de bes, naast de kers, een belangrijke en onmisbare
fruitsoort blijven, juist in den tijd waarin de nieuwe
pitvruchtoogst de hand reikt aan de oude. Dit mogen
als voor de roode. Ze zijn echter minder gewild en
minder bruikbaar voor fabrieksdoeleinden, terwijl geen
zuivere selecties in den handel zgn. Voor eigen gebruik
tele men eventueel de Witte Parel.
(Wordt vervolgd)