Centrale stieren keuring Raai te
Uitloopsnelheid bij aardappelen
Aardappelverbouwers opgepast 2
De zwartbonte
ruimen ruime garage, ja zelfs een goed
onderhouden geasphalteerde weg of iets
dergelijks.'Elke plaats met een harden
vloer kan zich voor dit doel leenen.
Mocht ergens een rustig stuk weg be
schikbaar kranen worden gesteld, dan
behoeft een weinig verkeer geen be
zwaar te zijn, omdat het passeerende
voertuig de rol, die het dorschen ver
richt, zelfs nog in zijn arbeid helpt.
Tot slot dient er nog even op gèwezen
te worden, dat het koolzaad zeer ge
voelig is voor een te vochtige bewaring.
Als ge het zaad op dit punt niet ver
trouwt, bindt dan de zakken niet dicht
en stapelt deze niet op elkaar, maar
zet ze open naast elkaar neer en con
troleert ze geregeld. Op mooie zonnige
dagen kan het koolzaad zeer goed in
de zon nagedroogd worden, waardoor
in sommige gevallen veel onheil voor
komen zal kranen worden.
Hiermede zijn de voornaamste punten
van het oogsten, inhalen en dorschen
van het koolzaad naar voren gebracht.
Moge het iederen verbouwer gelukken
zijn zaad zoo goed mogelijk binnen te
krijgen.
J. P. Dijkhuis.
Hoewel bij de boeren in het algemeen
de wensch bestaat met kleine poters
te werken, is toch sinds jaren welbe
kend, dat groote poters een belangrijken
voorsprong hebben op de kleine. Het is
alsof deze meer voedsel beschikbaar
hebben voor de vorming der spruiten.
Dit ligt ook voor de hand en het is
eigenlijk verwonderlijk, dat het vele
jaren heeft geduurd alvorens men in
zag, dat met groote poters hoogere
opbrengsten waren te verkrijgen dan
met de kleine.
Een en ander is indertijd bevestigd
Onlangs hebben wij kunnen mededeelen,
dat er van de zijde van het Bedrijfschap
voor aardappelen zeer behoorlijke maat
regelen zijn getroffen met betrekking
tot de afname en de betaling der aard
appeloverschotten oogst 1942.
De heer K. de Vries, Hoofd van Hoofd-
afdeeling IH van den Ned. Landstand
en voorzitter van het Bedrijfschap Aard
appelen, wijst den aardappelverbouwers
in aansluiting op ons artikel, er op, dat
tegenover den plicht van de overheid,
om de betreffende aangelegenheid aldus
af te wikkelen, de telers van aardappe
len ook een plicht te vervullen hebben
en dat is wel de volgende:
„Op gezette tijden wordt er geïnventari
seerd en dan is het onze plicht als aard
appelverbouwer zoo juist mogelijk op
te geven wat onze voorraad is. Er zijn
natuurlijk collega's, die bezwaren heb
ben; er is kans op indrogen, tarra, enz.
Als practische menschen weten wij allen,
dat men met een speling van 10 pro
cent naar beneden en naar boven daar
veel aan kan doen.
Het is gebleken, dat er telers zijn, die
bjj de inventarisatie zoo goed als niets
opgaven en daardoor nu nog tamelijke
hoeveelheden aardappelen hebben zitten.
door een proefveld van den R. K. Jon
gen Boerenstand te Kruisland (Zie
Landbouwkundig Tijdschrift 50 (1938)
516).
Hierbij bleek, dat groote poters voort
durend vóór zijn in ontwikkeling van
het blad en dat kleine poters sneller
afrjpen. Vooral bleek dit bij Bintjes te
zijn. Voor zoover het dit ras betreft
verdient het dus in ieder opzicht aan
beveling, groote poters maat 4050 te
gebruiken bij een afstand van 13 op
de roe, d.w.z. ongeveer 30 cm. onder
ling.
Nu vraag ik: hoe moet de ovemeiu de
rantsoenen voor aardappelen vaststellen
als zij niet over de juiste gegevens be
schikt
Hebt gij wel eens nagedacht, welk een
moeilijke opdracht het is iederen Neder
lander iedere week weer zijn 4 kg. aard
appelen te bezorgen En ook de aan
sluiting van den ouden op den nieuwen
oogst moet goed geregeld worden, zoodat
iedei "ijn 4 kg. behoudt. DenkeD de
verbouwers daar wel eens aan? De prij
zen der aardappelen zijn lang de slecht
ste niet van die der landbouwproducten;
de afwikkeling is ook behoorlijk en toch
zijn er menschen. die mopperen. Ver
geten zij niet te dikwijls, dat ze zelf de
oorzaak zijn geweest en dat zg geen
reden tot mopperen zouden hebben, wan
neer er door hen een juiste opgave ver
strekt was?
Het was onze bedoeling daarop nog eens
de aandacht te vestigen en overigens
iederen aardappelverbouwer op het hart
te binden: werk in ieder geval mee aan
een goede inventarisatie en houd u aan
de gegeven voorschriften".
Aan deze woorden van een op dat ter
rein zeer deskundig man als de heer
De Vries hebben we niets toe te voegen.
Opmerkelijk is, dat het ras hierbij
zoo'n groote rol speelt. Zoo is bekend,
dat de Eersteling in dit opzicht nog
wel eens teleurstelt: deze variëteit
vormt bij eenigszins ongunstig weer
spoedig onderzeeërs. Hieronder ver
staat men het verschijnsel, dat de uit-
gepote aardappels in plaats van boven
te komen, tallooze kleine knolletjes
gaan vormen, waardoor het roserve-
voedsel over zóóveel scheuten verdeeld
wordt, dat deze te zwak zijn om nog
boven den grond te komen. Dit is een
gevolg van spruitverlies in den winter,
terwijl ook de temperatuur, het vocht
en het licht tijdens de bewaring van
invloed zijn.
Vooral wanneer na het poten kcud en
nat weer optreedt, komt dit verschijn
sel veelvuldig voor.
Overigens kan ook gebrek aan spruit-
energie zich wreken. Dit was b.v. in
1942 hèt geval, toen door het optreden
van Rhizoctonia de zwakke spruiten
gedood werden nog vóór ze geheel bo
ven óen grond waren. Ook hierbij is
het ras van beteekenis. Eersteling en
Bevelander hadden er b.v. het meeste
van te lijden.
Belangrijke onderzoekingen
Een onderzoek naar het verband tus-
schen ras en uitloopsnelheid -s uit
gevoerd door den Duitschen onderzoe
ker H. Braun, die daarbij de volgende
bijzonderheden vond
De uitloopsnelheic is een eigenschap
van het ras, er zijn snel, middelmatig,
snel- en langzaam uitloopende variëtei
ten. De snel uitloopende soorten komen
het regelmatigst op.
Er is geen samenhang tusscher uit-
looptijd en tijd van rijpen. De hei komst
van het pootmateriaal is van .nvloed,
doch deze wordt overbeerscht door het
aandeel, dat het ras ten dezen heeft.
Een hoogere giondtemperatuui bevor
dert de uitloopsnelheid.
Braun deelde het Duitsche sortiment
in naar de uitloopsnelheid. Onder ge
noemde variëteiten is er echter slechts
één, die ook ten onzent bekendheid
geniet, n.L Voran, die langzaam uit
loopt.
Onderzoekingen van het Nederlaodsche
aardappelsortiment op deze eigenschap
zijn ons niet bekend. Aangenomen mag
worden, dat, waar het lichtkiemonder-
zoek in ons land reeds zóó ver ontwik
keld is, ook over dit onderwerp nader
hand wel wat gepubliceerd zal worden.
W. G.
(Van een deskundigen medewerker).
De belangstelling voor deze keuring
was zoo enorm dat de catalogi reeds
voor den aanvang van de keuring wa
ren uitverkocht.
Wanneer alle dieren van een rubriek
tegelijk in den ring moeten verschijnen
is het zeer moeilyk om van ieder afzon
derlijk een beeld te krijgen, vooral als
de nummers dan nog slecht zichtbaar
gedragen worden. Zoo was het in Raal-
te. En toen ze uit den ring kwamen
was het ook weer mis, want door het
regenachtige weer. werd er direct een
dek over de dieren gelegd.
Het aangevoerde materiaal was van
goede kwaliteit. Men volgt hier de
laatste jaren de Friesche richting en
het meerendeel van net aangevoerde
materiaal is dan ook in Friesland ge
fokt of stamt uit Friesche ouders.
Vooral Adema 197 liet verschillende
beste zoons en kleinzoons zien, zoodat,
wanneer alles aan de verwachting be
antwoordt, deze stier ook hier een be
duidende nafok zal krijgen.
De keuring, die in 4 rubrieken verdeeld
was, begon met
stieren van 4 jaar en ouder.
De catalogus vermeldde hier 10 stieren.
Doordat hier vertegenwoordigers van
alle fokdistricten aanwezig waren, was
dit nu niet bepaald een uniforme groep.
Tarzan eig. J. de Leeuw e.a. te Mand-
jeswaard een fokproduct van Noord-
Holland-Friesland was hier zeker de
beste; een extra breede en platte stier.
Een stier die o.i overal een goed figuur
zal kunnen maken. Zooais gezegd was
deze rubriek niet uniform en troffen
we naast den zeer kleinen en diepen stier
Jelle Adema, eig. J. H. ter Horst te
Enschede, den wat veel maat hebbenden
WUker Deyne, eig. A. Koopstra e.a. te
Blankenham aan.
Een vrij evenredige en mooi gebouwde
stier in deze rubriek was nog Oldamb-
ster Literator, eig. G. ter Horst te
Linde; kan echter even zwaarder van
beenen zijn.
Stieren van 8 jaar.
Hier kwamen een paar kleinzoons van
Adema 197 bovenaan nl. Aris een zoon
van Arnold eig. stierhouderij Almelo
en de Bontjes Adëmazoon Adema van
Scheltema eig. stierenvereeniging „Ons
Belang" te Kallenkote.
Beide zijn een paar diepe stieren echter
van boven niet te breed.
Een besten indruk maakten ook Udo,
een zoon van den Gron. Tony, eig. J. D.
Snel e.a. te Mastenbroek en Johan, een
zoon van Willem, eig. fokvereeniging
Wanneperveen. Een paar breede stieren,
die echter allebei de zoo gewenschte
diepte missen. In deze rubriek waren
14 stuks aangegeven.
Rubriek 2-jarige.
Ook in de rubriek 2-jarige was het
weer Adema 197 die met 2 zoons op
den voorgrond trad. Bovenaan kwam
echter de Jellezoon Jellema van P. J.
Slesse te Mantesjwaard, een goedgelrjn-
de vrij diepe stier. No. 2 werd hier Julius,
eig. Fokvereeniging Lonneker, Enschede,
gefokt door J. N. Wassenaar te Jelsum.
Deze liet het evenals de No. 3 geplaatste
Piet, eig. Stierhouderij Twekkeloo en ook
gefokt door Wassenaar, in de beenen
zitten.
De jaarlingen, die voor het meerendeel
uit Friesland geïmporteerd waren, vorm
den een mooie uniforme groep.
Paulus, een kleinzoon van Adema 197,
eig. H. J. Schutte te Kampen, stond hier
aan den kop. Ook de no. 2 geplaatste
Piet Adema, eig. L. Martens te Zuid
veen is een kleinzoon van Adema 197.
Deze stier is van boven extra, doch de
beenen konden iets zwaarder zijn.
Al deze stieren zijn van hooge produc
tie afstamming en wat dat betreft kan
Overijssel de toekomst vol goeden moed
tegemoet treden. Het is ons echter op
gevallen dat men hier te weinig op de
beenen let. Hoewel wij geen bewonder
aar zijn van extra zware beenen, zouden
wij toch als een primairen eisch willen
stellen, dat een stier correcte beenen
moet hebben.
Dit schijnt men hier echter, gezien de
bekroning van een stier als Oldambster
Archimedes, volkomen te verwaarloo-
zen, en dat zou op den duur wel eens
funest kunnen worden.
Aris 19148 S. Eerste prijswinnaar op de Stierenkeuring
t© Kaalte in de rubriek Zwartb. Stieren van drie jaar.
Eng. Stierh. Almelo, Secr. J. Post.
Paulus 21203. Eerste prjjs op de Stierenkeuring te
Kaalte in de rubriek Zwartb. Stieren van 1 jaar. Eige
naar H. .1. Schutte te Kampen.