te /<&ïf Vonkjes Officieele mededeelingen VRUDAG 19 MAART 1943 DE LANDSTAND 0 PAG. 10 (IngezondeD mededeeung) ruw eiwitgehalte is in beide gevallen weer gelijk. De cijfers in bovenstaande gevallen waren: Methode I PH boter- NH:« ruw eiw van inkuilen 1 zuur in de dr.st. A 1 V. 3.9 0.29 0.05 16.2 „Vitasan" 1 47 0.98 0.11 16.4 Formasil 4.5 1 0.57 0.12 16.6 „Vitasan" 5.1 1 1-54 0.19 17.1 Frieseh-Holl. 4.4 1 0.51 0.12 13.9 „Vitasan' 5.0 0.96 0.11 139 Speciale proefnemingen met „Vitasan" hebben wij ge nomen in kleine silo's van 2% kub. M., waarbij o.a. drie methoden zjjn vergeleken, n.l.* a. inkuilen zonder eonserveeringsmiddel; b. met A i V.-zuur; c. met .Vitasan". Deze drie methoden werden in drie gevallen naast elkaar met netzelfde gras toegepast, nl. in Barneveld en Burum met voorjaar sgras eD in Barneveld met na- jaarsgias. Het betroi in twee gevallen zeer eiwitrijk gras, n.l. resp. 17.2, 18.8 pCt., eiwitachtige stof in de droge stof Het is uit ervaring bekend, dat dit soort gras zich niet gemakkelijk zonder zuur iaat .nkuilen. Het gras van de laatste silage was matig eiwitrijk, n.l. 14.5 pCt. eiwitachtige stof in de droge stof. Van de resultaten is voorloopig het volgende bekend: zonder consen middel Barneveld (1) Burum •S-i I (1) - 41.7 26 16.0 1.08 4.7 Vitasan 4.5 28 17.3 0.70 4.7 A I V. 3.8 20 i 17 0 0.26 4.0 Barneveld (2) Gemiddeld 18.3 1.12 5.0 1.01 j 4.9 20 j 17.2 18.8 1|04 4.9 1.39 4.7 18 18.1 18.9 0.40 j 4.2 0.63 j 4.0 12.51 18.0 1 i 1) Van de 2e ensilage te Barneveld zijn aog geen verliescijfers bekend, daar de proef nog niet is afge sloten 2) pH- en boterzuurcijfers zijn gemiddeld van 3 sila ges, de verliescijfers en. eiwitgehalten van 2 silages. De pH. is bij alle drie proeven slechts weinig beter dan zonder toevoeging en de eisch, dat de pH onge veer 4.0 moet zijn, wordt lang niet vervuld. De ver liezen zijn iets geringer aan zonder toevoeging, maar zijn toch beduidend grooter dan b\j A. I. V -zuur Het gehalte aan boterzuur - een maat of de silage ge slaagd is - is gemiddeld even groot als zonder toe voeging zoodat in dit opzicht geen verbetering is ge bracht Het 'boogere eiwitgehalte wijst er op. dat er van de andere bestanddeelen meer verloren is gegaan. Bij de neoordeelmg van het resultaat van de eerste pro et m Barneveld moet nog in aanmerking worden gencmien, dat hier bij de A I. V.-silage last van het grondwater werd onder-vonden, doordat de silo met A. I V.-kuilgras ernstige lekkage in den bodem ver toonde De voorhanden gegevens der praktijk-kuilen, de mon sters van de vergelijkbare kuilen en de opzettelijk genomen proeven wijzen alle drie in dezelfde richting. D© toevoeging van „Vitasan" heeft niet het resultaat gegeven, dat men u op grond van de aanbevelingen van had mogen verwachten. Meer uitvoerige gegevens zullen naderhand na vol ledige afsluiting der proeven worden gepubliceerd. Koolzaadtelers, stelt u in verbinding m^t imkers, zoodat als straks het koolzaad bloeit, een flink aantal bijen bij de koolzaadvelden aanwezig is. Op een H.A. koolzaad is wel werk voor 10 12 volken. Hoewei de resultaten met de Soyateelt in ons land niet erg zijn meegevallen tot nu toe, is het wel gewenscht, dat men zijn aandacht bïyft schenken aan dit gewas. De soyaboon is een hoogwaardig voedingsmiddel. De samen stelling is als volgt36 pCt. eiwit, 18 pCt. vet, 20 pCt. koolhydraten, 5 pCt. mineralen, 2 pCt. lipoïden, 5 pCt. vezel en 14 pCt. water. In den nawin^er ontstaan de z.g. horzelbuiten bij het rundvee. De horzellarven zijn dan onder de huid aange komen, waar'zu een abces veroorzaken. Voordat de dieren in het land komen, dient men ze te onthorzelen. Een goed raiddel is. de larven onder de huid weg te halen en te dooden. De voedselpositie van óns volk eisclit, dat het aardappel- areaal niet ingekrompen wordt. Wenschelük is, dat de beteelde oppervlakte nog wordt uitgebreid. Vaak blyft de gier op de grasperceelen dicht oy de boerderij. Dit heeft tot gevolg, dat deze perceelen te vgak gegierd worden Hierdoor gaan de klavers en de beste grassen in aantal achteruit en de grovere, minderwaardige grassoorten treden op den voorgrond. Het effect van stalmest op grasland wordt ten zeerste beïnvloed door de weersomstandigheden. Bij schraal, droog weer Is de werking vaak onvoldoende Daarom bevinden velen -r zich goed bij, de stalmest in Augustus over het grasland te rijden. Men profiteert dan van de zomerregens. Ook nu er ernstige stikstotschaarschte hecrscht, biedt het omweidsysteeni voordeden. In de hedendaagsche om-tandigheden is het aan te be velen, de perceelen zoo groot te nemen, dat ze In een dag of. acht afgegraasd worden (plm. 9 Are per koe). Dan dient het perceel *en rustperiode van ongeveer een maand te hebben. Men dient dus het weiland in minstens 5 perceelen In te deelen. Wie niet of slechts *en deele aan zijn verplichting om winterkoolzaad of -raapzaad te telen heeftvoldaan of in de teelt van d«2e gewassen niet is geslaagd, moet zomer- oliegewussen verbouwen en wel een oppervlakte die VA maal zoo groot ls als de ontbrekende oppervlakte winter koolzaad of -raapzaad. Regeling oogst 1943 voor hooi, stroo en ruwvoeder Ten einde belanghebbenden in de gelegenheid te stel len tijdig de noodige maatregelen te treffen, wil het Bedrijfschap voor Hooi, Stroo en Ruwvoeder reeds thans de aandacht vestigen op enkele belangrijke be palingen, welke t.a.v. hooi-, stroo- en ruwvoederrege- ling voor het seizoen 1943 -1944 zullen worden vast gesteld. Als uitgangspunt zal deze regeling hebben, dat de vee houderijbedrijven zich in versterkte mate dienen in te stellen op zelfvoorziening van hooi, stroo en ruw voeder. Dit houdt in, dat bedrijven, welke niet alles in het werk steller om in de behoefte van deze producten door eigen verbouw te voorzien, niet moeten rekenen op de mogelijkheid van aankoop Het ligt n.l. in de bedoeling dé beschikbaar komende hoeveelheden rywvoeders te reserveeren vöoi de bedrijven, die kunnen asmtoonen, dat ze absoluut niet in staat waren aan de eischen van zelfvoorziening tc^voldoen. Belanghebbenden wordt dan ook ernstig aangeraden vroegtijdig de noodige voorbereidingen te treffen om op eigen bedrijf voldoende voeder te verbouwen voor eigen veestapel. Weliswaar ls uitbreiding van de teelt van ruwvoeders aan bepaalde beperkingen onderhevig, maar daar staat tegenover, dat in vele gevallen door het scheuren van grasland boven den scheurplicht de mogelijkheid aanwezig is. om daarop in voldoende mate ruwvoedergewassen te telen -Hiervoor wordt verwezen naar het reeds gepubliceerde ..Teeltplan Akkerbouw 1945" Naast deze algemeens aanwijzing zij voorts gewezen op enkele bepalingen ten aanzfbn van belangrijke producten. Hooi. Bedrijven met I H.A. en-meer grasland dienen wederom rekening te houden met een leveringsplicht van hooi. Vnoi d«»7éii levpringsplioW- zullen ook meegerekend worden de graslanden, waarvan het topgras al of niet gecombineerd met het nagras wordt verhuurd. Erwtenstroo. Om de gras ia netgebruikers niet al te zwaar te belasten, zal aan de verbouwers van erwten een leveringsplicnt moeten worden opgelegd van 800 kg. erwtenstroo per H.A. verbouwde erwten. Met nadruk wordt er op ge wezen, dat ook de oppervlakte, beteeld met erwten, welke in groenen toestand worden geoogst, zal worden meegerekend voor de vaststelling van den leverings plicht. Voorzoover de verbouwers deze erwten afleve ren aan conservenfabrieken, zullen ze hun P.I.C.A. kun nen verzoeken den leveringsplicht over te schrijven op de betreffende conservenfabrieken. Een nadere, rege ling daaromtrent zal nog volgen. Van den erwtenstrooleveringsplicht zullen worden vrij gesteld de bedrijven met een oppervlakte erwten, kleiner dan een halve H.A. Stroo (graan- en peulvruchtenstroo). Evenals dit thans ook het geval is, zullen de bedrijven, welke zelf granen en/of peulvruchten hebben verbouwd, ook voor het seizoen 1943-1944 een toewijzing uit eigen oogst kunnen bekomen voor aanzienlijk grootere hoe veelheden, dan waarvoor een aankoopvergunning zal worden verstrekt aan bedrijven, welke geen of niet voldoende stroo hebben geteeld. Bovendien zal - in tegenstelling met de huidige rege ling slechts dan de toewijzing uit eigen oogst op een gunstiger basis worden berekend, wanneer er vol doende stroo is verbouwd, zoodat - geen aanvullende aankoop ver gunning noodig is Aangenomen dat ook in het volgende seizoen aankooovergunningen zullen wor den verstrekt op een basis van 400 kg. stroo per stuks grootvee. dan houdt vorenstaande in. dat aan verbouwers van stroo pas dan een aankcopvergunning zal worden gegeven, indien de eigen stroo-oogst lager is dan de berekende hoeveelheid van het aantal stuks grootvee X 400 kg. Wanneer bijv een strooverfcouwer 10 stuks grootvee heeft en 3500 kg. stroo heeft geoogst, dan zal hij slechts een aankoopvergunning kunnen ontvangen van ten hoogste 500 kg., zoodat hij in totaal dus kan be schikken over 4000 kg. stroo. Daarentegen krijgt eenzelfde bedrijf met eveneens 10 stuks grootvee, maar waarop 8000 kg, stroo is ge oogst, dit geheele kwantum ter beschikking, aangek nomen dat in het volgende seizoen de norm voor de toewijzing uit eigen oogst wederom 800 kg, zal zijn. Het is dus zeer in het eigen belang van de veehouders een zoodanige hoeveelheid stroo te oogsten, dat ze geen aankoopvergunningen noodig hebben Voederbleten, knollen, voeder|»een, voederaardappelen, natte pulp en aardappelvezels. Het ligt in de bedoeling, dat voor al deze producten een afleveringsverbod wordt uitgevaardigd, waarvan door of namens het Bedrijf voor Hooi, Stroo en Ruwvoeder, onder nader vast te stellen voorwaarden, ontheffing kan worden verleend. Wat voederbieten betreft moet rekening worden ge houden met een leveringspicht ten behoeve van de particuliere paardenhouders enz. Verhooging scheurpremie De Regeeringscommissaris voor de Bodemproductie maakt bekend, dat de verhooging der scheurpremie met ƒ100 per H.A., welke zal worden uitgekeerd aan hen, die winterkool- of win terraapzaad hebben ver bouwd en geoogst boven de verplichte oppervlakte van deze gewassen, ook zal worden uitgekeerd, indien en voor zoover de telers hun aardappelverbouw ten op zichte van 1941 uitbreiden. Telers op zand-, löss-, dal- en veengronden, die in plaats van verplicht te telen zomeroliezaden aardap pelen verbouwen, ontvangen echter over de uit dien hoofde met aardappelen bebouwde oppervlakte géén verhoogde premie. Maatregelen zijn in voorbereiding om boeren, die moeilijkheden zouden hebben met het rooien van aardappelen, te hulp te komen. Boimeninlevering zaaipeulvruchten De termijn, binnen welken handelaren in zaaipeul vruchten de door hen ontvangen bonnen „Algemeen 511" bij de plaatselijke distributiediensten moeten in leveren, is verlengd tot en met Vrijdag 26 Maart 1943. Nu zoovele tienduizenden behoorlijke, flinke arbeiders hun gezinnen moeten verlaten om in Duitschland te werken, zie ik niet in, dat jonge kerels van SO tot S6 jaar, die den Godgayischen dag niets te doen hebben dan hun vaders geld opmaken, hier zouden blijven rondlummel^n en ophitsen tegen het nattonaal-socialisme. Die gaan ook in Duitschland wecken en dat zal hun goed doen. MUSSERT.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 10