Om en bij de boerderij
Regeling voor hooi, stroo en
ruwvoeder oogst 1943
D;
Iets over stikstofmeststoffen
X )STANB
PAG. 6/7
voerde kevers gevangen en onschadelijk gemaakt zijn.
Waarschijnlijk echter had reeds een aantal kevers zich
landwaarts verplaatst en ook op andere plaatsen langs
de kust van Walcheren en andere eilanden en langs
de Scheldeoevers zullen er kevers aangespoeld zijn,
zoodat vanaf de kuststrook en de Scheldeoevers een
aantal zich over de Zeeuwsche en Zuid-Hollandsche
Eilanden, zoomede over het westelijk deel van Noord-
Brabant heeft ^rspreid. Het is dus ook hoofdzakelijk
in dit gedeelte van ons land, dat de vindplaatsen zijn
vastgesteld. Het grootste deel, nl. 260, is zoo vroeg
tijdig gevonden (een of enkele kevers of jonge larven),
dat zich daar ter plaatse geen haard kon vormen.
Op 85 plaatsen is de aanwezigheid van het insect
eerst later vastgesteld en deze worden dus als haarden
beschouwd, omdat met de mogelijkheid, dat het insect
nog in den grond aanwezig is, rekening gehouden moet
worden. Dat aan de tijdige opsporing veel aandacht is
gewijd blijkt uit het feit, dat in 1942 ruim 76 pet.
van de vindplaatsen is ontdekt, voordat deze als haard
zouden moeten worden beschouwd tegen 60 pet. in
1941.
In Zeeuwsch-Vlaanderen heeft ongetwijfeld wederom
verspreiding van kevers uit België plaats gevonden,
terwijl hetzelfde het geval is geweest vanuit Baarle
Hertog, het gebied grenzende aan de gemeente Melick
Herkenbosch en bij Gronsveld. Op die plaatsen werden
resp. 38, 2656 en 163 kevers gevangen.
Het grootere aantal vind- en haardplaatsen moet dus
De door gewortelde perspotjes worden overgezet in pers-
potjes van een passend formaat, waarin zij precies
sluiten. Even aandrukken is voldoende
(Foto's C. N. F.)
geschikt. Kleiner pot dan aangegeven is niet ge-
wenscht, daar behoorlijke wortels dienen gemaakt
te worden, wat de geheele cultuur ten goede komt.
Voor het maken van 1000 potjes van 6 cm. heeft men
plm. 3 kruiwagens kweekgrond noodig. Men zet er
plm. 225 per m2.
Voor het maken van 1000 potjes van 7% cm. heeft
men plm. 6 kruiwagens kweekgrond noodig. Men zet
er plm. 150 per m2.
Voor het maken van 1000 potjes van 9 cm. heeft
men plm. 9 kruiwagens noodig. Men zet er plm. 110
per m2.
Bij het opgroeien kan het noodig zijn, ze wijder uit
elkaar te zetten, zoodat ze stevig en gedrongen op
kunnen groeien.
3. Voordeelen.
Bij gebruikmaking van perspotten verkrijgt ^men, dat
de plant flink wortelgestel maakt, gedrongen op kan
groeien en vooral op zwaardere gronden gemakke
lijk aanslaat en doorgroeit, wat van groot belang is
voor de groenteteelt.
Sla kan men, als het een groote plant is, verspeend
ln een perskluit nog laat poten, welke toch nog op
tijd geruimd kan wezen.
Verder heeft men minder last van vreterij, vooral
bij sla en snijboonen, daar men al een stevige plant
poot, welke gemakkelijker doorgroeit.
We hebben minder last van achterblijvers, uitvallers
en nare planten, daar men moet zorgen, dat alles
wat in den perspot al achterblijft, er bij het planten
uitgeschift wordt, zoodat men een mooi, gezond en
gelijk gewas krijgt.
Ten slotte is het gebruik van perspotten voordeelig,
daar een pers practisch voor alle pootgroenten te
gebruiken is en ook voor het stekken van bloemis
terijgewassen onschatbare diensten bewijst".
uitsluitend aan de verspreiding van de aan de kust
van Walcheren en andere eilanden aangespoelde kevers
toegeschreven worden. Een dergelijke aanspoeling uit
de zee was tot nu toe in ons land nog niet voorge
komen. Vluchten van kevers uit het Zuiden zijn niet
voorgekomen. Wij meenen te mogen aannemen, dat de
wel uitgebreide, maar in hoofdzaak zeer lichte ver
spreiding van den Coloradokever, voor het volgende
jaar geen ernstige gevolgen zal hebben.
De eerste kevers zijn gevonden op 21 Mei, eieren op
6 Juni, de eerste larven op 26 Juni, poppen op 8 Juli.
De eerste kevers van de tweede generatie verschenen
op 20 en 24 Juli; de laatste kever is o^ 3 October
gevangen.
De bestrijding is wederom op dezelfde wijze uitge
voerd als in de vorige jaren. Op alle plaatsen waar in
1941 haarden waren opgetreden of waar de mogelijk
heid, dat het insect in den grond aanwezig was ge
bleven, kon worden aangenomen, zijn aardappelen ge
poot en de daaruit gegroeide aardappelplanten deden
dienst als vangplanten, doordat de uit den grond
komende kevers zich onmiddellijk daarheen begaven.
De vangplanten zijn vanaf 28 Mei tot 30 Juli dage-
lijks afgezocht. Slechts op 4 plaatsen zijn daarop in
totaal 10 kevers gevonden, waaruit blijkt, dat de in
1941 ter plaatse genomen uitroeiingsmaatregelen zeer
nauwkeurig zijn uitgevoerd.
De verdere bestrijding bestond uit een driemalige be
spuiting van alle aardappelvelden in het gedeelte van
ons land ten Zuiden van den Rijn, met 0.4 pet. calcium-
arsenaat. ^Daarvoor zijn van rijkswege 548141 kg cal-
siumarsenaat ter beschikking van de aardappelver
bouwers gesteld, welke door de gemeenten aan dezen
zijn uitgegeven. De bespuiting van de kleine perceelen
is in hoofdzaak uitgevoerd door vanwege de gemeen
ten of landbouworganisaties ingestelde sproeidiensten
of door loonsproeiers. Daardoor wordt voorkomen; dat
het giftige arsenaat in handen van vele verbouwers
komt.
De bespuitingen zijn uitgevoerd in de perioden: 1523
Juni, 615 Juli en 22 Juli1 Augustus.
Voor de controle op de uitvoering dezer bespuitingen
zijn 140 controleurs aangesteld, die 2661 monsters
aardappelloof genomen hebben op de velden, waar
voor verdenking bestond dat de bespuiting niet of op
onvoldoende wijze was uitgevoerd.
Doordat pulverisateurs vrijwel niet meer verkrijgbaar
waren, kon het aantal ter beschikking van gemeenten
en spuitdiensten gestelde machines slechts zeer weinig
worden uitgebreid.
Op de plaatsen, waar de Coloradokever gevonden werd,
zijn dezelfde maatregelen genomen, als in de vorige
jaren, t.w.:
afzoeken der planten op kevers, eihoopjes en larven;
zoo noodig vernietigen van het loof ter plaatse;
af zeven van den grond (indien mogelijk) en behande
ling van den grond met petroleum, op de plaatsen,
waar de larven reeds in den grond waren gekropen
voor verpopping;
nauwgezette bespuiting van het gewas in de omge
ving.
De kosten der bestrijding hebben bedragen:
Aanschaffing en distributie van cal-
ciumarsenaat 293.200
Controle op de haarden van 1941 en
toezicht op de uitvoering der bespui
tingen 53.700
Vergoedingen voor oogstgemis en ver
nietigd gewas 530
Bestrijding van de haarden in 19422.500
Chemische controle 250
Aanschaffing sproeimachines 150
Andere uitgaven 50
350.380
In verband met de moeilijkheden, verbonden aan het
verkrijgen van een voldoende hoeveelheid calciumarse-
naat voor de Coloradokeverbestrgding in 1943 werden
reeds aan het einde van 1942 maatregelen getroffen
om de benoodigde hoeveelheid aan te koopen. Uit het
vorenstaande blijkt, dat de toestand in verband met
de aanwezigheid van den Coloradokever in ons land,
ondanks een vrij uitgebreide invasie van kevers door
aanspoelen langs de kust in Zeeland, gunstig genoemd
kan worden. Alleen enkele grootere haarden langs de
Belgische en Duitsche grenzen geven eenige zorg, maar
daaraan zal in 1943 de noodige aandacht worden
besteed.
Uit de tot nu toe met de bestrijding opgedane erva
ringen blijkt, dat het mogelijk is de vestiging van den
Coloradokever in ons land geheel tegen te gaan. Wij
moeten echter steeds er op verdacht zijn, dat et kevers
uit de omringende landen en zooals in 1942 gebleken
is ook over zee, aanvliegen of aangevoerd worden,
terwijl het ook mogelijk is, dat op enkele plaatsen de
aanwezigheid van het insect onopgemerkt is gebleven.
Het is noodzakelijk, dat deze aangevlogen of aange
spoelde en dt enkele uit den grond te voorschijn ge
komen kevers en de eventueel uit de door hen gelegde
eieren ontwikkelde larven zoo spoedig mogelijk opge
merkt worden en al deze gevallen moeten onmiddellijk
gemeld worden, opdat door de door den. Plantenziek-
tenkundigen Dienst te nemen maatregelen de vorming
van haarden kan worden voorkomen. Laten de aard
appelverbouwers begrijpen, dat dit voor de uitroeiing
van het insect, welks aanwezigheid voor onze aard
appelteelt zulke vergaande gevolgen met. zich zou
brengen, volstrekt noodzakelijk is. De Plantenziekten-
kundige Dienst doet zijn uiterste best om ons land
tegen den Coloradokever te beschermen en van rijks
wege wordt daarvoor jaarlijks een zeer belangrijk
bedrag beschikbaar gesteld. De aardappelverbouwers
moeten daarbij echter ook hun medewerking verlee-
nen door aandacht aan hun gewas te wijden en elk
geval van aanwezigheid van het insect te melden. Als
dat geregeld gedaan wordt, kan de Coloradokever in
ons land geen vasten voet krijgen. Op de medewerking
van allen wordt dan ook gerekend.
i AAR het ons opvalt, dat er nog boeren zijn, die
niet geregeld de officieele publicaties met zorg lezen,
willen we nog even het belangrijkste uit bovengenoem
de regeling onder de oogen der lezers brengen.
Het Bedrijfsschap voor Hooi, Stroo en Ruwvoeder
heeft gewezen op enkele bepalingen, die voor het
seizoen 19431944 geldig zullen worden.
In de eerste plaats wordt er op aangedrongen, dat
de veehouders alle moeite zullen doen om zich zelf
zooveel mogelijk te voorzien van hooi, stroo en ander
ruwvoeder. Alleen hrj, die kan aantoonen, dat hij
onmogelijk de zelfvoorziening van zijn veestapel voor
elkaar kan krijgen, zal kunnen rekenen op het ver
krijgen van een aankoopvergunning voor hooi, stroo
of ander ruwvoer.
Ieder benutte dus alle mogelijkheden, die zijn bedrijf
hem biedt, want alle reserves zullen verdeeld worden
over die bedrijven, die onmogelijk de heele zelfvoor
ziening kunnen toepassen. Het is toe te juichen, dat
deze aangelegenheid zeer vroeg bekend gemaakt is.
Nu is er nog tijd om zijn maatregelen te nemen en
kan men met de komende bepalingen tijdig rekening
houden.
Wel is men niet vrij in de teelt van zooveel mogelijk
ruwvoer. Maar door een goede behandeling en gebruik
van het grasland, een flinken graanbouw en teelt van
suikerbieten en voederbieten, benevens het scheuren
van grasland boven den scheurplicht, krijgt men ver
schillende mogelijkheden voor het winnen van vee
voeder voor de a.s. stalperiode.
Op verschillende ruwvoeders willen we in het kort
even die aandacht vestigen.
In de eerste plaats het hooi. Bedrijven van 1 ha. en
meer grasland zullen weer vallen onder de hooileve-
ring. Men bedenke, dat voor dezen leveringsplicht de
graslanden meetellen, waarvan het topgras - al of
niet met het nagras wordt verhuurd.
Wie meer dan een halve ha. erwten verbouwt, valt
onder de erwtenstroo-regeling. Er zal per ha. 800 kg.
erwtenstroo geleverd moeten worden. Een nadere
regeling zal nog volgen voor diegenen, die hun erwten
leveren aan een conservenfabriek.
Voor graan- en peulvruchtenstroo zullen weer toe
wijzingen uit eigen oogst verstrekt worden. Deze toe
wijzingen zijn heel wat grooter dan de toewijzingen
die worden gegeven voor bedrijven, die geen of on
voldoende stroo hebben verbouwd. Het is dus voor
de veehouders van belang, dat zij, zoo mogelijk, zoo
veel stroo telen, dat geen aankoopvergunning noodig
zal zijn.
Van de voederbieten zal ook wat geleverd moeten
worden voor de particuliere paardenhouders, enz.
Voor knollen, voederpeen en -bieten, voederaardap
pelen, natte pulp en aardappelvezels, zal een afleve
ringsverbod komen, waarvan echter door het Bedrijf
schap ontheffing kan worden verleend.
In de Mededeelingen van het C. B. lazen we deze
week eenige bijzonderheden over de stikstofmestvoor-
ziening.
De toewijzing van stikstof was dit seizoen gebaseerd
op 80 pet. van de eerste in 1941-1942 verstrekte
toewijzing. Er werden N-bonnen uitgegeven met op
druk 1 tot en met 5 en K. Werden al üteze bonnen
ten volle geldig verklaard, dan was beschikbaar voor
de granen op zee- en rivierklei 25 kg. N, op zand
gronden 50 kg., op oude dalgronden 55 kg. Voor con
sumptieaardappelen op klei 50 kg. N, op zandgrond-