Het is gemakkelijk gezegd maar... H. W; Groentensoepen De Landstand in Zeeland VRIJDAG «1 MEI 194S DE LANDSTAND PAG. Achter den ploeg liet is gemakkelijk gezegd, dat de Meimaand een feestelyke maand moet zUn voor onze kinderen. Maar dan moet er nog heel wat veranderen in de wereld. Het ls eerst nog de vraag, of onze kinderen leven zullen, of de volken niet elkaar radicaal uitmoor den. En" dan is het de vraag, als ze dat niet doen, of er dan welvaart voor de boeren wezen zal of armoede, of zy een gewaardeerde plaats temidden der volken behouden of geminacht en achteruitgezet wordenNee, er is nog zooveel onzekers, dat het maar beter is, niet te praten over het cul tuurleven van een verren tyd na den oorlog. Natuurlijk hel» ik verleden week wel gedaeht aan deze redeneering van ve le myner lezers. Natuurlijk weet ik drommels goed, dat niet iedereen den moed van het geloof in het hetero heeft, dat in liet, bijzonder in het Ne- derlnnd.se.be volk en zeer In hft bij zonder in bet zoo geheeteii ..nuchtere" hoerenvolk van een gezond idealisme n^et veel sprake meer is. Hebben Is hebben en krijgen de kunst, dat is het geloof van liet oogenblik bij velen. Maar liet zou er Inderdaad slecht uit zien, als wU allen ons op dat geloot Instelden, als wy onze jeugd niels anders hadden aan te bieden. Elkaar radicaal uitmoorden doen de volken niet wat z'u doen, dat is aan zich zelf de boete voltrekken voor een spe len met het lot. En wie dat wil aan vaarden, die ziet meteen den zekeren weg der toekomst voor zich en als boer de plaats waar hy staan moet. Alle dingen zyn ten slotte gevolgen van bepaalde oorzaken en de dwaze verhoudingen in de maatschappij van het verleden, zooals die ontstonden uit een veronachtzamen van het natuur lijke leven, moesten uitloopen op on vrede en feilen stryd. By deze nat uur-veronachtzaming be hoorde ook het miskennen van taak en roeping van den hoer, niet het minst door den boer zelf. Want, we kunnen er veel of weinig over praten, het boerenvolk heeft maar l|jdeiyk met zich laten spelen, heeft zijn zelfrespect verwaarloosd en ge dacht: zoolang wy nog maar te eten hebben, is het goed. Het heeft zich aan den anderen* kant op sleeptouw laten nemen door modeverschynselen, die ver buiten de draagkracht van een ordelyk boerenbestaan lagen. Weliswaar is door de jaren heen tel kens door gezonde krachten gewaar schuwd. maar consequenties werden daaruit niet getrokken en de hoop, dat de boerenkracht zich bundelen zou om een ontspoorde wereld weer in bet ga reel te brengen, bleef onvervuld. En zelfs toen in Duitscliland een Adolf Hitler bet geweldige woord sprak: Volk, ge zult weer een gezond volk zijn, als ge boerenvolk zyn wilt, zelfs toen hoorden buiten de Duitsche grenzen zy, die liooren moesten, niet. We weten allemaal, die wezenlijk aan dacht hebben voor de gebeurtenissen in het groote leven, hoe het gegaan is, hoe de stryd tusschen 't wel begrij pende Buitsch© volk en de anderen, die niet hegrypen wilden, komen moest. Nu woedt die stryd drie en een fialf jaar en nog alt yd hegrypen velen niet, waar het eigenlijk om gaat. En als 7y, die de dingen In het rechte verband mogen zien, getuigen van hun geloot in de goddelijke wetten van orde en levensoverwinning, getuigen van hun vertrouwen en van de toekomst, die zy zien, dan komen de anderen met hun: ja maar Het ,,ja maarvan geioovigen zonder geloof, zooals er zoovelen zyn, die zich door dik en dun beroepen op den Almachtige, maar lfem toch de toekomst niet toevertrouwen. En die daarom elk voor zich maar denken: het zal mijn tyd wel duren en voor dien tijd moet ik maar zien, dat ik onder dak kom. ZU zyn voor de jeugd een gevaar, want zij staan met hun „nuchterheid" den jongeren in den weg en beletten hun kinderen uitzicht op een mooiere toe komst en zy binden de handen, zoodat die niet gaan deelnemen aan den stryd voor een gelukkiger wereld. Gelukkig is de natuur haar eigen baas en on danks alle „Ja-maars" grypt de jeugd naar het leven en groeit er een pit tige kern van jonge boerinnen en boe ren, die meedoen. En daarom is het niet dwaas vertrouwen te hebben. Daarom is het niet dwaas te geiooven in een nieuwen feestelykcu Mei! D. v. B. heeft en dat aankomt op de vakbekwaamheid van hem en zyn medewerkers. Het is op deze vakbekwaamheid, waarop wij nog om willen wyzen. De Nederlandsche boeren en tuinders staan ong feld aan de spits van den boerenstand in gehee wereld, maar als wij rondom ons zien, dan is er toi nog wel veel dat verbeterd kan worden als de betrok kenen meer gebruik maken van de voorlichting, die hun in velerlei vorm ten dienste stajtt. .Slechts enkele vragen willen wij in verband hiermee stellen. Doet elke veehouder aan melkcontróle en ruimt hij de minder productieve dieren op? Laat hij zijn koeien dekken door een stier van goede productie-afstamming en goed exterieur? Doet hij aan t.b.c. bestrijding? Ver zorgt hjj zijn weide tot In de puntjes en is zijn afwate ring in orde? Heeft de akkerbouwer of de tuinder zaai zaad en pootgoed gebruikt van de beste soorten en dit ontsmet niet de aangegeven middelen en volgens de daarbij gevoegde voorschriften Wordt de akker goed geploegd en bewerkt en wordt het onkruid afdoende bestreden? Worden dc vruchtboomen goed behandeld? Zoo zouden we door kunnen gaan met duizend vragen over alle takken van bodemproductie en over de verz.orging en de fokkerij van alle soorten huisdieren, die op het boerenbedrijf voorkomen. Wan neer iedere lezer zich deze vragen realiseert, zal menigeen op een bepaald moment moeten antwoorden: „Dat deed ik nog niet, dat had ik heter kunnen doen en dè&r heb ik niet om gedacht". Er is daarbij nog veel sleur te overwinnen en de gedachte, dat de wyze waarop vader en grootvader hebben geboerd, niet voor verbetering vatbaar is, moet soms ook nog overwon nen worden. het gebruik van practisch gereedschap voor handen arbeid en op werkmethoden, op het doelmatig gebruik van boerenwagens, van schoppen en harken, van hakjes en van ontelbare andere voorwerpen, die een boer of tuinder dagelijks gebruikt. De landbouwge reedschappen in het algemeen zijn in menige streek verschillend en daardoor ook de snelheid van werken. Nu weten wy zeer goed, dat de bevolking in iedere streek meent, dat de daar geëigende methode en het gebruikte gereedschap, de beste zyn. Als men iets ziet uit een andere streek, dan bestaat er bij sommigen al een vooroordeel tegen en zegt men zoo gemakkelijk: „Nee, det doe wy aanders" en men neemt er zelfs geen notitie van als het werk in de andere streek met min der moeite zelfs nog vlugger geschiedt. Op dit terrein is voor de besten uit iedere streek nog veel te ver gelijken en te beproeven. Daartoe zijn demonstratie- bedrijven gewenscht, We schreven er reeds vroeger over. Maar ook in de streek zelf kan met hetzelfde soort gereedschap nog: veel beter gewerkt worden. Als men soms ziet, hoe slecht er geploegd wordt of hoe treurig de slooten worden schoon gemaakt, en hoe miserabel de mest uitgestrooid wordt enz., valt er nog veel te verbeteren. Dat is een terrein, waarop ook de Jonge Landstand uitermate nuttig werk kan doen. Het \vas niet onze bedoeling op deze plaats diep op dit vraag stuk van arbeidsmethoden en het gebruik van doelma tig gereedschap in te gaan, maar in deze enkele ge dachten hoop ik i>erspectief geopend te hebben voor degenen die deze koe by de horens w illen vatten. Er is in dezen naar mijn nieening enorm vee! te doen, het heeft niets met politiek te maken en is vooral 1n een tijd van zuinigheid met arbeidskrachten van groote beteekenis. Al weten we anderszyds heel goed, dat op dit terrein slechts langzaam verbetering zal kunnen intreden, omdat sleur en vooroordeel overwon nen moeten worden. Betere arbeidsmethoden, handiger gereedschap en goede vakkennis maken het mogeiyk in den landbouw in sommige tijden van het jaar korter te werken, waardoor meer tijd vrij komt voor gepaste ontspan ning en het volgen van cursussen op maat scha ppelyk gebied, waardoor de boerenjongens nog beter alzijdig ontwikkeld worden om straks hun taak in de volks gemeenschap waardig te vervullen. f S het op het terrein van de plattelandsvrouw anders als op dat van den boer? Steker niet. Ook hier houdt men soms te halsstarrig vast aan hetgeen eens was, aan werkmethoden, die te omslachtig zyn of bekom mert men zich te weinig om de wenken die door des kundigen gegeven worden op huishoudkundig gebied alsook voor den moestuin. Anderzijds zijn er anderen geweest, die den band met het verleden, in meubelen en aankleeding van de boerenwoning, radicaal hebben gebroken, die het degelyke, het volksche materiaal lieten staan voor producten van elders. Daar zitten we nu mee, terwyl ons thans deze fouten steeds duidelijker worden. Er is op dit terrein veel te doen door degenen, die leiding kunnen geven. Het zullen vooral .de jongeren zijn, die den nieuwen stijl in huis en hof moeten brengen, die den band met het verleden opnieuw versterken en, passend voor dezen tyd, het ryk der boeren vrouw inrichten, zooals het behoort. In den Jongen Landstand bezinnen zich de boeren meisjes reeds op haar toekomstige taak. De „wichter" zooals de boerenmeisjes »n Oost-Drenthe genoemd wor den, oefenen zich b.v. onder deskundige leiding in het tuinieren. Dat geschiedt in deze dagen in menig Drentseh dorp, maar het getal jongeren dat hieraan meedoet, kan hoewel het bevredigend is nog veel grooter zyn en hetzelfde moet in alle buurten van den Landstand tot stand worden gebracht. Zoo is er veel, dat in de ryen van den Jongen Landstand wordt voor bereid, waaraan de geheele boerenjeugd kan meedoen, als men zich even rekenschap geeft van de enorme taak die ons boerenvolk te vervullen heeft in het volksgeheel en men elk vooroordeel ter zijde zet. Mogen steeds meerderen die taak zien en, in het kader van den Landstand, haar aanvatten. Het zal een zegen worden voor het geheel en levensvreugde verschaffen aan hen, die haar aanvatten. TER HAAR i ET is beslist noodig, dat iedere jongeman die daarvoor den leeftijd heeft en werkzaam is in het boeren- en tuindersbedryf, in den een of anderen vorm passend land- en/of tuinbouwonderwys ontvangt. Wie daardoor de grondbeginselen, als het ware het alphabet van den Landbouw heeft geleerd, voelt zich in de meeste gevallen op lateren leeftijd ook aangetrokken tot meer voorlichting, omdat hij telkens weer het gevoel heeft, toch nog zoo weinig te weten van hetgeen hij In zyn arbeid' feitelijk moét weten. Ongetwijfeld zal het land- en tuinhouwonderwys nog meer op de prac- tijk moeten worden afgestemd, hetgeen met degenen die de voorlichting op land- en tuinbouwgebied geven, ook steeds meer geschiedt. Het heeft geen zin alle Instituten die er zyn op het terrein dezer voorlichting hier thans de revue te laten passeeren. Wy komen daar nog wel eens weer op terug. AAROP wy echter wel terdege willen wyzen, is op het feit dat er o.i. nog veel meer gedaan kan wor den aan vergelijkingen op het terrein der arbeidsme thoden door voorlichting en praetyk te zanien, door de beste ingenieurs en de beste boeren dus, in ver schillende deelen van ons land, al dan niet in samenwerking met de vooruitstrevende figuren in andere deeleu van Europa. Alhoewel ook in het groo- tere boerenbedi-yf op dit terrein nog wel het een en ander te doen ls, hebben wij hier vooral het gemid delde bedryf en het kleine bedryf op het oog. Daar zijn minder machines, zoodat het hier vooral aankomt op Voor de Landvrouwen. Het kooknat van groenten is geurig en smakelijk en bevat stoffen, die voor de voeding noodig zyn en die niet verloren mogen gaan. Blijft er bloemkoolwater of spinazienat over, dan is hiervan in een oogenblik yfeén goede soep te maken. Een bouillonblokje of aroma verhoogt men smaak van het nat, peper- en nootmus kaat-surrogaat kruidt oet aangenaam en een geraspte rauwe aardappel of watvlugkokende gortmout geeft de gewenschte dikte. Een paar stukjes bloemkool of een lepel spinazie er nog doorgeroerd en de soep is klaar. Doch niet alleen van restanten, ook van versche groenten ls in weinig tijd een soep te brou wen. Een preisoep, een uiensoep, selderijsoep, wortel soep en koolsoep zijn in ons land weinig bekend," maar worden door de kenners niet versmaad. Groentensoep van één groente. 100 gr. groenten, als postelein, spinazie, worteltjes, enz., 1 l water, 2 rauwe aardappelen of 60 gr. gortmout, zout, kruiden, -aroma of 2 bouillonblokjes. De groenten schoonmaken en klein snijden. In kokend water de bouillonblokjes oplossen, de kruiden, bet zout en de groenten toevoegen en 5 minuten zachtjes laten koken. De aardappelen boven de pan fijuraspen of de gortmout toevoegen. De soep nog 5 minuten laten koken en met zout en aroma op smaak brengen. Een extraatje. Wat dat extraatje is? Wel kleine ronde pannekoekjes, die bijna zoo lekker smaken als de ouderwetsche drie in de pan. Wat er voor noodig ls? Aardappelen, een weinig bloem, iets custard en voor het bakken boter of margarine. Maar niet veel boter, want des pan behoeft maar net even vet te zijn, een klein kluitje is voor één baksel voldoende. De aardappelen moeten zeer fijn geraspt worden, anders lukt het koekje niet. Een kaasiasp of het fijne gedeelte van een rauwkost- rasp is voor het raspen zeer geschikt Men aan door het beslag kaneelsurrogaat of koekkruiden roeren, noodig is het echter niet Drie in de pan met aardappel (pl.m. 25 stuks) 500 gr. rauwe aardappelen, 70 gr. bloem (1 bloembon), 1 lepel custardpoeder, 1 theelepel bakpoeder, 2 dl. water (2 kopjes"), zout. Bloem, custardpoeder. zout en bakpoeder droog met elkaar vermengen en met het water tot een dun beslag roeren. De aardappelen schillen, wasschen en stuk voor stuk boven de kom met beslag fijn raspen. Zoo af en toe de geraspte aardappel door het deeg roeren. Een kluitje bóter in de koekepan umelten. Van het deeg kleine koekjes vormen en op een matig warm vuur bruin en gaar bakken. De koekjes zoo heet mo gelijk opdienen. Warm zijn ze knappend en bros, koud geworden zijn ze slap, maar smaken nög goed. pedactïe-adres: Groote Markt 28, Goes, Tel 2345 (toestel 05). Uitgave: Uitgeverij „Volk en Bodem", Postbus 281, Den Haag. Advertenties: Losse plaatsing 25 ct. per m.m., in alle edities 75 ct. per m.m. Abonnementen: Voor nlet-leden van den Nederland- schen Landstand 5.— per Jaar of 1.25 per 3 maanden. Alle briefwisseling betreffende exploitatie, adver tenties en abonnementen, aan postbus 281, Den Haag, Telefoon 11.65 88.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 2