Koolzaadteelt van stullen
Centrale stierenkeuring te
Rotterdam
VRIJDAG 7 MEI 1943
DE LANDSTAND
PAG. 8
(Vervolg- van pagina 7)
levert dat bezwaren op; dat is iets waarmee rekening
moet worden gehouden by de stullenteelt van de
vroege variëteiten. Om te voorkomen, dat die als vol
wassen kooltjes den winter in gaan, zaait men die wat
later in den tijd.
In den regel zaait men op zaaibedden omstreeks half
Juni; in Augustuskomen de planten dan op de blij
vende plaats. Zij komen te staan op leege aardappel
velden of op hoeken, waar tulpen hebben gestaan, en
krijgen een afstand van 45 tot 50 cm. tusschen de
rijen en 30 k 35 cm op de rij. Eind October, begin
Noember worden de planten opgetrokken en op de
blijvende plaats uitgezet, d.w.z. op de plek, waar zij
zullen overwinteren en zaad zullen vormen._
Bepaalde variëteiten, die gevoeliger zijn voor de vorst,
worden soms gekuild, maar ook dat kuilen heeft zijn
bezwaren, omdat aldus de overwinterde planten dan
in het voorjaar extra gevoelig zijn en maar heel weinig
vorst kunnen verdragen. Witte kool laat zich kuilen,
roode heel slecht. Dat kuilen heeft in den regel slechts
plaats bij planten, die te ver ontwikkeld waren om
op het vrye veld te kunnen overwinteren. Zij worden
op stapels gezet en afgedekt met riet, aarde en stroo.
Is het weer des winters bijzonder zacht, dan moet de
zaak worden losgedekt om verbroeden te voorkomen.
Kuilstullen bloeien eerder dan veldstullen. Soms is het
noodig er eei. kruissnede op aan te brengen.
De veldstullen worden tamelijk diep geplant en over
winteren op het vrije veld. Men zet ze langs greppels
en walkanten, waar zij soms dienst doen ter beschut
ting van een tusschenteelt van aardappelen of boonen.
Men zet ze in enkele of dubbele rijen. In het laatste
geval met een rijafstand van 30 cm, met een afstand
op de rij van 50 k 60 cm.
Verdere teeltzorgen.
In den zomer worden de planten aangebonden aan
stokken, waartoe men dennenstokken of bamboe ge
bruikt. Ook latten zijn uitstekend geschikt In Mei
wordt het eerste raffia-bandje aangebracht; in den
loop van den zomer zal het nog enkele malen noodig
zijn de koolplanten langs te gaan Om het schuren
van de stengels langs den stok te vermijden past men
het zoogenaamde kruisverband toe, waarmee ook
jonge vruchtboomen aan een steun gebonden worden.
In September is de tijd gekomen om de planten om
te trekken; dat is voor beide gelijk, voor koolzaad
van kooien, zoowel als voor koolzaad van stullen. De
zaadstengels worden vlak boven de stronk afgesneden
en op bossen gelegd, die op zeer bijzondere wijze tot
hokken worden opgestapeld.
Bij gunstig weer is het zaad na twee of drie weken
geschikt om te worden gedorscht, hetgeen kan ge-
Het werk van den tuinder, in deze week
Het zaaien van snijboonen
Wil men omtrent half Mei beschikken over planten-
materiaal voor snüboonen, dan moet men in de
eerste helft van Mei beginnen ze onder platglas of
een kistje in de kas te zaaien. Zoodra de zaadlob
ben van de kiemplanten zich lebben gestrekt, kun
nen ze buiten worden ultgeplant. Wanneer de
weersomstandigheden gunstig yn, kan dit ook ge
schieden vóór den 15<P%n Mei. l'er 100 M2. heeft
men ongeveer 400 a 500 gram zaad noodig.
De bestrijding van de slaapziekte
bij de tomaten
De slaapziekte by de tomaten, ook wel verwei-
kingsziekte genaamd, wordt veroorzaakt door een
bodemschimmel. Deze schimmel xomt elk jaar voor
en is oorzaak, dat veel tomaten verloren gaan.
De bestrijding kan alleen geschieden, wanneer de
grond nog onheteeld is. Het beste middel is het
stoomen v fien grond. Ontdekt men echter tydeitg
den groei verschijnselen van deze ziekte, dan is
de kwaal toch min of meer te beperken.
De schimmel Is n.l. gevoelig voor hooge tempe
ratuur. De volg •nde maatregelen 'tinnen worden I
aanbevolen
a. De temperatuur zoo hoog mogelijk houden.
b. Niet gieten en indien dat onvermijdelijk is dan
alleen by gunstige weersomsta tdigheden in de
ochtenduren en dan zeer weinig.
c. Op het warmst van den dag het blad met een
weinig water overbroesen.
d. Zoo noodig he' glas wat ebschermen met krytwit.
De bestrijding van de koolvlieg
Op 19 April j.l. Is de vlucht van de koolvlieg
begonnen. Klkeu groententeler is bekend, hoeveel
schade dit insect veroorzaken kan. Zooals uit onze
artikelen over de kwalen van de kool bekend is,
legt de vL haar eitjes aan den voet der plant.
Binnen t etmalen kunnen «Ie maden te voorschyn
komen. Ze begeven zich langs den stengel naar de
wortels en dringen daarin oor, als gevolg waarvan
de plant afsterft.
Men kan de volgende bestrydliig toepassen:
1. Het aanbrengen van koolkragen of caullnrlngen
rondom den stengel, waardoor de vlieg verhinderd
wordt eieren af te zetten.
2. Het gebruik van vrnohtboomcarbolineum 0.3 pCt.
«■••blfmaat 0.1 pCt., forhiat 1 pCt., kortovin 0.6 pCt.
Door te gieten met een oplossing van een dezer
stoffen, worden de reeds gelegde eieren gedood. Het
spreekt vanzelf, dat dit moet gebeuren, voordat de
maden in den stengel z.yn binnengedrongen.
schieden met de hand of met een dorschmachine. Het
zaad is dan nog verre van zuiver. Het is een geweldig
rommeltje van takjes en hauwtjes en moet dan nog
grondig worden geschoond. Dat gebeurt met de hand-
zeef of den wanmolen en wordt door de firma, voor
wie het' handelszaad op contract wordt geteeld, nog
eens extra grondig overgedaan. In het algemeen be
schikken de zaadfirma's over veel doeltreffender
machines en het komt dan ook meermalen voor, dat
het zaad door de telers vuil wordt afgeleverd en
geheel door den zaadhandelaar gezuiverd wordt.
Wanneer men op de veemarkt te Rotterdam vertoeft,
heeft men wel eenigszins het idee dat vroegere be
windvoerders der groote havenstad den landbouw in
derdaad overbodig hebben gevonden. In elk geval ia
deze veemarkt niet bepaald een inrichting, haar be
langrijkheid in zoo'n veerijke omgeving en de stad Rot
terdam zelve, waardig. Het nieuwe bewind in Rotter
dam kan straks als er gebouwd kan worden aan de
boeren en veehandelaren uit wijden omtrek iets goed
maken, wat voorheen verwaarloosd werd. Dat allea
zij echter, in verband met hetgeen komt, terloops op
gemerkt. Het doel van dit artikel is immers niet iets
over onze bevindingen omtrent de oude veemarkt weer
te geven, maar over hetgeen er vorige week Woensdag
aan stierenmateriaal op stond.
Er waren omstandigheden die ons verhinderden het
eerste deel der keuring mee te maken. Het gevolg ia
dat wij slechts onvolledig kunnen zijn ten opzichte van
de jonge stieren die waren aangevoerd. Daar kwam
bij dat de dieren aan de lijn erg vlug weer onder dek
stonden, zoodat ze ook daar moeilijk konden worden
bekeken.
Zuid-Holland is een provincie waar geen eenheid ln
fokrichting kan worden geconstateerd, hetgeen niet te
verwonderen is als men het programma der stieren
keuring doorbladert. Naast het eigene uit het land
van de Dirken, waar trouwens in latere jaren ook veel
import is geweest uit verschillende windstreken, zien
we volbloed Friezen, Groningers, Noord Hollanders en
Drenthen. Het is al jaren zoo geweest en het is van
daag nog zoo. Over smaak valt niet te twisten. Ieder
zoekt zijn ideaal, maar dit ideaal is hier minder dan
in andere fokgebieden, ongeveer hetzelfde type.
Voor een jury is dat een lastige taak. Vooral kwam
dat tot uiting bij de keuring der drie-jarigen. Hier
ging het tusschen Rika's Oké van H. Velthoen e.a. te
Rotterdam-Z en Frederik van C. J. Leenheer e.a. te
Rhoon. De eerste is in Zuid-Holland gefokt uit Frie-
sche ouders, de laatste is een volbloed Groninger. Rika's
Oké is een sterke stier met mooie maten, maar iets
groot, terwijl Frederik dieper, wat platribbig en iets
grof in de staart is. De eerste vertoont het melktype,
de laatste het melk-vleeschtype. Beide zijn beste
stieren en in deze rubriek waren er meerdere, maar
het verschil in fokrichting was duidelijk.
Ook de tweejarigen vormden geen eenheid in type,
maar aan den kop stonden toch goede stieren. Wat wij
van de eenjarigen gezien hebben, was, gelyk gezegd,
zeer weinig en daardoor het vellen van een oordeel
moeilijk. Een eerste klasse stier is ons daarbij echter
niet opgevallen. De verzorging der jonge stieren is,
gezien de voederpositie niet gemakkelijk, zoodat ook
daardoor het aanzien op de keuring zal hebben ge
leden.
De bekroningen.
Gelijk te doen gebruikelijk is werden de stieren naar
afstamming en productie in verschillende klassen ge
plaatst. Daarna volgde de keuring op exterieur. We
geven hier alleen den uitslag van laatstgenoemd©
keuring.
Oudere stieren.
Hiervan waren slechts drie stuks aangevoerd. Een
eerste premie kregen de 6-jarige Fries Kapitein Leo
(Kapitein-Bert) van Adr. Biesheuvel Kz. te Nieuwen-
hoorn, een diepe stier met beste ribben en Koos 2
(Koos-Hans), een Zuidhollander van Jos. C. Wesse-
lingh, Zoeterwoude, die wel diep is, maar iets sterker
kon zijn. De in Z.W. Drenthe gefokte Herbert (Bert-
Adelbert) van M. de Jong e.a. te Lekkerkerk moest
zich met een tweede premie tevreden stellen.
De driejarigen.
Een groote rubriek, waarin goede exemplaren aan den
kop kwamen. We noemden reeds de beide eersten
IDZARD (Theodoras II), eig. A. A. Schep e.a., Langerak;
fokker: M. H. Stollengn. Garmerwolde. 1ste prys der
2-jarlge stieren te Rotterdam. Foto: Warburg Jr.
TOEWIJZINGSNORM STIKSTOF EN KALI
Wij publiceeren op verzoek van eenige lezers onderstaande staat:
ZAND KLÊÏ ZAVEL
GEWAS:
N.
K,0
N.
K,0
N.
KoO
60
120
30
40
40
80
Consumptieaardappelen
80
160
60
80
80
100
Fabrieksaardappelen
80
160
Suikerbieten
110
160
70
80
90
120
Koolzaad
80
160
60
80
80
120
Vlas
40
140
30
60
40
80
Peulvruchten
100
60
100
Voederbieten
80
160
50
80
60
120
Kanariezaad
100
20
60
30
80
Landbouwzaad
160
80
120
Klaver roode
witte f
100
60
80
Blijvend grasland
80
20
40
Boomgaard i
Gemengd Landbouwbedrijf j
80
200
60
160
80
200
Boomgaard en Fruitteelt 1
Zuiver Fruittuin j
150
240
120
200
150
240
Klein Fruit I
Bessen Frambozen
180
280
140
220
180
280
Fruit onder glas 1
Groenten
200
340
180
300
200
340
140
240
120
200
140
240
Groenten, volle gronds meer teelt
240
340
200
300
240
340
120
240
100
180
120
240
180
300
150
220
180
300
Bloembollen (tulp) 1
(hyacinth)
180
340
150
260
180
340
(iris)
(narcis)
130
260
100
220
130
260
(bijgoed) J
20"»
360
160
280
200
360
140
240
140
200
140
240
Boomkweek (Boskoopkuituur)
60
150
40
150
60
150
Boomkweek Vruchtboomkweek)
140
300
120
240
140
300
Zaadteelt sla
s"Ü
240
200
240
pronk
Doperwten en peulen J
Groenten, fruit (eigen gebruik)
120
240
100
200
120
240
De cyfers achter de verschillende gewassen zijn het aantal kg. zuivere stikstof en kal
per H.A. Voor
het bemestingsjaar 1942-1943 wordt slechts 80 procent van het totaal eter berekende stikstof- en kalitoe-
wyzing volgens norm. verstrekt.