Uitvinder ontdekker NIEUWS UIT HET GEWEST VERZOEK en Hg woont daar ieverans in de contrijen van een klein visschersdorpke in het Oostelijk deel van ons gewest. Met zijn stoeren kop, omlijst door een stug, ruig baardje, gelaatstrekken als uit graniet gehouwen en een paar tinte lende blauwe oogen, waaruit wilskracht, levenslust en volharding spreken is hij het echte onvervalschte type van een Germaanschen landman, geboren en ge togen op de wijde landouwen, gebruind en gehard door weer en wind, vergroeid en één met den bodem dien hij be werkt, waarop hij zwoegt en zweet van 's ochtends vroeg tot laat in den avond, jaar in jaar uit, in alle seizoenen, in striemenden regen, bijtende koude en verzengende hitte. Zorgen en leed heb ben hem niet gespaard, maar oersterk en taai als de wilgen van het polder land, wist hij zich staande te houden en er door heen te worstelen. Op de schoone pachthoeve van zijn tante aanschouwde hij het eerste levens licht en werkte er jaren lang met vader en broers totdat door haar dood, het hof in handen van vreemden kwam, van lieden bij wie alleen het geld eenrol speelt en die maling hebben aan het oude erfrecht op de hoeve der voor vaderen. Zoo kwam hij als arbeider in dienst bij andere boeren en door een spaarzaam en sober leven wist hij zich op te wer ken tot keuterboerke, want boeren bloed verloochent zich nooit. Op zgn ouden dag is hij nu weer boer op eigen grond, heer en. meester van zijn eigen doeninkje met een koe en stukske grond. In gezapig Vlaamsch kan hij zoo onder houdend vertellen van vroeger, want in zijn jongen tijd gebeurde het werk op akker geheel anders dan thans, machi nes waren onbekend, wat tot gevolg had dat er meer menschen in den land bouw werkzaam waren dan nu het ge val is. Er werden ongeveer vijftig jaar geleden raast de gewone akkervruch ten, ook andere gewassen zooals cicho reiwortels en kempzaad verbouwd, die nu echter in ons polderland niet meer voorkomen. 't Zaaien gebeurde altijd met de hand. Paardeboonen plantte men met de spade in 't omgeploegde land, de mannen maakten de kuiltjes en de vrouwen wier pen er de booren in. Hij heeft nog erw ten boven o^ den grond wezen zaaien, die dan lichtjes ondergeploegd werden. Hij heeft de opkomst van de suiker-» bieten meegemaakt en kan nog precies de akkers aanwgzen, waar de eerste fabrieksbieten, nu zestig jaar terug, groeiden. Dat waren bieten met weinig gehalte, die gemiddeld -en pond per stuk wogen, zelfs koebieten verwerkten de fabrieken toen. Elk jaar vergrootte men de met bieten beteelde oppervlakte en dat bracht veel werk mee. Het rooien was en is ook nu nog een zwaar werk, maar in dien tijd was het een nog zwaar der karwei, want de bieten werden niet zooals tegenwoordig met een klein handig bietenspaatje, maar met een gewone spade gerooid. Het oude boerke, dat steeds in 2100 wei nig mogelijk tgd, veel werk wil ver richten is feitelijk de uitvinder van het bietenspaatje, waarmee men met min der moeite veel meer werk doet. De spaden die men vroeger gebfuikte waren na enkele seizoenen danig afge sleten en men werkte er dan ook ge makkelijker mede. Er was echter nie mand zoo slim, om als de spade kapot was, een model te laten maken naar een goed afgesletene, maar men kocht een voudig een nieuwe onhandige. Hij zelf had eveneens deze ondervin ding opgedaan en bovendien doordat deze brak en hij haar opnieuw ge bruikte. bemerkt dat een kortere steel nog handiger was. Zoo stapte hg dan op zekeren dag naar den smid en liet zich een klein smal spaatje met een korten steel maken .Toen hg voor het eerst met dat nieuwe werktuig aan den arbeid ging, vroegen de arbeiders hem spottend, of hg zijn spa gebroken had en er geen nieuwe meer waren. Hij liet ze echter spotten en presteerde met zgn spaatje meer arbeid in minder tijd. De spotters waren hierdoor vlug overtuigd van het practische van zijn eigen vinding en de een na den ander liet er zich eveneens eentje maken. Wel zijn in den loop der jaren de bie- tenspaatjes nog meer verbeterd, maar hij is toch de ontwerper en ook hier geldt, dat het maar een weet is en men op het idee moet komen. Dit is niet de eenieste uitvinding: van den nienteren ouden baas, want aar de kleine kaomachines. die men zelf moet voortduwen, heeft Hi naar ziin be dacht mesies gemaakt. De fabrieks messen ziin van nrMeren veel te breed zoodat men eóed moet oppassen om «men gewassen uit te rilden. De door hem ontwonnen mesjes zijn van strooken zin^ o-emn.avt <>n innlaats van verstel ba an. verwissel ba an en voldoen volgens hem beter dar de fabrieks- mesies. Nooit draagt hij gedurende den arbeid een horloge bij zich. daar dit nergens voor noodig is. Als het middag of avond is merkt hij dat wel. want hij werkt niet zooals zoovelen om den middag or avond om te krn«*en en die gedurig kijken hoe laat of bet is en dan ran naar huis gaan: hij werkt alleen om het werk dat hem bevalt, waarmee hij tevreden en gelukkig is en zich onver, brekelijk verbonden weet met den bo dem en de hem omringende natuur Hij is echter niet alleen uitvinder, maar ook ontdekker en ongraver. Van ziin vader (die wist het weer van zijn vader) had hij altiid hooren vertellen dat waar nu hun hoeve stond, in vroe ger eeuwen een dorok» had gelegen dat door de zee verzworen was. Als kind vond hij soms we' eens een oude munt of ander vreemd voorwern. maar sloeg er toen hegrijnebikerwijze geen acht op. waar dat nu fo'te'iik vandaan kwam. Maar op een keer. zoowat twintig jaar ge'eden, was hij met enkele arbeiders aan 't werk op de hoeve waar zij eens gewoond hadden. Zii groeven grachten in een weiland en oneens stiet hij op oude fundamenten en brokstukken, waardoor het werkelijk bestaan van een dorp of nederzetting bewezen was. Later werd ook nog het kerkhof ge vonden en daarbij bleef het. In 1934 ver richtte hij op aandringen van een dorps notabel en met toestemming van den eigenaar der hoeve opgravingen op de bewuste weide, waarbij op een diepte varieerende van 90 tot 110 cm. de fun damenten van een langwerpig gebouw werden blootgelegd. De lengte hiervan bedroeg 12 meter en de breedte 9 meter, terwijl er bovendien nog een tusschen- muur was. De fundamenten zelf waren 90 cm. dik en de hiervoor gebruikte steenen hadden een afmeting van 27x 10x8 cm., een geheel ander formaat dus als tegenwoordig. Ook talrijke dakleitjes van een bijzon der model, doch helaas brjna alle ge broken, kwamen te voorsehgn. Naar schatting was het opgegravene onge veer vijf eeuwen oud en vermoedelijk afkomstig van het door den grooten watervloed van 22 Maart 1404 verzwol gen dorje Moerkerk, waarvan de lig ging tot nu toe onbekend was. zooals van zoovele andere in voorbije tijden verdronken plaatsen. Op het kerkeplein van het visschers- dorpje staat nu als herinnering aan dit oude dorpje, een klein monumentje op gebouwd uit de opgegraven steenen en aan den eenvoudigen landman, die zich alleen gelukkig voelt op zijn akker, daar in 't wijde polderland, komt de eer der ontdekking toe. A. COCQUIT Kapelle De Tuinbouwvereeniging Kapelle-Bieze- linge hield een algemeene «vergadering. De voorz., de heer C. v. d. Vliet, deelde mede dat tot secretaris der vereeniging in de vacature van den heer J. J. Mol gekozen was, de heer B. de Jager Mz. en tot 2e secretaris de heer Z. de Groene Az. Afgeleverd werden voor de leden 1115 kg. boonen. Over den ver koop van aardbeien en frambozen wer den geen besprekingen gevoerd. Een afwachtende houding wordt aangeno men. Besloten werd een excursie te maken naar Zeelands proeftuin te Wil- helminadorp. De heer Phaff sprak ver volgens over de aardbeiencultuur en o.s. ziekten. Den arbeid van Prof. Spren. ger, van Mej. Kronenberg en Ir. Bosma bracht spr. naar voren. Aan de selectie zal meer zorg besteed moeten worden. Vooral moet begonnen worden met een goede grondbewerking en prima plant- materiaal. Staven isse In Café van Dalen werd onder voor zitterschap van den heer J. C. Droogen- drjk een vergadering gehouden van ingelanden van den Cal. polder Oud- Kempenhofstede. De rekening voor het. dienstjaar 1942/43 werd in ontv. vastgesteld op ƒ10210.44 en in uitgaven op 10185.50. De be grooting voor het nieuwe dienstjaar in ontvangsten en uitgaven op 9714.58. Het dijkbeschot voor de dijkerslanden werd bepaald op 10 per h.a.. voor de vroon- en vrijlanden op 2.50; voor dijkerslanden en vroonen ten behoeve van de waterkeering op 27.2128 per h.a. Uitgebracht werd het verslag aan gevende den toestand van den polder enz. over het dienstjaar 1942/43. Tholen Woensdagavond hield de veilingvereni ging „De Eendracht" in de zaal van mw. Hoek haar algemeene jaarver gadering. Wegens ongesteldheid van den voorzitter, den heer J. E. van Gor- sel, werd het voorzitterschap waarge nomen door den heer J. Quist-Geluk. De notulen van de vorige vergadering werden gelezen. De heer Joh. Over- beeke kon zich met de redactie niet vereenigen en meende ooi? dat de stem ming, die toen gehouden is, niet x^- glementair is geschied. Met meerder heid van stemmen werden echter de notulen ongewijzigd vastgesteld. Ingekomen was een schrijven van de heeren W. Moelker en M. J. Stoutjes- dijk dat zij bedankten als lid van de financieele commissie. De voorzitter brengt den heeren namens het bestuur dank voor het werk dat zij zoo vele jaren hebben verricht. Verder was in gekomen een regeling betreffende de groene kruisbessen. Uit de rekening bleek dat er een winst was gemaakt van 51.41. De fin. com missie adviseert in zijn verslag tot goedkeuring van deze rekening waartoe met alg. stemmen besloten wordt. De contributie wordt vastgesteld op 1.en het veilingspercentage op 4 Het bestuur stelt voor om den neer M. P. de Wilde op zijn verzoek eervol ont slag te geven als veilingmeester en hem te behouden als administrateur. Met 41 tegen 11 stemmen en 8 blanco wordt hiertoe besloten. De heer Klomoe brengt namens het bestuur den heer de Wilde dank voor hetgeen hij als veilingmeester heeft gedaan en naar zijn meening in het belang van de veiling. De helft van zijn functie behoudt hij nog en hrj hoopt dat hij daarin met hem nog vele jaren genóeglrjk mag samenwerken. Het bestuur stelt nu voor om als di recteur te benoemen den heer M. L« Labeur. De voorzitter licht toe dat het bestuur na lange bespreking er toe gekomen is uit de 23 sollicitanten den heer La beur voor te stellen om te benoemen. Met 43 tegen 6 stemmen en 6 blanco wordt de heer M. L. Labeur benoemd als directeur der veiling. Als bestuursleden werden herkozen de heeren J. Quist-Geluk en M. Rogge band, die onder dankzegging hun her benoeming aannemen. Bg de rondvraag wordt naar voren gebracht om vooral toch rekening te houden met de vroegere koopers van de verschillende producten, zoodat er een rechtvaardige verdeeling is. De voorzitter zegt toe dat dit in het bestuur besproken zal worden. De secretaris meent nog een enkel woord te moeten zeggen en wel dat het hem in zijn levensloop nog nimmer is voorgekomen dat er over de notulen moest worden gestemd, maar wat men nog nooit heeft meegemaakt dat kan men altijd nog meemaken en dan heeft het hem verwonderd, dat degenen die zoo geijverd hebben om den heer De Wilde te houden als veilingmeester, nu het bestuur hem op zijn eigen verzoek eervol ontslag wil geven, zij juist hier tegen hebben gestemd. Verder brengt hij den voorzitter dank daar deze zoo onvoorbereid deze functie moest ver richten, dat hij alles zoo goed heeft geleid. Waterschap Ellewoutsdijk- Driewegen Dezer dagen vergaderden de ingelanden van het waterschap Ellewoutsdijk onder voorzitterschap van den dijkgraaf den heer A. J. Bruggeman. Aanwezig of vertegenwoordigd 31 van de 36 inge landen. Uit het jaarverslag bleek o.a. dat de schuldenlast van het waterschap op 1 Mei 1943 bedroeg 230.464.60. De rekening 19421943 werd vastgesteld met aan ontvangsten 176.018.82 en aan uitgaven 171.350.24. Op voorstel van het bestuur werden de jaarwedden met ingang van 1 Mei 1943 vastgesteld op 1100 (voorheen hadden z£ een tijdelijke toelage). De begrooting 19431944 werd aangenomen met een bedrag aan ontvangsten en uitgaven groot 48.620.08 en een post onvoor zien van 1091.71. Waterschap Ovezande In de vergadering van 't Waterschap Ovezande werd de rekening 19421943 vastgesteld op 10480 93 in ontvangst en op 7171.01 in uitgaaf, alzoo met een goed slot van 3309.92 en de be grooting voor 194344 op 11148.67. Het dijkgeschot werd voor de schot- bare gronden vastgesteld op 10.en voor de vroonen op 9.-^- per H.A. De heffing aanslag gebouwd werd bepaald op 3 procent van de belastbare op brengst. Alles gelijk het vorig jaar. Uit het door het bestuur ingestelde onderzoek ingevolge art. 35 van het Polder-ambtenaren-reglement Zeeland 1931b blijkt, dat het financieel en ad ministratief beheer over de jaren 1937 1938 tot en met 19421943, door den Ontvanger-Griffier naar behooren is nageleefd. Brieven of stukken voor den Landstand niet te adresseeren aan bepaalde personen of particuliere adressen doch UIT SLUITEND aan: De Nederlandsche Landstand, Groote Markt 28, Postbus 81, GOES.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 4