Waar een wil is, is een weg
De week in
weinig woorden
Bij den aanvang van het wintergetij
De Landstand in
Zeeland
Voor de Landvrouwen
2
HET is oorlog en daardoor kan men op
de boerderij niet alles zoo doen, als
men het wel zou willen Nemen we maar
een enkel onderdeeldo bemesting. Die
kost in dezen tijd heel wat hoofdbrekens.
De bouwboer krijgt, nog altijd een kunst-
mesttoewijzing, al is die kleiner dan voor
een goede bemesting wel mogelijk is. lïe
grashner krpgt echter voor zijn grasland
in het geheel geen stikstof. Die zal zich
dus gedurende den oorlog moeten redden
met stalmest en gier en wat er nog meer
als organische meststof is te gebruiken,
aangevuld met kalimeststoffen Hij zal
zijn bedrijf aan die gewijzigde omstandig
heden zoo goed mogelijk moeten aanpas
sen. om op die manier toch de grootst
mogelijke productie te verkrijgen.
Maar al is dat alles nu zoo. toch moeten
we niet uit het oog verliezen, dat er na
dezen oorlog weer een vredestijd komt. Dan
zal men weer over voldoenden kunstmest
kunnen beschikken Dat is een prettige
gedachte. Maar wanneer de kunstmest er
dan weer is. moet de hoer ook gereed staan
om van dien kunstmest bet grootst moge
lijke voordeel te trekken. Dat is dan ook
de reden, dat we de aandacht willen ves
tigen or> een Tiitgave van den Landbouw-
voorliehtingsdienst. die wij kort geleden
in handen kregen, n 1. een verslag over de
resultaten behaald on bet Demonstratie-
bedrijf op grasland van E J Aukema te
Zuidhorn. Gedurende dc laren 1935 tot 1941
werden op dat bedrijf proeven genomen
met het opvoeren der stikstofbemesting,
terwiü tevens de nieuwere bedriifsmetho-
den in het bedrijf werden ingevoerd, of
de toepassing daarvan werd uitgebreid.
Het zou ons te ver voeren, bier op deze
plaats uitvoerig op de resultaten van de
sedert iaren voortgezette nroeven in te
gaan Door bet oordeelkundig gebruik van
stikstofmeststoffen >s bet mogelijk geble
ken. bij r»rima productie der dieren den
kraebtvoeraankoon sterk in te krimpen.
"Wel kon bij deze proefnemingen bet
krachtvoer nog niet geheel gemist worden,
doch daartegenover staat dat de stikstof
bemesting slechts werd gebracht van 30
kg op 75 kg per ha zuivere stikstof Deze
hoeveelheid kan nog wel worden verhoogd.
Overeenkomstig de nieuwe inzichten t.a.v.
de bedrijfsvoering van het graslandbedrijf,
werd het omweidsvsteem toegepast, flink
hooi vnn goede kwaliteit gewonnen, veel
gras ingekuild met Finsch zuur, ter
wijl met het drogen van gras een alles
zins voldoening gevende proef werd ge
nomen
Voor den grasboer, die met zijn tijd mee
wil gaan en wie wil dat niet valt er
■uit dit verslag heel wat te leeren. Wij
raden ten zeerste aan, dit boekje aan te
schaffen. Het is uitgegeven bij drukkerij
„Veenman en Zonen" te Wageningen.
f^ET schoonmaken van melkgereedsebap
en melkbussen is een zaak van betee-
kenis voor het leveren van melk van goede
kwaliteit. Uit Zeeland bereikte ons een
verzoek, brandstof- of gastoewijzing aan
te vragen voor melkveehouders met bet
oog op het schoonmaken van melkmate-
riaal Het betrof hier een melkveehouder,
die zijn melk leverde aan een slijter. Die
melksiijters krijgen wèl brandstoftoewij
zing. terwijl de boer die niet heeft. Nu
betreft het hier naar onze meening een
uitzonderingsgeval. In het algemeen is de
toestand zoo. dat de melkveehouder zijp
melk aflevert aan de fabriek Deze levert
bijna overal de bussen schoon terug aan
den veehouder Er zijn maar enkele streken
in ons land, waar «Ie boer zijn melk aan
een slijter levert De slylers krijgen voor
het schoonmaken een brandstoftoewijzing,
en dat is billijk. De boer beschikt als regel
wel over wat afvalhout, takkenbossen,
turf of i.d., waarmee hij water kan koken.
De sljjter heeft dat niet Waar de boer
de bussen schoon thuis krijgt, gaat het
eigenlijk alleen om het schoonmaken van
emmers en teemsen
Trouwens zou men een brandstof toewij
zing willen geven, welke norm moet men
dan aanleggen Wat een verschillen tus-
schen de bedrijven der veehoudersEr
zijn er met 2 koeien, weer anderen hebben
er 20. groote weidebedrijven zijn er met
40 stuks melkvee. Moet men die grootere
bedrijven dan ook zooveel meer brandstof
toewijzen? Dan nog de verschillen tussehen
de bedrijven van dezelfde grootte. De een
krijgt zijn bussen schoon terug. De andere
krijgt soms wei terug in de bussen. De
een melkt vlak bij huis, en kan direct na
gebruik zijn materiaal omspoelen. De an-
V ER WONDERLIJK goed is in het nu
afgeloope» oogstsdzoen alles weer
verloopcn op den akker en de kleine
menschelijke zorg, die vooraf allerlei be
zwaren ziet, is weer eens beschaamd uit
gekomen.
Voor den vierden keer is in oorlogstijd een
oogst geborgen, die beantwoordde aan de
gunstigste verwachtingen. Zelfs een ris
kant gewas als het koolzaad heeft zich zoo
goed gehouden, dat menige verbouwer, die
het met tegenzin zaaide, met vreugde
maaide en vol vertrouwen opnieuw het
zaad in den akker wierp!
En nu zijn de omstandigheden te ernstig
om uitbundig te worden, maar anders was
er alle reden om, zooals onze voorouders
dat gewoon waren, het wintergetij te be
ginnen met een feest van dankbaarheid en
vertrouwen. Dc vierdagen van de Slacht
maand, Allerheiligen, Allerzielen, Sint
Maarten (vroeger Schuddekorfsdng) zijn
alle in hun oorsprong terug te brengen
tot dankbaarheid voor den oogst en ver
trouwen in het leven, dat over den dood
heen de geslachten verbindt, zoolang de
akkers vruchtbaar blyveu.
De Slachtfeesten, waarvan in sommige
deelen van ons land nog dc slachtvisites
en het vet pryzen overbleven, zijn even-
der heeft zijn vee een half uur ver van
huis loopen, zoodat de melkresten al aan-
gedroogd zijn bij thuiskomst. Het is niet
doenlijk hiervoor een vaste norm te vin
den. En dan nog de benoodigde kolen.
Zou men iederen veehouder 2 mud kolen
toewijzen, dan heeft men daarvoor bij
200.000 veehouders 28 millioen kg. noodig.
Dat zijn 56 treinen van 50 wagons. Dus
een geweldige hoeveelheid. En de brand-
stoffenpositie is toch al zoo moeilijk. In
het algemeen zal de boer zich zelf uit zijn
bedrijf wel kunnen behelpen. Het komt
ons 'niet gewenscht en ook niet mogelijk
voor, een brandstoftoewijzing voor den
melkveehouder te verdedigen.
AAN het kweeken van nieuwe aard-
appelrassen wordt steeds met kracht
doorgewerkt. Daarbij "tracht men de goede
eigenschappen van verschillende tassen te
combineeren. om zoodoende te komen tot
steeds betere soorten met hoogere opbreng
sten, beteren weerstand tegen ziekten, enz.
Men is er nu in geslaagd, uit zaailingen
van een wilde aardappelsoort, een zaailing
te sorteeren, die resistent is tegen aan
tasting door den Colorado-kever. Van de
larven, die er van vreten blijkt 95 pet. te
sterven De volwassen kevers willen, ook
wanneer zij niets anders krijgen, van deze
aardappelplant niet vreten Men wil nu
deze zaailing gebruiken, om door kruising
met gekweekte aardappelrassen, dezen
weerstand tegen Colorado-kever-aantasting
in nieuwe rassen, met ook verder goede
eigenschappen, over te hrengen Gelukt dat,
dan is nien in één slag van het gevaar
van den Colorado-kever en de moeite der
bestrijding af. Zoover zijn we nog wel niet,
dus voorloopig geldt nog het parool: ..Be
strijdt den Colorado-kever" Niettegen
staande den oorlog gaat het wetenschap
pelijk werk ten dienste van het welzijn
der menschheid gelukkig toch door.
VOOR het goede verloop van het econo
misch leven is het vervoer van groote
beteekenis. Ieder weet, dat men in dezen
tijd ten aanzien van het vervoer heel wat
moeilijkheden heeft te overwinnen. Men
behoeft slechts te denken aan de benzine-,
olie-, banden- en steenkoolpositie. om te
kunnen begrijpen, dat alles niet zoo vlot
verloopt, als 'vroeger het geval was. Het
is bekend, dat men thans met het vervoer
der suikerbieten in bepaalde streken van
ons land weer met groote stagnatie moet
rekenen. Ook met zaai tarwe heeft men dat
gehad En zoo zijn er nog wel meer voor
beelden te noemen
Bij de al'name van hot stroo. van oogst
1942 waren de transportinueiykheden de
oorzaak, dat het stroo moest blijven zitten.
Was het mogelijk geweest, dat stroo tijdig
te verladen, dan zou dit ook zeker zijn
gedaan. Men heeft in dezen tijd echter met
allerlei minder aangename omstandigheden
te maken, en de moeilijke toestanden in
het vervoerswezen zijn er daar één van.
MAAS.
Zelfverzorging voor arbeiders in
Land- en Tuinbouw
In het blad van 14 dagen geleden stond
een mededeeling over bovengenoemd
onderwerp. Sindsdien is een nieuwe re
geling in werking getreden. De nieuwe
regeling is veel gunstiger. Wanneer men
zelfverzorger is voor slechts één pro
duct, behoudt men toch het recht op
toeslag voor zwaren arbeid, bedragende
50 extra brood, vleesch, boter en
aardappelen. De Afdeeling Tuinbouw
van den Nederlandschen Landstand ziet
hiermede haar streven tot verbetering
van de zelfverzorging in den tuinbouw,
met succes bekroond.
zeer getuigen van dankbaarheid voor het
goede der aarde, dat men GEMEEN
SCHAPPELIJK genoot. Het dunkt me een
best ding te zijn, als we daar even over
denken, nu we allen zonder onderscheid
weer zoozeer de afhankelijkheid van het
vruchtbaar-zijn der aarde gevoelen.
Ik weet wel, er zijn veel menschen, die
woorden als afhankelijkheid en dankbaar
heid niet hooren willen, vooral niet als
het woord gemeenschap er ook nog n te
pas komt.
We waren er aan gewend geraakt, dat we
konden krijgen, wat we behoefden en meer
dan dat, was het niet hier, dan ergens
anders.
We waren er ook aan gewend geraakt, dat
ieder het deed op zijn eigen manier en
zonder zich om anderen te hekommeren.
Waar we daarmee terecht kwamen leert
ons de oorlog van nu. Ons volk is er met
blinde oogen door meegesleurd, woedend,
dat het lot het zoo beschikte. En ieder, die
nu ineens ontdekt, dat !iy niet kan doen
en laten, wat hy wil, geeft daarvan zyn
naasten de schuld. Inplauts van een het
innerlijk warm stemmende dankbaarheid
voor ontzaggelijk /eel goeds, dat we samen
nog hebben en in de toekomst hebben
kunnen, vreet de kanker van onderlingen
haat aan ons leven en we gaan de donkere
uren van den winter in met een wrok
tegen alles, zelfs tegen de Almacht, Die
het zoo heel anders laat gaan in dc we
reld, dan wy willen.
Dit alles is nog te begrijpen hij men
schen, die niet de mildheid der natuur
ervar die alles, wat zy beleven kunst
matig ...oeten krijgen en die niet anders
gewend zijn dan een jacht om meer en
beter in een stadsomgeving van allen,
vreemden onder elkaar.
Voor den boer, van ouder op ouder gewend
aan samenleven met gelijkgestemden van
gelyk bloed en met gelijke afhankelijkheid
van het natuurlijke bestel, is het onaan
vaardbaar.
Daarom moet het de boerenstand zyn, die
voorgaat in gemeenschappelijk vasthouden
aan wat goed is, daarom moet uit het besef
van een goeden oogst voor allen op ons
platteland de gemeenschappelijke erkente
lijkheid voortkomen, die de grondslag kan
zyn van een andere toekomst.
De Landstand, als het orgaan, dat allen,
die oogsten, samenbindt, zou liet krachts
centrum moeten zyn, waarin het gemeen
schappelijke zyn vormen van uitdrukking
vindt. Vooral moet dat dan zijn door het
Centraal verzorgen van wat den oogst
helpt winnen, door het behartigen dus van
al wat het bedryf aangaat.
Natuur en wetenschap stellen voor den
boer gelijke wetten en het bestiuleeren en
toepassen van die wetten kunnen we samen
doen en moeten we samen doen. Dan zullen
we ook samen kunnen dragen, wat het lot
te dragen geeft en samen kunnen genieten,
wat er genoten mag worden.
En dan zal daarmee ten slotte ook de weg
gevonden worden van de kleine eenheid
van het samenwerkende dorp, naar de
grootere van het samenwerkende volk en
ten slotte naar een samenwerkende wereld,
die weer blijmoedig en dankbaar kan zijn.
En waarin niet geleerd wordt, den oogst
uit haat te verbranden en den medemensch
uit haat te vermoorden. D. v. d. B.
Redactie-adres: Zeestraat 69,
Den Haag, Tel. 115754.
Uitgave: Uitgeverij „Volk en
Bodem", Postbus 281, Den
Haag.
Advertenties: Losse plaatsing 25
ct. per m.m., In alle edities
75 ct. per m.m.
Abonnementen: Voor nlet-leden
van den Nederlandschen Land
stand 5.— per jaar of 1.25
per 3 maanden
Alle briefwisseling betreffende
exploitatie, advertenties en
abonnementen, aan postbus 281.
Den Haag. Telefoon 11.65 SS
Dat toonde ons bij ons bezoek aan
het Rheinland het plaatsje Strae-
len, een centrum van groenten-
kweekerijen tot welks stichting een
25 jaar geleden de houtkoopman Hans
ten Haeff, die veel in ons land vertoefde,
het initiatief nam en waar de naar
Nederlandsch voorboeld ingerichte vei
linggebouwen in 2942 'een jaar-omzet
hadden van 7.000.000 R.M.
Dat toonden ons de bewoners der
boerderijen in Kastaniënburg. die het
in 1936 aandurfden, zich op deze ont
ginning langs de Fossa Eugeniana te
vestigen en waar wij een hoeve be
zochten. waar de dochters, als recht
geaarde jonge boerinnen, ons vol strots
haar kast lieten zien, waarvan zij één
lade hadden ingedeeld als naai- en
verstellade. De overgebleven lappen en
lapjes lagen gesorteerd: knoopen in
aparte vakjes, soort bij soort; het
naai- en stopgaren eveneens; alles had
zijn vaste plaats, zoodat men zelfs in
het pikdonker niet mis kón grijpen;
waar de keukenkasten ingedeeld waren,
getrouw aan de zinspreuk, die wij ook
in menige stal aan den muur zagen
gespijkerd: „Weest netjes Netheid
spaart arbeid en tijd."
electr. heeten mangel zagen, ten ge
rieve van de boerinnen, die daar haar
groote wasch kastklaar komen maken;
het electrische droogapparaat, waar de
boerinnen haar appelen, peren of prui
men kunnen laten drogen en waar voor
de mannen een gemeenschappelijke
zaai-zaad-reiniger aanwezig is.
Dat toonde ons het hoenderpark met
zijn oorlogsbezetting van 450 legkippen,
waar de baas met zijn twee flinke
dochters ons vertelde, dat hij 35.000
eieren méér had geleverd, dan hij be
hoefde te leveren.
Dat toonde ons de boer, die zoo graag
mag knutselen en voor zijn vrouw
allerlei door haar uitgedachte en prak
tische huishoudelijke vindingen had ge
maakt.
Dat toonden ons de boerderijen in de
omgeving van Warbeyen, waar men de
voederbieten niet kan inkuilen met het
oog op het hooge water en de boeren
alles, wat zij voor hun vee in den winter
noodig hebben en alle voorraden, die
zij bezitten, binnen hun op terpen ge
bouwde boerderijen moeten halen.
Dat toonde ons in Lüllingen, een ont
ginning met 14 groentenkweekerijen,
de tuindersvrouw, die, ondanks de af
wezigheid van haar man en de knech
ten, die hun oorlogsplichten moesten
vervullen, haar tuinderij met behulp van
twee vrouwelijke leerlingen zoo intensief
mogelijk bewerkte en er nooit spijt
van had. dat zij als geboren Berlijnsche
de groote stad vaarwel gezegd had om
naar het platteland te gaan en ons op
onze vraag, hoe zij al het werk gedaan
kreeg, vol opgewektheid antwoordde:
„Wij moeten onzen plicht doen; wij
moeten ons er dóór slaan."
Dót toonde ons de nederzetting Pfalz-
dorf, genoemd naar de Pfalzer emigran
ten, die een 200 jaar geleden op hun
weg naar Pennylvanië vastliepen tegen
cie Nederlandsche grens en na een win
ter van ellende op bevel van Frederik
den Groote een stuk van de Gocherheide
als woonplaats kregen toegewezen.
Pfalzdorf. waaruit zich in later jaren
een nieuw dorp ontwikkelde, dat uit
dankbaarheid Louisendorf gedoopt werd,
naar de bekende koningin Louise; waai
de 34 lindeboomen rond het kerkje
het nageslacht er aan herinneren, hoe
de dood de geliefde vorstin reeds op
34-jarigen leeftijd aan haar volk ont
rukte; waar wij den gemeenschappe-
liiken electrischen waschdroger en den
Dat toonde ons de in 1937 ingerichte
Melkerschool, waarvan de officieele
naam luidt: „Leer- en Proefbedrijf voor
veeverzorging", waar de jonge boe
rinnetjes tijdens haar verblijf niet alleen
leeren melken, maar waar zij ook de
verzorging van het vee, het schoon
maken van de stallen, dagelijks in prak
tijk brengen; vanwaar excursies ge
maakt worden naar naburige bedrijven,
opdat zij het vee goed leeren beoor-
deelen.
Dót toonden ons de landvrouwen in
haar voorbeeldig' ingerichte moestuinen,
waar zij alles verbouwden, wat een
gezin aan groenten noodig had; in haar
keurig en kleurig gevulde weckglazen,
die zij met gepasten zelfverzorgers-
trots in haar kelders lieten zien.
Dót toonde ons het boerenvolk uit het
Duitsehe Rijk, een boerenvolk, dat zien
uit de diepste diepte van kapitalistische
miskenning heeft opgewerkt.
„Waar een wil is, is een wegen wij
zijn onze begeleidsters yan de afd.
Landvrouwen van den Reichsnahrstand
dankbaar, dat zij ons de gelegenheid
gaven dit te kunnen beleven.
C. N. UILENBERG-RUPP.