Hoef- of straalkankèr
yi'hWM'iy
8.500.000.000
Officieele mededeelingen
Zittingen Bureau Pacht
4
VRIJDAG 23 APRIL 1943
DE LANDSTAND
PAG. 10
Deze hoefziekte, hoewel niet zeer veelvuldig voor
komend, is toch van voldoende belang om er eens wat
meer aandacht aan te besteden. Vooral omdat ze bij
paarden, waarvan de hoeven goed verzorgd worden,
practisch niet voorkomt
Een goede hoefverzorging bestaat niet alleen uit het
geregeld laten nazien, bekappen en beslaan der hoeven
door den smid. Ook dient de veehouder te zorgen voor
een schoonen, drogen stalbodem en moet zelf ook eens
af en toe den dieren de beenen optillen en de hoeven
bekijken om eventueel aanwezig vuil, los hoorn enz.
met het hoefmes te verwijderen.
Behalve Om andere hoefgebreken te voorkomen, is dit
vooral ook van belang om den straalkankèr in het aller
eerste begin te ontdekken. Hgt begint altijd met een
heel klein proces, dat vaak niet wordt opgemerkt en
zich langzaam uitbreidt. Het dier is niet kreupel, ten
minste in het begin niet. Men vindt dan bij den straal,
meestal in de straalgroeven, kleine spleten in het hoorn,
waarin een smerige, kaasachtige massa zit. Ook treft
men in het begin een rose centgroote plek aan, die
bedekt is met een beslag van witgele kleur. Deze plek
is zacht, verhoornt niet en heeft soms al een wrat
achtig uiterlijk. Ze wordt steeds grooter en tast de
omgevende gedeelten van den straal, hoefzool en soms
den wand aan.
De plek is gezwollen, bloedrijk, hoornloos en heeft
draderige, bloemkool- of hanekaraachtige woekeringen.
Soms zijn de nieuwvormigen zoo talrijijk, dat straal
en achterste gedeelte van de-zool s&én groote, met
kloven en spleten voorziene gezwelmassa vormen. In
andere gevallen zijn vooral de diepere lagen van den
hoef ledenhuid aangetast en ziet de oppervlakte er
slechts een weinig draderig en meer wratachtig uit,
de zoogenaamde straalzwam,
De oppervlakte van het gewoekerde gepelte is bedekt
met een vuile, grauwe, naar oude kaas stinkende,
dunbreifge massa.
«Het is zoo'n karakteristieke geur en soms zoo sterk,
dat men reeds bij het binnenkomen van den stal de aan
wezigheid van een dergelijk ziek paard kan vermoeden.
Het is een sleepend verloopende hoefziekte, die meest
aan de achterbeenen voorkomt. Soms duuri: het een
paar jaar voordat er een groote uitbreiding is, soms
slechts een paar maanden. De behandeling dient zeer
intensief te geschieden en bestaat uit het wegsnijden
en blootleggen van het zieke gedeelte en daarna be
handelen met ontsmettende -en bijtende vloeistoffen,
zalven, enz. Deze behandeling moet geregeld herhaald
worden en duurt lang, maar meestal krijgt men wel
genezing als het proces niet al te ver voortgeschreden
is en slechts één hoef is aangetast.
Soms is net ongeneeslijk. V^n te voren is ér meestal
niet veel van te zeggen, hoelang 't genezingsproces
zal duren. Ieder geval moet op zich zelf worden be
keken. Vaak gaan er eenige maanden mee heen. Ook
krijgt men nogal eens een hernieuwde opflikkering.
Men denkt dan, dat de hoet weer in orde is en na een
paar maanden begint het weer.
Kreupelheid geeft dit lijden niet direct, ten minste in
het begin, zoodat de paarden voorjoopig nog in staat
zyn tot arbeid Op den duur treden echter vanzelfspre
kend, door trappen met de onverhoornde weeke gedeel
ten op steenen en andere oneffenheden, kneuzingen op.
Worden nu meerdere hoeven aangetast, dan gaan de
paarden veel liggen, en moet men ze bestemmen voor
de slachtbank
TwftmrmNo «utscmwuW
MOLESTVERZEKERINGEN
voor
Gebouwon, inboedel», tovenfa-
rl»»en, vaartuigen, enz.
Eedrijfwchodo on huurdervlngt
ook voor binneo vaartuigen.
Persoonlijke ongevallen.
Geld, geldswaarden e«i pre-
ciosa.
Hatfjaarftjksche Schaderegeling!
Totooi werd reeds verzekerd
voor ruin»
GULOEN
Voegt daarbij ook Uw belang
en vraagt inlichtingen bij uw
Assurantie bezorger!
fi
Bij de langdurige behandeling, die grondig moet ge
schieden, dient sterk rekening gehouden te worden
met de waarde van het paard. Een maandenlange duur
loont bij minderwaardige paarden de moeite niet en
er hangt ook veel van het geduld van den eigenaar af.
Vele veeartsen beginnen er niet eens aan, als de straal
kankèr al flink uitgebreid is.
Uit de bovenstaande beschrijving van deze slepende
ziekte heeft men wel gezien, dat het e^n ernstige en
vooral ook zeer vèrvelende kwaal is, waarbij het zeker
de moeite waard is als men ze kan voorkomen. De
oorzaak is niet volledig 'wekend. Het komt het meest
voor aan de achterhoeven, wat ook zeer begrijpelijk is,
want nattigheid en vuil bevorderen de ziekte sterk.
Paarden, waarvan -de hoeven goed verzorgd worden en
niet geregeld in mest en urine staan, hebben practisch
nooit hoefkanker. Het is dus betrekkelijk gemakkelijk
de ziekte te voorkomen. .Hoewel gelukkig niet elke vee
houder het onder zijn paarden gehad heeft, kan iedere
smid echter wel vertellen, dat hij den straalkankèr vrij
veel onder de oogen krijgt.
Met een beetje meer zorg kan dit nog te groote aantal
tot een minimum worden gereduceerd.
J. MEERTENS.
De handel in jongvee en stieren
wederom toegestaan
Met ingang van Maandag 19 April kan men voor het vervoer
van graskalveren en pinken met een gewicht van minder
dan 250 kg. en voor het vervoer van stieren wedprom ge
leidelijk geleidebiljetten verkrijgen. De markten blijven
echter voorloopig gesloten. Geen geleidebiljetten zullen
worden afgegeven voor het vervoer naar het bedrijf van
een handelaar; men kan uitsluitend voor het vervoer naar
het bedrijf v&n een veehouder geleidebiljetten verkrijgen.
Onveranderd blijft, dat by verkoop van een veehouder
naar een veehouder zonder tusschenkomst van een hande
laar de kooper eerst een aankoopvergunning moet aan
vragen bij zijn P.B.H. Aankoopvergunningen voor catego
rieën worden onbeperkt afgegeven. Eer. aankoopvergun
ning is niet noodig, indien door bemiddeling van een erken
den handelaar geleidebiljotten worden aangevraagd.
Met ingang van 1 Juni wordt per bedrijf een bedryfsmaxl-
mum voor melk- en kalfkoeien vastgesteld.
Het aantal stuks Jongvee, dat na 7 December a.s. zal
mogen worden gehouden, zal belangrijk worden verhoogd.
Tot 1 Maart j.L had het bedrijfsmaximum betrekking op
runderen boven 1 jaar, terwijl het aantal stuks vrouwelijk
jongvee beneden 1 jaar, dat mocht worden gehouden, 20 pet.
van het bedrijfsmaximum bedroeg. Nu het bedrijfsmaximum
betrekking zal hebben op de melk- en kalfkoeien, zal het
aantal vrouweiyk jongvee, dat in de komende wintermaan
den mag worden gehouden dat is dus het aantal vaars-
kalveren plus de pinken en vaarzen, welke nog niet gekalfd
hebben gesteld worden op ongeveer 75 pet. van het
bedrijfsmaximum.
Ammoniumlactaatvoedar voor melkvee
Binnenkort ontvangt een deel van de melkveehouders
een hoeveelheid ammoniumlactSÜ^oeder in korrelvorm
voor melkvee. Nu de staltijd spoedig eindigt, bestaat
de kans, datjnen geneigd is aan enkele dieren groote
hoeveelheden van dit voeder te geven. Hiertegen moe
ten wij waarschuwen. Men geve niet meer dan 4 kg.
per koe per dag, te verdeelen over 3 voertgden en
brenge zooveel mogelijk variatie aan in het andere
voer. Neemt men deze voorschriften in acht,'dan doet
hét voer zijn nuttige werking zonder dat men bevreesd
behoeft te zijn voor eenige schadelijke nevenwerking.
DIRECTIE VAN DEN LANDBOUW
Dinsdag 27 April te GOES Gr. Markt 20, van
23 uur;
Donderdag 29 April te MIDDELBURG in Café
Gabriëlsen, Lange Giststraat van 2S uur.
De varfaensregeling 1943
Do varkenstoewyzing van 1942 zal ook voor dit Jaar van
kracht blijven; de fokzeugtoewijzing voor 1943 zal ln het
algemeen weinig verandering ondergaan in vergelijking met
die van het vorige jaar. De toewijzingen, die in 1942 piet be
nut zijn (d.w.z. dat van deze fokzeugen geen biggen gemerkt
zijn) zullén worden ingetrokken, tenzy thans op het bedrijf
reeds een drachtige fokzeug of drachtig zeugje op opfok*
vergunning aanwezig is. Ook in bijzondere gevallen (b.v«
ziekte, sterfte, evacuatie e.d.j kan de toewijzing gehand
haafd blijven. De biggenaanfok voor 1943 mag aanzienlijk
verruimd worden van 1 Ja«uari tot 1 December 1943 mogen
van alle fokzeugen twee toornen biggen gemerkt worden.
Voor sterzeugen en stamboekzeugen, welke in het bezit
z\jn van stamboekfokkers, die op 1 Januari 1943 lid waren
van een erkend varkensstamboek, wordt de biggenaanfok
geheel vrijgelatenalle in 1943 hieruit geboren biggen kun
nen worden gemerkt. De eigenaar dient eehter steeds den
P.B.H. tenminste 8 dagen vóc# de geboorte der biggen mede
te deelen, dat hy de drachtige fbkzeug in zijn bezit heeft;
binnen 4 X 24 upr na de geboorte moe' hij de biggen ter
merking hebben opgegeven. Voor alle varkens met een
levend gewicht van 25 kg. of hooger moet thans anders
dan in 1942 een mest- c.q. leveringscontract zyn afge
sloten, of wel een vergunning tot het aanhouden van een
hulsslachtlngsvarken resp. een fokzeug o^ een opfokver*
gunning aanwezig zyn. Ook dit jaar kunnen opfokvergun-
ningpn worden uitgereikt, om In den loop van het jaar
de vervanging van een niet meer voor de fokkerij geschikte
zeug mogelijk te maken. Deze opfokvergunning is niet over
draagbaar en mag gedurende 1943 slechts éénmaal worden
gebruikt; de vergunning verliest haar geldigheid, zoodra
het v-arken voor de eerste fhaal bigt. Deze vergunning moet
dan worden omgewisseld voor een fokzeugvergunnmg. Het
figt in de bedoeling de regeling inzake de boventallige fok-
varkens voor het tijdperk 1 Mei 194330 April 1944 zooveel
mogelijk in den bestaanden vorm te handhaven.
Maximumprijzen en -marges voor plantgoed warmoezerijgewassen
Bericht no. 180.
De Gemachtigde voor de Pryzen wyst er oft dat tot dusverre voor plantgoed van Warmoezerijgewassen geen prijzen
zijn vastgesteld en dat voor die artikelen dus de pryzen van vóór 10 Mei 1940 van kracht zijn.
Hij zal echter niet tot vervolging overgaan, indien de hieronder aangegeven pryzen niet worden overschreden.
By aflevering door
By aflevering door
den teler
den
handelaar:
Gewas
gedurende
p. 100
p. WOO
p. 10 000
p. 100
p. 1000
p. 10.000
stuks
stuks
stuks
stuks
stuks
stuks
Andijvie
1 Javl.31 Dec.
0.30
2.50
20—
0 30
2.75
22.50
Sla
1 Jan.—31 Dec.
0 30
2.50
20—
0.30
2.75
22.50
Seldery
(knol, bleek en blad)
1 Jan.31 Dec.
0.40
3.50
f 30—
0.40
3.75
32.50
Uien
1 Jan.—31 Dec.
0 35
3—
ƒ25—
0.35
3.25
27.50
Prei
1 Jan.31 Dec.
ƒ0.40
3 50
30—
0.40
3.75
32.50
Bloemkool
1 Jan.—15 Mel
O.79
5.50
50—
0.70
6.25
57.50
Boodekool
1
Wlttekool
Savoyekool
1 Jan.—15 Mel
0.60
4.50
ƒ40—
0.60
4.75
42.50
Spitskool
1
Koolrabi
1 Jan.—15 Mei
0 60
4.50
40—
0.60
4.75
42.50
Bloemkool
16 Mei—31 Dec.
0.40
3.50
30—
0.40
3.73
32.50
Roodekool
Wlttekool
Savoyekool
Spitskool
16 Mei—31 Dec.
035
ƒ3—
25—
0 35
3.25
27.50
Spruitkoo!
Boerenkool
Koolraap
16 Mel—31 Dec.
0 30
2.50
20—
0.30
2.75
22.50
Mergkool
16 Mei—31 Dec.
0.30
2.50
20—
0.30
2.75
22.50
Witlof
16 Mel—31 Dec.
0 30
2.50
20—
0.30
i 2.75
22.50
Tomaat
1 Jan.30 April
2.50
20—
150—
2.50
22 .50
175—
Tomaat
1 Mei—31 Dec.
1.80
16—
125—
1.80
17.50
145—
Tabak
1 Mel—31 Dec.
2.50
20—
150—
2.50
22.50
175—
(Ingezonden mededeeling).
1. De hierboven aangegeven pryzen gelden af leverancier en exclusief verpakking, voor aerspeende planten van
goede kwaliteit, terwijl de pryzen tevens gelden voor niet-verspeende planten van die gewassen, welke volgens
gebruik niet voor verspening in aanmerking kinnen.
2. By afname van 500 stuks van eenzelfde soort plantgoed geldt de prijs, die per 1000 stuks is vastgesteld; evenzoo
geldt de prijs per 10.000 stuks reeds by een afname van 5000 stuks.
3. Voor planten te leveren in aarden of grondpotten mogen de Hlerb# voorgeschreven maximunjprijzen verhoogd
worden met den vastgestelden maximum kostprijs der geleverde potten.
4. Bij levering van plantgoed van afwijkende kwaliteit of dat nog verspeend dient te worden mogen ten hoogste
pryzen in rekening worden gebracht, welke in i ?delijke verhouding staan tot de hierboven vermelde prijzen.
5. De overige leverings- en betalingsvoorwaarde.» mogen voor de afnemers niet ongunstiger zyn dan die, welke
•op 9 Mei 1940 werden toegepast.
Het vragen van hoogere prijzen wordt als overtreding van de Pryzenbeschikking 1940 no. 1 -vervolgd.