Het arbeidsvraagstuk in den
Landbouw
Wijziging loonregeling
September 1942
PAO. 5
DE LANDSTAND
VRIJDAG 19 MAART 1943
Door Ir. C. Staf, de dezer dagen benoemde gemachtigde voor den oogstwerd j.l.
Dinsdag een radiorede gehouden, die voor onze lezers ongetwijfeld van belang is.
Hieronder moge men den inhoud dezer rede aantreffen.
ET arbeidersvraagstuk heeft geruimen tijd niet
eeh groote rol gespeeld in den landbouw. Er zijn tijden
geweest, dat het eenvoudig was arbeiders aan te nemen
en een boer had al zeer weinig zorgen om zich te
voorzien van voldoende arbeidskrachten. Deze
omstandigheden hebben zich thans wel zeer gewijzigd
en om op het oogenblik steeds de beschikking te heb
ben over voldoende arbeiders zal menig landbouwer
zorg baren.
Teneinde een indruk te geven van de aantallen arbei
ders, welke voor het land- en tuinbouwbedrijf noodig
zijn, mag niet uit het oog worden verloren, dat door
de omzettingen in het landbouwbedrijf, welke wij de
laatste jaren hebben gehad, de behoefte aan arbeiders
zeer is gewijzigd.
Een moeilijkheid is vooral, dat zich in het landbouw
bedrijf perioden voordoen, waarin een zeer groote vraag
is naar arbeiders en dat deze soms tijdelijk weer over
compleet zijn. Nu thans met alle arbeidskrachten moet
worden gewoekerd, zal het duidelijk zijn, dat men
tracht zich met een minimum te behelpen, maar dit
beteekent, dat in tijden van veel werk en dit is met
name tjjdens den oogsttijd het geval, handen tekort
zijn en de arbeidsvoorziening moeilijkheden geeft. Daar-
brj komen dan verschillen in arbeidsbehoeften bij de
exploitatie als grasland en als bouwland en bij het
bouwland weer de verschillende arbeidsbehoeften bij
den verbouw van^de verschillende gewassen. Hier
spreken b.v. sterk de verschillen bij den vgrbpuw
van granen en van hakvruchten.
Er doet zich nog een moeilijkheid voor .en wel dat de
boer vroeger weinig gebruik heeft gemaakt van de
arbeidsbemiddeling. De boer kwam veelal, zooals reeds
gezegd, op eenvoudige wijze aan arbeiders, in het oogst-
seizoen had hjj vaste relaties met arbeiders van elders
of wel hij riep de hulp in van krooibazen e.d. en alles
ging een geregelden gang. Het contact in het land
bouwbedrijf is moeilijk en het werk dient te zijn opge
dragen aan deskundigen. In de laatste jaren heeft het
R.A.B. (Rijksarbeidsbureau Red.) de beschikking
gekregen over deskundige ambtenaren, die den land
bouw kennen en den boer van groot nut kunnen zjjn.
Echter heeft de boer den weg naar het Arbeidsbureau
nog niet overal gevonden en daar komt bij, dat h$j
liever zijn eigen keus doet en niet ieder aanneemt, dien
het Arbeidsbureau hem zendt.
Het zal niemand verwonderen, dat het vorig jaar
moeilijkheden zijn gerezen en dat daardoor reeds maat
regelen noodig waren. Door het Rijksarbeidsbureau
werd in samenwerking met de Directie van den Land
bouw in het vorig jaar er voor zorggedragen, dat tekor
ten aan arbeiders werden aangevuld en in het algemeen
kan worden gezegd^at dank zij deze hulp het verloop
van den oogst bevredigend is geweest. v
Voor 1943 zijn echter wederom moeilijkheden te ver
wachten.
De moeilijkheden, welke mogen worden verwacht, die
nen echter onder het oog te wéflfcen gezien en men
kan er ook van verzekerd zijn, dat het mogelijke wordt
gedaan om ook den oogst 1943 te verzekeren.
In verband hiermede hebben de secretarissen-generaal
van Landbouw en Visscherij en van Sociale Zaken een
gemachtigde voor den oogst benoemd, die tot taak
heeft het coördineeren van alle werkzaamheden in den
landbouw ter verzekering van den oogst.
Het is een gelukkige omstandigheid, dat het Departe
ment van Landbouw en in deze de Directie van den
Landbouw, welke de verantwoordelijkheid voor de
productie heeft en het R.A.B. als onderdeel van het
Departement van Sociale Zaken, in deze volledig samen
werken en dit geeft de mogelijkheid om met de be
schikbare arbeidskrachten zoo zuinig mogelijk om te
gaan en deze zoo 'goed mogelijk te verdeelen.
Nu was hierbij ook een goede omstandigheid, dat ik
kon optreden als gemachtigde voor den oogst en ik heb
dit kunnen dden, daar èn van de zijde van het R.A.B.
èn van die van de Directie van den Landbouw het
groote belang van een zekerheid voor den oogst wordt
gevoeld en men alle medewerking en hulp zal geven
om dit werk te doen slagen, maar meer nog was het
mogelijk om in deze te trachten de arbeidsvoorziening
in den landbouw te regelen door het feit, dat werd
bepaald, dat de arbeiders in den landbouw vrijgesteld
zouden worden van bemiddeling naar het buitenland
en wij de beschikking zullen Myven houden over de
hier in den landbouw aanwezige arbeidskrachten.
Dit beteekent dat degenen, die steeds landarbeider zijn
geweest en in den landbouw werken, hierin ook zullen
moeten blijven werken en dat zélfs overwogen kan
worden om te verhinderen, dat arbeiders naar andere
werken gaan. Het is wel noodzakelijk, dat indien de
bemiddeling van landarbeiders naar andere werken
niet plaats vindt, ook ihaatregelen worden genomen,
zoodat landarbeiders zich niet vrijwillig aan den land
bouw onttrekken.
9
Ten aanzien van hetgeen ter verzekering van den
oogst zal ^worden gedaan, dienen eenige voorwaarden
te worden vooropgesteld en wel in de eerste plaats,
dat ook al zal door de Overheid in dit jaar al het moge
lijke worden gedaan om te helpen b$ den oogst, die niet
mag beteekenen, dat de boeren nu op de Overheid gaan
leunen. Het gevaar is niet denkbeeldig, dat de boer
het als een plicht van de Overheid gaat beschouwen,
dat deze er voor zorgdraagt, dat de oogst tijdig bin
nenkomt. Zijn taak zou er dan slechts in bestaan
het land te ploegen en te bezaaien en hij zou afwachten,
wat de Overheid verder doet. Ik vertrd^w, dat dit in
de meeste gevallen niet het geval zal zijn, maar ik wil
er wel nadrukkelijk de aandacht op vestigen, dat
dit de zelfstandigheid van den boer moet aantasten en
h$ toch steeds actief moet blijven en al het mogelijke
moet .doen om zelf in zijn behoeften te voorzien. De
boer kan de verzekering krijgen, dat, indien hij zelf
alles heeft gedaan, wat mogelijk is, hem door de Over
heid ook alle hulp zal worden geboden. Deze voor
waarde moet echter naar mijn meening uitdrukkelijk
worden gesteld.
Voor den goeden gang van zaken is het bovendien noo
dig, dat de boer zyn aanvraag om arbeiders tijdig in
dient en dat hij er voor zorgdraagt, dat deze aan
vragen redelijk zijn, opdat niet onjuiste aanvragen tot
maatregelen leiden, welke geen effect hebben.
Ik moet in dit verband nog waarschuwen tegen» een
kwaad, dat het vorig jaar zich hier en daar deed
gelden, n.l., dïtt men probeerde van anderen arbeiders
weg te lokken door het aanbieden van hooge loonen.
Laat het nu toch eens uit zijn met deze buitensporige
loonopdrijving. De loonen zijn thans op een redelijk
peü vastgesteld en de toestand is toch zoo, dat het
verboden is hoogere loonen te geven.
Van onzen kant zal het mogelijke worden gedaan om
het aanbieden van lokloonen in en ook buiten het land
bouwbedrijf tegen te gaan en wij zullen trachten buiten
het landbouwbedrijf op te doen treden tegen het geven
van te hooge loonen. Dan moet echter in de eerste
plaats de boer zelf medewerken.
Ik heb in het voorgaande eenige voorwaarden gesteld,
maar wil nu vermelden, hetgeen in de bedoeling ligt
om voor 1943 aan maatregelen te nemen, waardoor de
oogst binnen kan komen.
In de eerste plaats mbet voorop gaan een onderzoek
naar de behoefte aan arbeiders in het komende seizoen,
hetgeen kan geschieden aan de hand van hét zaaiplan,
dat thans gereed zal zijn. Indien wij de oppervlakten
weten, welke met de onderscheidene gewassen zullen
worden beteeld, kar. ongeveer worden voorspeld, welke
behoefte aan arbeiders zal ontstaan en waar tekorten
zullen optreden. Dit maakt, dat voor die streken reeds
bepaalde voorbereidingen kunnen worden getroffen.
Hierna komt het aanvragen van arbeiders door den
boer, waarover ik hiervoor reeds sprak. Om vooral
de aanvragen tijdig binnen te krijgen en te zorgen, dat
rekening wordt gehouden met alle plaatselijke om
standigheden, zal het aanvragen om arbeiders ook bij
de P.H.B. kunnen worden gedaan, die deze aanvragen
doorgeeft aan het Gewestelijk Arbeidsbureau, maar die
tevens nuttige inlichtingen aan ons .kan geven omtrent
de ingediende aanvragen nog te verwachten behoef
ten. Hierbij moet er ook mede worden gerekend, dat
aanvragen tydig geschieden, waarbij ik mij voorstel,
dat voor den vlasoogst 15 Juni, voor den korenoogst
30 Juni, voor den aardappeloogst 15 Augustus en voor
den bietenogst 15 September als uiterste datum moet
gelden, waarop de aanvragen bekend moeten zijn. Nu
komen we echter tot de voorziening met arbeiders.
Door het instellen van een nieuwf figuur, kan men er
mede rekenen, dat alle beschikbare krachten in en bui
ten den landbouw naar behoeften voor den oogst
dienstbaar zullen worden gemaakt. In de eerste plaats
denken wij natuurlijk aan de landarbeiders en deze
zullen zoo goed mogelijk moeten worden verdeeld.
Hierbij denk ik vooral aan de boerenzoons en boeren
op de kleine bedrijven, die hun arbeidskracht niet geheel
productief maken. Dit kan niet worden toegestaan en
laten toch deze menschén bedenken, dat zij den buur
man zoo goed kunnen helpen, waarbij ik dan het be
grip buurman iets verder dan den naast wonenden
boer wil uitstrekken. Een boerenzoon zal bovendien
over al in Nederland op het boerenbedrijf kunnen wer
ken, het zal hem zeker geen schade doen en hij werkt
in hooge mate mede aan de verzekering van onze
voedselvoorziening. Wg komen er echter dit jaar met
landarbeiders alleen niet en .wjj zullen ook ongeschool
de krachten in het geweer moeten roepen. Hiertegen
over staat soms een boer wel wat huiverig, maar de
resultaten van 1942 hebben geleerd, dat indien voor
behoorlijk toezicht wordt gezorgd,*met ongeschoolden
redelijke resultaten worden bereikt. In het vorig jaar
werden tewerkgestelden uit de werkverruiming onder
toezicht van de Nederlandsche Heidemaatschappij met
het rooien belast en de boer had geen bijzondere be
moeiing met deze arbeiders.
Ik mag hier gerust verklaren, dat het werken met dit
soort menschen tot een volledig succes heeft geleid
en ik weet, dat degenen, waar vorig jaar op deze wijze
werd gewerkt, gaarne weder van deze hulp zullen ge
bruik maken. Maar de werkverruiming is sterk inge
krompen en wij zullen andere categorieën bij het werk
moeten betrekken, waarbij dan zooveel mogelijk machi
naal zal moeten worden gerooid. In verband hiermede,
wil ik trachten te bereiken, dat in streken, waar met
ongeschoolde krachten zal moeten worden gewerkt en
waar machinaal rooien mogelijk is, de verbouw van
aardappelen zoodanig geschiedt, dat dit machinaal
rooien kan plaats hebben. Ik heb daarbij de bevoegdheid
om over de beschikbare rooimachines en ook de trek
kracht te beschikken, zoodat er mede kan worden
gerekend, dat deze hulpmiddelen zoo goed mogelijk en
volledig mogelijk worden gebruikt. Bij de beschikbare
krachten, waarvan kan worden gebruik gemaakt, denk
ik ook aan den N.A.D. De ervaringen van het vorig
jaar hebben geleerd, dat indien machinaal wordt ge
rooid met den N.A.D. onder, goede leiding, redelijke
resultaten kunnen worden bereikt en ik ben er van
verzekerd, dat in overleg met de leiding van den N.A.D.
met de Arbeidsdienstmannen in vele gevallen goede
hulp kan jvorden geboden, waarbij ik ook vooral op het
oo£ heb de mogelijkheid om de afdeelingen als geslo
ten eenheden over te plaatsen en in te kwartieren.
In het vorig jaar werd ook hier en daar met de
schooljeugd gewerkt en daai waar net onderwijzend
personeel medewerking verleende en waar machinaal
kon worden gerooid, waren de resultaten zeer bemoe
digend. Ik meen niet, dat het de bedoeling moet zijn
om de schooljeugd het geheele oogstseizoen aardappelen
te doen rooien, maar als de kinderen uit de hoogste
klasse 2 3 weken hierbij helpen, kan in sommige
streken reeds een belangrijke hulp worden gegeven.
Ten slotte zal bij groote tekorten een bgroep moeten
worden gedaan op het R.A.B. om arbeidère uit andere
bedrijven-"en fabrieken en misschien bepaalde gedeel
ten van de bevolking tijdelijk ter beschikking te krij
gen. Het kan zijn, dat hiertoe de verplichting moet wor
den opgelegd, maar wij zullen dan zorgen, dat de
voorwaarden voor den boer en de arbeidsvoorwaarden
voor den arbeider zoodanig zijn, dat beiden zullen
inzien, dat op deze wijze gewerkt moet worden.
Een groote moeilijkheid zal nog zijn het vervoeren
en inkwartieren van arbeidskrachten, waartoe ik een
ernstig beroep doe op iederen boer om in deze mede
te werken. Wij hebben hieromtrent ervaring van het
vorig jaar. Het was toen eerst moeilijk om op land
bouwbedrijven arbeiders onder dak te brengen, maar
later is dit door meer of minder zachten drang gelukt
en de ervaringen zijn toch zoo geweest, dat de boer geen
spijt heeft gehad van zijn bereidwilligheid om den
arbeider redelijk onder te brengen. Wij moeten hierbij
elkaar trachten te helpen, w$ kunnen niet zeggen: de
arbeider moet zelf maar voor onderdak zorgen, als een
boer hulp- krijgt en deze wordt zoodanig geregeld, dat
ook getracht wordt de kosten niet te hoog op te
voeren, dan moet daartegenover staan een houding,
welke ook voor de< moeilijkheden van den arbeider be
grip toont en moeten wij trachten de arbeiders, die
niet gewend zijn van huis te gaan zoo goed mogelijk en
als het kan zoo huiselijk mogelijk onder te brengen.
Voorspellingen zou ik niet willen doen. Ik onderschat
de moeilijkheden (heelemaal niet. Er zal eens wat ha
peren, maar ik vertrouw op uw aller medewerking en
ben er van verzekerd, dat als wij met elkaar alle
krachten inspannen, de oogst 1943 goed ^al worden
geborgen.
Vorige week verscheen in de Staatscourant een
wyziging in de loonregeling van September 1942,
betreffende het aantal werkuren. Dit aantal werd
voor de periode van 1 April tot 1 October vast
gesteld op 58 werkuren per week. De wijziging
houdt in, dat de datum van 1 April is vervroegd
TOT 15 MAART, zoodat dus met ingang van
deze week Maandag, het aantal werkuren met 8
per week is verhoogd.