V ee verbetering Het eigewicht Officieele mededeelingen s jÈji$ Officieele landbouw- mededeelingen 10 Het reglement voor de Fokbedrijven schrijft voor, dat de eieren aan be paalde gewichtseischen moeten vol doen; voor de Leghorns en Rh. Isl. Reds is dit b.v. 57 gram. Men komt aan dat gemiddelde gewicht door dat van de eerste 10, na 1 Juni gelegde eieren te nemen. Toen ik voor de eerste maal die voor waarde zag gesteld, heb ik daar vreemd van op gekeken, niet weten de, hoe men juist aan dien maat staf was gekomen. Als Jantje Secuur heb ijc toen de moeite genomen het eigewicht van een paar duizend die ren na te gaan, waartoe ik, als pluim- veetechnisch adviseur van een paar Fokbedrijven, de gelegenheid had en inderdaad bleek me, dat het gemid delde van de eerste 10 na 1 Juni ge legde eieren vrijwel nauwkeurig het gemiddelde jaargewicht weer geeft. Maar dat is niet het voornaamste wat ik thans op myn hart heb. Over het gewicht der eieren zou heel wat te schreven zijn. Zeer uitgebreide studies zijn daaraan gewijd, welke ook voor de praktijk van onmiddellijk belang zyn. Met lichaamsgrootte heeft het eigewicht niets uit te staan. Ware dit wel het geval, dan zouden de eieren der Brahma's en Cochins b.v. beduidend zwaarder dan die der Leghorns moeten zijn en de waarheid is. dat het ei der Leghorns zwaarder Is. Maar ook in de rassen zelf zitten weer onderlinge verschillen, hetgeen van den stam afhangt. Invloeden op het eigewicht Een ander belangrijk ding is, dat het eigewicht erfelijk is vast te leggen. Voorts, dat een laag gewicht domi nant is, hetgeen wil zeggen, dat by een paring van een haan uit een stam. welke door een laag eigewicht wordt gekenmerkt met hennen, af komstig uit een stam, gekenmerkt door een hooger eigewicht, de eerste kruisingen een lager eigewicht zullen geven dan hun moeders dit deden. Verder Is bekend, dat bij het leggen van een ononderbroken serie eieren door een en dezelfde hen, het gewicht der laatste eieren dezer serie lager is dan dit met de eerste helft het geval was. Maar ook dat was niet het doel van dit artikeltje. Het eigewicht is afhankelijk van de erfelijke samenstelling der hennen en de omgevingsfactoren, waarbij men heel ver kan terug gaan. Een te laat geboren hen zal b.v. en dan in het algemeen gesproken eieren van een lager gewicht geven dan haar zusters, die op een gunstiger tijdstip het levenslicht zagen. Ook een op den leg geforceerde hen, welke b.v. reeds op een leeftijd van 4 maanden met haar leg is begonnen, zal kleinere eieren geven dan een zuster van haar, welke 46 weken later haar eerste legproduct presenteerde. En nu kom ik eerst aan het eigen lijke doel van dit artikel. De water- verstrekkin» heeft eveneens invloed op de grootte der eieren. En zulks is thans, nu we den zomer in gaan, wel degefijk van een voornaam be lang. Zelf heb ik dit al heel wat jaren geleden nagegaan, door een deel mij ner hennen kort in het water te hou den, terwijl het andere deel (van ge lijke erfelijke samenstelling zijnde) de normale watervoorziening kreeg. Het resultaat was, dat het eigewicht der water-arme hennen reed3 na enkele dagen de laagte in ging. Controle proeven bevestigden de juistheid van deze waarneming. En de watervoor ziening heeft iedere pluimveehouder zelfs in den huidigen bonnentijd in de hand. Zorg dus, dat Uw hennen steeds over voldoende drinkwater kunnen be schikken. Zet het op een zonvrij plaatsje, zoodat de dieren het niet lauw behoeven te drinken, want dan passen ze er zoo lang mogelijk voor en ge raapt kleinere eeiren dan noo- dig behoeft te zijn. Verversch het minstens éénmaal per dag en daar mede hebt ge dan aan Uw plicht, zoowel tegenover Uw hennen als tegenover U zelf, voldaan. HOLSTEYN In opdracht van de Directie van den Landbouw werd eenigen tijd geleden door de Rijksveeteelt-consulenten voor hun ambtsgebied een onderzoek inge steld naar de samenstelling van den dekstierenstapel. Uit de beschikbare gegevens bleek nogmaals zeer duide lijk, dat het percentage oudere stieren, het aantal 5-, 6-jarige en oudere stieren, slechts enkele procenten van den tota len dekstierenstapel bedraagt. Hoewel het geringe aantal oudere stie ren, dat voor de fokkerij wordt aange houden, zich ten deele heel goed laat verklaren, als men bedenkt, dat hieraan o.m. foktechnische en economische principes ten grondslag liggen, lijdt het tooh geen twijfel, dat een meer of minder groot aantal goedsoortige die ren vroegtijdig voor de fokkerij wordt uitgeschakeld. Plan tot het bevorderen van het aanhouden van goedsoortige oudere stieren door het aanwijzen en pri meeren van z.g. „Kykspremie- stleren.'' Ten einde het gevaar, dat goedsoortige stieren door oorzaken, buiten de ver moedelijke fokwaarde gelegen, ontijdig voor de fokkerij verdwijnen, zooveel mo gelijk te beperken, is in overleg met Ir. De Jong, Directeur van het Ne- derlandsch Rundveestamboek, het vol gende plan ontworpen. Voor bij de stamboeken definitief in het register van jongvee geregistreerde stieren, afstammende van moeders met zeer goede productie gedurende meer dere jaren, welke regelmatig een ge. zond kalf gaven, en van vaders, wier moeders resp. grootmoeders eveneens aan die eischen voldoen, wordt een aan kooppremie beschikbaar gesteld, welke wordt uitbetaald voor de helft, als de stier voorloopig, en voor de andere helft, als de stier definitief wordt ingeschre ven. Aan dit oort stieren zal de naam „Rijkspremiestieren" worden toegekend. N-a een aantal jaren ztouden dan alleen die stieren voor „Rijkspremiestier" in aanmerking kunnen komen, welke af stammen van bovenbedoelde moeders met als vader een Rrjkspremiestier of een preferente stier. Verder zal dan, ten einde een voorloopig oordeel over de exterieurvererving te kunnen vormen, den Rykspremiestieren- houders de verplichting opgelegd moe ten worden de stieren zoolang voor den dekdienst te gebruiken, tot er een vol doend aantal geregistreerde kalveren is aangehouden. Voor het geval dit oordeel gunstig is, moet de eigenaar den stier voor een vooraf bepaalden prijs aan een in te stellen Centraal Stierenfonds overdoen, tenzij hij zich wederom verplioht den stier voor ten minste één jaar aan te houden en by eventueelen verkoop, anders dan voor fokkerij-doeleinden in ons land, aan het Fonds aan te bieden. De bedoeling is dus den eigenaar de zekerheid te geven, dat, als de stier voldoende goed fokt, hij ei in ieder ge. val nog een redelijken orijs voor krijgt, als hij den stier op andere wijze niet tegen hoogeren prijs kan verkoopen Volgens bedoeld plan mag verwacht worden, dat het aantal van dit soort premiestieren zeker voorloopig niet zeer groot zal zijn, terwijl voor die stieren van prima afstamming, die goede kalve ren leverden, zeker emplooi zal zijn, zoodat het risico niet groot geacht moet worden. Nederlandsche Pootaardappelen voof België. De invoer van pootaardappelen in België is voor de campagne 1943 be ëindigd. 84.000 Ton werd uit Nederland en 82.000 ton uit Duitschland betrokken. Hierbij komt nog een kwantum van 8.200 ïon binnenlandsche pootaardappe-" len. In totaal heeft België ongeveer de beschikking over 175.000 ton pootgoed. De Spaansche sinaasappelexport. Daar de Spaansche sinaasappeloogst niet in den gewenschten omvang kan worden geëxporteerd, doch geheel op de binnen landsche markt moet worden onderge bracht, hebben niet slechts de prijzen voor sinaasappelen, doch ook van ander fruit te lijden onder het overgroote aan bod. Hierdoor is het probleem van den sinaasappelexport in Spanje weer meer op den voorgrond geraakt. De Bulgaarsche landbouw. De Bulgaar- sche Minister van Landbouw deelde mede, dat door doeltreffende maatrege len der regeering, zooals voldoende zaai goedvoorziening, door beschikbaarstel ling van 4.774 wagons zaaigoed, de voor jaarswerkzaamheden in den landbouw zich over een grooter gebied konden uit strekken dan verleden jaar. De uit Duitschland geïmporteerde tractoren hebben er toe bijgedragen, om het tekort aan trekdieren te overbruggen. Ook wer den braakliggende gronden, welke ge legen zijn in gebieden, welke regelmatig worden overstroomd, gecultiveerd. Inlevering van granen, zaden en peulvruchten en restanten zaaizaad vóór 13 Juni a.s. De telers van granen, zaden of peulvruchten en zaal zaad, en de handelaren in zaaizaad zijn verplicht de na volgende door hen voorhanden of in voorraad gehouden, dan wel by derden opgeslagen producten vóór 13 Juni 1943 in gedorschten toestand in te leveren by een door of vanwege het Aan- en Verkoopbureau van Akkerbouwpro ducten (P.A.V.A. en P.V.C.) aan te wijzen pakhuis of laad plaats; granen met inbegrip van boekweit; peulvruchten, met uitzondering van die, welke groen geplukt zyn, doch met inbegrip van wikken en lupinen; lijnzaad (vlasbollen), kanariezaad, koolzaad, raapzaad, blauwmaanzaad, karwijzaad (karwij), geel en bruin mos terdzaad (gele en bruine mosterd), alsmede de producten, waarvan de bovengenoemde een bestanddeel uitmaken (b.v. gemengd graan), met uitzondering van mengvoeders, die op regelmatige w\jze zijn betrokken zaaizaad, met uitzondering van: a. alle origineele en elite zaaizaden; b. de door de N.A.K. te velde of op party goedgekeurde en geplombeerde winterzaaigranen c. de door de N.A.K. te velde of op party goedgekeurde en geplombeerde groene zaaierwten voorzoover deze door het Nebupza worden overgenomen d. het door de N.A.K. te velde en op partij goedgekeurde en geplombeerd alsmede het door de N.A.K. uitsluitend op party goedgekeurd en geplombeerd zsailnnzaad; (Ingezonden maUvueeling) e. het door de N.A.K. te velde en op partij goedgekeurd en geplombeerd alsmede het door de N.A.K. uitsluitend op partij goedgekeurd en geplombeerd en voor zaaidoel- einden bestemde winterkoolzaad en winterraapzaad f. het voor zaaidoeleinden bestemd geel mosterdzaad; g. alle voor zaaidoeleinden bestemde mais De verplichting tot Inlevering geldt niet met betrekking tot het resteerende gedeelte van de hoeveelheden (met uit zondering van zaaizaad), welke Ingevolge het Uitvoer Besluit Inlevering van inlevering "ijn vrijgesteld, zooals granen en/of peulvruchten, vrijgesteld als teeltpremie of voor zelf verzorging, vrygestelde haver en/of mais, en even eens niet voor gras- en klaverzaden, zaden van groen- voedergewassen en suikerbietenzaad. Door of vanwege het Aan. en Verkoopbureau van Akker bouwproducten (P.A.V.A. of P.V.C kan in bijzondere ge vallen. waarin de inlevering van genoemde producten vóór 13 Juni 1943 niet of bezvaarlyk kan plaats vinden, het tijdstip vóór hetwelk moet worden ingeleverd, op een tateren datum worden vastgesteld. Handel in stroo 1943 1944 Het Bedryfschap voor Hooi, Stroo en Ruwvoeder maakt bekend, dat by de uitvoering der stroodistributie ln het seizoen 19431944 slechts die handelaren zullen kunnen worden ingeschakeld, die als landhandelaar, groothande laar of kleinhandelaar in stroo dan wel als exporteur van hooi en stroo door de N.I.C.A. of door het Bedryfschap zyn erkend en die tevens zyn aangesloten by de Stich ting H.E.S.. Balistraat 96. te 's-Gravenhage. Practisch zal het verhandelen van stroo dus slechts mogeiyk worden gemaakt aan die handelaren, die zullen zyn aangesloten by de Stichting H.E.S. In het algemeen zullen alle stroohandelaren. die als zoo danig reeds een bericht van erkenning ontvingen, ook op hun verzoek bij de H.E.S. worden aangesloten, mits zjj vooraf schriftelijk verklaren zich aan de statutaire be palingen dezer stichting te zullen onderwerpen. Prijs voor buntwortelen Voor buntwortelen geldt de prys volgens de Prijzenbe- schikking 1940 no. 1. De Gemachtigde voor de Prijzen deelt echter mede, dat niet tot vervolging zal worden overgegaan, indien voor gewasschen, winddroge bunt wortelen by aflevering af woonplaats snyder ten hoogste 0.75 per kg. in rekening wordt gebracht. MAXIMUMPRIJZEN SNIJBLOEMEN Ter aanvulling van de officieele publicatie i.z. de maximum, prijzen van snybloemen vernemen w(j, dat de in ons num mer van 4 Juni J.l. genoemde prijzen gelden voor bossen van tien stuks. De pryzen zijn dus als volgt: Pyretrnm per bos van 10 stuks: Kwaliteit I ƒ0.35, ƒ0.40, ƒ0.65; kwaliteit II ƒ0.25, ƒ0.30, ƒ0.50; kwaliteit III ƒ0.10, ƒ0.12, ƒ0 20. Eierlevering Nog enkele wekeA bestaat de gelegenheid eieren af te leveren. Tegen pluimveehouders die niet leveren, zullen door het Bedryfschap voor Pluimvee en Eieren op korten termyn maatregelen genomen worden. Melasse voor inkuiling Landbouwers, die voor inkuiling van eiwitrijke gewassen in silo's, melasse noodig hebben, wordt op de moge lijkheid gewezen hiervoor een bestelbon aan te vragen. Ze moeten zich daarvoor wenden tot de Afd. Veevoe derdistributie. Registratie per 30 Mei 1943 Op blz. 1 van het veeboekje dient in het vak ,.30 Mei 1943" te worden genoteerd het op dien datum in voor raad gehouden vee. Dit moet door den veehouder zelf geschieden en in overeenstemming zyn met de registra- tiekaart per 30 Mei j.l. Strooregeling oogst 1943 Aan iederen teler van stroogewassen en lederen veehouder s thans een aanvraagformulier met bygevoegde „mede- deeling" voor aanvrage toewijzing stroo uit eigen oogst 1943 en/of aankoopvergunning stroo oogst 1943 ter in vulling toegestuurd. Invulling Alvorens tot invulling van het aanvraagformulier over te gaan, gelieve u de bygevoegde „mededeeling" nauw keurig te bestudeeren. Particuliere Paardenhouders Particuliere paardenhouders dienen de blz. 1 en 2 in te vullen. Door hen moeten tevens de voor het geheele seizoen benoodigde hoeveelheden erwtenstroo, hooi en voederbieten worden aangevraagd. Voederbieten mogen ook worden gekocht zonder aan koopvergunning, mits de vastgestelde maximum pryzen in acht worden genomen. Andere aanvragers Aanvragers die een stroo-toewijzing uit eigen oogst wenschen aan te vragen gelieven dit te doen op blz. 3. Wordt een aankoopvergiinning verlangd, dan moet blz. 4 worden ingevuld, doch daarenboven ook de „veesta pel" en „Bedrijfsgegevens" op blz. 3. Bij levering van het stroo door een teler, moet de be treffende verbouwer-leverancier de op blz. 4 voorko mende verklaring teekenen. tevens moet liet org. no. en voltallig adres van den teler worden opgegeven. Het „dik" omlijnde gedeelte moet niet door den aanvrager ingevuld worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 10