Handwerk
De Landstand in
Zeeland
De week in
weinig woorden
Binnen de vier muren
November.
Het is ongekend mooi najaarsweer
geweest.
Niets heeft de herfst werkzaam heden opge
houden. alles op veld en akker kon gedaan
worden, zooals de boer dat wou. Het was
een gezegend slot van een gezegend oogst
jaar. En allerlei zorgen over den gang van
werk. over het gevaar van het niet goed
binnenkomen van de late gewassen bleken
achteraf noodeloos geweest te zyn.
Zoo gaat dat maar gedurig, dat de natuur
een trouwe bondgenoote is, die een te
klein vertrouwen beschaamt en voor mee
vallers zorgt, waar wü tegenvallers by
voorbaat in onze berekeningen opnemen.
Elk van deze mooie najaarsdagen was als
het ware een preek over de goedgunstig
heid van het lot, dat de Schepper aller
dingen den eenvoudigen werkenden mensoli
toedenkt. Maar nu. terwijl Ik deze regels
sehryf, Is het anders geworden.
Er is een vleug van vorst geweest als een
aanmaning om nu toch werkelyk op te
schieten met het inhalen van wat er nog
te velde stond en we hebben die aanma
ning verstaan en er als verstandige men-
schen naar gehandeld.
En nu zijn ineens alle bladeren afgeval
len, nu zyn de luchten donker geworden
en striemen kille regenvlagen de oude
aarde.
De dagen zyn klein geworden en de lamp
is noodig by de zorg voor het vee, zoowel
's morgens als 's avonds. Hoe verleidelyk
liet Is, de heesten tot het uiterste toe in
het land te laten, opdat er niets van het
gras verloren ga, het mag niet langer en
de bescherming van dak en muren mag
het stomme vee niet onthouden worden.
En ook voor den mensch krygt die be
scherming ten volle haar waarde.
Een groot deel van het winterleven speelt
zich binnen de vier muren af en meer
dan we in jaren van al maar toenemende
vercenigingsontplooiing gewend geraakt
waren, zyn het do vier muren van het
eigen huis, die ons omringen in den don
keren en kouden tyd van liet jaar.
Menigeen, ook op het platteland, vindt dat
vervelend.
We waren huis en huiselijkheid ontwend
en talrijk was het aantal gezinnen gewor
den, waar men nauwciyks meer wist, wat
hot was, geznmeulyk thuis te zyn.
Ontwrichting van het huiseiyke leven
is vM het begin van ontwrichting der
maatscliappy en daarom was de zoozeer
toegenomen uithuizigheid een verschynsel,
waarmee velen, die het met die maatscliap-
Ïij goed meenden, zich ernstig bezighielden,
laarom ook zyn er titans van dezulken,
die als een der goede nevenverschijnselen
van den oorlog beschouwen het meer aan
gewezen zyn op het verkeeren binnen de
vier muren van het eigen huis.
En inderdaad: de wereld zou er anders,
rustiger, blijmoediger aan toe kunnen zyn
als de eigen haard algemeen in waarde
gehouden was.
Wie het thuis niet vinden kan, die kan
het nergens vinden, plachten onze groot
vaders te zeggen En wie zal het tegen
spreken?
Er zyn natuurlyk dingen, die in eigen liuis
niet beleefd kunnen worden en waaraan
toch ook liet volk van het land deel mag
en moet hebben. Ook de geest van den
hedendaagschen boer vraagt meer dan
zitten in liet hoekje by de kachel, ook
onze jongelui mogen hun deel hebben van
hetgeen er aan kunst en ontspanning en
ontwikkeling in grootcr verhand te genieten
valt. Zij hebben dat noodig om niet in een
sleurbestaan te vervallen en daarin te ver
zuren tot vroeg-oude vrouwtjes en man
netjes, zooals die er vroeger maar te veel
waren.
Maar als het naloopen van al zulke ge
legenheden gewoonte wordt, als de vier
muren van het eigen huis als het ware
tot de muren van een strafcel worden, dan
Is het mis. volkomen mis. Want onher
roepelijk brengt verwaarloozlng van huis
en huiselijkheid mee, verwaarloozen van
familie- en bedryfshanden. En waar dat
Redactie-adresZeestraat 69,
Den Haag, Tel. 115754.
Uitgave: Uitgeverij „Volk en
Bodem", Postbus 281, Den
Haag.
Advertenties: Losse plaatsing 26
ct. per m.m., In alle edities
75 ct. per m.m.
Abonnementen: Voor niet-leden
van den Nederlandschen Land
stand 5.— per jaar of f 1.25
per 3 maanden.
Alle brtel wisseling betreffende
exploitatie, advertenties en
abonnementen, aan postbus 281,
Den Haag. Telefoon 11 65.SS
proces eenmaal begonnen is, daar Iaat het
zich niet meer stuiten en daar raakt eer
der dan men wellicht denkt, elke orde zoek.
Daarom is het geen wonder, dat een stroo
ming als die van het bolsjewisme stelsel
matig gezins- en familiebanden uit elkaar
trekt, den mensch zyn „thuis" tracht te
ontnemen en spot met conservatieve ge
hechtheid aan al wat eigen is. En weder-
keerlg is het geen wonder, dat een kui
tuur, welke het leven kunstmatig op ver
keer buitenshuis africht, uitloopt op bolsje
wisme en wat daaraan vastzit.
Het kan geen kwaad, als we van de weer
ingetreden lange avonden er af en toe eens
een besteden om over onderwerpen als
bet hier aangeroerde na te denken.
Wie dan daarbij komt tot een vernieuwde
waardeering voor hetgeen h(j met de zy-
nen binnen de vier muren van het eigen
huis genieten kan. die kan wellicht ook
hegrijpen, waarom anderen zulk een taaien
strijd voeren voor het behouden van wat
eigen is, voor het herwinnen van een
kuituur van het eigene, waarin het eigen
huis een zoo voorname plaats inneemt en
de eigen hoeve tot beginpunt van heel
het maatschappelyk bestel wordt verklaard.
D. v. d. B.
Met het artikel betreffende het stroo-
vraagstuk in den Landstand van 29
October 1943 Is men het niet overal
eens. Speciaal uit kroningen kregen wij een
brief, waaruit dit wel duidelijk bleek. De
schrijver meent, dat. wij die stroo-misère
blijkbaar heel natuurlijk vinden en heele-
maal niet zoo erg. Hóe wil men, schrijft
hij verder, 150 200 ton stroo tot mest
verwerken, wanneer men een akkerbouw-
bedryf heeft met 7 of 8 paarden en prak
tisch geen rundvee? Waarschijnlijk doelt
schrijver hier op een bedrijf, waar ook nog
een motortrekker aanwezig is.
Nu weten wij, dat Groningen en de Veen
koloniën wat het stroo vraagstuk betreft,
wel een uitzonderingspositie innemen. Er
is daar overwegend akkerbouwbedrijf met
veel graan en men is er zoodoende op
aangewezen, het stroo af te zetten buiten
het bedrijf, aan handel of fabriek. Inder
daad is men daar over het algemeen niet
in de gelegenheid een flink kwantum stroo
in eigen bedrijf tot waarde te brengen. Onze
briefschrijver heeft dus, wat dat punt be
treft, wel gelijk.
Wanneer hij echter meent dat wij de moei
lijkheden bij den stroo-afzet heel natuur
lijk vinden en heelemaal niet erg, dan heeft
hij het mis. Wij zijn er volkomen van over
tuigd, dat, zooals het in het vorige seizoen
met het stroo is gegaan, het geheel fout
was. Naar onze meening is dat uit het
artikel ook wel degelijk te lezen Wel heb
ben wij er op gewezen, dat het voor de
Overheid niet denkbaar was, een vergoeding
te geven voor de geleden schade. Want het
niet afnemen van het stroo werd veroor
zaakt door vervoersmoeilykheden, waar
noch de Duitsche, noch de Nederlandsche
autoriteiten iets aan konden doen. Dit wil
echter nog niet zeggen, dat wij de zaak
van weinig beteekenis achten, èn niet de
onverkwikkelijke situatie erkennen, waar
mee de stroo-verbouwer te maken kreeg.
Ons standpunt is, dat aan het verleden
niets meer veranderd kan worden. Voor de
toekomst zijn de Nederlandsche instanties
echter o.i. verplicht rekening te houden
met de mogelijkheid, dat dan ook nog wel
eens iets dergelijks kan voorkomen. Er
moet voor gezorgd worden, dat de verbou
wer, die de dupe zou worden van hem
opgelegde verplichtingen, gevrijwaard
wordt voor de geldelijke schade, welke hij
ten gevolge van die verplichtingen, zou
kunnen lijden. Wat het vrijgeven van het
stroo betreft en de gevolgen daarvan op
het oogenblik, is onze meening als volgt:
Wanneer in akkerbouwgebieden in Noord-
Holland en Brabant thans aan den boer
1617 gld. voor het stroo wordt geboden,
dan kan men niet zeggen, dat de stroo
prijs in elkaar is gezakt. Die prijs wordt
wel niet in alle deelen van ons land be
taald, want hij zal ook weer samenhangen
met de ligging der bedrijven ten opzichte
van de verbruiksgebieden. Maar uit deze
prijzen blijkt wel, dat de vraag niet zoo
gering is. Wanneer men nu bij den ver
koop niet al te snel is en voorkomt, dat
door overmatig aanbod de markt overladen
wordt, dan is er o.i. geen reden tot groote
ongerustheid voor dit seizoen.
Wij hebben over deze kwestie ten over
vloede nog eens inlichtingen gevraagd by
deskundigen in de provincie Groningen.
Daarbij is ons nog eens gebleken, wat wij
trouwens ook al wel wisten, dat er direct
na de vrijgave van het stroo, wel partijen
zijn verkocht tegen lage prijzen.
In hoofdzaak betrof dat buitenstroo. Ten
deele waren het partijen, die om een of
andere reden geruimd moesten worden,
doch voor een ander deel waren er ook
verbouwers, die zoo weinig vertrouwen
hadden in de ontwikkeling van een vrije
stroo-markt, dat zij maar direct verkoch
ten. Wat deze laatste groep menschen be
treft, die hebben den lagen prijs, dien zij
ontvingen, aan zichzelf te wijten. De eerste
groep is echter in zekeren zin de dupe ge
worden van het opheffen der stroo-distri-
butie. Zy moesten n.l. verkoopen in een
tyd, dat de markt in de war was. Wij zijn
er van overtuigd, dat deze menschen hier
door een lageren prijs ontvingen dan noo
dig was. Het zal echter zeer moeilijk
zijn hieraan iets te doen.
Overigens is de hoeveelheid stroo, die te
gen lagen prijs is verkocht, in verhouding
tot het totaal kwantum, maar gering.
Op het oogenblik is de toestand, volgens
onze Groningsche inlichtingen zoo, dat
voor het binnenstroo de volle prijs wordt
bepaald. Dit is ook zoo met het stroo
dat voor export wordt aangekocht.. Het
nog resteerende buitenstroo kan, hoewel
niet den maximumprys, toch zeker een
goeden prys halen. De pr.izen van thans
zijn dus niet zoo slecht. Of zij zich in de
toekomst zullen kunnen handhaven, is
niet met zekerheid te zeggen. Er zijn
veel, nu nog onbekende factoren, die daar
op invloed kunnen uitoefenen. Groningen
en Drenthe moeten echter, om hun stroo
kwijt te raken,nog wel heel wat kunnen
Voor de Landvrouwen:
Wat verstaan wij tegen
woordig eigenlijk onder
handwerk Van hand
werk kennen wij alleen
nog maar den modernen
vorm, die eigenlijk meer
als een tijdverdrijf wordt
beschouwd. B.v. het ver
vaardigen van de kussen
overtrekken van grof lin
nen waarop enkele wol
draden worden gespannen.
Hetzelfde wordt gedaan
met theemutsen, kleeden
enz. Men breit alleen met
grove wol, omdat het dan
vlugger gaat. Evenals alles
in de wereld in sneller
tempo moest gaan ging
ook het handwerk in den
maalstroom mee. Hoe
vlugger het ging hoe beter
het was, meende men,
maar men besefte niet hoe
jammerlijk het echte hand
werk wérd verwaarloosd.
Nog enkele dingen zyn ge
bleven doch liggen verge
ten in een hoek. Werk
waaraan grootmoeder en
overgrootmoeder soms we
ken en maanden hebben
gearbeid. Stukjes van een
uitzet van een onzer voor
ouders liggen soms ach
terin de kast of op zolder
in de lappenkist. Hier
voor in de plaats hebben
we het geheel machinaal
gesponnen en geweven lin
nen gekregen, de met de
machine geborduurde la
kens en sloopen, ja zelfs
met de machine gezoomde
handdoeken.
Welk een verschil met
onze voorouders die het
een schande vonden bij het
huwelijk geen eigen ge
maakt uitzet mede te
brengen
En wat een waarde aan
handwerk ging hierdoor
verloren! Wanneer we dit
handwerk nog eens bekij
ken staan we verwonderd
wat een tijd en geduld
hiervoor noodig is geweest.
Het naaldfijne handwerk
en bovenal onze mooie
kruissteek-patroon zijn den
laatsten tijd geheel op den
achtergrond gedrongen.
Voor mij ligt een mode-
boek van onze grootouders.
Dit geeft patronen, die wij
tegenwoordig niet meer
tegen komen; o.a. een ge
haakte kant. Tegenwoor
dig zien we eigengehaakte
kant bijna niet meer en
als we ze nog eens zien,
dan is ze van grove zijde
of visschersgaren gehaakt,
waarbij het fijne verloren
is gegaan. Dit is maar een
klein voorbeeld, doch zoo
gaat het met alles. Laten
we ons toch weer toe gaan
leggen op het werkelijke
handwerk en niet op iets
dat dienen moet als tijd
verdrijf. In echt handwerk
kunnen we als het ware
iets van ons zelf leggen,
ons In onze woning een
geheel eigen sfeer schep
pen, die bij ons past en
waarin we ons thuis ge
voelen.
afleveren, want er is inderdaad veel stroo.
Of dat lukken zal hangt voor een deel af
van de vervoersmogelykheid.
Over het geheel genomen lijkt de toestand
op de stroomarkt ons niet ongunstig.
TERLOOPS hebben wij verleden week
reeds melding gemaakt van 'n besluit,
belangrijk voor de aardappelbouwers in do
Veenkoloniën. Het Bedrijfschap voor aard
appelen heeft n.l. bekend gemaakt, dat alle
aardappelen uit de Veenkoloniën, die ge
schikt zijn voor menschelyke consumptie,
ook inderdaad als eet-aardappelen zullen
worden afgenomen en dat alleen die aard
appels vermalen zullen worden die voor
menschelijk gebruik ongeschikt zyn. Het
zal dus niet voorkomen, dat b.v. eigen
heimers uit de Veenkoloniën, die goed ge
schikt zijn voor menschelijk gebruik, aan
de aardappelmeelfabrieken moeten worden
feleverd. Daar afname voor consumptie
en teler een beteren prijs waarborgt, dan
aflevering aan de fabriek, zal dit besluit
door de Veenlokoniale boeren wel met
vreugde worden begroet.
Dit houdt echter niet in, dat geen partyen
in de Veenkoloniën zullen worden afge
keurd, al waren ze oorspronkelijk bestemd
voor consumptie. Wanneer dat het geval is,
raden wij den betrokken telers aan, een z.g..
fabrieksverklaring te vragen aan den con-i
troleur. Vraagt men dat niet, dan krygt
men een veevoederverklaring. Het afleveren
aan de fabriek is voordeeliger dan afleve
ring als veevoer. (Fabrieksprijs 2.75, voer-
prijs ƒ2.20). Ieder, die niet al te ver van
een fabriek woont, vrage dus een fabrieks
verklaring, wanneer zijn aardappelen voor
menschelijk gebruik worden afgekeurd.
MAAS.
Eenige voorheelden van fraai handwerk. Nieuwe gekleurde linnenkastranden naar
oude motieven. (Foto's: Ggrm. Werk gem. Ir. W. F. v. Heemskerck-Düker)
m van 21 t.m. 27 Nov.
Zondag 21 November. In dezen tijd gaan
we zoo gauw aan de diepere beteekenis
van het leven voorby. Laten wy dan
vanmorgen weer eens even gaan luiste
ren naar den zin van het boer-zyn van
8.008.15 uur over H. I. De gedachten
van Dirk van de Bospoort zullen onge-*
twijfeld ook U wat te zeggen hebben*
Van 12.45—13.00 uur over H. I zal Dirlc
van den Hul de daagsche problemen,
die kunnen voorkomen in het leven van
den boer, eens even onder de loup©
nemen.
Maandag 22 November vragen wij van
13.0013.05 uur over H. I de aandacht
van de Landelijke Ruiters voor een
vraaggesprek met den heer W. Slob,
waarin U nadere byzonderheden zult
kunnen hooren over een door de Neder
landsche Federatie van Landelijke Ry-
vereenigingen te organiseeren schrifte
lijken cursus.
Dinsdag 23 November hoort U van 11.00—
11.15 uur over H. I een vraaggesprek
over „Germaansche boomen" tusschen
D. v. d. Bospoort en Prof. J. Jeswiet.
Van 13.0013.05 uur brengen wy over H.
I een praatje voor onze boerin. Op vel©
boerderijen is men er toe overgegaan ook
eens wat mais te verbouwen voor vee
voeder. Weet U, dat wij deze mais ook
in de huishouding kunnen gebruiken?
Gé ten Oever zal U hierover meer ver
tellen.
Woensdag 24 November. We trekken van
daag eens met onzen verslaggever D.
Hiddinga van 13.00—13.10 uur over H. I
naar het uiterste Zuiden van ons Lim
burg, om daar eens een boerenbedrijf
in oogenschouw te nemen.
Donderdag 25 November. In Nederland
wordt momenteel door verschillende men
schen aan de veredeling van vlas ge
werkt, doch het onderzoek is nog lang
niet ten einde. We hebben echter den
Ryksconsulent voor de Vezelgewassen
in Wageningen, Ir. L. J. A. de Jonge
bereid gevonden ons iets te vertellen
over het rassenvraagstuk bij vlas. U zult
dit praatje kunnen beluisteren van 13.00
13.05 uur over H. I.
Vrydag 26 November. Om 13.00 uur zitten
natuurlyk vele boeren en tuinders aan
hun toestel om de wenken, die Land en
Voik zal geven, ter harte te nemen.
Om 18.45 uur brengen wij over H. I
in de serie van de Directie van den
Landbouw een causerie over de toe
passing van entstof bij mond- en klauw-
zeerbestrijding in Friesland.
Zaterdag 27 November, Van 13.0013.05
uur brengt Land en Volk over H. I
een uitzending, getiteld: „Saksenland in
literatuur en lectuur". Men beweert wel
eens, dat er over Saksenland zoo weinig
geschreven wordt, doch in deze uitzen
ding zullen wy eens een balans om
maken en dat zal U heusch nog wèil
een beetje meevallen, als U de opsom
ming hoort van den heer Tolner.
Dat Drenthe ook in den laten herfst
by storm- en regenvlagen mooi kan
zullen wij om 13.30 uur hooren van bcg]r
Uiterwyk, als wy met hem door boscn
en beide trekken.