Meden en toekomst ^eetano en vvo*i-|\j. tirat G O F S 2de Jaargang No. 36 Vrijdag 10 Sept. 1913 "Verantwoordelijk voor den Inhoudt De Boerenleider Wie de verhoudingen van onze boeren bedrijven in het verband van den geheelen economischen opbouw van ons vaderland wil verstaan, dient een hel der inzicht te hebben in den histori- schen groei van alles wat zich heden om ons afspeelt. Alleen dan kan men vastberaden den moeilijkheden van heden het hoofd bieden. Niet alleen voor het heden is dat van belang, maar ook voor de toekomstige ontwikkeling van onze bedrijven is het noodzakelijk, dat men zich bewust is vaL den toestand van heden, zooals die uit het verleden is gegroeid. Velen zeggen dat het weinig zin heeft om ons in de toekomstige mogelijkheden van onzen landbouw en visscherij te verdiepen. Deze meening Is niet de onze. Zeer zeker, men moet de dingen van vandaag niet uit het oog verliezen door zich over te geven aan allerlei mogelijke en onmogelijke toe komstbespiegelingen. Twee dingen zijn er, die men dagelijks voor den geest moet houden en dat geldt niet alleen voor de leiding van den Landstand, maar dat geldt evenzeer voor lederen boer. In de eerste plaats moeten wij zorgen voor de voedselvoorziening van vandaag en in verband daarmede moe ten wjj de gevaren, die steeds opnieuw op ons los komen, trachten af te wen den. Zoodra een boer dit uit het oog verliest, dan verliest hij meteen de lei ding van zijn elgep bedryf en komt hij van de eene moeilijkheid in de andere. Struisvogelpolitiek is nu eenmaal nooit verstandig en gevaren, die dagelijks op ons aankomen, kan men niet ontloo- pen door zijn oogen er voor te sluiten. Dit geldt ook voor hen, die de leiding hebben in de dorpen, in de provincies en in ons land. In de tweede plaats moeten wij steeds bij lederen maatregel, die genomen wordt, rekening houden met de plaats, die onze boerenstand in moet nemen in de toekomst. Dat geldt ook voor iederen boer, want onze bedrijven zullen ook bestaan als de oorlog eenmaal achter den rug is en hoe wjj dan gewapend zijn om onze bedrijven in dien nieuwen tijd er boven op te houden en te hel pen is van groot belang. Ook dit geldt voor onze Buurtboerenleiders, de Boe renleiders der provincies en evenzeer voor de leiding van den Landstand In het geheel. die het leven ernstig opneemt. Even goed als de toestand van heden be- heerscht wordt door den oorlog, even zeer wordt de toekomst bepaald door den afloop van dezen oorlog en omdat niemand den afloop met zekerheid be palen kan, daarom is hier de weg open voor allerlei onnutte fantasieën en be schouwingen. Het is dus zaak, dat wij in onze dagelijksche taak in de werke lijkheid blijven. Zoo gezien zijn er toch enkele mogelijkheden, die wij doelbe wust onder de oogen moeten zien. Als Duitschland den oorlog wint, dan zal dat invloed hebben op de landbouwpoli tiek van Europa. In onderdeelen is niet te zeggen hoe die landbouwpolitiek dan zal zyn. Wel staat het vast in welke richting dan zal worden ge koerst. Wie niet ziende blind i^ heeft dat eenige jaren lang over onze Oost grenzen kunnen aanschouwen. Nu be hoor ik niet tot die menschen, die zich inbeelden, dat dan het land van belofte voor onze boeren gekomen zal zijn. Ook dan zullen de boeren een zwaren strijd moeten voeren om zichzelf te handhaven in het economische geheel. De industrieele ontwikkeling kan nie mand tegenhouden. Europa zal even goed een industrieel- als een iandbouw- land zijn. Wie dat bedenkt, die ziet tevens, dat ook dan de gevaren voor de boeren groot zullen zijn. Dat alles neemt toch niet weg, dat de landbouw politiek dan op een gezonderen grond slag zal komen te rusten om de een voudige reden, dat de boerengrond dan veilig wordt gesteld voor de boerenge slachten en de marktordening zorgen zal voor den geleiden en regelmatigen afzet van onze producten. De prijzen politiek zal dan niet wordei^ bepaald naar de wet van vraag en aanbod op de wereldmarkt en evenmin zullen de han delsmogelijkheden daar veel invloed op hebben, maar de prijzenpolitiek zal dan gaan naar een rechtvaardige beloo ning voor den arbeid onzer handen. Dit is de landbouwpolitiek, die van onderen begint bij den boer, die van daaruit doorgaat naar de be- en verwerkers van onze artikelen in den ruimsten zin en zoo vanuit den eigen grond de ge- heele volkshuishouding opbouwt. Dit is nu geen speciaal Duitsehe landbouw politiek, maar dit is de Germaansche boerenlandbouwpolitiek, welke hier even goed komt als in welk ander Ger- maansch land ook. Als de rogge op mijn land groeit en ook op het land van mijn buurman, dan komt dat niet omdat de buurman of ik het van elkaar af heb ben gekeken, maar dan komt dat een voudig, omdat het lente is en dat geldt voor het land van den buurman en dat geldt ook voor mijn tand. Dat deze ordening van Europa komt. is geen zaak van het verstand en evenmin van politiek inzicht. Men gelooft aan de ^wederopstanding van zijn volk, men ge looft aan de roeping van het hoerendom voor het volksgeheel of men gelooft er niet aan. Het is meer een zaak van ons hart dan van ons verstand. Cit dit ge loof, uit het geloof in de opstanding van ons hoerendom is de Landstand geboren en volgens deze beginselen wordt de Landstand geleid en niemand in de wereld is bjj machte om dit bjj ons te veranderen. Nu zyn er velen, die niet gelooven in deze dingen en die aldoor gaan rede neeren- en uitpluizen van alle mogelijke verhoudingen in Europa en in de wereld. -Zoo kan men dan tot de overweging komen, dat de kapitalistische landen met hun bolsjewistische bondgenooten dezen oorlog zullen winnen. Hierin kan men ook gelooven en inderdaad zyn er velen voor wie dit ook een stuk geloof is en een zaak van het hart. Al hebben dezulken het hart dan op een verkeerde plaats zitten en al hebben zjj in ieder geval geen boerenhart, toch zijn er nu eenmaal velen, die dit geloof in zich dragen. Nu weet ik wel dat dit niet zoo is bij den doorsneeboer. Het zit meer in de z.g. „intellectueele boven laag", ook van de boeren. Het komt veel voor by hen die, voor den oorlog, in leidende functies hebben samenge werkt met de liberaal-kapitalistische stroomingen en die deze besmetting nog n'et van zich af kunnen zetten. Indien men zoo denkt, dan kunnen wij dat best verdragen, doch laat men dan tenminste nuchter denken. Wie dan van uit de historie het heden be ziet en van uit het heden schouwt naar de toekomst, voor hem is het dan toch duidelijk, dat de landbouwpolitiek dan geleid zou worden in een gansch anderen zin dan waarin de Landstand koerst. In Engeland en in Amerika is eigenlijk geen doelbewuste landbouw politiek. Men laat daar grond exploi- teeren en men financiert dien grond van uit steedsche kantoren. Een boer is daar niet anders dan een verlengstuk van die groot-kapitalistische economie. Zoo was het daar voor den oorlog, zoo was het voor den oorlog hier en, ge zien den grondslag van heel dat kapi talistisch stelsel, zal dat dan in de toe komst ook zoo zyn. Dit komt volkomen overeen met de toestanden in Rusland. In Rusland deed men het wat ruwer en wat onbehouwener, zooals men dat van Aziaten verwachten kan, maar de opzet van de landbouwpolitiek, de doel stellingen daarvan, zijn in Rusland pre cies dezelfde al9 in Amerika. Ook daar zijn geen vrije boeren, ook daar wordt de grond geëxploiteerd alsof deze een fabriek is, die enkel bestaat om zooveel mogelyk winst te maken en geleid wordt door steedsche machten. Trou wens de ontwikkeling van de laatste drie jaren wyst uit, dat er nu niet zoo bjjster veel verschillen zyn tusschen het kapitalisme en het bolsjewisme In het economische. Deze broeders in het onge loof hebben elkaar wel gevonden de laatste jaren. Hoe de landbouwpolitiek dan in ons vaderland zou zijn, is dui delijk en klaar. Voor ons zijn dezulken, die daarover piekeren en prakkizeeren, dwaze fan tasten. Het is mij volkomen bekend, dat het laatste half jaar enkele van de vroegere landbouwmannen bezig zijn hun hersens te pijnigen, hoe zij de land bouwpolitiek in Nederland zullen leiden als eenmaal \m.erikn en Engeland en Rusland den oorlog gewonnen zuilen hebben. Als het niet zoo in-drnevig was, dan zou men kunnen lachen om der gelijk dwaas en zot gedoe. Als de wal in het Oosten, welke Duitsehe en Neder- landsche mannen daar hebben opge bouwd, werkelijk doorbroken zou wor den door de bolsjewisten, dan is er geen schijn van kans, dat die bolsjewisten voor Berlijn halt houden. Ten eerste is dat militair gezien al dwaasheid, want de Aziatische militaire machten die de Duitsehe legers zouden verslaan, rus ten niet. zoolang Europa niet onder den voet is geloopen. De strijd tusschen Aziaten en Germanen is reeds eenige duizenden jaren oud en dat schijnt men niet meer te weten. Wie den geestes toestand van ons eigen volk kent, die weet al evengoed, dat het communisme ook in ons land leeft, niet alleen onder arbeiders, maar veel meer nog in vele intellectueele en ambtelyke kringen. De besmetting gaat zelfs zoover, dat er duizenden zijn, die de gevaren hiervan niet eens meer zien. De grootste straf der Goden Is altijd nog als een volk met blindheid geslagen wordt. 0 De Nederlandsche boer laat zich niet beïnvloeden door allerlei fantasieën en evenmin laat hij zich leiden door aller lei drogredenen, die intelleetueelen in hun studeerkamers zitten uit te broe den. Wij werken vastberaden door aan de voedselvoorziening van ons volk en wij bouwen aan de toekomst van ons hoerendom, dat vrij en sterk zal zijn. Zoo kunnen wij vol vertrouwen wach ten wat over Europa en over ons volk komen gaat. Lunteren, 5 September 1943. ROSKAM De toestand van heden wordt geheel beheerscht door de vraag: „Hoe be waren wij ons volk voor den honger?" en voor iederen boer afzonderlijk: „Hoe dek ik m\jn steeds stygende kosten en hoe houd ik mijn bedrijf loonend?" Nu is het toch heel gemakkelijk om over de toekomst niet veel te denken, maar hoe gemakkelijk dat ook is, daarom is het toch onverantwoordelijk voor ieder,

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 1