Nieuws uit het gewest
T.B.C.
Wat i» en lioe is de Nederlandsclie
Landstand
Al uw vee
gekeurd op
PAG. 3
DE LANDSTAND
VRIJDAG 16 APRIL 1943
Noordwelle.
Zaterdagavond hield de afdeeling van de geitenfok-
vereeniging Noordwelle en Omstreken haar jaarver
gadering in café Boot te Serooskerke, onder voorzitter
schap van dhr. L. Jonker. Gaarne had deze wat meer
leden ter vergadering gezien, vooral nu de geit haar
groot nut zoo laat uitkomen. Ongelooflijk hooge prijzen
worden tegenwoordig voor dit dier besteed. Drie k
vierhonderd gulden voor een stamboekgeit is niets bij
zonders.
Uit de rekening van den penningmeester bleek, dat de
ontvangsten over 1942 waren 219.63, de uitgaven
154.15; goed slot 65.48. Tot bokhouder werd her
benoemd de heer D. A. Hart te Noordwelle. In de
plaats van dhr. J. Geluk, die naar elders is vertrokken,
yverd gekozen dhr. J. Kloet te Serooskerke. Ter sprake
kwam de verzekering der geiten, dóch de hooge premie
(5 pCt. van elke 100 verzekerd bedrag) schrikte af.
J. M. Hart bracht verslag uit-van de kringvergadering
te Zierikzee. Vermoedelijk zal er dezen zomer aldaar
een kringkeuring gehouden worden.
Schareudijke.
Op Dinsdag 23 Maart j.l. hield de Geitenfokvereeniging
„Eikerzee en Omstreken", haar jaarvergadering in
café Kooman. De voorzitter, de heer L. Kristelyn, sprak
er zijn dankbaarheid over uit, dat er geen schade ge
leden was door den. oorlogstoestand. Den secretaris, den
heer P. v. d. Panne, die door verhuizing zijn ambt moet
neerleggen, werd door den voorzitter in hartelijke be
woordingen dank gebracht voor zijn werkzaamheden in
het belang der vereeniging.
Uit het verslag van den penningmeester bleek, dat de
inkomsten 350.59, de uitgaven 215.79 bedroegen,
zoodat het batig slot 134.80 was. De bestuursleden,
de heeren B. van Splunter en M. v. d. Wiele, werden
herkozen, terwijl als nieuw bestuurslid de heer L. Bos
gekozen werd. Besloten werd den bokhouders voor 1942
15 gratificatie toe te kennen; het salaris werd op
100 bepaald; dekgeld 1.50 voor leden, voor niet-
leden 3; inleggeld voor nieuwe leden 1.
De secretaris zal voor zijn werk 10.per jaar
ontvangen.
St. Annaland.
Dezer dagen werd alhier de 30ste Algemeene
Jaarvergadering gehouden van de Qooperatieve
Boerenleenbank, onder voorzitterschap van dhr.
A. Bergers. De voorzitter gaf een kort over
zicht van de werkzaamheden in de afgeloopen 30 jaren.
Reeds een jaar na de oprichting brak de wereldoorlog
uit. Gedurende de 4 jaren hiervan bleek de Bank reeds
het vertrouwen te hebben veroverd, want na 1928
kwam een sterke ontwikkeling, doordat er een zeer
goede tijd voor den landbouw aanbrak. Pacht- en koop
sommen waren weldra zoo hoog opgevoerd, dat een
uiterste voorzichtigheid bij de verstrekking van credie-
ten geboden was. Deze voorzichtige politiek wierp haar
vruchten af, want in de volgende crisisjaren werden
geen verliesposten geboekt (1 uitgezonderd). Inmiddels
is het geldverkeer geheel van beeld veranderd. De zorg
van het bestuur is nu het rentegevend maken van de
^toevertrouwde spaargelden. Met groote .tevredenheid
mag het bestuur op de afgeloopen 30 jaar terugzien.
De reserve bedraagt momenteel ongeveer 44.000,
hoewel de spaarrente altijd hoog en de schuldrente
laag is geweest. De omzet is nu ruim 2.000.000. De
toevertrouwde spaargelden bedragen pl.m. 1.000.000.
De balans geeft een totaalcijfer van 1.053.083.41 (v. j.
882.652.56).
Het Reservefonds bedraagt 41.701.29; interest ƒ635.78;
saldo winst 1.868.95.
Een \roorstel van het bestuur om deze winst als volgt
te verdeelen: 798.71 naar het reservekapitaal en
1.070.24 naar het fonds voor koersverschillen, werd
aangenomen.
De balans van de spaarbank werd goedgekeurd op een
eindcijfer van 855.815.01.
Tot bestuurslid werd herkozen de heer A. Bergers, die
hiermede zijn 25 ste jaar als bestuurslid bereikt heeft.
Tot lid van den Raad van Toezicht werd herkozen de
heer S. J. Polderman. Besloten werd den rentevoet te
houden op: leden tot 7.500 2.64 hooger 1.54
niet-leden tot 500 2.64 tot 7.500 2.25 hooger
1 schuldrente 3.75 Het aantal leden bedraagt
468 (v. j. 463); spaarboekjes 907 (880); voorschotten
97 (116); rekéning-couranthouders 73 (74).
Landeiyke Rijvereeniging „de Oranjeruiters"
Axel. Uit Zeeuwsch-Vlaanderen ontving het fede
ratiebureau dezer dagen goede berichten. Men wil te
Sluis een landelijke rijvereeniging oprichten, waarvoor
de medewerking van de Oranjeruiters is verzocht. Zij
zullen 2en Paaschdag een demonstratie te Sluis hou
den. Daarenboven willen de Oranjeruiters in Axel een
rui terdag houden, waarvoor de keuze gevallen is op
2en Pinksterdag. Ook in Zeeland zit men dus niet stil.
Wat deskundigen
er van zeggen:
IX.
De schade der run-
dertuberculo.se open
baart zich in de volgende vormen:
1. Directe bedrijfsschade door onvoordeelige
voederbenutting, te vroeg versleten zjjn,
geringe productie en slecht of niet half
opnemen.
2. Het optreden van slepende ziektes en
sterfgevallen, die tot noodslachtingen
leiden.
3. Afkeuringen bij slachtvee.
4. Benadeeling van den handel in fok- en
gebruiksvee.
5. Besmetting der melk en daardoor van
menschen, en speciaal kinderen.
(Uit een Rapport van de Commissie voor
Tuberculosebestrijding uit de diverse land
bouworganisaties.)
VEEHOUDERS!
IX HET BELANG VAN UZELF EN VAN
DE VOLKSGEZONDHEID IS T. B. C.-
BESTRIJDING VEREISCHTÜ!
Daarom:
Sluit U aan bjj de Vereeniging tot be
strijding van Tuberculose en andere ziektes
onder het Rundvee in Zeeland.
Secretaris: de heer A. Cappon, Cornells
Eversdijkstraat 2 te Goes.
De oude
Land bouivorga n isa l ies
I.
|T) e voorgeschiedenis van den
Nederlandschen Landstand gaat
niet zooals velen denken, tot Mei
1940, maar veel verderf tot vele
jaren vóór het begin van den oor
log. Daarom moeten wij eerst eens
het ontstaan van de oude land
bouworganisaties bezien. Voor dat
de boeren zich op noemenswaardige
manier gingen organiseeren, waren
we reeds in de jaren 18801890.
Boeren komen niet gauw bijeen,
maar als gevolg van de landbouw
crisis tegen het einde van de vorige
eeuw, toen zij den grond onder de
voeten voelden wankelen, begre
pen zij, dat het noodig was, him
bedrijf te gaan verdedigen.
Zoo ontstond dus, geboren uit den
nood van den tijd, in 1885 het Ne-
derlandsch Landbouwcomité (N.
L.C.). De leden dezer vereeniging
bestonden in hoofdzaak uit de toen
reeds bestaande, nog onbelangrijke
provinciale Landbouwmaatschap-
pijen.
Zonder evenwel te willen afdoen
aan het nuttige werk van het Ned.
Landbouw Comité, was de grond
slag der vereeniging reeds fout.
Zij was geheel ingesteld op het
bedrgf van den boer, niet op den
boer als mensch. Het materieele
gold, niet het kultureele. Allerwegen
werd gewerkt aan de verbetering
en verheffing van den landbouw
en het landbouwbedrijf, maar aan
de verheffing van den boerenstand
werd niet gedacht. De landbouw
als bedrijf ging met sprongen
vooruit, maar de boer zelf ging
achteruit.
Was het dan ook te verwonderen,
dat vele boeren dit ten slotte als
een onrecht gingen beschouwen?
Men moest het niet hebben van
landbouwingenieurs en landbouw-
liefhebbers, maar van het boeren
volk zelf.
Hieruit vloeide voort de in 1896
opgerichte „Nederlandsche Boeren
bond". In de doelstellingen van
dezen Bond was reeds een geheel
nieuw geluid te ontdekken, b.v. op
wekken van het saamhorigheids
gevoel. bevordering van de maat
schappelijke belangen en een recht
vaardig eigendoms-, pacht, en
erfrecht.
Zoo ziet men, dat deze Boerenbond
meer werkte voor den boerenstand
zeiven.
Echter de tijd voor een krachtige
standsorganisatie bleek nog niet
rijp te zijn, want de Boerenbond
werd eerst gewestelijk en daarna
confessioneel gesplitst, daarmede
zijn oorspronkelijke kracht prijs
gevende. Zoo bestonden dan in 1921
de z.g. drie zuilen van den Land
bouw, n.l. het Nederlandsch Land
bouwcomité, de Kath. Boeren- en
Tuindersbond en de Chr. Boeren- en
Tuindersbond.
Hoe mooi deze eenheid ook leek,
in de practrjk kwam er weinig van
terecht en werd het min of meer
een concurrentie-strijd met de leden
als inzet.
In de jaren omstreeks 1930 echter
ging een nieuwe wereldbeschou
wing baanbreken, die bij de boeren
weerklank vond. En zoo werd in
1933 „Landbouw en Maatschappij"
geboren, een der pioniers voor
den Nederlandschen Landstand.
In deze organisatie ligt de baker
mat van den Nederlandschen Land-
Dwars tegen de liberaal-kapitalis
tische wereldbeschouwing ging een
nieuwe ideologie in zee, o.a. het
socialisme van den arbeid. Het
daglicht brak door in den vooral
voor de boeren zoo donkeren tijd.
Na Mei 1940 begon het Boeren-
front der N.S.B. zijn opmarsch en
vanzelfsprekend vonden Boeren-
front en Landbouw en Maatschap
pij elkaar al spoedig.
Hun samenwerking werd bezegeld
in het Nederlandsch Agrarisch
Front, opgericht als „Organisatie
tot voorbereiding van den Volks
voedingsstand", m.a.w. den Neder
landschen Landstand.
De Landstand is een publiek
rechtelijk lichaam.
Een belangrijk verschil tusschen de
vroegere organisaties en den Land
stand is ook, dat de laatste grond
wettelijk tot stand is gekomen.
Reeds yóór den oorlog werd in art.
152 van de Grondwet de mogelijk
heid geschapen, om tot oprichting
van organisaties als den Landstand
te komen.
De Landstand is dus een publiek
rechtelijk lichaam en heeft dus ook
zoodanige bevoegdheden. Dit blijkt
o.m. uit de aanslagregeling en de
regeling tot invordering der aan
slagen.
Meerdere malen werd aan de 3
C.L.O.'s medewerking voor de
stichting van een boerenorganisatie
verzocht, echter werd deze steeds
botweg geweigerd. Zij dachten
waarschijnlijk dat er zonder hun
medewerking toch niets te begin
nen zou zijn. Het liep echter anders.
Wie niet vóór ons is is tegen ons
Inhoud
2e JAARGANG No. 15
VRIJDAG 16 APRIL 191,3
Indrukken en gedachten
(XXXIII) 1
Mededeeling Boerenleider 1
Productieslag en woning
nood 2
Nieuws uit het gewest 3
Wat is d© Landstand? 3
Structuuronderzoek van
grond 4
Schade aan onze voedsel
voorziening 4
Geen klompen? Toch klom
pen 4
Oekraïne, land der zwarte
aarde 5
Wat „Land en Volk" brengt 5
Tuinbouw 6/7/8
Aangifte zomergewassen 8
Landbouw 9
De verzorging van het
paard 9
In Zeeland geprimeerde
hengsten 1943 10
Officieele mededeelingen 11
Officieele Landbouwmede-
deelingen 11
Handelsberichten 11
en dus moesten de 3 C.L.O.'s ver
dwijnen om plaats te maken voor
den Nederlandschen Landstand. Als
een bom in een kruithuis viel 22
October 1941 de verordening van
den Rijkscommissaris betreffende
de oprichting van den Nederland
schen Landstand.
Weg was toen de ledenstrijd. Dui
delijk stond de taak van den Land
stand omschreven
le. De belangen van het landvolk
te behartigen en te waken over de
eer der standgenooten.
2e: In het kader der door den
staat gegeven richtlijnen de be
drijfseconomische aangelegenheden
der landelyke bevolking te regelen
en daarover te waken.
3e: Aan de voedselvoorziening van
het Nederlandsche volk mede te
werken.
Er behoefde niet meer gevraagd te
worden: wilt U astublieft lid wor
den, neen alle boeren en arbeiders
met hun familie, alle groote-,
kleme-, pacht-, hypotheek-, zand-,
veen- of kleiboeren, alle grondeige
naars en eigenaars van "vischwater,
zij allen zijn lid van den Neder
landschen Landstand, omdat zij
met de voedselvoorziening van ons
volk te maken hebben. Men wordt
geen lid, maar men is lid. Het zal
niet zijn als vroeger dat alleen de
georganiseerde boeren betaalden
voor hun strijd, neen, thans zal
ieder een evenredig deel moeten
betalen.
Op de organisatie van den Nederl.
Landstand komen wij in een vol
gend artikel terug. J. F.