De bijdrage over 1942
Nogmaals: Geldzdkeil
TOT het tjjdstip der oprichting: van
den Nederlandschen Landstand (23
October 1941), dus juist twee jaren
geleden, was de boerenstand in Neder
land verdeeld.
Aan dezen ongewenschten toestand is
een eind gemaakt en alle in den boeren
stand aanwezige krachten werden ge
bundeld in den Nederlandschen Land
stand.
Voordien werden door de verschillende
^thuisorganisaties contributies geheven
ter dekking der kosten, maar omdat in
feite slechts :vn deel van den boeren
stand zich bp de vroegere standsorga
nisaties had aangesloten, parasiteerde
het niet georganiseerde gedeelte op
hetgeen door de anderen werd gepres
teerd. Dit is nu uit. Er is één stands
organisatie, de Nederlandsche Landstand
en ieder bedrijfshoofd moet bijdragen in
de kosten van dit openbaar lichaam.
Klaploopen is nu dus niet meer mogelijk.
Vanzelfsprekend moet ook de Neder
landsche Landstand, evenals de vroe
gere standsorganisaties, inkomsten heb
ben ter dekking van zijn uitgaven.
In ons weekblad no. 12 van 26 Maart
1948 schreven wij een hoofdartikel,
waarin een uiteenzetting werd gegeven
over de bijdrage 1942, welke door alle
leden van den Landstand, voorzoover
z(j bedrijfshoofd zijn, betaald moet wor
den. Ook werd de Verordening Bijdrage
Nederlandsche Landstand No. 1 vol
ledig afgedrukt.
Het aantal brieven, dat ons dagelijks
bereikt, zegt ons evenwel, dat velen
met de bepalingen van de verordening
nog niet voldoende bekend zijn en wjj
komen daarom op deze zaak nog eens
uitvoerig terug, want alle boeren, tuin
ders en visschers willen toch wel we
ten, waarvoor en hoeveel zij moeten
betalen.
Vrijwel alle aanslagbiljetten over het
jaar 1942 zijn thans door den postbode
aangeboden en wij hebben nu een over
zicht van de vragen, welke naar voren
zijn gekomen.
ELEN meenen nog, dat de bjjdrage
dient ter betaling van het abon
nement op het weekblad „De Land-
Stand". Dit is evenwel niet juist. Het
Weekblad „De Landstand" wordt GRA
TIS toegezonden aan alle leden van den
Landstand .Alle boeren, tuinders en vis
schers en alle landarbeiders zjjn, zonder
öat zij zich daarvoor behoeven aan te
öielden, lid van den Nederlandschen
Landstand. Bedrijfshoofden zijn een bij-
Örage verschuldigd op grond van een
door den Secretaris-Generaal van het
Departement van Landbouw en Vis-
Scherjj goedgekeurde verordening van
den Boerenleider, Hoofd van den Ne
derlandschen Landstand, (Verordening
Bjjdrage Nederlandsche Landstand No.
t, gepubliceerd in de Nederlandsche
Staatscourant van 28 Januari 1943).
De invordering der bijdrage geschiedt
Op grond van een besluit van de Secre
tarissen-Generaal van de Departementen
van Landbouw en Visscberij en van
Justitie, gepubliceerd in de Nederland
sche Staatscourant van 15 Maart 1943.
L-j ET kan voorkomen, dat men wel is
i aangeslagen, maar nog niet, of niet
regelmatig, het weekblad „De Land
stand" ontvangt. „Wat fs daarvan de
Oorzaak?", vraagt men.
Velen merken op: „Voor de krant weet
U mijn adres niet, maar als het op
betalen aankomt, weet U mij blijkbaar
wél te vinden". Het is oorlog en er is
materiaalschaarschte! Dat vergeten
velen nog wel eens. Alle namen en
adressen van de boeren, tuinders en
visschers zijn ons bekend en niets zou
ons liever zijn, dan elk lid van den
Landstand ook steeds tijdig* ons week
blad te kunnen zenden, maar wjj kun
nen nu eenmaal geen ijzer fiaet banden
breken. Voor het maken van adres
plaatjes is zink noodig. Zóojïra wij vol
doende materiaal ter beschikking heb
ben voor het ponsen van de adres -
plaatjes zal elk lid van dén Landstand
op stipte toezending ^an ijét weekblad
kunnen rekenen. Binnenkort krijgen wij
weder de beschikking over een groote
adresseermaehine en voorzoover wij het
thans kunnen bekijken, zal het niet lang
meer dnren, of deze klacht behoort tot
het verleden. Zooals reeds eerder ver
nield. wordt het weekblad gratis aan
de leden van den Landstand toegezon
den. Degenen die een bijdrage verschul
digd zijn. hebben evenwél niet liet recht
de betaling van bet aanslagbiljet te
weigeren.
Wij krijgen brieven, waaruit Wijkt, dat
mén hi de meenïng verkeert, dat de
Landstand* een vëreeniging is, waarvfln
men al of niet lid kan worden of Be
danken. Ook dit is niet juist. De Ne
derlandsche Landstand is een openbaar
lichaam in den zin van artikel 152 der
Grondwet met verordenende bevoegd
heid in den zin van artikel 153 der
Grondwet. Is men boer, tuinder of vis-
schcr, dan kan men niet als iid van
den Landstand bedanken, tenzij men een
ander beroep is gaan uitoefenen, b.v.
kruidenier of timmerman enz. Is men
geen boer, tuinder of visscher meer, dan
kan men ook geen lid van den Land
stand zijn.
N artikel 1 van de Verordening Bij
drage Nederlandsche Landstand No.
1 staat vermeld, WIE DE BIJDRAGE
BETALEN MOETEN, n.l.: alle tot den
Nederlandschen Landstand behoorende
natuurlijke personen en rechtspersonen,
die BEDRIJFSHOOFD zijn met betrek
king tot het gebruik van cultuurgrond
of vischwater.
HOEVEEL men betalen moet blijkt uit
artikel 2 der Verordening, n.l.:
GROEP A. fl.— PER H.A. voor:
1. cultuurgrond, beteeld met akker
bouwgewassen (met inbegrip van
akkerbouwgewassen in den boom
gaard, kunstweiden en braak land)
2. blijvend grasland (met inbegrip
van uiterwaarden en blijvend gras
land in den boomgaard);
GROEP B. 10.— PER HA. voor
cultuurgrond, beteeld met:
1. warmoezerijgewassen en vroege
aardappelen in den vollen grond
(met inbegrip van deze gewassen
in den boomgaard);
2. klein fruit in den vollen grond fmet
inbegrip van deze gewassen in den
boomgaard)
3. (volgens besluit dd. 16.3/43 van den
Boerenleider)
pit- en steenvruchten in den vollen
grond (ongeacht de onderteelt in
den boomgaard)
GROEP C. 20.— PER HA. voor cul
tuurgrond, beteeld met:
1. zie B 3 ('gewijzigd bij besluit dd.
16.3/43 van den Boerenleider)
2. warmoezerijgewassen en fruit onder
Klas;
3. bloembollen
4. bloem- en boomkweekerjjgewassen.
Voor de BEREKENING van de bijdrage
wordt uitgegaan van de opgaven op het
besehrijvingsbiljet, voor de inventarisa
tie roer het jaar 1942. Voor gedeelten
van een ha. cultuurgrond wordt de
bedrage naar boven afgerond op een
geheel bedrag van f 0.25 of een veelvoud
daarvan. Voor vischwater bedraagt de
bijdrage 5.uer bedriifshoofd. Ts het
bedrijfshoofd. die de bijdrage moet be
talen. PACHTER van de cultuurgron
den of het vischwater, dan draagt in
zijn plaats de VERPACHTER M. ge
deelte der bijdrage: niettemin kan de
Invordering van dat V\ gedeelte der
bjjdrage bij den pachter geschieden, in
Selk geval de verpachter de verplich-
ng heeft den pachter dit bedrag terug
te betalen, al dan niet In den vorm van
een verrekening met het bedrag der
door den pachter te betalen pachtsom.
/^EHEELE of gedeeltelijke ONTHEF-
v-4 FING kan door den Boerenleider
verleend worden:
1. indien het betrokken bedrijfshoofd
z'un onvermogen tot betaling der
bijdrage genoegzaam aantoont;
2. indien toepassing van de verorde
ning in eenig geval kennelijk tot
onbillijkheden aanleiding zou geven.
Men moet evenwel EERST BETALEN,
alvórens een bezwaarschrift In behande
ling kan worden genomen.
De INNING der bijdrage geschiedt door
den postkwitantiedienst. De POSTBODE
komt het geld dus halen TEGEN AF
GIFTE VAN HET AANSLAGBILJET,
dat tevens bewijs van kwijting is.
WU men niet in groote moeilijkheden
komen, dan moet het aanslagbiljet
onmiddellijk betaald worden, want bij
niet-voldoening der bijdrage is de Land-
Stand bevoegd, deze biidrage in te vor
deren bij DWANGBEVEL, medebren
gende het recht van PARATE EXECU
TIE. Tegen de tenuitvoerlegging van
het dwangbevel kan binnen 14 dagen
na de beteekening van het dwrfngbe-
vel verzet worden aangeteekend bjj den
Landstand. Het exploot van verzet
houdt in dagvaarding van den Ne
derlandschen Landstand voor de
rechtbank van het arrondissement te
's-Gravenhage. Het verzet kan niet ge
grond zijn op de bewering, dat de
bijdrage onjuist zou zijn vastgesteld en
het verzet is niet ontvankelijk dan na
voorloopige betaling der bijdrage. De
behandeling van het verzet geschiedt
in raadkamer en de uitspraak heeft
plaats in het openbaar.
TOT nu toe hebben wjj nog in geen
enkel geval gebruik gemaakt van
het. recht van parate executie, maar
ons geduld moet niet worden uitgelegd
ais zwakheid. In enkele gevallen is reeds
een dwangbevel met bevel tot betaling
hefeekend overeenkomstig do artikelen
586 en 587 van het wetboek van Straf
vordering.
Wij zijn van meening, dat boeren, tuin
ders en visschers, die nog niet aan hun
verplichting tot betaling hehlien vol
daan het niet zoover zullen laten
komen, dat executie moet plaats vin
den van hunne roerende en onroerende
goederen en voor het geval de post
bode de kwitantie reeds onbetaald terug
gezonden heeft, raden wij ernstig aan,
bef verschuldigde bedrag alsnog ON
VERWIJLD ie voldoen door storting
of overschrijving op POSTREKENING
NUMMER 436241 ten name van den
^eaerlandschen Landstand. Zeestraat
69, Den Haag. Men waohte hiermede
niet, want dan ltan het te laat zijn.
Wij zullen niet schromen de wanbetalers
ingevolge de wet gerechtelijk te doen
vpryolgen.
Eenige wenken willen wij nog geven:
1. ONTVANGT MEN HET WEEK
BLAD „DE LANDSTAND" NIET,
dan geve men zijn naam en adres
op aan de Uitgeverij „Volle en
Bodem", Kortenaerkade 10, 's-Gra-
venhage; wij zullen dan zoo veel
mogelijk aan het verzoek om toe
zending van het weekblad voldoen;
2. heeft men BEZWAAR tegen den
aanslag, dan betale men de bijdrage
Wel, doch men handelt als boven
vermeld (exploot van verzet!);
3. voor INLICHTINGEN wende men
zich steeds SCHRIFTELIJK tot de
Thesaurie van den Nederlandschen
Landstand. Zeestraat 69, 's-Gra-
venhage.
ONGETWIJFELD zullen er aangesla-
genen zijn, die zich afvragen: „Wat
kragen wij voor ons geld?" In antwoord
op deze vraag volstaan wij met de
mededeeling, dat in de verordening be
treffende de oprichting van den Neder
landschen Landstand bepaald is, dat
de Landstand, in verantwoordelijkheid
tegenover het Nederlandsche volk, tot
taak heeft:
1. de belangen van de landelijke be
volking te behartigen en te waken
over de eer der standgenooten
2. in het kader der door den Staat te
geven richtlijnen de bedrijfsecono
mische aangelegenheden der lande
lijke bevolking te regelen en daar
over te waken;
3. aan de voedselvoorziening van het
Nederlandsche volk mede te wer
ken.
Wij leven thans in oorlogstijd, zoodat
vele wenschen niet of slechts ten deele
bevredigd kunnen worden, maar intus-
schen zitten wij niet stil. Als straks di*
vredesklokkeu zullen luiden, zal de boe
renstand niet slechts onverzwakt, d i
heclit, aaneen gebundeld, sterker dan
te voren, moeten staan t^ midden
ons volk.
H. M, MöLMA