Wat wij zagen in Westfalen
Voor de Landvrouwen
De Hollandsche molen...
of een oeroiul zinnebeeld
Recepten
VRIJDAG 2 APRIL 194S
RE LANDSTAND
PAG. 2
(Vervolg)
|"*^e groote hoeveelheid werk, die de Westfaalsche
boerin verzet, zou ten koste van haar gezondheid gaan,
wanneer zij het niet op de meest doelmatige manier
verrichtte. Hierbfl helpt haar de Reichsnfthrstand, afd.
Landvrouwen uit alle macht. In de eerste plaats doet
deze, wat zij kan, voor de opvoeding en vakontwikke
ling van het landmeisje, in Je tweede plaats organiseert
zij lezingen en cursussen voor de boerinnen en land-
arbeidsvrouwen. Hetzelfde gebeurt in ons land ook. In
Westfalen doet men het zoo, dat de landbouwhuishoud-
6Choolleeraressen, die aan een bepaalde school verbon
den zijn, een zeker deel van het jaar aan huisbezoek,
lezingen en cursussen moeten besteden. Wanneer er
alleen des winters school gehouden wordt, besteedt zij
de zomermaanden uitsluitend aan voorlichting. Het
contact met de gezinnen, waaruit de leerlingen komen,
is dus veel grooter dan wanneer de leerares alleen in
haar weinige vrye uren op huisbezoek gaat.
In Duitscbland, waar het landbouwhuishoudonderwijs
reeds sinds 1897 bestaat (bij ons sinds 1913) heeft
men de ervaring opgedaan, dat men met lezingen en
cursussen wel wat bereikt, maar dat aanschouwelijk
onderricht nog veel beter is.
Daar men getrouwde vrouwen moeilijk naar een 6chool
kan sturen, heeft men er dit op gevonden: in een
bepaalde streek wordt een gewone doorsnee boerderij
tot voorbeeld-bed rijf ingericht en met nog één stap
verder, is men gekomen tot voorbeeld boerenhuis
houdingen.
Het zijn geen modelboerderijen en modelhuishoudingen,
zooals wij er in ons land wel enkele kennen en waar
alles even ideaal en mooi, maar voor de doorsnee boeren
onbereikbaar is! Neen, het zijn heel gewone boerderijen,
waar met weinig kosten, maar met veel overleg en
vindingrijkheid het heele huis en daarby vooral de
keuken met de overige werkruimten doelmatig en prac-
tisch is ingericht. Zóó doelmatig, dat de huisvrouw
haar werk op de beste en gemakkelijkste manier ver
richten kan. Overbodig heen en weer ioopen moet
vermeden worden. Waar mogelijk moet zittend gewerkt
kunnen worden. Alle materiaal en gereedschappen
moeten zoo gekozen worden, dat het geen of zeer
weinig onderhoud vraagt en zich volkomen eigent voor
het werk, dat er mee gedaan moet worden. Alle
keukengeriel moet een vaste plaats hebben, dat zóó
gekozen wordt, dat we het bij het betreffende werk
ook direct bij de hand hebben.
Deze grondregels waren bij de voorbeeldhuishoudingen,
die wij bezochten, zeer goed in acht genomen. In de
ruime keukens met betegelden vloer, vonden we overal
gootsteen met aanrecht, keukenfornuis en keukenkast
dicht bij elkaar. Naast het oude kolenfornuis stond het
moderne electrische fornuis met een kastje voor de
jelectrische pannen. De oude keukenkast was In alle
gevallen zeer doelmatig veranderd en voorzien van uit
trekkende planken om vleesch, kaas en brood op te
snijden of een vleeschmolentje op te bevestigen. Laden
yoor klein keukengerei, messen én vorken waren aan
gebracht. De bekende voorraadschuitjes waren van
aluminium, dat het breekbare aan glas mist, beter
schenkt en niet roesten kan. De kastdeuren waren
ook benut, door er laatjes aan te spijkeren, waar-
tusschen pannendeksels een plaatsje vonden. Zeker, in
boeken zie je die kasten afgebeeld; bij een enkele
firma in ons land kon je ze bestellen voor veel geld.
Maar wie heeft een oude kast, 't zij los of ingebouwd,
die door een dorpstimmerman zóó practisch is ver
anderd. We hebben al heel wat boerenkeukens in ons
land gezien en er waren wel eens navolgenswaardige
bijzonderheden, een enkele goede nieuwe keuken was
er ook wel bij, maar zóó tot in 't kleinste doordacht,
zóó uitgerekend, als wij het daar in Westfalen zagen,
hebben we het hier nog niet gezien. Voor een gewone
boerin is het ook onmogelijk het zoover te sturen. Zij
INDRUKKEN EN GEDACHTEN
(Vervolg van pagina 1)
dingen gelijk geven, maar deze vrienden vergeten nog
te veel dat het nog revolutietijd Is en dat eerst de
brand in het geheele Luis gebluscht moet zijn alvorens
er met de groote schoonmaak van onze eigen kamer
kan worden begonnen. Daarom moeten we ons nog
behelpen, daarom moeten we, z\J het tegen onzen zin,
veel doorslikken in dezen t(jd en blijven werken met
menschen die in hui. hart de nieuwe orde venvenschen.
WU komen er de volgende keer nader op terug. Al
vorens deze week te eindigen roepen w(J tot allen die
moedeloos dreigen te worden: hebt geloof In de idealen
die gü eens hebt aanvaard. Houdt stand, het goede
zal zegevieren over het kwade. Eerst moet de brand
gebluscht worden in het Europeesche huis voor wy
onze Nederlandsche kamer kunnen schoonmaken,
venen, behangen en deze geriefeljjk kunnen inrichten.
TER HAAR.
mist de theoretische en de practische kennis, die hier
voor vereischt wordt. In Duitscbland heeft men dit
goed begrepen en getracht de boerinnen juiste voor
lichting te geven. De goede voorlichting moet tastbaar
zijn, ieder moet het met z'n oogen kunnen zien, met
z'n handen kunnen- voelen.
Flinke boerinnen en landarbeidersvrouwen, voorgelicht
en geraden door een landbouwhuishoudleerares, hebben
nu haar huishouding zoo vervolmaakt, dat ieder er
zich werkelijk aan spiegelen kan. De landvrouwen uit
die streek gaan er dan ook zoo nu en dan een excursie
maken naar proefvelden, proefboerderijen en overal,
waar er iets in hun vak te leeren valt. Het ideaal,
in ieder dorp of groep van dorpen zoo'n voorbeeldhuis
houding te krijgen, wordt daar op het oogenblik door
den oorlog geremd, maar het tot heden bereikte, ver
dient onze volle bewondering.
Wij bezochten enkele opleidingsscholen voor Land
bouwhuishoudleerares. De leerlingen zijn intern, hebben
daar met tweeën, drieën of vieren een slaapkamer en
verrichten daar alle op huh beurt de voorkomende
werkzaamheden aan huis en hof, naast de eigenlijke
lessen, die door allen tegelijk gevolgd worden. By de
school met de leslokalen en de leerlingenverblijven
behoort een groote tuin en een complete boerderij;
meestal is er hulp van een knecht of arbeider.
De meisjes melken de koeien, ontroomen en karnen
de boter, ze maken kaas, zorgen voor de kalveren
en de varkens. Ze houden 't kippenhok schoon, ver
zorgen de kuikens, onderhouden den groentetuin, kortom
verrichten het werk, wat op ieder gemengd bedrijf ten
laste van de boerin komt. Vanzelfsprekend let men
bjj dit alles weer op de beste arbeidsmethoden, men
gebruikt het doelmatigste gereedschap, het vee is van
goede afstamming. Men probeert ook hierbij het on
derwas in de puntjes te geven. Ook bezochten wij
eenige scholen, waar meisjes van 16 tot 18 jaar een
grondige opleiding ontvingen als boerin. Het verslag
van de reis zou niet volledig zijn, wanneer wy de
weefschool te Mtinster niet noemden. Op deze school
worden 3- 4-weeksche cursussen gegeven. De leer
lingen, die gedurende dien tyd in de school gehuisvest
zyn, leeren daar 't spinnen van wol en vlas, het verven
met natuurverf, het weven met wol, linnen, kunstzij
en katoen. De bedoeling is niet om een stap terug te
OOR degenen, die nog een iets grooteren lap stof
tot hun beschikking hebben geven wij ditmaal ook een
grooter patroon. Het is bedoeld om het middenstuk
te vormen van een theemuts; aan weerszijden kunnen
ter opvulling van de punten, die zonder versiering
een leelijke leege ruimte openlaten, de kleine levehs-
boomfiguurtjes worden geplaatst. Wij geven een heel
kleine en een iets grootere. De laatste zal voor het
gestelde doel beter geschikt zijn. Deze figuurtjes zyn
op zichzelf echer ook heel goed voor een andere ver
siering te gebruiken. Alle figuren stammen weer van
oude merklappen; de molen werd nageteekend van een
lap uit 1810. het kleine boompje is iets minder oud en
stamt uit 1855, van den anderen boom is de datum on
bekend. 4
Willen wy deze figuren gaan toepassen, dan moeten
wij er aan denken, dat ze in ieder geval gewerkt moe
ten worden op een stof, waarvan de draden te tellen
zijn, dus linnen, reformstof of iets dergelijks. Hebben
wij een dergelijke stof niet tot onze beschikking, dan
moeten wij niet met kruissteek werken, maar een
andere techniek toepassen. Opgedrukte en over stra
mien gewerkte patronen zijn niet echt. En wij zoeken
juist naar oprechtheid in de behandeling van de stof.
Wjj vinden den molen nogal dikwijls op de oude merk
lappen terug. Verwonderlijk is dat niet: ons land is
immers zoo zeer het land van de molens, dat deze
bijna tot een nationaal symbool geworden zijn. Daar
om zal de molen steeds weer tot onderwerp van ver
siering genomen worden, vooral wanneer het patroon
zoo stijlvol en evenwichtig is als het hierbij afge
beelde.
Maar ook hier weer schuilt er een nog diepere en
oudere beteekenis achter, zooals dat bij zoovele voor
stellingen uit de volkskunst het geval is Heel een
voudige voorstellingen van molens vinden wij bijv.
ook ingelegd in muurwerk, waar de baksteenen in
dezen vorm zijn ingevoegd. De molen nu is een zinne
beeld voor de vrouw. Hier worden de graankorrels
tussclien de steenen fijngemalen om het materiaal voor
het brood te leveren. In den gedachtengang onzer voor
vaderen bestond er overeenkomst met de kinderen, die
uit den schoot der vrouw geboren worden. Ook Jn
doen en de vrouw meer werk te bezorgen, maar deze
school heeft tot doel om de vrouwen en meisjes weer
liefde voor het goede handwerk bij te brengen. Vele
vrouwen hebben behoefte aan handwerken. Ook wan
neer zij getrouwd zijn, blijft er wel eens een vrij uurtje
over. De een gaat een mooi boek lézen, de ander breit
iets aardigs, no. 3 doet ©en handwerkje, borduurt eenV
kleedje of een kussen, wat ter verfraaiing van het
binnenhuis moet dienen. Juist, omdat deze als
„verfraXiing" bedoelde handwerkjes meestal een ont
siering beteekenen, is het zoo noodig, dat op handwerk
gebied leiding gegeven wordt. Het ligt in de lyn, dat
juist die handwerktechnieken, die van oudsher op 't
land gebloeid hebben, naar voren gehaald worden.
Eén daarvan is spinnen en weven. Op deze school
probeerde men dan ook deze kunst te doen aanpassen
bij onzen tijd. Prachtige en practische werkschorten,
zelfs mantelstof voor een heerlijke dikke winterjas,
huishoudlinnen en dergelijke. Zélf iets moois maken,
z'n kleeding en huisraad smaakvol versieren, werkt
beschavend op een mensch. Dat deze school reeds
een goeden invloed uitoefenende in dit opzicht merkten
we bij ons bezoek aan verschillende boerderijen. Op
de eene was het een zelf geweven vloerkleed van
schapenwol, btf een tweede waren de stoelen in de
zitkamer bekleed met een zelf geweven stof. Alles werk
van de boerin zelf, die dit in de lange winteravonden
had gedaan.
En dan de groote gastvrijheid van de menschen! Of
we nu ergens om 9 uur 's morgens en om 3 uur des
middags kwamen, we moesten iets eten. Niet zoomaar
een kopje koffie met een koekje erbij, maar een vol
ledig maal. Was het in de voormiddag dan moesten
we beslist nog eens ontbijten; dat werd dan ons tweede
ontbijt, want in het hotel hadden we 't ook al gedaan.
"Kwamen we 's namiddags, dan was het steeds koffie
met koek, beter gezegd taart, alles zelf gebakken.
Wel kon men geen boter ervoor gebruiken, maar een
beschuittaart met vruchten blijft toch altijd even
lekker.
Wat ons ook zoo buitengewoon trof, was de wijze,
waarop over ons land werd gesproken. De Hollandsche
koeien, onze groente- en fruitteelt, onze bloemen wer
den iederen keer weer ter sprake gebracht en onze
vooraanstaande positie op landbouwgebied ten volle
erkend.
Wanneer men in Duitschland van ons wil leeren,
waarom zouden wij dan op onze beurt ook niet van
hen leeren. We hebben by ons bezoek aan Westfalen
veel indrukken opgedaan, veel nieuws gezien. Wat wij
ervan gebruiken kunnen, zal te rechter tijd zeker toe
gepast worden en dan hopelijk ook hier z'n nut
afwerpen.
oude volksliederen over de „Mühlerin" zyn herinne
ringen aan dit zinnebeeld bewaard gebleven. Eveneens
zouden de woorden gemaal, gemalin enz. samenhan
gen met malen (van de molensteenen).
Wy vinden hier weer een merkwaardig voorbeeld
hoe een voorstelling uit de oudste tjjden bewaard
bleef in de volkskunst en hoe deze zelfs behouden
bleef tot In de 19e eeuw in het handwerk onzer over
grootmoeders, hoewel zij zelf zich natuurlijk niet meer
bewust waren van de beteekenis van dit zinnebeeld,
maar het hoogstwaarschynlijk alleen maar borduur
den, omdat er nu eenmaal zooveel molentjes om haar
heen in het landschap te zien waren en zij vol nationalen
trots een Hollandschen molen wilden weergeven.
Elsa M. Valeton.
E rwtengehakt.
200 gr. erwten. 1 flinke ul, wat peterselie, plm. 50 gr.
oud brood, aardappelen of 10 20 ^r. bloem, peper,
zout. iets maggi, boter of vet voor het bakken. Wasch
de erwten, week ze 24 uur, kook ze gaar In dit water,
wrijf ze fijn met een vork. Hak de gepelde, gewasschen
ui zeer fijn, snijd de selder^ fijn. Vermeng alles met
elkaar tot een stevige, niet te droge massa. Maak er
balletjes van met wat bloem in de palm van de hand
(Handen en nagels wasschen.) Bak ze dan in de koeke-
pan in weinig vet of boter goudbruin, giet wat water
in de koekepaa en gebruik dit als jus.
Boonenlapjes.
200 gr. bruine boonen, 1 flinke ui, 1 prei, wat selderij-
groen. peper, zout, maggi, 50 gr. oud brood, aardappel-
kruim of 10 20 gr. bloem, boter of vet. Volg dezelfde'
bereidingswijze, maak er echter ronde of ovale lapjes
van. Ook kan men er den vorm van karbonaadjes aan
geven. Haal deze door paneermeel en bak ze als de
erwtenballetjes. Gebruik eveneens het vet voor de Jus.
Erwtenballetjes en bruineboonenlapjes zjjn in staat
vleesch te vervangen, daar zij bijzonder rijk zijn aan
eiwit.