De eierprijs
Vervoer van bokken en geiten
verboden
Officieele mededeelingen
Officieele landbouw-
mededeelingen
4 JUNI 1948
DE LANDSTAND
PAG. 10
Blijkens afkondiging in het „Voedselvoorzieningsblad",
heeft het bedrijfschap voor vee en vleesch een „ver
ordening op het vervoer van bokken en geiten" uit
gevaardigd. waarbij het vervoer van bokken en geiten
wordt verboden, tenzij het vervoer geschiedt onder
dekking van een geleidebiljet of van een slachtver-
gunning. Ook 't vervoer van geiten- en bokkenvleesch
is verboden, tenzy dezelfde voorwaarden vervuld zijn.
Deze regeling beoogt paal en perk te stellen aan den
abnormalen handel in geiten en bokken. Deze dieren
worden namely k tegen zeer hooge prijzen, vooral in
de steden, verhandeld, terwijl het vleesch, dat niet
onder de vleeschdistributie valt, eveneens een gewild
handelsartikel is.
Het ligt in de bedoeling na de inwerkingtreding van
de verordening geleidebiljetten en slachtvergunningen
voor geiten en bokken slechts af te geven ten be
hoeve van hen, die voorheen reeds geiten of bokken
hielden of slachtten. De plaatselijke bureauhouders
worden belast met de uitvoering der regeling.
N een weekoverzicht van de Gelde'rsche editie van
„De Landstand" kwam de volgende ontboezeming
voor:
„Van verschillende zijden hebben we vernomen, dat
vele boeren reeds bekeurd zijn geworden, omdat zrj
hun eieren te duur gingen verkoopen. Zelfs hoorden
we prijzen noemen van 40 tot 50 cent. Dat door de
prijsbeheersching hieraan goed de hand wordt gehou
den, is zeer toe te juichen, want deze eieren komen
op de plaatsen terecht, waar zij niet hooren. De
gewone menschen kunnen deze dure eieren niet koo-
pen, terwijl zij ook wel eens recht hebben op een
eitje, doch dan tegen een prijs, die deze menschen
kunnen betalen.
Het is ons van verschillende menschen bekend, dat
zfl hun overtollige eieren duur verkoopen, terwijl zij
anders op geen enkele manier aan den zwarten
handel meedoen. Dit moet dus een oorzaak hebben
en naar het ons wil voorkomen, hapert er iets aan
de afname van de „vrije eieren". Op de meeste plaat
sen worden deze eieren ingezameld door dezelfde men
schen, die ook de eieren van de verplichte levering
innemen. Natuurlijk mogen ook deze eieren niet
duurder betaald worden, doch deze verzamelaars we
ten wel een weg voor deze eieren en zonder dat de
boer een hoogeren prijs vraagt, wordt hem een goede
prijs gegeven, ver boven den maximumprijs. Nu komt
de boer voor een raar geval te staan. Neemt hij den
hoogeren prijs aan, dan komt hij met de prijsbeheer
sching in aanraking. Doet hij het niet, dan weet hjj
zeker, dat de verzamelaar toch de eieren in den
zwarten handel brengt tegen hooge prezen, zoodat
zijn woekerwinst nog grooter wordt. De boer weet,
dat de z.g. vrije eieren tegen woekerprijzen verkocht
worden, daarom zien er verschillenden geen kwaad
in, om de eieren tegen hoogere prijzen af te geven,
opdat de verzamelaar niet alleen de woekerwinst in
den zak steekt. Het is moeilijk dit kwaad den kop
in te drukken, toch gelooven we, dat er wel iets te
bereiken was, wanneer het ver-voer van eieren door
een geleidebiljet gedekt moest zyn, doch dan moet
eerst een werkelijk loonende pry 3 borden vastgesteld."
Terecht wees deze overzichtschrijver op een wan
toestand. Toch ziet hij het geval niet heelemaal
zuiver, daar hij de hoofdschuld aan den verzamelaar
geeft, die den weg. welke regelrecht naar den zwarten
handel voert, zoo goed zou kennen. Het is echter goed
dat deze aangelegenheid ook eens van andere zijde
werd aangesneden, omdat ik daarmee de gelegenheid
heb gekregen er nog eens op terug te komen.
Zooals men weet, worden de eieren in verschillende
gewichtsklassen verdeeld. Voor de thans volgende
berekening heb ik het gemiddelde gewicht aange
houden. bedragende 57.5 kg. per 1000 eieren (klasse
3). Voor deze eieren beurt de kippenhouder 7.59 de
100 eieren, terwijl de prys daarvan behoort te zyn,
inclusief een bescheiden bedrijfswinst13.
Het beteekent derhalve, dat op elk door hem af te
leveren ei, hy ongeveer 5 cent zou moeten toeleggen!
De vraag hoe ik aan dien prijs van 13 cent kom, zal
ik thans gaan beantwoorden.
Het Landbouw-Economisch Instituut, dus een al
zeer onzijdige instantie, heeft op een aantal bedryven
van fokkers en houders van vermeerderingsbedrijven
den juisten prijs vastgesteld, waarbij zooals reeds
gezegd met een matige bedrijfswinst werd rekening
gehouden. Daarbjj kwam men voor de fokkers op een
prys van 12,6 cent en voor de houders van vermeer
dei ingsbediy ven op een van 12,9 cent. Aangezien er
door de houders van de vermeerderingsbedrijven onge
veer 4 maal zooveel eieren worden gelevérd dan door
de fokkers, moet billijkheidshalve van den prijs voor
de houders der vermeerderingsbedrijven worden uit
gegaan. Deze cijfers stemmen overeen met een des
tijds door mij ingestelde enquête bij een tiental be
drijven.
Sindsdien zijn enkele uitgavenposten eenigszins ge
stegen, zoodat het volkomen gemotiveerd is den prijs
tot 13 cent af t« ronden.
Voor hen, die 10 resp. 15 kippen mogen houden, dit
echter zonder een enkele voedertoewijzing, zijn de
kosten vanzelfsprekend lager, doch wanneer wij er
rekening mede houden, dat deze 25 eieren per hen
tegen den thans nog geldenden officieelen prijs moe
ten inleveren, terwijl hun bedrijfsschade enorm hoog
is, daar zij van soms een paar duizend dieren tot 10
stuks zijn afgezaktdan kunnen we hun „meerdere
winst" zonder meer uitschakelen.
En nu ben ik persoonlijk fel gekant tegen elke prijs
opdrijving en juich ik elk ingrijpen van de zijde van
den Dienst van den Gemachtigde voor de Prijzen van
harte toe. Maar tegelijk vraag ik in gemoede: Is het
moreel wel verantwoord, dat men den pluimveehouder
tot een inlevering tegen den officieelen prijs verplicht,
terwijl hy op elk te leveren ei ongeveer 5 cent moet
toeleggen? Het stellen van deze vraag sluit het ant
woord reeds in zich. Eén fokker ken ik, die absoluut
weigerde tegen andere prijzen dan den officieelen te
leveren, met het resultaat, dat zijn bedrijf al geruimen
tijd geleden neeft moeten sluiten, zeer tot schade van
zijn landstreek, want hij was een prima vakman, die
uitstekende kwaliteitkuikens leverde. E>e rest tracht
hoogere prijzen te verkrijgen, waarbij het buitenge
woon is te betreuren, dat daarbij aan niet minder dan
prijswoeker wordt gedaan, want het zijn inderdaad
fantastisch hooge, geen kant of wal rakende prijzen,
welke zy overal vlot kunnen maken, tot groote schade
van onze regelmatige eiervoorziening.
Laat ik aannemen, dat de eieren tegen een prijs van
gemiddeld 13 cent, af bedrijf, geleverd zullen worden.
Dan komt de Handel, aan bod en ook deze zit in een
schuitje, waarin het slecht varen is. Opnieuw het ge
middelde gewicht van 57.5 kg. aannemende, krijg ik,
na een berekening te hebben gemaakt, welke den
toets van elke critiek kan doorstaan, het geval, dat
deze reeds 21 cent per 100 eieren verlies moet lijden,
wanneer hij die eieren voor aflevering gereed heeft
staan. Wat doet zoo'n handelaar? Maar rustig dat
verlies nemen? Ik geef er het liefst maar geen ant
woord op, maar wil wel vaststellen, dat slechts zelden
maat wordt gehouden wanneer het hek eenmaal van
den dam is.
De ruimte en de plaats laten niet toe, dat ik op
gedetailleerde wijze verdere becijferingen ten beste
geef. Daarom wil ik thans volstaan met er» op te
wijzen, dat bij een gemiddelden verkoopprijs van 17
cent aan den consument, de producent zoowel als de
handel op een matige bedrijfswinst mogen rekenen.
Wanneer de Dienst van den Gemachtigde voor de
Prijzen zich daarmede zou kunnen vereenigen (en
nauwkeurige becijferingen zullen uitwijzen, dat dit
volkomen gerechtvaardigd is) kan en mag er geen
enkel motief bestaan, noch voor den producent, noch
voor den handel, om van de hier voren genoemde
prtfzen af te wijken.
Doch ook eerst déin is de Dienst van den Gemachtigde
voor de Prijzen moreel verantwoord bij prijsoverschrij-
duigen in te grijpen, maar dan dient dit inderdaad ook
te gebeuren en wel op afschrikkende wijze.
De pluimveehouders hebben thans het zoet van den
zwarten handel leeren smaken en dit zal wel mee
brengen, dat ex onder hen zullen zijn, die óók bij
vaststelling van een loonenden prijs, trachten er nog
boven uit te gaan. Maar dat is dan vers 2 en ik ben
er van overtuigd, dat het Bedrijfschap voor Pluimvee
en Eieren dan wel op treffende wyzevdat vers zal
gaan declameeren, waardoor die overtreders op de
meest snelle wijze in hun schulp zullen kruipen.
Liever wil ik thans niet besluiten met een beschul-
digenden vinger uit te steken, doch wel met de hoop
uit te spreken, dat op zeer korten termijn aan den
tegenwoordigen wantoestand een einde zal worden
gemaakt, waarbij de producent zoowel als de handel dan
op 'n gerechtvaardigde belooning mogen rekenen terwijl
dit dan niet op de laatste plaats aan een regelmatige
eierendistributie ten goede zal komen.
HOLSTE YN.
Konijnenfokkerij
Bekken en borst van fokvoedsters moeten breed zijn.
Het karakter rustig en goedig, niet zenuwachtig.
Het aantal tepels moet tenminste acht bedragen.
De dek rijpe voedster (8—10 mnd) xpoet steeds bij
den ram in het hok worden gebracht, niet omge
keerd.
De bronstigheid kan bevorderd worden door het voe
ren van selderij of gekiemd graan. Ook plaatst men
het hok van de voedster wel tegenover dat van den
ram.
Vastpakken moet men konijnen nooit aan de ooren,
maar met de rechterhand aan het rugvel, terwijl de
linkerhand den buik ondersteunt.
Jonge konijntjes loopen te vroeg door het hok, als ze
te weinig moedermelk krijgen. De voedster moet dan
ook vroeg genoeg wat te drinken krijgen.
Melksapryke planten, zooals paardebloem, melkdistel en
verschillende klaversoorten, zijn voor zoogende voed
sters uitstekend. Versche roode klaver veroorzaakt
echter vaak trommelzucht. J-
Aankoop en verv oer van griendhout
Voor den aankoop van alle griendhout, dus niet slechts
van stokken en stelen, is thans het bezit van een ver
gunning van het Bedrijfschap voor Griend en Riet ver-
eischt. Voorts dient het vervoer van alle griendhout ge
dekt te z(jn door een geleidebiljet, uitgereikt door of van
wege het Bedrijfschap.
Leveringsplicht ramlammeren
In verband met de hooge prijzen voor ramlammeren vestigt
het Bedrijfschap voor Vee en Vleesch er de aandacht op,
dat alle ramlammeren, geboren ln 1943, onder den leverings
plicht 1943 komen te vallen en dientengevolge zullen moe
ten worden geleverd. Een uitzonderling zal slechts gemaakt
worden voor geregistreerde ramlammeren en ramlammeren,
welke op een huisslachtingvergunning worden aange
houden.
Nalatige veehouders getroffen door
extra-vee-leveringsplicht
De extra-leveringsplicht van rundvee is een scherp wapen,
dat de Secretaris-Generaal van het Departement van
Landbouw en Visscherij hanteert jegens hen, die zich niet
houden aan een regelmatigen gang van zaken by ds
voedselvoorziening, waardoor maar al te vaak de zwarte
handel bevorderd wordt, Ditmaal heeft de Secretaris-
Generaal van zyn bijzondere bevoegdheden gebruik ge
maakt door op te treden tegen vier veehouders, die in
strijd met cf£ voorschriften hebben gehandeld door zich
aan ernstige verzuimen schuldig te maken. Aan vier
veehouders is, hoofdzakelijk wegens het achterhouden van
melk extra inleveringsplicht opgelegd. Daarby is een ge
val van een veehouder, die niet minder dan tien koeien
van zijn rundveestapel op deze wijze zal verliezen. Het
gaat hierby om een aanmerkelijk deel van den veestapel,
een bewys temeer, dat men niet terugdeinst voor scherpe
maatregelen in den stryd voor de voedselvoorziening van
hét Nederlandsche volk!
Smeeroliën en vetten
Loonmaaiets kunnen smeeroliën en vetten aanvragen tot
uiterlijk 10 Juni a.s. ZIJ kunnen voor de totale door hen
te maaien oppervlakte aanvragen, mits zij' bij hun aan
vrage een ïyst inzenden met de namen der telers en de
voor hen te maaien oppervlakte granen. Aanvragen moe
ten geschieden op V.A. 1 formulieren, welke by den PI.
Vertegenwoordiger verkrijgbaar zyn.
Ombouw graanmaaiers
Voor het maaien van granen zal geen benzine beschikbaar
kunnen worden gesteld. Voor zoover de graanmaaiers (met
hulpmotor) nog niet zyn omgebouwd, dient dtt alsnog
onverwyid te geschieden.
Rundvee-aankoopvergunningen en
bedryfsmaximum koeien
Aan alle aanvragen ter verkryging van een aankoopver
gunning voor vrouwelyk jongvee beneden 250 kg. en fok
stieren kan worden voldaan.
Voor runderen met een gewicht van 250 kg. of meer
(koeien, kalfvaarzen enz.) wordt echter slechts een be
perkt aantal aankoopvergunningen afgegeven. Alleen vee
houders die belangryk minder vee hebben dan normaal-
kunnen in het bezit van een aankoopvergunning gesteld
worden.
Per 1 Juli 1943 wordt een bedrijfsmaximum voor melk
en kalfkoeien vastgesteld. Hieronder vallen dus niet guste
en drachtige vaarzen en ander jongvee dat nog niet ge
kalfd heeft. Belanghebbenden dienen er echter wel reke-!
ning mede te houden, dat ln meerdere gevallen een be^
perking van den melkveestapel zal moeten plaats hebben.
Mineralen
De veehouders wordt op de mogelijkheid gewezen, een
bestelbon aan te vragen voor mineralen. Ze dienen zich
hiertoe te wenden tot den PI. Vertegenwoordiger. Deze
zendt de aanvragen door naar Goes, waarna de bon recht-
streeka door Goes aan den veehouder wordt gezonden.
Eierlevering
Een dezer dagen zullen de namen der pluimveehouders,
welke een aanslag tot het leveren van eieren hebben en
tot op heden nog niets leverden, doorgegeven worden aan
het Bedryfsch&p voor Pluimvee en Eieren. Ze zullen door
deze instantie berecht worden, terwyl eveneens de kippen
geruimd zullen moeten worden. Nogmaals wordt, in het
belang der pluimveehouders, aangedrongen op Aflevering
der eieren. Contróle wordt scherp toegepast.
DE WND. PROV. VOEDSELCOMMISSARIS
VOOR ZEELAND
Handel in pootaardappelen oogst 1943
De Wnd. Prov. Voedselcommlssaris voor Zeeland maakt
bekend, dat door de telers en handelaren reeds thans af
spraken t a v. pootaardappelen (waaronder begrepen z.g.
voorkoopen) kunnen worden gemaakt, mits onder voor
waarde. dat de te zyner tyd bekend te maken telerspryzen
en handelsmarges zullen Svorden in acht genomen. Zoo
lang deze nog niet zyn bekend gemaakt, mag dus geen
bepaalde prys of marge worden overeengekomen.
Met nadruk wordt er op gewezen, dat h andelaren, die niet
in het bezit zyn van een „Vergunning tot het verhande
len van pootgoed van den oogst 1942" dergelijke afspraken
niet mogen maken, terwyi handelaren, die wel in het
bezit zijn van genoemde vergunning, doch voor den oogst
1943 om welke reden ook van den poterhandel worden
uitgesloten, de eventueel door hen gemaakte afspraken
niet ten uitvoer zullen kunnen brengen.
Het verhandelen van pootaardappelen per oppervlakte-^
eenheid Is niet toegestaan.
In verband met het voorgaande wordt er op gewezen, dat
het toepassen van koppelverkoop tav. pootgoed van
verschillende aardappelrassen ten strengste verboden is
en hiertegen zal worden opgetreden.