V\07// @a£ï\UITTEELT^^ De Inrichting van de fruitbewaarplaats Ook kerseboomen moeten gesnoeid worden r De rassenkcuze 1943-1944 winterboei- en winterraapzaad Vesësisaa 9 MILLIARD JV. Het werk van den fruit teler in deze week liet is een veel verkondigde meening dat kerseboomen niet gesnoeid be hoeven te worden, liet overtollige hout komt binnen ir de kroon, sterft Immers vanzelf af en verdwijnt! Deze meening is niet juist. Ook ker seboomen hebben dien snoei noodig, ztf het dat deze minder ingrijpend Is dan bij appel of peer. By jonge hoornen bestaat de snoei in groote lijnen in het gedurende twee ol drie jaren inkorten van de gesteltakken en in het uitdunnen van de te veel gegroeide loten. Bij oudere hoornen Is het gewenscht het waardeloozc iUne hout in het inwendige van de kroon te verwijderen, evenals dit geschiedt met de eventueele schaaf- tukken. Door verwijdering van het® nog veel voorkomende doode hout, zal het aanzien der boomen ver beteren, torwyl de ziektebestryding met meer succes kan plaats vinden. Men mag dan een verbetering van de fruitkwaliteit verwachten. Wel moet men er voor oppassen groote, zware takken weg te nemen, omdat l>y Meikersen de daardoor ontstane gaten niet gemakkeiyk aangevuld worden en zoodoende opbrengstver- liezen zullen ontstaan Wanneer de kerseboomen als wijkers tusschen de appels staa.i, zal men verplicht zijn groote takken, welke de appel- booinen gaan hinderen, te verwijde ren. Dit moet dan opgevat worden als een begin van opruiming der kei tcboomen. Het boste kan men met den snoei beginnen nadat de pluk afgeloopen Is. Het verdient aanbeveling de snoelwonden met menieverf nf te dekken. ii. In een voorgaand artikel hebben we enkele opmerkingen gemaakt over het bewaren van fruit in het algemeen: We willen nu, uitgaand van de theoretische gronden, die daarin vervatwaren, trachten vast te stellen, aan welke eischen een goede fruitbewaarplaats of -schuur rnoeb vol doen. Om het rijpingsproces zoo lang mogelijk en met zoo min mogelijk verliezen aan vruchten te kunnen rekken, moet: a. de temperatuur zoo constant mogelijk en zoo dicht mogelijk bij de voor de te koelen frultverscheldenheid gunstige temperatuur liggen; b. de schuur zoodanig gebouwd zün, dat bevriezen van het fruit tengevolge van koude, die door wanden of zolder bin nendringt word» voorkomen; c. de bouwwijze onder b. bedoeld, tevens zoodanig zUn, dat warmte van buiten niet kan binnendringen d. de luchtvochtigheid in de bewaar- ruimte te regelen 2ljn, opdat voorkomen wordt, dat de vruchten rimpelen of nat aanslaan e. geen daglicht kunnen binnentreden, daar de vruchten het best in het don ker bewaard kunnen worden. Het is dus duidelijk, dat by den bouw van een fruitbewaarplaats gezorgd moet worden voor een goede isolatie van de wanden en den zolder, opdat noch te lage, noch te hooge buitentemperaturen de tem peratuur binnen ongunstig beïnvloeden. De wanden en de zolder worden daarom meestal dubbel gevoerd en opgevuld met een isolatiemateriaal Voor vulmateriaal komen in aanmerking: droog en fyn turfmolm, droog zaagsel, fijngehakt stroo of riet, papiersnippers, en andere materialen, die veel lucht vasthou den. Als isolatiemateriaal, dat tegen de wanden of den zolder wordt aangebracht, gebruikt menGeperst riet of stroo, kurlc- platen, platen van speciale vezels of hout wol. We willen hier nadrukkelyk den raad geven, dat men wanneer men tot het bou wen van een fruitbewaarplaats over gaat, goed zal doen, maar niet lukraak te gaan bouwen, maar vooraf, met het oog op het aanbrengen van de isolatie, zyn licht eens opsteekt bij den Rijkstuinbouwcon- sulent, die met de koslaangelegenheden belast is Heeft men door het aanbrengen van een goede isolatie gezorgd, dat de temperatuur binnen het pakhuis zoo min mogelijk van1 bulten uit beïnvloed kan worden, dan moet men ook zijn aandacht schenken aan dé vochtigheid. Het beste is, den vloer in de bewaarruimte niet in beton uit te voe ren, daar deze een lage vochtigheid ver oorzaakt, doch het liefste een gewonen aarden vloer te gebruiken: deze reguleert de vochtigheid als het ware automatisch op het juiste niveau. Om het indringen van ratten en muizen te voorkomen, is het noodzakelijk in dezen leemen vloer fijn gaas in te graven. Behalve, dat men tracht, door het aan brengen van een isolatie, de temperatuur in de bewaarplaats zoo constant mogeiyk te houden, dient men ze ook zoo dicht mogelijk van deze koude buitenlucht in temperatuur te brengen. Daartoe zal men, als de buiten-temperatuur lager is dan de binnen-temperatuur, welke laatste echter nog niet gedaald mag zyn tot beneden de juiste bewaar temperatuur, zooveel mogelijk van deze koude buitenlucht in de bewaarplaats laten toetreden, teneinde het fruit zoo snel mogeiyic te doen af koelen. Een flinke ruime toevoer van koude lucht moet plaats kunnen vinden. Dit bereikt men, door in de buitenmuren zoo dicht mogeiyk boven den vloer, waarop de vruch ten gestapeld zyn, openingen aan te bren gen, waardoor de koude lucht kan toe treden, om dan na het passeeren van de ruimte, hetzij via ventilatieopeningen in het dak, hetzy door middel van electrisch gedreven ventilatoren, te worden uitge dreven. Een verbetering van het systeem van luchtinlaatopeningen vlak boven den vloer, vindt men in het aanbrengen van een open, lossen vloer, waar beneden de ope ningen uitmonden. De vruchten staan dan in kisten gestapeld op dezen lossen vloer. Door de openingen, die hieronder uitmon den, treedt de koude lucht toe en ver dwijnt aan de bovenzijde van de bewaar plaats. Het spreekt van zelf, dat de openingen, zoowel die, vlak boven of onder den vloer als, die bij het plafond van de bewaar plaats, gesloten moeten kunnen worden, daar zy anders oorzaak zouden kunnen zyn van 't binnendringen van ongewensch- te koude of warmte. Vooral de laag ge legen openingen leveren soms moeilijk heden op, omdat de inhet pakhuis aan wezige koude lucht, die zwaarder is dan do warmere buitenlucht, by niet nauw keurige afsluiting van deze openingen gemakkelijk weglekt, waardoor de temi peratuur in het pakhuis stijgt. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, heeft men de openingen wel ter hoogte van het pla fond aangebracht, waarby de lucht toet behulp van een krachtigen ventilator dooi de dubbele buitenmuren wordt gezogen, onder de opgestapelde kisten tusschen de vloeren treedt en dan langs de vruchten naar yet plafond in het pakhuis stroomt. Ter contröle is noodig dat men binnen, zoowel als buiten een goeden thermometer hangt. Is de temperatuur binnen nog niet zoo laag, als men deze wenscht, en is de temperatuur buiten lager dan binnen* dan opent men de openingen en de Kana len in 't plafond of men stelt den ventila tor in werking en laat de koudere lucht langs de vruchten stryken. Zoodra dan de temperatuur binnen en buiten geiyk Is, of zoodra deze lang genoeg is, sluit men alles weer af en vertrouwt op de aange brachte isolatie, die zoowel koude als warmte van bulten moet weren. Over het algemeen zal men des nachts het pakhuis op circulatie hebben staan en het op den dag gesloten hebben; want de temperaturen zijn In den nacht lager dan overdag, zoodat men dus door des nachts te circuleeren, lagere temperaturen kan bereiken. Alleen als het vriest, en als de temperatuur te laag dreigt te wor den, zal men óf trachten de door de ademende vruchten afgegeven warmta vast te houden, óf by temperatuurstyglng overdag wat warmte toe te voeren. Wo willen er hier nog even op wyzen, dat het dalen van de temperatuur gedurende enkele dagen tot 1°C. beneden nul geen gevaar voor de vruchten behoeft op te leveren; een lang aanhoudende te lage temperatuur doet echter wèl schade, door dat dan, hetzy bevriezen of L.T.B. op treedt. D. L. BOOY Volwassen kunnen cursussen volgen b.v. In BEMESTINGSLEER. Men moet y.lch daarvoor In den herfst twaalf avonden vrUmaken. Ter avond krijgt men dan twee uur les, terwijl tevens allerlei practische vragen kunnen worden gesteld. GRONDMONSTERS moeten genomen wor den zoodra het land vry komt en opge zonden worden aan het Beclryfslaborato- rlum voor Grondonderzoek, Prof. v. Hall straat 3 te Groningen, ln degeiyke ver pakking met begeleidend schryven. Wanneer wy de uitkomsten oei ras- senproefvelden over een reeks van jaren overzien, dan blijkt voor Verschillende gewassen, dat nu eens het eene ras en dan weer een ander vooraan komt Het komt slechts hoogst zelden voor dat een bepaald ras elk jaar de beste resul taten geeft. Wel kan men waarnemen, dut een zeker ras meestal ln het achterste gelid komt, terwijl het betere ras in de meeste jaren vooraan staat; doch een zeer productief ras kan wel eens mid delmatig tot slecht voor den dag ko men. terwijl het geen uitzondering is. dat een minder opbrengend ras -er en kelen keer een uitstekend figuur maakt. In de practijk doen de landbouwers de zelfde ervaring op. Daarom hechten deze terecht een groote waar.ie aan de oogstzekerheid. Zoo zien wij, dat er in het Noorden des lands, waai men vaak met uitwinteren te kampen heeft, een groote belangstelling voor wiuter- vaste rassen bestaat. Verder mug een ras niet al te vatbaar zijn voor plan tenziekten, welke niet of moei'ijk te bestrijden zijn, Wij denken in dezen b.v. aan de Joncquois tarwe, een b ransch ras, dat eenige jaren achtereer. zeer hooge opbrengsten gaf, tot net ln he vige mate door roest werd aangetast en om deze reden weer moest wijken. Rassen met slap stroo kunnen bij schrale bemesting en in een strooarm jaaj een beteren indruk maken dan stevige ras sen, doch ze zullen tegenvailer. op vruchtbare gronden en by groeizaam weer. Is de oogsttijd «vochtig, dan blykt het belang van tegen schot resis tente rassen en zoo zouden we door kunnen gaan. Ten slotte zal de boer een keuze moeten doen, hy zal de goede en minder goede eigenschappen van de voor den verbouw in aanmerking Komen de rassen tegen elkaar afwegen, daarbij rekening houdend met de nmsïandig- heden van eigen bed'ryf. Hoe voücdiger onze kennis omtrent de rassen is. des te juister zal in elk bijzonder geval de rassenkeuze kunnen geschieden. Nu zeei binnenkort de opbrengstcijfers der rassenproeven met koolzaad wel bekend zullen worden, lykt het ons van belang in dit eerste bericht de er varingen uit vorige jaren even in her innering te brengen. Eenige der nieuw ste veldwaarnemingen zullen hieraan worden toegevoegd. Mnnsholt's Hamburger koolzaad. Werd door Dr. R, J. Mansholt te Westpolder (Gr.) gekweekt. Het ras vormt een mooi gewas met egaal, kort cyn stroo en fijne hauwen. Rypt tijdig en kan zeer goede opbrengsten geven. Het zaad is vry klein, doch van goede Kwaliteit. Een ernstig bezwaar is de geringe wintervastheid, waardoor het minder oogstzeker wordt. In de laatste jaren voor den octtiog werd door het I. v. P. een begin gemaakt met de beproe ving van Lembke's koolzaad en Janetz- ki's Koolzaad. Beide rassen bleken vin- tervaster te zijn dan Hamburger. Lembke's koolzaad. Groeit aanvankelijk kort en gedrongen, doch ontwikkelt zich later tot een lang. forsch gewas met groote hauwen en groot zaad. Het rijpt eenige dagen na Hamburger. Een groot voordeel is de betere wintervastheid. Dit jaar werd de indruk verkregen, dat Lembke's koolzaad een iets latere zaai beter verdraagt dan Hamburger. Ook op zandgrond schijnt Lembke het goed te doen. De zaadopbrengst is zeer goed. Janelzki's koolzaad. De wintervastheid is ongeveer gelyk aan die van Lembke's, misschien iets grooter. Het onder scheidt zich er verder van door korter doch slapper stroo en door ongeveer een week vroegere rijping, hetgeen met het oog op de werk ver jeeling van belang kan zyn. De opbrengst is goed. doch blyft beneden Lembke Ten slotte nog iets over Lembke's raap zaad. Dit ras stond in wintervastheid tusschen Hamburger en Lembke's kool zaad in. De jonge planten ontwikkelen zich voor den winter tot zeer platte rozetten. Het gewas bloeit en ry'pt vóór het koolzaad; de opbrengst olrjft hier bij onder normale omstandigheden ten achter. Het zaad is klein. Lembke's raapzaad werd dit jaar nog al aangetast door eenige ziekten Wij noemen de spikkelziekte of „net ver slag", de witte roest en de sclerotinia of „rattenkeutelziekte", de eerstgenoem de ziekte trad in dit jaar in verschil lende perceelen in ernstige mate op en veroorzaakte dan vroegtijdig afsterven en noodrijpheid, waardoor veel zaadver- lies kan optreden. Onze indruk is, dat de verbouw van raapzaad geen aan beveling verdient, ook niet op zand grond, waar koolzaad het in het alge meen in opbrengst van raapzaad wel zal winnen. Waar koolzaad niet thuis hoort zooals op hooger gelegen humus- armen zandgrond daar doet raap zaad het ook niet. Alleen wanneer men in de noodzakelijkheid verkeert van zeer laat te moeten zaaien, Kan men overwegen raapzaad te verbouwen. Koolzaad moet vroeg worden gezaaid, liefst omstreeks half Augustus. In het Zuiden kan men desnoods nog in de eerste dagen van September -/«aaien, in het Noorden is dit niet mogelijk zon der aan opbrengst te verliezen. By een zaaitijd na omstreeks 10 Sept. in het Noorden en omstreeks 20 Septem ber in het Zuiden, kan de verbouw van raapzaad worden overwogen. Origineel zaaizaad van Lembke's koolzaad, Ja netzki's koolzaad en Lembke's raapzaad is verkrijgbaar bij Fa. G. Kraai Wn., te Vlagtwedde. Vatten wij het voorgaande samen, dan kan voorloopig worden geconcludeerd, dat Lembke's koolzaad vanwege groote wintervastheid en goede opbrengst, het meest voor algemeenen verbouw in aan merking komt. Zy, die over een bepaald ras nadere inlichtingen wenschen, kunnen zich steeds tot de Rijkslandbouwconsulenten wenden, die voor elk afzonderlijk geval gaarne advies verstrekken. Premie koolzaadverbouw Ten einde misverstand te voorkomen wyzen wjj er op, dat alleen diegenen, die koolzaad verbouwd hebben, in aan merking komen voor toewijzing van spijsolie. Heeft men wel de verplichting gehad om koolzaad te verbouwen, doch heeft men die verplichting overgedragen aan een ander, dan heeft men geen recht op toewijzing van spijsolie. Dus alleen de werkelijke verbouwer krijgt spijsolie- toewijzing. ir- OHOERUNCf A ITverkkcrinc maatschappij 'u MOLESTVERZEKERINGEN voor Gebouwen, Inboedels, Inventa rissen, vaartuigen, enz. Bedrijfsschade en huurdervlng, ook voor binnen vaartuigen. Persoonlijke ongevallen. Geld. geldswaarden en pre- ciosa. Halfjaarlijksctie Schaderegeling! Totaal werd reeds verzekerd voor ruim GULDEN Voegt daarbij ook Uw belang en vraagt inlichtingen bij uw Assurantie bezorger! J (Ingezonden mededeeling).

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 6