Virusziekte bij aardappelen Bestrijding van de runderhorzel Het Nieuws van den Dag en het winnen van gezond pootgoed MDLESTYERZEKERIMGEN 8.500.000.000 De (öurant PAG. 9 DE LANDSTAND VRIJDAG 26 MAART 1943 Onderlinge OORLOGSSCHADE Verzekering Maatschappij voor Gebouwen, inboedels. In ventarissen, vaartuigen, em. Bedrijfsschade en huurder- ving ook voor binnenvaai- tuigen. Persoonlijke ongevallen. Geld, geldswaarden, en preciosa. Haljaarlijkscha Schaderegeling Totaal werd reedt .verze kerd voor ruim GULDEN Voegt daarbij ook Uw be lang en vraagt inlichtingen bij uw Assurantiebezorgerl (Slot) Omdat de ziekten besmettelijk zijn moet voorkomen worden, dat de smetstof van de zieke planten wordt overgebracht op gezonde planten. Dit kan geschieden door de smetstofbro'nnen te verwijderen, dus door de zieke planten weg te nemen. Dit verwijderen van zieke planten wordt aangeduid met den naam selec- teeren. Aangezien luizen de smetstof overbrengen, moet de selectie plaats gehad hebben vóórdat de luizen op de aardappelen verschijnen, in ieder geval vóór dat ze zich sterk vermeerderd hebben. De bladluizen komen omstreeks eind Mei. Er moet dus vroeg geselecteerd worden. Men begint hiermede, zoodra de eerste zieke planten te onderkennen zijn. Om vroeg te kunnen selecteeren verdient het gebruik van voorgekiemd pootgoed alle aanbeveling. Een voor deel van vroeg selecteeren is ook, dat de te verwijderen planten nog klein zijn en dus gemakkelijk kunnen worden opgeborgen en de open plaatsen weer spoedig zijn volgegroeid. De selectie moet niet alleen vroeg beginnen, maar ook meermalen worden herhaald en tot aan het rooien toe worden voortgezet. Ook primair zieke planten, dat zijn die planten, welke gedurende den groeitijd zijn opgetreden, moeten verwijderd worden. Bij het selec teeren zelf doet men het best één a twee meter voor zich uit te zien, daar dan de zieke planten het ge makkelijkst worden opgemerkt. Verder dient er bij het selecteeren op het volgende gelet te worden. 1. De zieke planten moeten voorzichtig worden uit gestoken, zoodat er zoo weinig mogelijk van de even tueel aanwezige luizen afvallen. De planten mogen niet worden afgeschud. 2. De zieke planten moeten direct in een dichten zak gestopt worden, dus niet onder den arm worden mee genomen, of op de plaats blijven liggen. 3. De_ zakken mogen niet op het eind van het veld worden leeggestort en het zieke loof niet in de sloot worden gegooid. De op het loof aanwezige luizen kunnen zich er van verwijderen en planten in de om geving besmetten. 4. De zieke planten moeten op afdoende wijze onscha delijk gemaakt worden door ze ver van het te selec teeren perceel te brengen. 5. Bij het selecteeren moeten ook de moederknol en de eventueelreeds gevormde' nieuwe knollen worden verwijderd. De moederknol kan namelijk opnieuw uit- loopen en de nieuwe knollen kunnen reeds besmet zijn. Het vroeg rooien. Het verwyderen van de zieke planten alleen is niet altijd afdoende voor het verkrijgen van een gezonde nateelt. Er kan gedurende den groeitijd besmetting plaats gehad hebben zonder dat de planten ziekte verschijnselen vertoonen, zoodat ook bij de beste selec tie de nateelt kan tegenvallen. Nu is echter bij het winnen van gezond pootgoed het vroeg rooien een uitstekend hulpmiddel gebleken. Vroeg rooien is niets anders, dan verbreking van het contact tusschen loof en knollen en moet geschieden op een tijdstip, dat mogelijk reeds in de plant gekomen smetstof, nog niet tot in de knollen is doorgedrongen. Het tijdstip van rooien is niet precies aan te geven. Bij optreden van veel bladluizen zal het rooien vroeger moeten plaats hebben dan wanneer weinig luizen aan wezig zijn. Als algemeene regel kan echter wel worden gegeven, dat gerooid moet worden, wanneer er een voldoend aantal pootbare knollen zijn gevormd. Het maakt echter een verschil of vroeg gerooid wordt voor het winnen van selectiemateriaal en voor verkoop van pootgoed, of voor een gewas, dat voor eigen gebruik voor consumptie zal dienst doen. In het laatste geval kan iets later gerooid worden, daar het geen groot nadeel oplevert, wanneer in zulk een gewas nog enkele procenten zieke planten voorkomen. Het zichtbaar worden van primair zieke planten is geen maatstaf voor het tijdstip van rooien, daar het (Ingezonden mededeeling) virus op dat moment reeds in de Knollen kan zijn doorgedrongen. Het zoogenaamde doodsproeien en afmaaien van loof is .niet gelijk te stellen met net vroeg rooien. Bij ervaring is n.l. bekend, dat het vrijwel ondoenlijk is een gewas radicaal dood te spuiten. Zoowel bij „doodgespoten" als afgemaaide gewassen gaan de onderste gedeelten van de stengels wee? uit- loopen en nu worden juist deze nieuwe uitloopers ge makkelijk geïnfecteerd. Daardoor kan het geval zich voordoen, dat toepassing van deze maatregelen eerder eea slechter dan een betere nateelt oplevert. Wel zijn goede resultaten verkregen met het aftrekken van net loof, wat dan echter op zulk een wijze moet geschieden, dat ook de onderaardsche stengeldeelen mede ver- wyderd worden. Bewaring van vroeg gerooid pootgoed. Bij het vroeg rooien moet er voorzichtig te werk gegaan worden. Onrijp pootgoed vervelt gemakkelrjk. Dit moet zooveel mogelijk voorkomen worden Het beste is wel de aardappelen direct in bakjes te rooien, waarbij het kriel apart gehouden wordt en ze daarna op een koele plaats op te bergen, bijv in een koestal. Het dadelijk plaatsen van vroeg gerooid pootgoed in glazen poterbewaarplaatsen wordt wel gedaan maar verdient weinig aanbeveling. De temperatuur van deze bewaarplaatsen is n.l. tn den zomer te hoog. Beter is daarom de aardappelen eerst op een koele plaats te zetten en ze daarna bijv. in October-November, in de bewaarplaats over te brengen. Beschikt men niet over kiembakken, dan worden de vroeg gerooide aardappelen in smalle kuilen en in een niet te dikke laag opgekuild en ter voorkoming van inregenen, bedekt met een dunne laag stroo of riet, die met een weinig grond wordt vastgelegd. Aardappelloof mag niet gebruikt worden voor het afdekken en zekej- niet, wanneer er Phytophtora in het loof is voorgekomen. De aardappelen dienen goed droog te zijn, voordat ze ingekuild worden. Eerst wanneer DE PUBLICATIES VAN DEN PLANTENZIKK- TENKUNDIGEN DIENST zijn verkrijgbaar by den Inspecteur, Hoofd van den Plantenziekten- kundigen Dienst te Wageningen. De prijs der vlugschriften bedraagt 4 ets per stuk. er vorstgevaar dreigt, worden de kuilen van het winter, dek voorzien. In het voorjaar worden de kuilen bijtijds en regelmatig gecontroleerd op de mate van kiemen. Men houde er rekening mede, dat vroeg gerooide aardappelen gemakkelijker uitloopen dan laat gerooide. Een methode, die ook met veel succes wordt toegepast is om de aardappelen eerst in te kuilen en ze daarna vroeg in het voorjaar in bakken te brengen en te laten voorkiemen in het licht. Daarbij kan uitstekend gebruik gemaakt worden vai. de t^ans leegstaande moderne kippenhokken. De aardappelen die in de bakken gerooid zijn of er later in gebracht worden, als ook die, welke aan de kuilen blijven liggen, moeten vooraf gesorteerd worden. Dit geldt vooral voor aardappelen die ter kieming gezet worden, daar van gekiemde aardappelen de kiemen gemakkelijk gekneusd worden. De sorteering mag echter niet direct na het rooien geschieden, daar dan de aardappelen te veel ontveld 'worden. Waarom het pootgoed gesorteerd moet worden is boven reeds aangegeven. Wanneer de hierboven gegeven wenken worden opge volgd, zal men ervaren, dat het winnen van gezond pootgoed niet zoo'n groote kunst is. Men moet echter beschikken over de noodige kennis der ziekten, vroeg N verband met het besluit van den Secretaris-Gene. raai van het Departement van Landbouw en Visscherij van 22 April 1942, Staatscour. no. 77, het zgn. Run- derhorzelbesluit, brengt de Directeur van den Veeartse- nykundigen Dienst het volgende onder de aandacht van de veehouders. Daar de vrijwillige bestrijding der runderhorzelplaag niet tot de gewenschte resultaten heeft geleid, is boven, genoemd Runderfaorzelbesluit uitgevaardigd en in April 1942 in werking getreden. Hierdoor is de bestrijding van deze schadelijke parasiet verplichtend gesteld voor eiken veehouder, wat duidelijk uit art. 2 blijkt. Dit 'artikel luidt als volgt: Art. 2. 1. Elke veehouder is verplicht om jaarlijks vóór 1 Juni alle larven van runderhorzelvliegen, die gedurende de maanden Februari tot en met Mei voorkomen bij zijn (IngezondeD Mededeeling) beginnen te selecteeren, de selectie zorgvuldig uitvoeren en tot op het laatst toe volhouden en vroeg rooien. Stamboomteelt. De hierboven beschreven werkwijze wordt wel aan geduid met den naam massaselectie. Dit wil dus zeggen, dat de zieke planten uit het aardappelgewas verwijderd worden. Daarnaast töfordt nog een andere methode om tot het winnen van gezond pootgoed te komen toegepast, n.l. de stamboomteelt. Hierbij gaat men uit van de opbrengst van één plant die zuiver wordt nageteeld. De stammen worden verkregen door in een gewas enkele volkomen gezonde en mooie planten te merken, vroeg te rooien en de opbrengst van iedere plant afzonderlijk te bewaren en het daarop volgende jaar ook afzonderlijk uit te zetten. Vroeger werden de stammen wel in lange ryen tus schen bieten of een ander gewas uitgezet, maar hiervan komt men hoe langer hoe meer terug, aangezien er sterke aanwijzingen zijn, dat bij deze werkwijze de kans op besmetting grooter is, dan wanneer de stam men in kleine veldjes naast elkander worden uitgezet. Dit laatste heeft ook nog het groote voor dee; dat iedere stam met één oogopslag kan worden overzien en voorkomende afwijkingen veel eerder opgemerkt worden, dan bij plaatsing in rijen. Heeft men stammen van verschillende rassen, dan dient nagegaan' te worden, welke rassen wel en welke niet naast elkander verbouwd mogen worden (smet stof dragers!). Zoo bijv moeten geen Eigenheimer- stammen naast lichte Roode Star geplaatst worden. Men beperke zich overigens bij de stamboomteelt tot één of een paar rassen. Voor wat betreft de behandeling van het pootgoed, de keuze van het perceel, de selectie en het vroeg rooien geldt wat hierboven is aangegeven. Behalve echter, dat op het voorkomen van ziekten gelet wordt, moet ook nagegaan worden of er verschillen zijn In groei, enz. Men meene echter niet te gauw dat be paalde stammen beter zijn dan andere. De waarde van de stamboomteelt is vooral daarin gelegen, dat de verbouwer aan de stammen nog meer zorg zal be stede^ dan aan het groote veld en dat hij er gemakke lijker toe overgaat de stammen zeer vroeg te rooien, zoodat de kans op teleurstellingen in de nateelt uiterst gering is. Ook leveren stammen een uniform gewas wat meer de selectie vergemakkelijkt. Om deze redenen verdient toepassing van de stamboomteelt alle aan beveling. of bij onder zijn hoede staande runderen en van welke de aanwezigheid door bulten of andere uiterlijke ken- teekenen blijkt, te dooden 2. Onverminderd het bepaalde in het vorig lid, is elke veehouder in de maanden Februari tot en met Mei ver plicht om alle larven van runderhorzelvliegen, die voor. komen bij zijn of bij onder zijn ho^de staande runderen en van welke de aanwezigheid door bulten of andere uiterlijke kenteekenen blijft, onmiddellijk voordat deze runderen in de weide worden gebracht, te dooden. In art. 3 word' gezegd, dat het den gebruiksgerech- tigde van weiland gedurende de maanden Februari tot en met Mei verboden is om runderen m het weiland te brengen of toe te laten, indien deze runderen bulten of andere uiterlijke kenteekenen vertoonen, welke op de aanwezigheid van larven en runderhorzelvliegen duiden. Bij art. 4 wordt aan ieder, die runderen aanvoert of

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 9