Achter ploeg Onze landvrouwen door Duitschen bril De week in weinig woorden De verzorging van inmaakvaten DEN Zaaimaand spreekt De Landstand in Zeeland Voor de Landvrouwen: Reislndnikken van de Duitsche Landvrouwenleidster TDEN de Landvrouwenleidster Mevr. Swiers-Luth en de Landelijk werk- leidster van de afd. Landvrouwen van den Nederlandschen landstand Mevrouw Uilenberg-Rupp, mij in Februari van dit laar in Mandelkow bezochten en wij. nadat we verschillende bedrijven bezichtigd hadden, onze indrukken be spraken, meenden zij. dat ik met Frl. Dr Sprengel, eens spoedig naar Neder land moest komen, aldus vertelt de Duitsche Landvrouwenleidster Frau Lüschow in het blad voor de Duitsche Landvrouwen. In het begin van de maand Juli hebben wjj de reis aanvaard en hebben een zeer interessante en mooie week in Nederland beleefd. Wij reisden komen de over Oldenburg, door de provincies Groningen. Noord- en Zuid-Hol.and en Zeeland en hadden geen gunstiger tijd voor onze reis kunnen uitzoeken Het koolzaad werd luist gemaaid, de tarwe, haver en rogge stonden nog in halmen en beloofden een prachtigen oogst. In de weiden naast het mooie zwart-bonte Nederlandsche vee. bijna geen merrie zonder veulen! Bijzonder interessant was de landbouw in de polders aan den Dollard in de provincie Groningen In 'n ouden polder met uitstekende bedrijven, viel ons voor alles de omvangrijke verbouw van groen tezaad op; groote stukken met -pinazie en radijszaad. In den Wieringermeerpol- der leerden wij de. in de laatste tien /Jaren nieuwgebouwde dorpen en bedrij ven kennen. Men kan zich hier moeilijk voorstellen, dat. waar heden 3e mooi ste koolzaad1- en tarwevelden prijken, nog weinige jaren geleden de Zuiderzee het land overspoelde. Singels "an hoo rnen en struikgewas vormden reeds een beschutting om de verspreid 'iggende boerderijen en de tuinen met de vele bonte bloemen, waarvan de kleuren, naar het mij toeschijnt in dit land bij zonder sterk spreken, gaven aan iedere boerderij een vriendelijk aanzien. XA/'.l zagen ook de Dlattegronden van v v den in de laatste jaren droogge- legden Noord-Oostpolder en bespraken de problemen van: „Bouwen en Wonen" precies, zooals wij dat bii ons in Duitsch- land doen want ook hier is b.v het vraagstuk van het bouwen en Inrichten van schuren en stallen véél heter op gelost. dan dat van het woongedeelte der bedrijven. Wij bezichtigden verder op onze reis een aantal buitengewoon goed-verzorgdp frnitkweekeriien Tn de provincies Noord- en Zuid-fTolland speelt de groente- en fruitteelt een groote rol Het was zeer belangwekkend voor ons om vast te stellen dat in deze streken de groenteteelt dikwijls de nlnats van de bloemkweekerii had ingenomen. WH zs°-en een eroof-p opper vlakte met broeibakken, waarin hoo- nen. inplan ts van begonia's gekweekt werden en groote kassen met tomaten innlaats van rozen Toch kwam de Taoemkweekerij nog tot haar recht WH maakten een bloemen veiling mee in de groote veilinghallen tp Aalsmeer. De kweekers kwamen met hun. met bloemen beladen booten de veillnghallen binnengevaren waar een ware bloemententoonstelling op groote tafels te zien was Onze weg voerde ons verder door Zuid-Holland naar Zeeland, waar we ook éér. der hoofdzetels van de Zeeuwsche oester- teelt met de oestorbanken in oogen- schouw namen DOCH niet alleen het bezoeken van deze bedrijven van veelzijdigen aard maakte ons bezoek waardevol. Dat deden vóór alles het elkaar Ie er er. ken nen en het samenzijn l'net de Neder landsche Landvrouwen en haar gezin nen. die óns haar bedrijven tot in alle hoeken en gaten toonden en ons in haar gemoedelijke huiselijkheid met de grootste gastvrijheid opnamen Wij bemerkten overal, dat ie Neder landsche boerengezinnen zich even sterk met den bodem vergroeid voelen, als wij in Duitschland en dat zij denzelf den trots op hun grond en hun goede boerenhofsteden bezitter, als wij En dat heeft tegelijkertijd eer. saam horigheidsgevoel bij ons opgewekt, dat ons op do geheele reis vergezeld heeft en geen enkel oogenblik een spoor van zich „vreemd en niet thuis voelen" bij ons liet opkomen. Wij voelden ons met alle Nederlandsche Landvrouwen die wij leerden kennen, precies zoo verbon den. als met onze eigen Duitsche Land vrouwen. WH hebben veel genachten en ervaringen uitgewisseld en veel plan nen voor gemeenschappelijken arbeid, dien de Reichsnahrstand en de Neder landsche Landstand nog hebben te ver richten. gesmeed. MISSCTyEN heeft dit bezoek door Nederland déArom zoo'n buiten gewonen diepen indruk op mij ge- Men kan inmaken in een gaven ge- emaillecrden emmer, in vaten van glas, steengraniet, geglazuurd aar dewerk (liefst van binnen en van buiten geglazuurd), geparaffineerd hout, cement en ook in rioolbuizen, waaronder een bodem is gemetseld van geglazuurd aardewerk. In ce menten vaten kan men geen zuur kool, zure roode kooi of zure snjj. booncn bewaren. De verzorging van een vat, bestemd voor inmaak, bestaat uit: goed schoon horstelen met heet water en een reinigingsmiddel en uitspoelen met schoon water. Het is niet on geschikt het vat daarna een tydje in de zon te zetten. Houten en cemen ten vaten 24 uur in een kuip. teil of badkuip met water leggen, daarna schoonborstelen niet lauw water en een reinigingsmiddel en uitspoelen met schoon water. Gebruik van te heet water doet de paraffine smelten, waardoor er lekkage kan ontstaan. Houten vaten, die lekken kan men dicht maken door, hii voorkeur aan den binnen kant, zacht kaarsvet of paraffine langs de naden te smeren. Ken harst in een steenen vat kan men dicht maken door langs den harst waterglas te stryken. Ken vat, waarin eieren In water glas r-Un geweest, kan gebruikt wor den voor groente-inmaak, wanneer het zeer goed uitgeschuurd wordt met azijn en zand. Het is aan te raden vaten, die kwalijk rieken of waarin inmaak is bedorven na het reinigen uit te zwavelen. maakt, omdat ik juist de week tevoren teruggekeerd was van een reis, die mij door het oostelijk deel van het Wartheland naar Kutno voerde. Welk een tegen stelling! Daar hurken de vrouwen, als zij net werk gedaan nebben, in groote omslagdoeken gewikkeld, neer op de drempels van haar leelyke en bouwval lige huizen. Zij kijken onverschillig en stompzinnig naar haar kinderen, die zich in de goten vermaken. En nu hier in Nederland, spraken de kleurig' geschil derde huizen en de bonte oloemen- tuinen van onvermoeide vlijt, van ver zorging en alles ademde een behaag lijke, huiselijke rust. De houding en het uiterlijk der men- schen wees op zelfbewustheid' en voor waarts streven. Het Nederlandsche volk is een vooruitstrevend volk, dat trotsch is op zijn eigen aard en mede. door zijn krachtig willen, verwant is aan het Duitsche volk. Daarvan getuigen óók de in den afsluitdijk gemetselde woor den: „Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst". DE voorziening van den landbouw met klaverzaad laat heel wat te vvenschen over. Op de normale wijze is haast geen klaverzaad te krij gen, terwijl in den zwarten handel voor dit product veel te hooge prijzen worden gevraagd. Het is hard noodig, te trach ten met alle ten dienste staande midde len, de klaverzaad-voorziening te ver beteren. Voor den goeden gang van za ken in het bedrijf is dit van groote be- teekenis. Vooral, nu de stikstofvoorzie- ning met kunstmest heel wat te wen- schen overlaat, mag de verbouw van vlinderbloemigen, waaronder klavers, niet verminderd worden. Daarom moet de Inlandsche klaverzaad winning zooveel mogelijk worden uitge breid. Daar zal echter wel niet veel van komen, wanneer men den prijs, van het klaverzaad niet zoodanig stelt, dat het voor den teler aanlokkelijk wordt, den verbouw uit te breiden. Gebeurt dat niet, dan zal er van een uitbreiding geen sprake zijn, terwijl de zwarte handel eer toe, dan af zal nemen. Zou het niet mogelijk zijn. voor het kla verzaad boven den officieelen prijs, een inleveringspremie te geven? Daarmee wordt de goede zaak gediend. Dit jaar zal de oogst van inlandsch klaverzaad wel niet meevallen. Over het algemeen hoort men, dat er maar weinig zaad komt. van de voor zaadwinning bestaan de perceelen. Het is zelfs zoodanig, dat er boeren zijn, die er al over denken, de voor zaadwinning geoogste tweede snede maar niet te dorschen. Dat moet voor komen worden. Het is van te groot be lang. dat het zaad. dat geooest is. ook inderdaad voor den uitzaai vrijkomt. Een spoedige vaststelling van een redelijken priis kan daaraan meewerken, terwijl ook andere maatregelen nader over wogen kunnen worden. EEN zaak die voor alle akkerbouwers wel van beteekenis is, vormt de kwestie van de dorschtarieven. Er schij nen plannen te bestaan, om de door den Gemachtigde van den Arbeid goedge keurde loonsverhooging voor het dorsch- personeel, tot uiting te laten komen in een verhooging van de dorschtarieven. Dit zou ongeveer uitkomen op ƒ0.02 per persoon per 100 kg. gedorscht product. Bij 10 man personeel kan dat dus ƒ0.20 per persoon per 1000 kg. bedragen. In aanmerking genomen de prijzen, die de boer voor het graan ontvangt, zrjn we van meening, dat het niet aangaat, om die loonsverhooging nu maar weer ten laste te brengen van den boer. Wanneer men nagaat wat de boeren voor het dorschen moeten betalen bij de coöperatieve dorschvereenigingen en bij de loonclorschers, dan zijn dat zeer groote verschillen. Ons zijn gevallen be kend van coöperatief dorschen tegen ƒ0.55 en loondorschen tegen ƒ1.per 100 kg. Daaruit blijkt wel, dat de dorsch tarieven voor den ondernemer een goede winstmogelijkheid bieden. Dit onder streept nog eens onze meening, dat de loonsverhooging niet op de schouders van den boer behoort te worden afge wenteld. 6 I N verschillende streken gaat het met I de handhaving der accoordloonen niet al te best. Het is daarbij vaak zoo, dat enkele boeren, die beginnen met hoogere loonen dan de vastgestelde te betalen, de zaak verknoeien voor allemaal en voor het heele seizoen. Zijn bv. bij het rooien van pootaardappe- len, vroeg in het seizoen al véél te hooge loonen betaald, dan komt men daar voor het verderseizoen niet meer af. Nu is het een feit. dat het in de practijk niet zoo eenvoudig is. om de loonregeling door te voeren, zooals zij is vastgesteld. In andere bedrijven ten plattelande, waar b.v. grondwerk wordt verricht, worden vaak hoogere loonen betaald, zoodat de arbeiders liever daar gaan werken. Dit is o.m. het geval bij den Cultuurtech- nischen Dienst, waar het uurloon hooger is dan in het landbouwbedrijf. Soms zijn de arbeidsomstandigheden daar ook wat gemakkelijker, wat alles bij elkaar tot gevolg heeft, dat de arbeiders uit het landbouwbedrijf weg gaan. De toestand is nu heel vaak zoo, dat de boer, die zich aan de loonregeling wil houden, de dupe wordt en zonder arbeiders komt te zit ten. Ook in gemengde land- en tuinbouwge bieden zijn er moeilijkheden. Bij de boe ren profiteeren de arbeiders mee, van de premies aan tarwe, suiker, enz., terwijl de arbeider in den tuinbouw deze pre mies moet missen. Ook al verdient hij in den tuinbouw meer, dan is dat thans voor hem vaak niet zoo belangrijk, als de premies in natura, die het landbouw- bedrijf hem biedt. De arbeidsintensieve tuinbouw heeft zoodoende moeilijkheden, die om spoedige oplossing vragen. Zoo zijn er op het gebied van de arbeidsloo- nen in het land- en tuinbouwbedrijf nog heel wat toestanden, die dringend ver betering behoeven. Ongetwijfeld zal de Landstand, in samenwerking met den Gemachtigde van den Arbeid hieraan doen. wat maar mogelijk gedaan kan worden. TENSLOTTE willen wij de lezers er nog eens aan herinneren, dat sinds 20 September geldig verklaarde kunst- mestbonnen, uiterlijk vóór 10 October brj den leverancier moeten worden ingele verd. Het zijn de bonnen: stikstof no. 2, en kali no. 4. Laat ieder, voorzoover bij dat nog niet heeft gedaan, daar direct werk van maken. MAAS. ONZE voorvaderen hebben de maand October genoemd de Zaaimaand. Dat was in den tijd, dat nog het boeren leven zijn stempel drukte op het volk en de levende natuur een menseh meer placht te zeggen dun doode getallen of willekeu rige benamingen. Zaaimaand, Is het niet de mooiste naam voor den tijd, waarin liet wintergraan aan Moeder Aarde toevertrouwd wordt en is niet elke keer als bet woord gezegd wordt, dut een vermaning om te denken aan de beteekenis van dit werk? Wat zegt daartegenover een uit den vreem de gekomen woord als October, waarvan je eerst ergens moet nakijken, wat het beduidt en Je dan ontdekt, dat bet je nog iets vertelt, wat niet meer waar Is ook. Want October betoekent: de achtste terwijl liet In werkelijkheid de tiende Is in de rij der maanden, zsoais w|j die kennen. Neen, geef mij den naam Zaaimaand maar, die ni|j den hoer voor oogen roept hij den arbeid, waarvan het leven onzer geslach ten afhankelijk Is, omdat er zonder zaad geen oogst zal zijn. MaarIs het 'nu wel een tijd om te praten over zulke onbenulligheden, zijn er niet allerlei veel en veel belangrijker din gen aan de orde? Wordt er niet gestreden om al, wat ons lief en dierbaar Is? Ken nen we geen teleurstellingen In wat ons eerlijkste vertrouwen bad en schokt ons niet alle dagen weder nieuws, dat tot in bet diepste onzer nerven dringt? De stryd van volk tegen volk dreunt oxer de aarde en door het luchtruim. HU zet zich voort Ir de stille boeven van de gemoedelijkste dorpen en vindt zijn wnlgelUkstcn vorm in den sluipmoord op menschen, die voor reelit en orde zonder wapens in het kryt traden of in het woe- kerhedryf van parasieten, die wat hun werd toevertrouwd ten helange van het algemeen, voor zich misbruiken. En terwijl dat alles bezig is met den dag heviger te worden, gaan we het hebben over de vraag, of xve de maand, die op den kalender staat, niet een anderen naam moeten geven. Men heeft ons geleerd, dat een naam niets te beteekencn heeft. Wat Is een naam?, vroeg een beroemde schrijver et» prompt heeft een oppervlakkige wereld geantwoord: niets Maar zoo is het niet. Een naam is een wapen en een naam is een vaandel Wie zyn naam verloochent, verloochent wezen en afkomst, wie zyn naam niet kan handhaven heeft /.y» eer verloren. Een naam Is ook taal en een volksgemeen schap, die liaur benamingen vervormt in andere talen, zulk een gemeenschap ver vormt zichzelf en geeft zichzelf prys. Toen onzen voorouders geleerd werd om October te zeggen in plaats van Zaaimaand of Zaai. tyd, toen bogen zy zich onder vreemd jnk en vernederden zich, want aanvaardden een geestelijke wereld, die de hunne niet was en waarin zU zichzelf niet zUn kouden. En dat heeft zich later herhaald, meer dan eens, dat herhaalt zich ooit in onzen tyd. Tot in het kleinste dorp weigeren de kin deren de namen te dragen van grootvader en grootmoeder; het moeten verengelschte en veramerikaniseerde afkortingen zijn. Dat staat mooier! Zoo x'erdwynen de oude boe- rennamen en zoo verloochent zich de boe- rengeest. En zoo wordt de weg gebaand voor den opgang In het algemeenc en dat beteekent voor den boer zyn ondergang. Omdat wij nu eenmaal vechten tegen den ondergang, omdat wy geroepen zijn tot den stryd voor nieuwen opgang, daarom vinden wy het belangrijk genoeg om de Zaaimaand uit de schaduw van het Ko- mcinsehe October weg te halen en te vragen om eerbied voor de oude eigen namen, die bU het wezen van ons boer-zyn hooren. Hoe zullen wy eerbied afdwingen, als wé niet onszelf eerbiedigen, hoe het recht hebben, te pleiten voor een vrijen Nederlandschen geest, als die geest zelf het vreemde kleed aantrekt en zich dan zooveel mooier vindt? KUk, als het er op aankomt, dan gaat het hferby om de simpelste eerlijkheid. En deze eerlijkheid is het als het er op aankomt, die beslissen moet over de waarden van een nieuwe toekomst. Kunnen we een eerlijk volk zyn en eerlijke boeren, ja of neen! Ik zeg: ja, anders was heel de stryd een dwaasheid. En in dwaasheid geloof ik niet. Daarom ga ik blymoedig door de Zaaimaand en zaai liet zaad met vertrouwen. Zooals gU het Uwe! D. v. d. B. Redactie-adres: Zeestraat 69, Den Haag, Tel. 115754. Uitgave: Uitgeverij „Volk en Bodem", Postbus 281, Den Haag. Advertenties: Losse plaatsing 25 ct. per m.m., in alle edities 75 ct. per m.m. Abonnementen: Voor niet-leden van den Nederlandschen Land stand 5.— per jaar of 1.25 per '4 maanden. Alle briefwisseling betreffende exploitatie, advertenties en abonnementen, aan postbus 281, Den Haag, Télefoon 11.65.8S.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 2