Tuberculose bestrijding Veehouderij Waarom weiden op kleine perceelen? VRIJDAG 30 APRIL 1943 DE LANDSTAND PAG. 10 flink door te groeien, zelfs op de onbehandelde veldjes werd de schade van de Thrips overgroeid, zoodat de verschillen half Juli niet meer zoo sprekend waren. De onbehandelde veldjes waren hard groen van kleur en sterk 'vertakt; de Derris veldjes waren het mooist, deze legerden evenwel ook het meest, waardoor op sommige veldjes de zaadopbrengst gedrukt werd. De Derrisveldjes waren ook het vroegst rijp en werden op 24 Juli geplukt. De oveige veldjes werden 4 Aug. opgetrokken. Vlak voor het plukken werd het vlas van serie IV nogmaals beoordeeld op kwaliteit. De uitslag was als volgt: 17. 5 25. 7 18. 9 26. 5'A 19. m 27. 6 20. 8 28. 6 21. 7 29. 7 22. 5% 30. 6 23. 6V2 31. 6 24. 5 32. 7 Hegin September is het vlas naar binnen gehaald en in Februari gebookt en schoongemaakt. De opbrengst was als volgt in kg. pei are: SERIE I ongerepeld gerepeld zaad 1. Onbehandeld 63.8 47.0 5.9 2. Derris 1 15 kg/ha 85.0 55.3 11.5 3. 1 25 85:4 55.4 12.3 4. 1 40 90.0 57.4 11.0 5 1 50 85.0 53.2 10.2 6- Vu 20 83.0 55.3 8.9 7- Vt 40 92.0 63.8 6.5 8. 60 92.0 62.5 7.2 SERIE n 9. Onbehandeld 66.0 47.0 8.0 10. Nicotine 0.15 '0 10001./ha 80.0 55.3 10.2 11- 0.20 >1 90.0 61.7 11.2 12. 0.25 j 83.0 60.0 10.6 serie m. 13. Onbehandeld 76.6 55.3 8.7 j""|ierover hield Dr. S. R. Numans, veearts uit Ede, een belangwekkende inleiding te Wekerom (Geld.). Spr. begon met er op te wijzen, dat de- bestrijding öer rundertuberculose een onderwerp is geweest van veel besprekingen speciaal onder de veeartsen. De t.b.c. wordt veroorzaakt door een staafvormige bacil. Zij werd in 1882 ontdekt door Robert Koch (bij den mensch). Later bleek, dat er verschillende soorten van t.b.c. waren: le bij den mensch; 2e runder t.b.c.; 3e t.b.c. bij vogels (vooral bij kippen) en 4e bij koud bloedige wezens, enz. Als regel is de t.b.c. van den mensch niet besmettelijk voor dieren. Runder t.b.c. is echter wel gevaarlijk voor den mensch, men treft ze ook aan bij paarden en varkens. Bij deze laatste door het drinken van slechte melk, af komstig van vee dat aan uiertuberculose lijdt. Varkens loopen de besmetting soms ook op door het nuttigen van doode kippen, die aan t.b.c. gestorven zijn, en die door de boeren soms in de varkenshokken gegooid worden. De wetenschap is thans zoover gevorderd, dat men aan de soort bacillen, en hun reactie op voedingsbodems en cavia's kan zien, met welke tuberkels men te doen heeft en van welke diersoort ze afkomstig zijn. Zoo doende heeft men kunnen vaststellen, dat kinderen zeer vaak door runder Lb.c. besmet worden en hiervoor zeer vatbaar zijn. De ziekte treedt hierbij zeer vaak op in hersens, keel en darmen. T.b.c. is zeer besmette lijk. Zeer zelden kan worden aangetoond, dat bij de geboorte reeds t.b.c.-haarden aanwezig waren. Waarom doen we aan t.b.c.-bestrijding onder het Rundvee le. Gevaar voor besmetting van den mensch. De t.b.c.-bestrijding is voor de volksgezondheid van veel belang. In sommige gevallen schijnt pasteurisatie van de melk niet afdoende te zijn, waarom koken is aan te raden. Het drinken van rauwe karnemelk kan ook besmetting geven. Op de boerderijen geeft open long-t.b.c. bij het rund voor den mensch echter de grootste besmettingskans, hetgeen spr. met voorbeel den uit de practijk duidelijk maakt. 2e. Schade toegebracht aan het bedrijf. Besmette en zieke dieren groeien vaak slechter, produ- ceeren minder, moeten ontijdig worden opgeruimd. B(j slachting moeten zieke organen worden afgekeurd enz. De schade in 19^5 wordt geraamd op 4.000.000. De t.b.c. is een kiekte, die in de meeste gevallen zeer langzaam verloopt. Vaak worden runderen opge ruimd, voordat de ziekte is vastgesteld. De beste pro- ductie-dieren zijn meestal het zwakst en loopen de kans het eerst te worden aangetast. Ze kunnen echter in vele gevallen nog jaren mee voordat de ziekte het 14. Derris 60 kg/ha 's morgens 85.0 60.0 11.7 15. Derris V2 60 kg/ha 's middags 83.0 57.4 11.2 -16. Derris V2 60 kg/ha 's avonds 80.0 57.4 9.5 SERIE IV. 17. Onbehandeld 80.0 55.3 7.4 18. Derris stuif 1 40 kg/ha 95.7 66.0 12.1 19. Derris spr. 6 1000 l./ha 90.0 64.0 11.7 20. Nicotine 0.2 1000 l./ha 80.0 53.0 12.1 21. Nicopren 0.2 1000 l./ha 80.0 55.3 10.0 22. Sinaphit stuif 30 kg/ha 79.6 55.0 8.0 23. Vinicoll sproei 0.2 1000 l./ha 76.6 53.0 9.5 24. Onbehandeld 68.3 45.0 7.0 25. Paraxaan 0.2 1000 l./ha 76.6 53.2 8.9 26. Duplinal stuif 30 kg/ha 74.0 53.0 8.5 27. Pyrethrox stuif 0.2 50 kg/ha 74.4 53.2 10.2 28. Pyrethox stuif 0.4 30 kg/ha 80.0 54.0 10.6 29. Pyrethrox sproei 0.8 1000 L/ha 70.0 51.0 10.2 30. Insectol 50 2 1000 l./ha 74.4 51.0 10.4 31. Insectol 100 1 1000 l./ha 83.0 57.4 11.9 32. Insectol 5 1000 l./ha 80.0 55.3 10.2 Conclusie: Het bleek hier weer duidelijk, dat Derris het beste Thripsbestrijdingsmiddel is en dat er onder de aange wende nieuwe middelen geen enkel gevonden wordt, dat de Derris kan evenaren. De Derris, welke 's middags aangewend werd, werkte minder dan die van 's morgens en 's avonds. Derris stuifpoeder gaf dit jaar geen betere werking te zien dan Derris vloeistof. Van de nieuwe middelen leken Paraxaan, Pyrethrox sproei 0.8 en Insectol 5 het best. dier sloopt, ja soms komt bij een besmet dier de ziekte geheel niet tot uiting of slechts op lateren leeftijd. Daarom zijn alle veehouders nog lang niet doordrongen van het nut der bestrijding. Ze zien de schade niet direct Het ziekteproces verloopt heel anders dan bijv. bij mond- en klauwzeer, welke direct onderkend wordt, en waarbij ook de schade direct aantoonbaar is. Het doel van het onderzoek i9 niet in de eerste plaats het opruimen der reageerende dieren, omdat dit op groote practische bezwaren stuit maar is voornamelijk om te zien, welke dieren positief reageeren, waarna een nader onderzoek kan worden ingesteld en de noo- dige maatregelen genomen. Het onderzoek, de tuberculinatie, berust op het vormen van afweerstoffen. Bjj besmette dieren verzet het lichaam zich tegen de ziekteverwekkers, door het vormen van afweerstoffen. Wordt nu een extract van doode bacillen onder de huid gespoten, dan zullen de in het lichaam gevormde afweerstoffen direct naar deze plaats toegaan en daar een strijd aanbinden met de indringers. De reactie bestaat in een opzwelling en warmer en pijnljjk worden van de ingespoten plaats. Dieren die vrg zijn, hebben geen afweerstoffen ge vormd en reageeren daardoor niet. De heftigheid van de reactie is geen maatstaf voor de hevigheid der besmetting. Jonge dieren, die nog niet in ernstige mate ziek zijn, reageeren soms heftig, terwijl oudere dieren vaak zoo verzwakt zgn, dat zij geen' afweerstoffen meer kunnen vormen, waardoor reactie uitblijft. In dergelijke gevallen is echter vaak op andere wijze reeds te zien dat het dier aangetast is. Na de tuberculinatie heeft het klinisch onderzoek plaats (onderzoek van longsputum. uier, klieren, baarmoeder). Hierbij kunnen de open lijders worden opgespoord. Dezen vormen een direct gevaar voor hun omgeving. Het is van groot belang de reageerende dieren apart te houden. Het gevaar bestaat, dat een reageerder overgaat in een open lijder en daardoor weer besmetting geeft- Bjj kleine bedrijven Is dit apart houden moeilijk, omdat men slechts over één stal beschikt. De reageerders onder in den stal zetten, zoodat het drinkwater in de voedergoot de vrije dieren niet besmetten kan, is dan het aangewezene. Het systeem van koeien afmelken en weer nieuwe aankoopen, heeft de besmetting in de hand gewerkt en een doelmatige bestrijding zeer bemoeilijkt. De laatste jaren heeft niet zoo'n veewisseling meer plaats, waardoor de bestrijding beduidend heeft gewonnen. Op bedrijven, waar men zelf aanfokt, is de besmetting veel minder. In Friesland doet men al jaren aan de bestrijding met zeer goede resultaten. Jammer is, dat door het Friesche systeem, waarbij de reageerders niet gemerkt werden, deze vaak naar andere streken zijn verkocht en daar weer besmetting opleverden. Van Rijkswege is er een t.b.c.-bestrijding, die misschien in de toekomst verplicht zal worden gesteld. Thans wordt 'er een bepaalde sub sidie verstrekt. De leden van een vereeniging, die bij -de bestrijding zijn aangesloten, kunnen we splitsen m A- en B-leden. A-leden ontvangen een gedeelte (40 ct. per koe) terug van de onderzoekkosten die 85 ct. bedragen, terwijl tevens een bepaald bedrag wordt verstrekt bij het Een woord tot de veehouders die tot heden niet aan omweiden deden EEL boeren zijn er zoo langzamerhand al toe oVer gegaan, het moderne weidesysteem toe te passen. Er zijn verschillende oorzaken, waarom het aog niet algemeen gebruikelijk is. We willen bijv. noemen: le. Te weinig kunstmest Inderdaad is, voor een degelijke toepassing van het regelmatig omweiden, een extra bemesting niet over bodig. Doch ook zonder kunstmest is de opbrengst van het grasland bij het moderne omweidingssysteem ongeveer 15 pCt. hooger, dan bij beweiding in groote perceelen. Nu zijn %r menschen, die dit niet kunnen gelooven, omdat de couranten altijd maar theorie geven. Welnu, dan is het gewenscht, eens te infor- meeren bg iemand, die er praktische ondervinding van heeft. Dat valt misschien niet mee, want eer lijk gezegd, hebt u wei eens uw schouders opgehaald over dat nieuwerwetsche gedoe, en nu er naar gaan vragen, dat is toch wel pijnlijk. Weineen, zet u daar gerust over heen. Als men nu altijd alles eerst zelf moet hebben onder vonden voor men wat wil ondernemen, dan gebeurt er nooit iets. Zet valsche schaamte op zij. Hoogstens zal men glimlachen, als men ziet, dat u aan iets mee gaat doen, waartegen u vroeger stelling innaamt, maar de waardeering voor u zal stijgen, men zal u niet meer eigenwijs vinden! 2e. Het land ligt te veel verspeld Hier hebt ge nu werkelijk een factor, die beiemme rend werkt. We hebben propaganda-teekentngen of films gezien en ja, daarop lagen de perceelen zoo keurig netjes naast elkaar. Het was, alsof de hekken automatisch open en dicht gingen en zonder jagen tippelden de dieren van het eene perceel rechtstreeks naar het volgende. Openbare wegen behoefden niet te worden gepasseerd, lange afstanden niet te worden afgelegd. Dat lijkt alles zoo mooi, maar in de prak tijk komt men pas achter de werkelijkheid. Deze men schen hebben heusch gelijk, maar hoevelen zijn er nog, die alleen maar op een dam een hek behoeven te plaatsen, om van één alvast twee perceelen te maken en zoodoende ook al profijt kunnen trekken van de voordeelen van het moderne weidesysteem. Probeer het nu eens! Kunt u het systeem niet volledig in orde krijgen, dat is ook niet ineens noodig. Neem de proef dan maar alvast in het klein. Zet nu dat hek eens op dien dam. Daar zijn toch geen kosten aan verbon den! De grasgroei wordt bevorderd, als het land rust krijgt! De planten (ook het gras) hebben rust noo- dig. .Wil het goed zgn, dan moeten de perceelen, zoo groot of zoo klein gemaakt worden, dat het vee het gras ongeveer in een Week afgegraasd beeft. Daarop krijgt het land een extra beurt: Koeplakken uiteen slaan, rommel afmaaien, eventueel wat mest en danrust! een week of 4 5 rust! 3e. De koeien worden onrustig Of dat nu wel zoo erg Is, zal de praktijk u moeten leeren. Als ze u aan zien komen, beginnen ze al te loeien, omdat ze denken, dat ze verweid zullen worden. Wees blij, dat uw aanwezigheid wordt opgemerkt. De dieren verheugen zich bij uw komst en zullen geen nadeel ondervinden van het omweiden. Dit kan uit de melkgift blijken. De dieren krggen telkens opnieuw de beschikking over volwaardig voedzaam gras. met een hooger eiwitgehalte en tevens hoogere zetmeel- waarde, dan het gras van weiden, waarin de koeien langen tijd liepen. Neem nu eens een kloek besluit en profiteer van de voordeelen, die een ander voor u vond. Ge krggt een grootere grasopbrengst, een weide van betere hoedanigheid, een belangrgk grootere hoe veelheid wintervoer en dat alles kost u weinig meer dan een strijd tegen u zelf, tegen uw vooroordeelen, tegen uw voortsloffen in grootvaders klompen. Die zichzelf overwint is sterk en vertel ons later eens, hoe het u bevallen ls. Wij hooren zoo graag een stem* uit de praktijk. Wij wenschen u succes! J. opruimen van een lijder. Ze hebben den plicht reagee rende dieren te merken (gat in oor). Het aantal A-leden is beperkt in verband met de grootte der Rijkssubsidie. B-leden ontvangen geen subsidie. Ze behoeven de rea geerders ook niet te laten merken. Spr. acht het merken der reageerders zooals thans gebeurt, niet billijk, omdat de verkoopwaarde der koe er minder door wordt, terwijl veehouders die geen A-lid zijn dezen plicht niet hebben en hun vee dat reageert voor den vollen prijs verkoopen kunnen. Hij acht het daarom beter het merken dezer dieren na te laten, maar bij aankoop onderzoek toe te passen; en alleen gezonde dieren aan te schaffen. Op deze wijze komt men ook tot het doel zonder groote tegenstelling.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 10